Beurzensnijders

In de stad waar ik woon, die voor de rest opwindend en hip is, hebben ze sinds enige tijd nieuwe parkeerpalen. Je moet een halve informatietechnoloog zijn om die te bedienen. Als de regen neerdruist, is het uitermate gezellig om je nummerplaat op die te kleine toetsen van het touchscreen in te tikken en je een weg door het keuzemenu te banen. Ben je daarmee klaar, intussen zeiknat geworden, dan verschijnt de opbeurende boodschap : ‘Welkom in Gent.’

Dat is wellicht zelfs serieus bedoeld.

Bij die parkeerpalen horen parkeerwachters, grimmig uitziende figuren die opereren onder dekking van hun uniformen. Ik wil geen overtrokken vergelijkingen maken, maar in het beroep van parkeerwachter zit volgens mij de kiem verborgen van wat er op andere momenten in de wereldgeschiedenis verkeerd is gegaan bij personen die in grote aantallen dezelfde kledij droegen.

Het woord wachter is trouwens slecht gekozen. Het doet denken aan stoere krijgslieden op torens met kantelen, die de bevolking beschermden tegen bedreigingen van buiten de poorten. Parkeerwachters beschermen tegen niets, het zijn moderne beurzensnijders. Ik heb nooit begrepen hoe men het volk zo ver heeft gekregen om te betalen om zijn auto te mogen parkeren op een plek die van iedereen is. Franquin liet Guust Flater een tragikomische strijd uitvechten tegen de parkeermeter, toen die opkwam in de jaren zeventig. Dat waren prehistorische modellen, waar je vijf frank moest instoppen zodat – krrrt – op mechanische wijze een bordje wegklapte dat aangaf dat je parkeertijd was verstreken. Nu is de wereld gesofisticeerder geworden, alsook de manieren om de bevolking te sarren.

Aan de school van mijn dochtertje zit een heel nest parkeerwachters. Ze hebben daar hun hoofdkwartier. Als ze zich vervelen, dan is het hun geliefde tijdverdrijf om nog wat ouders op de bon te zwieren die een paar minuten langer zijn blijven talmen dan het vergunde kwartiertje. Het vergrijp van die ouders is dan dat de dreumes nog pipi moest doen, dat er een knuffelbeest was vergeten, of dat er een snotneus diende te worden afgeveegd. Dat kost dan dertig euro, uit de zak geslagen van de hardwerkende Vlaming – een omschrijving die mij doet denken aan het paardenjuk dat je in vreedzamer tijden aan de muur zag hangen van fermettes in nieuwbouwwijken.

Sinds de komst van de nieuwe parkeerpalen kun je meerdere boetes op dezelfde dag krijgen. Zo’n retributie geldt niet meer als ‘dagtarief ‘ maar slechts voor drie uur, waarbij de volleerde struikrovers daar na drie uur en vijftien minuten opnieuw staan. Je ziet dan auto’s met twee boetes, die onder de ruitenwisser wapperen, een aanblik die qua treurnis valt te vergelijken met de veertjes van een platgereden vogel waar de wind nog speels door waait. Dat is dan zestig euro, mevrouwtje. Ongeveer wat een postbode of caissière verdient met een dag noeste arbeid.

Eind vorig jaar hebben de parkeerwachters onverwacht het werk neergelegd. Zij staakten ‘om een signaal te geven tegen de toenemende agressie’. “Wij krijgen op straat van alles naar ons hoofd, zowel verbaal als fysiek”, klaagde een calimero. “En het wordt erger. We raken dat beu. Wij doen ook maar ons werk. Wij zijn geen wandelende geldmachines.”

Het was een onverwachte inkijk in de gevoelige ziel van een veronachtzaamde bevolkingsgroep. Je bent niet verplicht om parkeerwachter te zijn, kon ik niet nalaten te denken. Je kunt ook verpleegkundige worden, trambestuurder, politieagent of onderwijzer, in plaats van de kille uitvoerder te zijn van een machinerie die systematisch de levensvreugde van het volk ondermijnt. Plus est en vous dan de hele dag snippers gratuit verdriet onder ruitenwissers achter te laten.

Het rare vond ik dat de wachters daarna, wellicht na belofte van een aantal voordelen, weer als vanouds aan de slag gegaan zijn.

jean-paul.mulders@knack.be

JEAN-PAUL MULDERS

De wereld is gesofisticeerder geworden, alsook de manieren om de bevolking te sarren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content