Goed slapen is belangrijk, een goede matras dus essentieel. En de bedsprei? Van levensbelang!

We maken het onszelf graag moeilijk.” Vincent Corneille, zaakvoerder van het West-Vlaamse Anker Bedding, is begaan met de goede slaap van zijn klanten. “Ons aanbod moet zo ruim zijn dat iedereen zijn keuze kan maken.” Anker is een West-Vlaams succesverhaal. De matrassenfabriek werd opgericht in 1930 door de grootvader van Corneille – wiens grootvader al directeur was van een weverij van matrasstof. Matrassen waren op dat ogenblik nog een in hoofdzaak artisanaal product. De meubelzaken vervaardigden ze meestal zelf met materialen als zeegras, wol, paardenhaar, en wat in de industrie flocon wordt genoemd: een door de draaimolen gehaalde mix van wol, paardenhaar en watten. De matrassen werden met de hand vervaardigd, soms achterin de winkel, soms in grote ateliers. Maar nooit in fabrieken. Tot Anker boven de doopvont werd gehouden. En op de matras een industrie werd gebouwd. Het bedrijf diversifieerde gauw zijn aanbod. Eerst met gestoffeerde bedden, dan met bedspreien, rolpeluwen en sierkussens, vaak in bijzondere stoffen als raffia en damast. “Je had destijds ook nog matrassen van kapok, een banaanvormige vrucht die rijk is aan vezels”, vertelt Corneille.

Nog voor de Tweede Wereldoorlog werd Anker een belangrijk leverancier van grootwarenhuizen, zoals de Innovation. Maar in de jaren ’60 stortte de markt van gestoffeerde bedden in elkaar. “Dat had te maken met de opkomst van het minimalisme. Plotseling wilde iedereen houten lattenbedden. Anker is het toen zuiver technisch gaan spelen. De decoratieve elementen verdwenen naar het achterplan.”

Op de grens van het millennium is technisch slaapcomfort nog altijd een van de hoofdbekommernissen van het bedrijf. Maar sinds een jaar of tien wordt ook de mode opnieuw gevolgd, wat zeer duidelijk blijkt uit de samenwerking met ontwerper Chris Mestdagh voor een lijn van lakens en plaids: Chris by Chris Mestdagh. “Chris heeft verjonging gebracht. Hij was reeds bekend als modeontwerper en hij ontwierp al meubels, waaronder een houten bed. We wilden modebewuste mensen bereiken; als Vlaams bedrijf een link leggen met de Vlaamse mode. Met Chris is onze naambekendheid fel gestegen. Bovendien bereiken we nu de juiste mensen.”

Er is de techniek, er is de mode. En dan is er de medische sector. Bij Anker worden allergiebestrijdende stoffen vervaardigd (onder de noemer AMP, wat staat voor Anti-Mite-Protect), alsook matrassen van visco-elastische materialen, die drukverlaging garanderen. Dat laatste procédé, Tensiv, werd in de Verenigde Staten ontwikkeld als schokwerend materiaal voor de Space Shuttle. In de verpleging zou het doorligwonden beperken met maar liefst 40 procent.

De medisch verantwoorde producten worden in hoofdzaak bij de thuisverzorgingszaken aan de man gebracht. De lijn van Chris Mestdagh ligt dan weer eerder in de betere interieurzaak. “We zoeken de klanten waar we ze kunnen vinden”, zegt Corneille. “Wat betekent dat je niet overal het hele aanbod vindt van Anker, maar overal een gepaste selectie. Iemand met rugklachten is niet noodzakelijk geïnteresseerd in een resoluut modern bed. Anderzijds kan iemand die op zoek is naar een bed dat beantwoordt aan bepaalde esthetische eisen, wel geïnteresseerd zijn in stoffen die werden behandeld met een huisstofmijtwerend product. We sturen de firma naargelang van de behoefte van de klanten.” Daarvoor wordt geen beroep gedaan op marketingbureaus of trendwatchers. “Je voelt dat zo wel aan. We gebruiken ons boerenverstand.”

Eén trend waar Anker goed heeft op ingespeeld, is de transformatie van de slaapkamer, van slaapruimte tot leefruimte. “Het gedrag van de consument is veranderd. Vroeger kochten de mensen een volledige slaapkamer: bed, kast, nachttafels, coiffeuse. Als matrassenfabrikant kon je alleen de matras leveren. Dat patroon is doorbroken. De mensen combineren nu veel meer. Inbouwkasten en dressing rooms zijn ontzettend belangrijk geworden. Je krijgt een heel ander beeld. De slaapkamer is nu deel van onze leefwereld. Een oasepunt. We kijken er televisie, lezen, ontbijten. Je ziet ook steeds meer combinaties van slaapkamer en badkamer, en dan is er het succes van de loftstructuur. Binnen dat concept passen we heel goed.” Geen wonder dat Anker kamerschermen en poefs in productie heeft (als onderdeel van de haut de gamme-lijn Magnitude). Al blijft het daar waarschijnlijk bij.

Corneille voelt zich niet geroepen om zijn bedrijf uit te bouwen tot meubelfabriek. “We zagen die poefs, en toen dachten we: that’s it, die moeten we hebben. Maar verder denk ik dat je beter bij je leest blijft.”

In de omzet zijn de verschillende onderafdelingen van Anker ongeveer gelijk vertegenwoordigd. Financieel dan toch. “In stuks uitgerekend, verkopen we veel meer anti-allergische matrassen dan decoratieve bedden, maar die laatste zijn natuurlijk een pak duurder.” Anker verkoopt zo’n 24.000 matrassen per jaar. En 3000 à 4000 ensembles, gestuurd door interieurarchitecte Catherine Silence, die de klanten adviseert. Het bedrijf heeft 30 procent in handen van de markt van gestoffeerde bedden. Zeventig procent van de omzet wordt in België gerealiseerd. Nederland, waar vooral het hoogste marktsegment wordt beoogd, is na vijf jaar activiteit al goed voor 28 procent. De resterende twee procent komt uit Frankrijk, waar het merk een handvol verkooppunten heeft, waaronder Orizonti, een recente, superelegante slaapwinkel in een gerenoveerd pand van de beroemde architect Rob. Mallet Stevens in de rue d’Assas, Parijs.

Corneille is er zich door het zakendoen met Fransen en Nederlanders bewust van geworden dat elk volk zijn eigen, specifieke slaapgewoontes heeft. Al zijn de verschillen niet onmiddellijk wereldschokkend. Als de Fransen een bed kopen, dan liefst een bed met alles erop en eraan. Terwijl we hier in België graag assembleren. En dus liefst een bodem kopen met daarrond, apart, een losstaand bed. Daarna kunnen we aannemen dat we allemaal van dezelfde dingen dromen.

Maar wat is nu het geheim van een goede nachtrust? De grootte van een bed is niet onbelangrijk, luidt het bij Anker. “180 cm breedte is geen overdreven luxe, en 210 à 220 cm een aanbevelenswaardige lengte: we worden als mensensoort nu eenmaal groter.” Matrasbeschermers, katoenen overtrekken, anti-allergische materialen: ze dragen allemaal bij tot een diepere slaap.

Een matras wordt best om de tien jaar vervangen, een hoofdkussen al om de twee jaar. Ook de inrichting van de slaapkamer is van cruciaal belang: groen op de muren kan, blauw wordt al snel problematisch. Plus de ventilatie (regelmatig luchten) en de temperatuur (geen verwarming ’s nachts). De matras moet onderhouden worden, dus regelmatig gedraaid. Lattenbodems hopen stof op, en verdienen dus een reinigingsbeurt. Televisie kijken in bed bevordert de nachtrust niet, ook al is de slaapkamer een oasepunt. En dan zijn er de gebruikelijke trucs: een warm bad, een glas melk, en je vooral niet opwinden.

Hoe zit het met aardstralen? “Voor een stuk waarheid, voor een stuk bijgeloof”, meent Corneille. Maar het kan geen kwaad om je bed in noordwestelijke richting te plaatsen.

Jesse Brouns