Richtte in 2008 zijn eigen tuinontwerpbureau Studio Verde op. Geïnspireerd door verschillende kunstvormen en de geschiedenis, werkt de jonge landschapsarchitect op dit moment voornamelijk aan grote projecten.

“De ingrepen van de mens op het landschap intrigeren me. Ik ben enorm geïnteresseerd in de geschiedenis. De Atlas Ferraris, een verzameling van de allereerste topografische kaarten, is mijn Bijbel. Aan de hand daarvan lees ik de omgeving als ik tuinen ontwerp, zo weet ik wat zich destijds waar bevond. Ons landschap is namelijk bepaald door de eerste landschapsarchitecten van duizenden jaren geleden, kijk maar naar de steenwegen en de kanalen. De geschiedenis laat bovendien sporen na. West-Vlaanderen is nog altijd aan het heropbouwen na de oorlog. Een bunker in de tuin kon makkelijk omgetoverd worden tot schuilplaats voor koeien bijvoorbeeld. Een tijd geleden vond ik bij een buurman van een klant een hoop stenen op de binnenplaats. Daar waren destijds Duitse bunkers mee gebouwd en die boer had die na de oorlog gerecupereerd voor verharding op zijn erf. Bij een verbouwing gingen die stenen er weer uit. Dus recupereer ik die voor de aankleding van een naburige tuin. Dat is misschien wel mijn sterke punt : dat ik de geschiedenis gebruik om met de tuin een verhaal te vertellen.”

“Vlaanderen is helemaal vertuind. Van die tuinen proberen wij, als tuinarchitecten, een landschap te maken. Dat kan door te kijken naar kleine details : welke boom hebben de buren staan ? Welke struiken versieren het straatbeeld ? Daar speel ik dan op in om de tuin een geheel te laten vormen met zijn omgeving. Opvallend is dat het Vlaamse landschap aan het veranderen is. Je ziet hier weinig bloemen, omdat de grond is platgemest. Bloemen hebben armere grond nodig om goed te groeien. Bloemenweidemengels hebben meestal weinig zin. Daarom ben ik met halfparasieten beginnen te werken, die van andere planten leven. Zo kun je bijvoorbeeld de pinksterbloem en gras combineren, de bloem voedt zich met het gras ernaast. Met een beetje experimenteren kom je zo tot een mooi alternatief.”

“Mijn liefde voor planten heb ik van mijn grootmoeder geërfd. Ze was altijd met planten en bloemen bezig en heeft me er heel veel over geleerd. Ik vond het allemaal heel fascinerend. Mijn andere passie was tekenen, in deze job vinden die twee elkaar perfect. In het middelbaar studeerde ik tuinbouw en daarna ben ik in Melle tuinarchitectuur gaan studeren. Nog voor ik die afgerond had, was ik al zelfstandige, ik was iets te ongeduldig. Mijn eerste klant was Donald Muylle van Dovy Keukens. Voor de hoeve van zijn zoon heb ik me voor het eerst in het zweet gewerkt, maar ik ben nog steeds blij met het resultaat. Die opdracht heeft me enorm veel zelfvertrouwen gegeven voor de toekomst.”

“Een tuin moet mooi zijn, maar vooral op maat van de klant. Soms moet je een verhaal vertellen met je gecreëerde tuin, maar hij moet vooral de gebruiker ervan bekoren. Als er kinderen in de tuin rondlopen, moet je geen tuin maken die dat niet aankan. Dan zet ik er bijvoorbeeld een laagstammige kerselaar, ideaal om in te klimmen. Dat zijn logische dingen, maar die worden vaak vergeten. Een tijdje geleden mocht ik een prachtige tuin ontwerpen, waar we een grote zwemvijver in aangelegd hebben. Die vijver zou in veel tuinen te groot zijn, maar die klant is zelf een zwemmer. Die duikt dagelijks in die vijver, dus het nut ervan is groot.”

“Ik hou ook altijd rekening met de herfst als ik tuinen ontwerp. De seizoenkleuren zijn enorm dankbaar en door verschillende planten te combineren, krijg je prachtige resultaten. Zo zette ik een tijd geleden een Japanse kerselaar naast een els, een typisch inheemse boom. De eigenaars van die tuin waren een Vlaamse man en een Aziatisch vrouw, dus die keuze vertelde ook hun verhaal. In de herfst komt dat contrast nog meer tot zijn recht, want elk van hen verkleurt op een andere manier. Dat kan alleen maar in de herfst, daarom dat ik zo gek ben op dat seizoen. De meeste mensen zijn dan veeleer teleurgesteld, maar dat is vooral omdat het ook het einde van de zomer betekent, denk ik.”

“Klassieke wagens, zoals de Ferrari Dino, kunnen me enorm inspireren. Die wagen zag er plots helemaal anders uit dan alle andere en zoiets intrigeert me. Kijk maar hoe gedurfd vormgeving vroeger was. Ook fotografie vind ik heel interessant. Iets goed in beeld brengen, dat is een kunst op zich ! Ik kijk liever naar andere ontwerpers en kunstenaars dan naar tuinarchitecten om ideeën op te doen. Als je te veel naar elkaars werk gaat kijken, dan ga je copy-pasten, wat ik absoluut probeer te vermijden. Dan werk ik liever samen met die collega’s, uit zo’n kruisbestuiving kunnen mooie tuinen ontstaan. Hoe minder richtlijnen je probeert te volgen, hoe mooier het eindresultaat.”

www.studioverde.be

“Als ik een tuin ontwerp, hou ik altijd rekening met de herfst”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content