Voor sommigen zal William H. Gates III ten onrechte de geschiedenis ingaan als de man die de computer uitvond, voor anderen is hij de succesvolle handelsreiziger in software die bij elke stap computerbugs op de grond liet vallen.

Zoals Steven Spielberg, David Geffen en Bill en Hillary Clinton is Bill Gates een babyboomer. Hij werd geboren in 1955 in Seattle met een Amerikaanse droom in zijn maag. De Amerikaanse droom van de Microsoft-voorzitter en Chief Executive Officer vertaalt zich in bits en bytes, in updates en upgrades, en in een virtueel kapitaal van ongeveer 1500 miljard Belgische frank.

Het cyberhuis dat Bill Gates en zijn vrouw lieten bouwen aan de oevers van Lake Washington in Seattle, kostte bijna twee miljard of een slordige 53 miljoen dollar. “The House”, zoals het in Seattle kortweg wordt genoemd, is alleen zichtbaar voor mensen die via een boot de oever naderen en telt 40.000 vierkante meter ultrahightech. Het huis wekt de nieuwsgierigheid van arme luizen zoals u en ik, en oefent ook een enorme aantrekkingskracht uit op media en andere mogols die in ruil voor een bezoekje graag 25.000 dollar in een of ander Gates-liefdadigheidsproject willen storten.

Details? Talloze snelgroeiende hectarengrote bossen van elzenbomen omringen het uitgestrekte huis, dat een ondergrondse parkeerruimte voor dertig auto’s heeft. Elke bezoeker krijgt een pin opgespeld waardoor exact wordt genoteerd waar hij of zij naar luistert of naar kijkt en welke belichting hij of zij verkiest in de diverse ruimtes. Dus ook het toilet wordt gescreend en hoeveel tijd daar wordt doorgebracht.

Bovendien zijn overal in het huis, in elke kamer en gang, LCD-schermen aangebracht ( liquid crystal displays, met vloeibare kristallen, zoals de schermen van de meeste laptops, palmtops en rekenmachines). Dus als Bill naar The Bold and the Beautiful zit te kijken en dorst krijgt, moet hij niet wachten op de reclames maar volgt de soap hem naar de keuken. Als dochterlief haar favoriete Teletubbie-liedjes opzet, zullen die haar het hele huis door volgen.

Hetzelfde concept geldt voor de belichting: lichten dimmen en gaan uit als je de kamer verlaat en omgekeerd. Alles is volledig ingebouwd, want Bill wil wel gadgets hebben maar hij wil ze niet zien. Worden ook altijd vermeld: een 18 meter lang zwembad met onderwatermuziekinstallatie, een bubbelbad, een massagekamer, een galerij, twee liften, een filmzaal voor een 20-tal mensen, een bibliotheek en een videomuur met 24 schermen. Maar waar William H. Gates III onbetwist J. Paul Getty naar de kroon steekt, is met de aankoop van het origineel manuscript van de Codex Leicester van Leonardo da Vinci. Dit wetenschappelijk meesterwerk (1506-1510) van 72 linnen pagina’s met meer dan 300 tekeningen en schetsen, reveleert de briljante visie van een renaissanceartiest op astronomie, hydrodynamica, milieu en archeologie.

Bij de Amerikaanse belastingen werd alvast gretig berekend hoeveel dit cyberhuis aan belastingen zou opbrengen, en het bedrag van 18 miljoen frank per jaar werd aan Bill Gates opgelegd. “Te veel!” riep Gates en hij tekende verzet aan. Kortom, een gewone reactie van een gewone man.

Wat meteen opvalt als je Bill Gates voor het eerst in het echt ziet, zijn een stel voorovergebogen schouders, een schichtige blik, een kropje mat grijs haar op zijn kop, en rouwrandjes aan zijn nagels. Wanneer je dan zijn lijzig, nasaal en geeky stemgeluid hoort, valt elk intimiderend aspect weg dat je van de rijkste man ter wereld zou verwachten.

Volgens Bill Gates gaan we pas over enkele jaren over een echte Web Lifestyle kunnen spreken. Wanneer iedereen gewend is geraakt aan computers en internet en wanneer die voor een bredere waaier van dingen gebruikt zullen worden. Er is geen mens die eraan denkt om een pc te kopen alleen om digitale foto’s te bewerken, of alleen om boeken via het internet te bestellen of alleen om aan elektronisch bankieren te doen. Elektronische post blijkt ondertussen de populairste toepassing te zijn, maar al die dingen combineren en elektronisch shoppen in een veilige en snelle omgeving, dat is momenteel de grote uitdaging van de softwareontwikkelaars bij Microsoft.

Bill Gates: Vanaf het moment dat iemand een Web Lifestyle heeft aangenomen, is dat onomkeerbaar. Ik ken nog niemand die met internet en pc’s is beginnen te werken en het na een tijdje heeft opgegeven. Mensen helpen elkaar met de installatie ervan, met het verkennen van het internet. Iedereen weet ook meteen hoe het nog beter of sneller of eenvoudiger zou kunnen, en ze hebben gelijk. We kunnen het eenvoudiger maken, en we moeten dat ook doen, maar dan vooral voor de volwassenen. Een kind van vier of vijf jaar oud kan best een pc bedienen. Zeggen dat die interface te moeilijk is, is zeggen dat de meeste videogames te ingewikkeld zijn. Maar als we spraaktechnologie inschakelen en het keyboard uitschakelen, dan zullen kinderen dat ook op die manier gaan gebruiken. Toch zal die spraaktechnologie in de eerste plaats dienen om oudere generaties mee in de boot te helpen.

Als technoloog weet ik dat veel mensen de impact van het internet op termijn onderschatten. Ik weet inmiddels hoe we de toepassingen gaan verbeteren en gebruiksvriendelijker maken. Maar ook de prijzen zullen nog dalen. Er is de enorme uitbouw van digitale muziek en van digitale foto’s, en alles gaat veel soepeler verbonden worden. Ik geloof ook sterk in de doorbraak van de ClearType-technologie, waarbij je eenzelfde letterkwaliteit krijgt op je scherm als op papier. Die technologie zal zorgen voor de doorbraak van e-books of elektronische boeken, ook al zullen die aanvankelijk vrij duur zijn.

Zal een televisietoestel een soort internettoestel worden, of omgekeerd?

We zullen altijd grote schermen blijven hebben waarbij we afstand houden, en schermen op je bureau of tafel waar je dichter bijzit. Maar ook schermen die je meedraagt in laptopformaat, pocketformaat of op je zaktelefoon. Eigenlijk zijn dat allemaal nieuwe pc-formaten. Digitale televisie is niet meer dan een scherm dat aangesloten is op een digitale box die je toelaat om op het internet te grasduinen, om spelletjes te spelen. Een televisietoestel wordt in die zin een internettoestel, omdat het pc-technologie gebruikt. Televisies hebben geen microprocessoren en software. Dit toekomstig toestel, we zullen het nog geen naam geven, zal wel microprocessoren hebben, zal software hebben, zal interactief zijn, zal met het internet verbonden zijn en zal op termijn agents hebben die met je praten en naar je luisteren.

Wat houdt de algemene doorbraak van het internetgebruik in Europa tegen?

De wieg van internet stond in Amerika. Wat niet wegneemt dat deze manier om met elkaar te communiceren iedereen overal in de wereld aanspreekt. Maar in de VS is het nu eenmaal veel vroeger begonnen. Je hebt bovendien het Engels als eenheidstaal, en ook een markteenheid waardoor bestellen en versturen via het net een stuk makkelijker is. Dus activiteiten als elektronisch zakendoen, on line kopen en verkopen staan daar al iets verder.

Maar vanaf dit jaar is de groei van internetgebruik in Europa enorm op dreef gekomen. In Nederland zou 17% van de gezinnen verbonden zijn met het internet, een paar jaar geleden was dat nul. In België zal dat niet zoveel verschillen. Je hebt hier geen magische getallen nodig, het is ontegensprekelijk de snelste groeicurve van een fundamentele verandering in de samenleving. En daar moet iedereen aan wennen. Een paar jaar geleden had geen enkele reclameboodschap een URL of internetadres. Hoeveel zijn er vandaag die er een hebben? De helft? En binnen twee jaar is er geen enkele meer zonder.

Maar ja, voor sommige mensen is het nog te beperkt, voor anderen te duur. In Europa is de hoge communicatiekost inderdaad een rem, maar het gaat om een fundamentele verandering en dat soort dingen gebeurt nu eenmaal niet van de ene dag op de andere.

Een vaak gehoord argument van mensen die liever niet via internet betalen, is: je geeft toch niet zomaar je creditcard aan iemand die je niet kent?

Ah nee? En wat doen ze dan in een hotel? Of in een restaurant? Of geven ze hun creditcard niet aan een wildvreemde kelner? Aan een benzinehouder? Houden ze die dan wel goed in het oog? Ach, stel dat je je kaartnummer vrijgeeft op het internet, wat is dan het ergste dat er kan gebeuren? Dat je met extra uitgaven zit. Maar dat is de verantwoordelijkheid van de kredietkaartenfirma’s, eigenlijk is dat jouw probleem niet. Het gebeurt ook wel eens dat ik in een restaurant met een creditcard betaal en achteraf wat vreemde onkosten op de rekening zie bijkomen. Maar geloof me, zelfs dat zal e-commerce niet in de weg staan.

Het is ook niet zo ingewikkeld om in de toekomst via software die veiligheid te vergroten, door protocols bijvoorbeeld waardoor het nummer van je creditcard niet bij de winkelier terechtkomt maar alleen bij je bank.

Wat maakt winkelen via het internet zo aantrekkelijk?

Het gemak! Wanneer ik een boek wil over een bepaald onderwerp, begin ik te klikken. Ik ga naar Amazon.com, ik tik de auteur in, zoek op onderwerp en krijg andere boeken door over hetzelfde thema… Ik kan besprekingen lezen, zien welke boeken gekocht worden door mensen die in hetzelfde onderwerp geïnteresseerd zijn. Ik moet daar niets speciaals voor doen. Ik hoef maar te klikken en de volgende dag wordt het boek geleverd. Dat is een stuk makkelijker dan naar de boekhandel te rijden, parkeerplaats te vinden, rond te kijken, te zoeken, en dan tot de constatatie te komen dat wat ik zoek er niet is. De prijzen zullen competitiever worden nog, goedkoper dus. Er zijn ook al software agents die prijzen vergelijken, maar die gebruik ik zelf niet zoveel. Het gemak zal de doorslag blijven geven. Daardoor zal een aantal kleinere boekhandels verdwijnen, dat wel. Maar e-commerce werkt vooral complementair. On line boeken kopen betekent niet dat je niet graag eens langsgaat bij Barnes & Nobles om een koffietje te drinken en wat te grasduinen in boeken. Er zal zich een soort evenwicht vormen. Virtuele omgevingen zullen trouwens nooit hetzelfde effect hebben als de realiteit, we zullen nooit het equivalent van het fysieke winkelen kunnen evenaren, maar dat is ook de bedoeling niet.

In welke richting moeten we de belangrijkste impact van het internetgebruik op de levensstijl van mensen gaan zoeken?

Dat is een vraag die veel open vragen oproept. Zullen mensen effectief een gedeelte van hun werk kunnen doen van thuis uit? Gaan ze meer tijd willen doorbrengen bij hun gezin? Zullen ze meer parttime gaan werken? Gaan ze dat doen via het net? Welke aankopen gaan ze via het net doen? Welke niet?

Wat het werk betreft, zullen de noden in ieder geval aan de bekwaamheden gekoppeld moeten worden op een efficiëntere manier dan nu het geval is. Zonder het internet kan je dat moeilijk doen. Via het net kan je makkelijker en sneller mensen met de juiste beschik- en bereikbaarheid vinden. Mensen krijgen door het internetgebruik hoe dan ook een bredere kijk op de wereld.

Maar de grootste impact van de internettechnologie is volgens mij die op het medisch onderzoek, hoewel dat nu aan de aandacht ontsnapt door de hype over e-commerce. Het snel en efficiënt kunnen doorgeven van genetische informatie leidt tot de belofte dat over 20 jaar de medische kennis van bepaalde ziektes enorm geëvolueerd zal zijn.

Zal internetgebruik tot een nieuwe ethiek leiden? Tot solidariteit?

Solidariteit is te sterk uitgedrukt. Maar een waardering van mensen en de mogelijkheid om te communiceren ondanks een grote afstand, dat wel ja.

Hebben boeken ooit de ethiek veranderd? Heeft de telefoon de ethiek veranderd? Zal het enorme gsm-gebruik in Europa de ethiek veranderen? Dat denk ik niet. Die dingen spelen wel een belangrijke rol, maar de gouden regels van een samenleving worden er niet echt door beïnvloed.

De invloed van de bijbel bijvoorbeeld is altijd een kwestie van verbale traditie geweest. De impact van de gedrukte bijbel op grote schaal is trouwens een zeer recent fenomeen. Fanatiek religieus gedrag kwam meestal voor bij mensen die niet konden lezen. Massaliteratuur is ook een recente ontwikkeling. Gewoonweg omdat nog niet zo heel lang geleden er nog niet zoveel mensen konden lezen en schrijven. Boeken hebben een positieve invloed gehad, ook al zullen sommige mensen dat betwisten. Maar die zullen zeker ook de positieve invloed van deze technologie betwisten, omdat het mensen nog meer toegang tot informatie geeft. Democratiserend? Ja, want het is makkelijker om te weten te komen wat de regeringen doen. Terwijl je in de krant een kort artikel krijgt, kan je via het net echt in een onderwerp duiken en verbaasd zijn over met wat je allemaal bovenkomt. Daar kan je ook budgetten opvragen en precies nagaan wat de volksvertegenwoordigers ermee aanvangen.

Onderwijs staat hoog op het filantropische palmares van Microsoft en van u persoonlijk, met op kop de Gates Learning Foundation met een budget van bijna 50 miljard frank. De bedoeling is om computers, technische vorming en internettoegang in bibliotheken te brengen bij bevolkingsgroepen met lagere inkomens. Maar denkt u echt dat het volstaat om overal computers te installeren en zo de problemen van het onderwijs en de samenleving op te lossen?

Niemand kan beweren dat de machine een soort magische oplossing is. Voor een kind dat nieuwsgierig is en gemotiveerd, is het internet een fantastische ervaring. Gesprekspartners vinden via websites, aan babbelsessies meedoen, eens kijken naar de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen, nu heeft iedereen toegang tot wat zelfs de meest bevoorrechte studenten in het verleden niet gegeven was. Iedereen kan een dieptekennis ontwikkelen alleen al via dat internet. Dat is ongelofelijk. Jammer genoeg heeft onderwijs te maken met alle soorten studenten en niet alleen met studenten die bereid zijn om de leersprong te maken. Dat is altijd het struikelblok geweest bij opvoeding of onderwijs.

Hoe maak je leren prettig? Een computer in de klas hebben is belangrijk, want de betere jobs in de toekomst zullen computergebruik vereisen. Zoals de betere jobs ook een niveau van geletterdheid eisen. Bibliotheken hadden vroeger al een missie, nu is die er terug. Maar ze hebben niet allemaal de middelen om hun instrumentarium optimaal uit te bouwen. En daar proberen we echt wat aan te doen, omdat we ervan overtuigd zijn dat de technologie en de instrumenten een hulp kunnen betekenen.

Wat is het strafste staaltje technologie bij u thuis in Seattle?

De beste technologie die ik momenteel in huis heb, zijn pampers. Echt waar! Tenminste, in termen van echt praktisch. Verder ben ik bijzonder trots op die geweldige LCD-schermen en een ongelofelijke snelle verbinding met het internet. Ik heb ook een databank met miljoenen beelden, en daar kan ik verschillende thema’s uitpikken, zoals bekende mensen, zonsondergangen, stranden, of landen die ik ga bezoeken. Die circuleren dan door het huis. Elke dertig seconden komt er een nieuw beeld of portret. Als een bepaald beeld me interesseert, raak ik het aan en krijg ik extra informatie. Ik kan dan meer foto’s van een bepaalde fotograaf oproepen. Of meer info over een onderwerp opzoeken. Dat is heel leuk. Ook voor mensen die op bezoek komen.

U heeft een videomuur met 24 schermen, Elvis had al een eigen televisiekamer met drie schermen en een privé-jukebox. The King was eigenlijk op dat vlak toch wel een trendsetter.

Mmm. Ik probeer Elvis zijn trends en gewoontes niet al te sterk te volgen. Ik heb een filmzaal met enkele duizenden films in voorraad, Elvis moest nog altijd een bioscoop afhuren om een film naar zijn zin te zien. Dat is alvast één verschil.

Marleen Wynants / Foto’s Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content