Kent u uw Quetelet-index en weet u wat een abductor is? Voor de uitgezakte leek die voor het eerst een fitnesscentrum binnenstapt, gaat er een heel nieuwe wereld open. En o ja, dat van die gezonde geest in dat gezond lichaam blijkt nog te kloppen ook.

Linda Asselbergs / foto’s Michel Vaerewijck

Uiteindelijk was het die opmerking van de gynaecologe die de doorslag gaf. “Tja, je zult je er toch moeten bij neerleggen dat je figuur verandert, je bent tenslotte geen twintig meer.” Dat zei ze toen ik bij een routinecontrole mopperde over de kilo’s die zich de laatste jaren geniepig ter hoogte van taille en heupen genesteld hadden. Een aardige vrouw, overigens, mijn gynaecologe, nuchter en competent, maar die terloopse opmerking schoot mij in het verkeerde keelgat. Hoezo, mijn figuur verandert? Het is verdorie mijn figuur. Geen catwalkmateriaal, nooit geweest trouwens, maar toch: ik ben er nogal aan gehecht.

In zekere zin had ze natuurlijk gelijk, die dokter. Tot mijn veertigste was ik me nauwelijks bewust van mijn lijf. Het was er, het deed wat het hoorde te doen, er viel zelfs plezier mee te beleven. Wat zeg ik? Het was een meer dan fatsoenlijk lijf. Nooit echt ziek geweest, nooit onder het mes gemoeten, hoeveel zijn er die dat kunnen zeggen? Makkelijk in onderhoud bovendien: een paar dagen minder snoepen en de kilo’s vlogen eraf. Je weet niet beter dan dat het altijd zo zal zijn, maar kijk, dat valt tegen. Ineens, van de ene dag op de andere zo leek het wel, begonnen mijn knieën te knarsen als ik de trap opliep. Gênant luid zelfs, naar mijn gevoel. En toen liet mijn rug me in de steek, uitgerekend terwijl ik een drukke straat overstak, zodat ik in een nogal ongebruikelijke hoek hulpeloos immobiel tussen de voorbij zoevende auto’s stond. Stress heet dat dan. Want ja, de lerares van weleer fietst al lang niet meer elke dag naar haar werk. Journaliste ben ik intussen, wat maakt dat ik mijn tijd vooral in de auto en achter een computer doorbreng. Zodat ik ’s morgens het liefst niet meer in de spiegel kijk als ik half gekleed mijn tanden sta te poetsen. En die kilo’s die er vroeger zo vlot afgingen, blijken nu heel wat hardnekkiger te zijn. Mijn entourage heeft daar merkwaardig veel begrip voor. “Je bent groot, het valt niet op”, sussen de vriendinnen. “Een vrouw heeft recht op een buikje, er zit daar van alles in”, zegt de man in mijn leven met kennis van zaken. Breeddenkend, in meer dan één betekenis zelfs, maar het helpt niet echt tegen het gevoel van lamlendigheid om wat was en niet meer is, en dat het van nu af aan alleen maar verder bergaf zal gaan.

januari 2002

Kent u dat grapje over stoppen met roken? “Het is gemakkelijk, ik heb het al verschillende keren gedaan”. Wel, hetzelfde geldt voor conditietraining. Ik heb het allemaal geprobeerd: squash (in de praktijk: vijf keer achter het balletje aanrennen en dan de rest van het halfuur met een vriendin staan kletsen); joggen (met een collega tijdens de lunchpauze. Zes maanden hebben we het volgehouden, een fijne tijd waar we allebei met heimwee aan terugdenken. Maar toen ging zij met vakantie en daarna ik en toen was de fut eruit). Twee fitnesscentra uitgetest: bij het ene was er een schrijnend gebrek aan parkeerplek en stond je tijdens de groepslessen zo dicht tegen elkaar dat ik er claustrofobie van kreeg. In het tweede was er een hoge dichtheid van zwaar getatoeëerde mannetjesputters die zich per se met mijn anatomie wilden bemoeien: “Gaat het, juffrouwke, zal ik eens komen helpen?”

En toen kreeg ik op de redactie de video van Synergie in handen. Een wellness point, zoals dat tegenwoordig modieus heet, in Wommelgem. Niet echt bij de deur, maar wat ik zag, stond mij wel aan. Grote aangename ruimten, state of the art-apparatuur, en omringd door heel veel natuur. Zodat ik ’s zomers in de omgeving zou kunnen joggen en na de inspanningen op het terras uitblazen, niet onbelangrijk voor een stadsmens zonder tuin. Maar wat mij vooral aanstond, was de no-nonsense-aanpak: hier werden geen mirakels beloofd, maar wel een ruim aanbod aan groepslessen in verschillende disciplines en een op maat gemaakt trainingsprogramma met intensieve professionele begeleiding. De eerste kennismaking bevestigde die positieve indruk. Ik ben nogal op efficiëntie gesteld en na een half uur rondkijken, wist ik meteen: hier wordt niets aan het toeval overgelaten, hier weten ze waarmee ze bezig zijn. Sonja Kimpen die samen met haar partner Marc De Jonck Synergie runt, is een wandelende reclame voor haar stiel. Of beter gezegd: een stuiterende reclame. Zelden iemand gezien die zo’n vitaliteit en levensvreugde uitstraalt. Niet alleen bij die eerste ontmoeting, maar telkens ik haar zie. Benijdenswaardig! Stiekem ben ik blij dat ze zelf ook enige rondingen vertoont. ‘In vorm’ betekent dus niet noodzakelijk: schraal en pezig.

15 januari 2002

Zo’n twintigtal mensen is op de infosessie afgekomen: mannen en vrouwen van alle leeftijden en in alle stadia van ongeoefendheid. In een uur of twee wordt een aantal basisprincipes rond kracht en uithouding en hun invloed op het metabolisme uit de doeken gedaan en een hoop mythes ter zake doorgeprikt. De toon is stimulerend en – godzijdank – niet betuttelend. Blijkt dat tussen de eerste gedachte dat je iets aan je conditie zou moeten doen en de daadwerkelijke aanpak gemiddeld zes jaar ligt! Bij mij zal het zo lang niet duren: ik heb er echt zin.

18 januari 2002

Alarm: ik besta voor 35,1 procent uit vet! Een redelijk angstaanjagende vaststelling, want als het waar is dat een mens voor 70 procent uit water bestaat, hoe zit het dan met de wezenlijke onderdelen? Nee, serieus, zo’n persoonlijke conditietest drukt een mens toch maar mooi met zijn neus op de feiten. Neem nu mijn bloeddruk: bij de eerste meting bedraagt de bovendruk 160. Ik schrik me een hoedje. Maar ik ben net in file uit Brussel komen rijden en heb het beruchte rondpunt van Wijnegem getrotseerd. Een nieuwe meting tien minuten later geeft 135 boven- en 98 onderdruk. Die laatste is hoe dan ook aan de hoge kant. Met een Quetelet-index van 24,7 (gewicht in kilogram gedeeld door het kwadraat van lengte in meter) zit ik nog altijd in de categorie ‘gezond gewicht’, maar er zouden toch een paar kilo’s af mogen, vier om precies te zijn. Op basis van mijn score krijg ik het advies om bij matige arbeid dagelijks niet meer dan 1859 calorieën te nuttigen. Mission impossible: ik eet als een bootwerker en als ik maar lang genoeg geen friet en chocola krijg, vertoon ik ontwenningsverschijnselen en ben ik ongenietbaar. Maar er is ook goed nieuws: mijn longen zijn in goede conditie (nooit gerookt) en voor mijn leeftijd blijk ik verdraaid lenig te zijn. Mijn uithoudingsvermogen daarentegen, stelt niets voor. Hier is werk aan de winkel.

22 januari

De beginnelingen haal je er zo uit: ingespannen turend op een clipboard en enigszins aarzelend onderweg in het woud van fitnesstoestellen. Waar staat die triceps press ook alweer? En hoe hoog moet het zitje? Maar ik zei het al: hier is aan alles gedacht. Tik het nummer van het bewuste toestel in op de computer naast de balie en je ziet meteen waar het staat en hoe het bediend moet worden. Bovendien is er altijd wel een instructeur in de buurt om een en ander bij te sturen: “Handen lager, ellebogen tegen je lichaam. Voel je het verschil?” ” Aargh, als je ’t maar weet…” Naast de spierversterkers zijn er de toestellen die specifiek op de cardiotraining gericht zijn. Een kwartier fietsen op niveau 2? Fluitje van een cent… Maar na vijf minuten zie ik mijn hartfrequentie toch naar 140 stijgen. Beetje gas terugnemen dus, waar het nu op aankomt, is een basisconditie te verwerven. Geestdodend, lopen op een loopband? Ach, ik ben niet het type dat de lichtheid van het bestaan meteen als ondraaglijk ervaart. En lopen en denken, sluiten elkaar niet uit: hele televisiecolumns hijg ik hier in gedachten bij elkaar. Nu ja, lopen: voorlopig hou ik het bij een stevige wandelpas: 6,7 km per uur, het tempo van een kwieke 65-plusser.

24 januari

Nooit geweten dat ik een gluteusmedius had. Tot ik twintig keer mijn benen achterwaarts gezwaaid had. Een voor een, welteverstaan, en tegen een weerstand van twintig kilo. Kun je je derrière ook verstuiken? Zo voelt het de volgende morgen in elk geval aan. Overigens is de standing gluteus mijn minst favoriete machine. Geef mij de abductors maar, voor de grote dijbeenaantrekkers. Ik zei toch dat er hier een heel nieuwe wereld voor je opengaat. Ik ben niet alleen: bedoelde machines zijn het vaakst bezet, door vrouwen die enigszins dromerig in de verte staren terwijl hun knieën open en dicht flappen. Vanmorgen moest ik gaan zitten om mijn sokken aan te trekken. Stijf, stijf… dat kan toch de bedoeling niet zijn.

29 januari

“There are fifty ways to leave your lover”, zong Paul Simon destijds. Best mogelijk, maar dat is niets vergeleken met de minstens honderd manieren om op en af een bankje te stappen. Step heet zoiets en ik mag er graag naar staan kijken, ook al omdat lesgever Marc een blonde viking met een imposante spiermassa is. Ik ken een man in mijn naaste omgeving die bij wijze van spreken nog liever een vitaal lichaamsdeel zou laten afhakken dan hier op muziek en in een huideng broekje rond te huppelen. Nu ja, hij moet het zelf weten. De heren die ik hier aan het werk zie, zijn in elk geval in shape en niemand die aan hun viriliteit twijfelt. Helaas blijkt step, ook de versie voor beginnelingen, niet echt iets voor mij. Met mijn gebrekkige hand- en voetcoördinatie en hardnekkige verwardheid omtrent links en rechts knal ik voortdurend tegen mijn buren aan. Tai-bo? Hop, hop, hop, doef… Lijkt me redelijk efficiënt om opgekropte agressie af te bouwen. Of de laatste nieuwe rage, cycling? Op stomende muziek en tegen hoog tempo een virtuele helling opzwoegen…Voorlopig lijkt dat me iets te ambitieus. Met bewondering sla ik de rijzige, grijze heer gade die in dit oord van stomende vitaliteit tai-ji beoefent: trage, gracieuze in elkaar vloeiende bewegingen die een intense concentratie verraden. Na mijn onwillige body ga ik mijn rusteloze geest aanpakken, neem ik me voor.

5 februari

Mambo, grapevine, single curl…” Nee, geen geheime code, wél het vakjargon van body forming, een choreografie van simpele bewegingen waarmee je al je slappe spieren aanspreekt. ” Step touch, cha cha cha…” Ja, lach maar, na een godganse dag op mijn lamme kont gezeten te hebben, vind ik het ronduit bevrijdend om op een funky muziekje met alle uiteinden te wapperen. Mijn vaste plek is links achteraan in de zaal, achter een dame die minstens vijftien jaar ouder is dan ik, maar de bewegingen met verbazend gemak uitvoert. Vrouwen van alle maten en gewichten en een enkele man in deze groep. Geen glimmende lycratoestanden, gelukkig, comfort primeert duidelijk op blits. “We doen er nog acht bij”, roept Anne, een pittige jonge vrouw die geen moment stilstaat. “Volhouden, we zijn er bijna. En blijven lachen!” Bah ja, waarom niet? Ik ben hier nu toch. Daarna buikspieroefeningen: op de rug, armen langs het lichaam, benen in een rechte hoek, voetzolen wijzen naar het plafond. En nu het zitvlak een paar centimeter van de vloer heffen. Aaargh…Schijnt goed te zijn voor de onderste buikspieren, die onder de navel. Waar een mens allemaal spieren hoort te hebben, ik sta er nog elke dag versteld van.

12 februari

Dinsdag en donderdag trainen, het is een aangename routine geworden. Vooral omdat ik me er echt beter door voel. Eerst fietsen, lopen, trappen klimmen, telkens een kwartier aan een stuk. Daarna op kracht trainen op een toestel of acht, gevolgd door een groepsles, buikspieroefeningen, stretchen. Alles bij elkaar goed voor tweeëneenhalf uur beweging. In prettig gezelschap. Ik ben van nature niet zo’n groepsdier, maar je haalt ze er zo uit, de mensen die zo’n beetje op dezelfde golflengte zitten.

Daarna, als ik tijd heb: de sauna in. De kers op de taart: spieren ontspannen, wegsoezen, vooral niet te veel praten. Inslapen kost minder moeite de laatste tijd: puur lichamelijke vermoeidheid geeft een aangenaam soort loomheid. Om elf uur tol ik letterlijk van de slaap. En als ik ’s morgens eenmaal op dreef ben – die stramheid, daar ben je niet zo snel vanaf – heb ik het gevoel dat ik met meer veerkracht door het leven ga. En nee, het is geen inbeelding, de badkamerspiegel toont resultaat. Nog lang geen wasbord, mijn buik, maar toch duidelijk minder bavarois. Braaf toch, zo’n lichaam: jaren verwaarloosd, maar eens aangezwengeld, draait het meteen al op verhoogde kracht.

14 februari

Een seminar vetverbranding, het klinkt verontrustender dan het is. Waar het op neerkomt, is dat je leert hoe je het best kunt trainen om je overtollige vet af te bouwen. Maakt deel uit van de achtweekse cursus Synergie je slank, waarin aan een blijvende omschakeling naar gezonde eet- en leefgewoonten gewerkt wordt. Andere topics die aan bod komen: waarom je dik wordt van diëten, hoe je je natuurlijke verzadigingsniveau herstelt, hoe je slank blijft bij feesten en tijdens de vakantie. Ik had best de hele reeks willen volgen, maar buitenlandse reportages maken dat ik wel eens moet spijbelen. Maar ik zou het over vetverbranding hebben. Het slechte nieuws is dat vet hardnekkig spul is, in die zin dat het lichaam het gretig hamstert voor tijden van schaarste. Er meteen hard tegenaan gaan heeft geen zin, door boven je niveau te trainen, zul je andere vitale bouwstoffen van het lichaam aanspreken. Bovendien leidt vetverbranding niet noodzakelijk tot gewichtsverlies: het soortelijk gewicht van vet is nu eenmaal kleiner dan dat van spieren. Maar er is ook goed nieuws: als je een basisconditie verworven hebt, verbruik je meer calorieën, enkel en alleen om je spiermassa in stand te houden. Waar het dus op aan komt, is trainen volgens een uitgekiend en op je persoonlijke noden afgestemd programma. Klinkt aannemelijk; blij ook dat niemand van me verlangt dat ik me meteen de ziel uit het lijf train.

5 maart

Bijna twee weken uit de running geweest wegens op reportage in Bali. Fantastisch, natuurlijk, maar toch een beetje spijt dat ik niet kon trainen. Nooit gedacht dat beweging zo verslavend kon zijn. Eén poging gedaan om ginds een eind langs het strand te joggen. ’s Morgens vroeg nog wel, maar poging snel gestaakt wegens knalrode kop en dreigende algemene dehydratatie. De zorgelijke blikken van de inboorlingen spraken boekdelen. Anderzijds: de witte broek die vorige zomer zo ergerlijk in mijn vlees sneed, zit nu een stuk comfortabeler. Bij thuiskomst bevestigt de weegschaal mijn vermoeden: alle weelderige rijsttafels ten spijt ben ik geen gram aangekomen. Vorige zondag veertig kilometer gefietst in het grensparkgebied rond Kalmthout. Resultaat: een frisse kop en een zeer achterste.

12 maart

“Boemboem, oh-oh”: dit is de soundtrack van de groepsles bodypump, geleid door Johan, een immer opgewekt jongmens met zo’n piratendoekje op z’n hoofd. Pure ogentroost, we gaan daar niet flauw over doen. Redelijk efficiënt ook tegen absenteïsme, naar de hoge bezetting van de les te oordelen. Of komt dat doordat bodypump dé spierversteviger bij uitstek is? Afgunstig kijk ik naar tengere vrouwtjes die schijnbaar zonder veel inspanning een staaf met tien kilo aan gewichten opdrukken. Zelf hou ik het voorlopig bij een bescheiden twee kilo, zere rug, weet je wel. En toch voelt het al een heel klein beetje heroïsch aan, met gestrekte armen zo’n staaf boven je hoofd steken. Trààààg zakken , niet vergeten te ademen… En dan: uítduwen! Boemboem, oh-oh, op het stuwende ritme van een Spaanse uptempo-hit. De volgende morgen krabbel ik luid steunend het bed uit, geradbraakt. “Kermis is een geseling waard”, placht mijn grootmoeder te zeggen. En het moet gezegd, deze les heeft een hoog gehalte aan deelnemers (m/v) met een benijdenswaardig strak figuur.

19 maart

Zonder veel inspanning gaat het blijkbaar ook, met de Power Plater, een toestel dat volgens de principes van de vibratietraining werkt. Met al die pulserende en knedende neptoestanden van de Teleshop in mijn achterhoofd, frons ik het voorhoofd. Maar nee, daar heeft het niets mee te maken, verzekert de demonstrator mij. Door een Russische wetenschapper uitgevonden als een therapie tegen osteoporose, wordt de machine (een hightech zuil en een trillende plaat) nu ook gebruikt voor spierversteviging, bevordering van doorbloeding en stofwisseling en van mobiliteit, bijvoorbeeld bij revalidatie. Het principe is simpel: vibraties zorgen voor een mechanische prikkel die hevige spierspanningen uitlokt. Tien minuten op de Power Plater zou overeenkomen met het effect van anderhalf uur spiertraining. Omdat ik een aangeboren wantrouwen tegen wondermiddelen heb, nemen we de proef op de som. Eerst buig ik met gestrekte benen voorover: zonder veel moeite kan ik alle tien vingers op de vloer zetten. Na een paar houdingen op het trillende toestel aangenomen te hebben – de diepe vibraties zijn best aangenaam – herhaal ik de test. Dit keer kan ik bij het vooroverbuigen ook moeiteloos alle twee mijn handpalmen plat op de vloer leggen. Niet slecht, maar masochistisch als ik intussen ben, voel ik toch meer voor het no pain, no gain-principe. O ja, in België trainen onder andere Kim Gevaert en RC Genk met de Power Plater en – toeval of niet – die doen het lang niet slecht. Op de Fibo, ’s werelds grootste fitnessvakbeurs in Essen werd het toestel trouwens bekroond als het meest revolutionaire trainingsconcept van 2002.

28 maart

Ja, er waren momenten dat ik liever niet was komen trainen. Omdat ik moe was, tegen een deadline aan zat, het te hard regende of juist terrasjesweer was. Of dat de occasionele bonkende technomuziek in de fitnesszaal op mijn zenuwen werkte. Muziek is altijd een lastige kwestie op een plek waar verschillende generaties samenkomen. Maar telkens ik toch doorbeet, was ik achteraf blij. Omdat er geen betere ontspanning is dan na een stevige inspanning, omdat ik me beter in mijn vel voel nu mijn buik geslonken is, omdat ik als typische babyboomer ‘zo laat mogelijk jong wil sterven’ om een uitdrukking uit een recent onderzoek naar het lezerspubliek van Weekend Knack te gebruiken. In plaats van te stappen, kan ik nu lopen. Vijftien minuten lang à 7,5 kilometer per uur. Ik fiets nu op niveau 6, hef negen kilo boven mijn hoofd. Mijn knieën knarsen niet meer. Niets spectaculairs misschien, maar voor mij is het vooruitgang.

18 april

Het uur van de waarheid, precies drie maanden na de eerste test. Bloeddruk iets gezakt, lenigheid en longfunctie stabiel. Anderhalve kilo kwijt, wat belachelijk weinig lijkt, maar ik heb de laatste tijd dan ook stevig gebunkerd, volgens het principe: ik doe aan sport, dus mag ik gerust een boterhammetje meer eten. Nobody’s perfect. Qua uithoudingsvermogen ben ik er één categorie op vooruitgegaan: van ‘zeer matig’ naar ‘matig’. Hoop doet leven, zullen we maar zeggen. Maar dan, de grote triomf: ik besta nog maar voor 31,1 procent uit vet! Vier procent is weg, foetsie, zweeft voor mijn part in een wolkje ergens boven Wommelgem. Omgezet in massa, ben ik 3,22 kilo blubber kwijt, dat is een flinke plas in een emmertje. Geen wonder dat mijn hele body compacter en steviger aanvoelt. Meteen een afspraak gemaakt voor een nieuw trainingsprogramma, ditmaal toegespitst op uithouding. Boemboem, oh-oh, zet die racefiets maar al klaar…

Synergie werd door VIZO (de vereniging van zelfstandige ondernemers) met 97 procent tot het meest kwalitatieve sportcentrum van de Benelux uitgeroepen en behaalde als eerste wellnesscentrum de ISO-norm 9001/2000. Voor inlichtingen: Synergie Wellness Point, Brieleke 16, 2160 Wommelgem. 03 354 11 99,

fax 03 354 14 14, e-mail: info@synergie.be

Voor meer inlichtingen over Power Plater: Nick de Poot, 014 65 26 37,

fax 014 65 26 78, e-mail:

info@power-plate.be

website:

www.power-plate.be

Kun je je derrière ook verstuiken? Zo voelt het de volgende morgen in elk geval aan.

Waar een mens allemaal spieren hoort te hebben, ik sta er nog elke dag versteld van.

Boemboem, oh-oh, zet die racefiets maar al klaar…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content