“Muurbekleding kan een rol vervullen die niet is weggelegd voor verf : met behang kan je veel extremer gaan”, zegt Guido Neven van Arte. Een portret van een jong bedrijf met een toonaangevende collectie.

Als er de laatste twee, drie jaar Ć©Ć©n trend zichtbaar werd, dan is het wel dat de hoogtijdagen van het minimalisme voorbij zijn. De egaal strakke witte of grijze muren, de sobere rechtlijnige meubels, de enorme lege ruimtes… ze hebben een beetje afgedaan. Nee, vandaag zoeken we weer naar warmte en gezelligheid, we brengen kleur in het interieur en liefst ook zo’n zalige clubfauteuil waarin je comfortabel kan wegzakken na een dag werken. En aan de muur niet langer uitsluitend verf, maar een mooi behang met een opvallend dessin. “Een nieuwe kans voor de muurbekleding”, zegt Guido Neven, commercieel directeur van Arte. “De verf heeft ons platgewalst tijdens de laatste twee decennia. Verf was ook de perfecte invulling van het minimalisme. Nu merk je dat er met nieuwe ogen naar muurbekleding wordt gekeken. Behang wordt opnieuw sexy.”

Arte is een van de kleinere, maar daarom niet minder interessante spelers op de behangselmarkt. In 1981 werd het opgericht door twee vrienden, Jean-Pierre Desart en Stephan Baptist. Aanvankelijk concentreerde de activiteit zich op het importeren en verdelen van behangselpapier, maar al snel kwam daar een eigen collectie bij en sinds kort legt het bedrijf zich ook toe op productie, zij het in beperkte mate. Guido Neven : “Arte is eigenlijk een miniholding. We hebben een studio, Arte Design and Development, waar de eigen collecties worden getekend. Maar we kopen ook tekeningen en collecties in het buitenland, die we dan of in productie brengen of via ons distributienet verdelen.” In iets meer dan twintig jaar tijd is Arte gegroeid van een kleine onderneming met een viertal werknemers tot een bedrijf met vijf filialen (BelgiĆ«, Nederland, Duitsland, Frankrijk en Verenigde Staten) en 150 werknemers. “Overal ter wereld waar muurbekleding wordt gebruikt, vind je een of meer Arte-collecties. Een uitzondering is bijvoorbeeld IJsland, waar heel weinig behangen wordt. Maar verder : bijna overal”, zegt Neven met trots.

Arte brengt jaarlijks een zestal collectieboeken uit met telkens vijftig tot zestig stalen muurbekleding, aangevuld met een serie stoffen die al dan niet direct aansluiten bij het behang. Internationale collecties, wat echter niet betekent dat overal ter wereld identiek dezelfde series op de markt worden gebracht. Neven : “De opgave is om een collectie uit te werken die zoveel mogelijk mensen aanspreekt. Maar wat in West-Europa als mooi wordt ervaren, doet het daarom niet in Amerika ; en omgekeerd. In smaak bestaan er zeer grote verschillen. WalloniĆ« verschilt hemelsbreed van Vlaanderen, dat op zijn beurt weer totaal andere eisen stelt dan bijvoorbeeld Nederland. Maar in de ontwerpfase wordt met die culturele verschillen geen rekening gehouden. Elk collectievoorstel wordt getoetst aan een aantal parameters : wat deed het goed de voorbije jaren, wat maakt waar een kans, welke kleuren hebben we nodig… Pas als we denken dat een collectie wereldwijd kansen maakt, gaan we accenten leggen. Een bonte serie, met meer tekeningen, zal het hoogstwaarschijnlijk in Europa minder goed doen dan in Amerika en de Angelsaksische landen. Daar gaan we door het kleurgebruik op inspelen : meer donkergroen en bordeaux bijvoorbeeld. Een strak minimalistische reeks is vaak puur Europees en zal vooral in het noorden werken : daar voegen we dan grijze en beige tonen toe.”

Consequentie van deze filosofie is dat de totale Arte-collectie een gevarieerd gamma aan stijlen, motieven en kleuren aanbiedt : van klassieke panoramische scĆØnes tot effen in hedendaagse tinten ; van romantische rozen tot supergestileerde margrieten ; van bijna banale strepen tot gesofisticeerde texturen ; van het traditionele behangselpapier tot hightech materialen… Toch wijst Neven erop dat in de voorbije twintig jaar de muurbekleding een enorme evolutie heeft doorgemaakt : “Om te beginnen qua kleuren : beige werd wit, wit werd pastel en pastel werd kleur… Maar het is vooral de snelheid waarmee die kleurperioden elkaar opvolgen. Vroeger hield een tint drie, vier jaar stand, nu gaat het zo snel dat het bijna niet meer bij te houden is. Met als gevolg dat er niet meer Ć©Ć©n stijl of kleur overheerst : verschillende stijlen, kleuren en invloeden zijn op hetzelfde moment belangrijk en kunnen naast elkaar bestaan.” Collecties zijn bijgevolg veel eclectischer dan vroeger. En de consument, hij zapt. Zoals hij van het ene tv-programma naar het andere switcht, zo stelt hij ook zijn interieur samen, tot en met de muurbekleding. Neven : “Mensen vandaag willen zoveel mogelijk tegelijk beleven en dat heeft een weerslag op de manier waarop wij wonen. We nemen hier iets en daar iets, we stellen ons interieur samen met heel uiteenlopende meubels. Er wordt weer gedurfd. Het hoeft niet allemaal Ć©Ć©n enkele stijl te zijn. Klassiek kan naast hedendaags staan. Of mensen kiezen voor Ć©Ć©n stijl met enkele zeer goed gekozen accenten : een opvallende fauteuil of een extravagant behang. Weliswaar niet voor de hele kamer, maar voor Ć©Ć©n muur bijvoorbeeld. Als je twee jaar geleden een muur zou bekleden met een toile de Jouy, zou iedereen je gek verklaren. Nu mag het weer en op de juiste manier kan het een schitterend resultaat geven. Ik denk dat muurbekleding een rol kan vervullen die niet is weggelegd voor verf. Je kan met behang veel extremer gaan. De laatste jaren is daar in de behangindustrie ook zeer intensief op gezocht. Je ziet collecties met werkelijk extreme tekeningen, die soms echt van de muur afknallen, maar vooral interessant zijn de mogelijkheden qua texturen. Meer dan met verf kan je in een muurbekleding textuur brengen : heel ruw naast superglad ; gekreukt papier naast gevlochten gras ; het koele van metaalfolie naast de klassieke schoonheid van ouderwets bedrukt papier. Ik denk dat dĆ t onze belangrijkste troef is.” n

Hilde Verbiest I Foto’s Catherine Lambermont

We zoeken weer warmte en gezelligheid, we brengen kleur in het interieur en liefst ook zo’n zalige clubfauteuil waarin je comfortabel kan wegzakken na een dag werken.

Wat in West-Europa als mooi wordt ervaren, valt daarom niet in goede aarde in Amerika. Smaken verschillen. Zelfs in Vlaanderen en Walloniƫ zijn die totaal anders.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content