Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Wie denkt dat België geen goed ondergoedland is, heeft niet helemaal gelijk. Twee ketens zijn best tevreden.

Lingeriefabrikanten alom, buig uw hoofd en ween. Het verhaal is bekend: de Belgische vrouw koopt gemiddeld net geen twee beha’s en net geen drie slips per jaar. Met mannen is het niet beter gesteld. Zij kiezen hun ondergoed niet eens zelf, maar laten het meestal door hun vrouw meebrengen, zoveel kan het hen schelen.

“De cijfers zijn correct”, zegt Paul Van de Vijvere van Hunkemöller, de keten die dit jaar zijn twintigste verjaardag in België viert. “Zelf kan ik er niet zo goed bij dat ze zo laag liggen, want wij verkopen honderdduizenden beha’s per jaar, en wij zijn niet de enige lingerieketen op de markt. Ik kan er alleen maar uit afleiden dat er grote extremen meespelen. Dat er dames zijn die geen beha dragen, of het tien jaar lang met dezelfde doen; en dat daartegenover echte lingeriefans staan die zichzelf regelmatig met een nieuw setje verwennen.”

Debby De Greef, merchandiser bij Hennes & Mauritz: “België loopt internationaal gezien niet achter. We halen dezelfde cijfers als de rest van de keten. We zijn wel een echt noordelijk land met een voorkeur voor sportief, basic, simpel en degelijk. Typisch Scandinavisch koopgedrag. Latijnse landen voelen zich meer aangetrokken tot frivoliteiten.” Maatverschillen zijn er ook. In noordelijker landen is een D-cup vrij courant, in Latijnse landen worden ze vaak niets eens geproduceerd.

Al met al blijkt ondergoed een bloeiende sector. De Greef: “Wij verkopen zo’n één miljoen stuks dameslingerie per jaar en zijn ervan overtuigd dat de markt nog steeds groeipotentieel heeft. De laatste modetrends hebben veel voor de lingerie gedaan. Door ondergoed tot bovengoed te promoveren, werd de belangstelling alleen maar aangewakkerd.”

“Vrouwen zijn minder bang geworden. Ze dragen al eens een mooie push-up onder een transparante blouse, of twee onderjurkjes over elkaar”, aldus Van de Vijvere. “Maar het is niet de grote massa die dat doet, dat zeker niet.” Bij het jonge, modebewuste publiek is de trend wel aangeslagen. De Greef: “Er is bij ons altijd veel samenhang tussen kleding en lingerie geweest. De ontwerpteams in Zweden werken trouwens nauw samen. Sommige items liggen op twee plaatsen in de winkel: zowel bij boven- als onderkleding. Een kort jurkje of een romantische petticoat bijvoorbeeld. Onze klanten hebben nooit moeite gehad met de look. Ze maken er ook geen punt van om een zwarte beha onder een wit jurkje te dragen, om hun behabandjes te tonen, of om de contouren van een boxershort te laten doorschemeren.”

Hunkemöller scoort momenteel goed met de T-shirt beha, een haast naadloos en perfect passend model dat onzichtbaar onder een strak T-shirt kan. Een item dat bij H & M vreemd genoeg niet zo vlot over de toonbank gaat. Over hét succes van de laatste seizoenen zijn beide ketens het eens: de push-up beha, maar dat verschijnsel is op z’n retour. “De piek is voorbij, het is een beha voor elke dag geworden”, aldus Van de Vijvere. De grote kaskraker is nu de string, enorm populair; en de boxershort voor dames, die vooral in Vlaanderen de deur uitvliegt. Heren hebben zich dan weer van de boxer afgekeerd en grijpen terug naar de oude vertrouwde slip. “Jaja, bij ons komen ze ook al alleen winkelen”, aldus Debby De Greef. “Enfin, de helft van het mannenondergoed wordt nog steeds door vrouwen gekocht.”

Zowel De Greef als Van de Vijvere betreuren het feit dat vrouwen niet wat vaker raad vragen bij het kopen van een beha. Van de Vijvere: “Deskundig advies is ontzettend belangrijk. Het is met beha’s immers net als met schoenen: een halve maat te klein en je voelt je de hele dag ellendig. Vrouwen schijnen te veronderstellen dat ze hun leven lang dezelfde behamaat hebben, of dat dezelfde maat voor elk merk en elk model geldt. We merken dat vrouwen vaak zelfs helemaal niet weten waarvoor de behamaat eigenlijk staat; dat 85 de rugomtrek in centimer is en C de grootte van de cup. Dus alstublief: vraag toch gewoon wat hulp.”

Lene Kemps

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content