De villa is bijna een eeuw oud. Hij werd oorspronkelijk gebouwd voor de zomergasten van het kasteel van Brasschaat. De huidige bewoners maakten er een gezellige, maar toch klasserijke woonplaats in Engelse stijl van.

Paul en Colette zochten al lang naar een woning die rust, groen en ruimte combineerde. Een boerderij leek het meest geschikt, want er moest ook plaats voor dieren zijn. Maar afgezonderd en ver van de familie wonen zagen ze niet zitten. Toen Colette hoorde dat in haar eigen Brasschaat een van de kasteelvilla’s te koop stond, gingen ze onmiddellijk kijken. En ze raakten meteen onder de ban van de charme en het karakter van de ruime, lichtrijke woning.

Plannen verdwenen

Dat was zeventien jaar geleden. Een streepje verf en wat snelle herstellingen maakten het huis weer bewoonbaar, maar er was meer nodig. Door een lek in de badkamer zakte het plafond in en de elektriciteitsdraden waren brokkelig. Er moest trouwens gekapt worden op zoek naar buizen en draden, want het plan van de woning was verdwenen.

Enkel de keuken, te klein voor het vijfkoppige gezin, werd grondig verbouwd. Binnenhuisarchitecte Cy Peys palmde een stuk van het oorspronkelijke terras in, maar liet het dak buiten doorlopen: binnen en buiten gaan op een natuurlijke manier in elkaar over. Op de keukenvloer ligt getrommelde blauwe steen, handig omdat er al eens modderschoenen en hondenpoten overheen gaan. Boven het stoere Viking-gasfornuis een op maat gemaakte grote dampkap met ingewerkt kruidenrek.

In de gang werd de onder beton bedolven houten vloer weer blootgelegd. In een gelambriseerd zijvleugeltje hangen tientallen spotprenten uit Vanity Fair very British te wezen.

Warm licht

Salon en eetkamer sluiten op elkaar aan. Hier zie je goed waarom de bewoners meteen vielen voor het huis. De kamers stromen over van het licht dat over de zachte maar warme Italiaanse tinten van de muren en over de plafonds speelt. Overal behalve in de keuken indirecte verlichting, ook dat maakt de kamers levendig. Op de donkerste winteravonden komt er kaarslicht aan te pas.

En overal enkel glas, natuurlijk. “Het waait hier soms een beetje binnen, maar zo is er ook altijd lucht. We zitten niet graag hermetisch afgesloten”, aldus Colette. Er is centrale verwarming en ’s winters wordt in de salon de kleine, met opvallend koperbeslag versierde haard aangestoken. De hele wand ernaast is een kast, wit gelakt. “We hebben geprobeerd de verf eraf te halen, maar het donkere hout zou op de ruimte wegen.”

De zware, tijdloze gordijnen combineren perfect met de niet altijd antieke, maar wel oude meubelen, waaronder een Engelse kledingkast, een merkwaardige hoekkast in fruithout en een stevige sécretaire. De grenen schouw in de eetkamer is een lichtjes aangepast oud exemplaar.

Bad uit de wei

We klimmen tot in de nok van het dak, naar de twee jongenskamers. “De zoldertrap had heel smalle, gevaarlijke treden”, legt Colette uit. “De hoek vergroten kon moeilijk. De schrijnwerker kwam toen met deze oplossing: een molenaarstrap met halve treden. ’t Is wennen, je moet vooral met de juiste voet beginnen. Maar de kinderen stormen er met grote snelheid op.”

De zolderkamers hebben allebei nieuwe dakramen, maar het oorspronkelijke raam is er ook nog. De pitchpine is na al die jaren verbazend intact, net als het handgemaakte glas. De deuren werden ontdaan van hun verflaag. En verder is er natuurlijk de invloed van de bewoners: “De kinderen mochten doen wat ze wilden behalve afbreken. Aan de inrichting van hun kamer mag ik niet raken”, zegt Colette.

Terug naar beneden, met de juiste voet eerst, naar de kamer van de dochter, aan de vele illustraties van paarden te zien duidelijk een fanatieke amazone. Samen met de herstelde houten vloer geeft de zachte kalkverf op de muren de ruimte veel warmte.

In de sobere ouderslaapkamer is alles geconcentreerd op het grote raam tegenover het bed, dat een prachtig uitzicht biedt op de oostkant van de tuin. “Het raam staat altijd open en de gordijnen gaan nooit dicht, we wonen hier ingesloten. ’s Morgens wakker worden met de binnenvallende zon is een droom. Maar tijdens een storm kunnen die zwiepende bomen best wel beangstigend zijn.”

De badkamer werd helemaal herschikt. Nieuw kraanwerk, afgeschuinde ivoorkleurige tegeltjes die uit Engeland werden ingevoerd en een bad dat nog in een wei heeft gediend als drinkbak voor de koeien. Het werd naar Engeland gestuurd voor een nieuwe emaillaag en is nu het centerpiece van deze ruimte. Terwijl aan de slaapkamer een blauweregen voorzichtig het raam besluipt, heeft hier de klimop het badkamerraampje veroverd.

Weer beneden, weegt Colette af: “Sterke punten zijn de sfeer en de ruimte. Boven is het kleiner, maar dat is ook gezellig. Nadelen: het onderhoud en een beetje de geluidsisolatie. Het is afgelegen, maar dat vind ik nu net erg aangenaam. Onze wijk hangt sterk aaneen. Eindbalans: ik ben nog elke dag blij dat ik hier woon.”

Tekst Peter Vandeweerdt

Foto’s Bieke Claessens

Streamers

Paul en Colette bezweken meteen onder de charme van de ruime, lichtrijke woning.

Op de donkerste winteravonden, als de verlichting niet meer volstaat, komt er kaarslicht aan te pas.

’s Morgens wakker worden met de binnenvallende zon is hier een droom.

Terwijl een blauweregen de slaapkamer besluipt, heeft de klimop het badkamerraampje veroverd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content