Er zijn veel redenen om naar Kaapstad te gaan : het is er mediterraan mild wanneer het bij ons grauw en grijs is, er is de Tafelberg, Kaap de Goede Hoop en stranden die niet moeten onderdoen voor de Australische. En omdat dit een geweldig wijnland is, scheert ook de gastronomie hoge toppen.

Voor een beter begrip : in het Afrikaans slaat ‘lekker’ niet alleen op eten. Een baie lekkere vakantie kan dus net zo goed met het klimaat te maken hebben, met mensen en landschappen. Of met de vibe van een stad, die in het geval van Kaapstad niet enkel met cocktails en cabriolets vandoen heeft, maar met de frontale botsing van culturen. Wat zeg ik, van verschillende werelden. Bijna vijftien jaar na de afschaffing van de apartheid heb je als toerist nog altijd het gevoel een bevoorrechte getuige te zijn in een land in transformatie, zeker nu er volop naar het Wereldkampioenschap Voetbal van 2010 toegeleefd wordt. In tegenstelling tot Johannesburg is Kaapstad niet onveiliger dan pakweg Brussel ; je gezond verstand gebruiken zonder in paranoia te vervallen is de boodschap. Kortom, we hebben het hier over een stad die je blij maakt dat je leeft, bij de eerste aanblik al. Bijkomende voordelen : de sterke euro maakt dat een shopping trip niet meteen tot een financiële meltdown leidt. En ja, de lonen liggen hier nog altijd lager dan bij ons, wat een maaltijd in een toprestaurant een stuk bereikbaarder maakt. Klinkt het Engels dat ze hier spreken je niet meteen vertrouwd in de oren ? Moe nie worrie nie, na een paar dagen ben je gewend aan de charmante mix van Engels en Afrikaans. En zeg nu zelf, woorden als vonkelwijn en drafschoenen spreken toch voor zich ? Kaapstad in tien heerlijkheden, here we go

1. Bobbejaan klim die berg

De Tafelberg (1086 meter), je kunt er moeilijk naast kijken. Een indrukwekkend referentiepunt dat samen met de oceaan maakt dat je in Kaapstad nauwelijks kunt verdwalen. Het stadscentrum is hoe dan ook klein en overzichtelijk, met een recht, wat Amerikaans aandoend stratenplan. Vaak hangt er een wolkensliert over de berg, als een tafelkleed of het schuim op een pint. Omhoog gaat het op de inspannende óf de luie manier. Te voet dus, maar alleen als je in goede vorm bent en veel tijd hebt. Populairder zijn de roterende cabines van de kabelbaan. Niet verzuimen een wolletje of windjak mee te nemen, boven kan het kil zijn, mocht ik zelf ondervinden. Maar het uitzicht over het stadscentrum, over kustplaatsjes als Clifton en Camps Bay en de Lion’s headheuvel is adembenemend. Het fynbos op de top is dan weer het domein van dassies, beminnelijke marmotten die door een onwaarschijnlijke kronkel van de evolutie het meest verwant zijn met… de Afrikaanse olifant ! Bij het opsteken van hevige wind wordt de kabelbaan (tijdelijk) stilgelegd. Geen paniek, in het selfservicerestaurant is er voldoende mondvoorraad, ook dat heb ik zelf uitgetest.

2. On the waterfront

In de meer alternatieve stadsgidsen wordt het Victoria and Albert Waterfront, Kaapstads antwoord op Sydney’s Wharf, afgedaan als al te toeristisch, maar hei, zijn we toeristen of niet ? Veel dobberende bootjes, terrassen en winkeltjes, een ouderwetse Clock Tower en voetgangersbrug over de haven. Live bands zorgen voor ambiance, naast luidruchtige pseudo zeebonken die je tot catamarantochtjes en andere wateravonturen proberen te verleiden. Het Waterfront telt ook een paar uitstekende eetadresjes : de Baia Seafood Restaurant (Die oesters ! Die kreeften !) en het Belgische restaurant Den Anker, een begrip in Kaapstad. Pal aan het waterfront, het elegante Table Bay Hotel, één van de Leading Hotels of the World en een oase van rust en gewatteerde luxe met zicht op de Tafelberg. Het soort hotel waar ze ’s avonds een paar slofjes naast je bed klaarleggen en een potje handcrème op je hoofdkussen. Het ontbijtbuffet is om te watertanden. Om toch enigszins in vorm te blijven is er het zoutwaterzwembad (22°C) omringd door een teakhouten pooldeck. Vanuit het Table Bay Hotel stap je rechtstreeks de shopping mall in : Gucci, Dior, Burberry, Hugo Boss en co… een mens moet er de deur niet eens voor uit.

3. Winskopies en vermaaklikheid

“Is dit nu de befaamde uitgaansbuurt ?” is mijn eerste reactie als ik Long Street insla. Hoge, kille kantoorgebouwen, saaiheid troef. Dit is overduidelijk het zakencentrum, waar je niet wil komen tenzij je er een goede reden voor hebt. Het echte uitgaansgebied begint op de hoek van Longstreet en Dorpstreet en loopt voort in trendy Kloof Street. Wolkenkrabbers wijken voor oude Kaap-Hollandse huizen, zakenmannen voor hippies en backpackers. Kleurrijke balkons en galerijen maken dat je je nu eens in New Orleans waant, dan weer in de Caraïben. Tussen de bars (Rcafé, Long Street Café, Cool Runnings, Joburg, Stones) en de restaurants (Nyoni’s Kraal, Lola’s, Mama Africa) vind je hippe boetieks als Me Me Me, kralenwinkels als Bead Africa en de African Music Store. Een andere hotspot is hotel Daddy Longlegs, met dertien kamers ontworpen door verschillende kunstenaars. Long Street is ook de plek om houten giraffen, maskers en andere Africana in te slaan. Allemaal zelfgemaakt door de verkoper uiteraard ! In Church Street, een zijstraat van Longstreet, staan mensen in alle kleurschakeringen geanimeerd te praten, glas in de hand. Het gaat om een vernissage in kunstgalerie AVA. Prompt word ik verliefd op een groot schilderij van een peinzende zwarte vrouw. ” Don’t worry, mama“, heeft kunstenaar Selvin November het genoemd. Maar hoe krijg ik mama in godsnaam thuis ?

4. Babbelas in Constantia

Geweldig woord toch, babbelas. Betekent zoveel als dronken en met uitbreiding, kater. Wie niet ver wil rijden om lekkere wijn te proeven, kunnen we het wijngebied Constantia aanbevelen, op 20 minuten van het centrum van Kaapstad en een aaneenschakeling van riante landgoederen, groene wijngaarden en heerlijke vergezichten. Een aanrader, ook qua gastronomie, is Constantia Uitsig, befaamd om z’n High Constantia Clos André (parelend wit) en gelauwerde High Constantia Sebastiaan 2001, een bordeauxblend. Het domein telt verschillende restaurants, maar de uitschieter is La Colombe, volgens kenners het Beste restaurant van Afrika en het Midden-Oosten en 28ste op de ranglijst van de beste restaurants ter wereld. Het aardige is dat je hier uiterst geraffineerd eet zonder chichi, in de winter naast een knappend haardvuur en in de zomer op het terras in koloniale stijl, met zicht op de tuin met prieel en eendenvijver. Chef Luke Dale-Roberts, bijgestaan door de jonge Joseph Mulumba, gaat resoluut voor een geraffineerde Franse keuken, maar dan met de beste ingrediënten van Afrikaanse bodem, zoals in de tartaar van koedoe met korianderpesto, gekonfijte gember, avocado en een dressing van soja, honing en sesam. Een andere aanrader is de jalousie van zalm en krabvlees met een fondue van tomaat en aubergine en tapenade van zwarte olijven. Een vijfgangenmenu kost omgerekend 60 euro, bij ons betaal je voor deze kwaliteit gemakkelijk het dubbele. Een andere culinaire hoogvlieger is Ginja in een voormalig industrieel pand in Castle Street, in Kaapstads trendy Bo-Kaapdistrict. Hier wordt internationale fusion geserveerd in een warmrood interieur met grote zwart-witfoto’s.

5. Robbeneiland

Blank, coloured of zwart, bijna elke Zuid-Afrikaan die we tegenkwamen koesterde een diepe verering voor de nationale held Nelson Mandela. Voor wie een beter inzicht in de strijd tegen apartheid wil krijgen is een bezoek aan Robbeneiland, 12 kilometer voor de kust van Kaapstad, een must. Samen met andere antiapartheidsstrijders bracht Mandela hier 18 jaar van zijn 26-jarige gevangenschap door ; de activisten moesten er in de kalkmijnen werken. Van alle gevangenen die een ontsnappingspoging waagden, slaagden slechts drie in hun opzet. De wateren rond het eiland zijn ijskoud en er leven niet alleen zeehonden, maar ook witte haaien. In 1991 werd de laatste politieke gevangene vrijgelaten, Robbeneiland met zijn populatie van zeldzame zeevogels is nu een natuurreservaat en staat sinds 1999 op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Je bezoekt Robbeneiland met de ferry vanaf het Waterfront. De gids is bijna altijd een ex-gevangene, authentieke informatie verzekerd.

6. Surfers en sundowners

Een geweldig onderdeel van de Kaapse lifestyle is de sundowner. Geen naam van een cocktail, maar het uur van het aperitief, bij zonsondergang. Rustiger dan Camps Bay of Clifton is Llandudno, een van de mooiste stranden van heel Zuid-Afrika. Dit stukje paradijs met een mooi breed strand, omgeven door rotsen die kleine baaien vormen, is populair bij surfers en bodyboarders, maar minder bij zwemmers, wegens het koude water. Van september tot januari heb je veel kans om walvissen te spotten en ja, er zwemt ook wel eens een witte haai rond. Uitkijken dus. Maar voor het genieten van een lekker drankje en de traditionele Afrikaanse braai (barbecue) is dit een uitgelezen plek. Zuid-Afrikanen zijn verzot op braai-vlees en in veel restaurants staat het op het menu, vaak in grote porties. Maar ook langoesten, prawns, mosselen, inktvis en line fish, de populaire vangst van de dag, kunnen op de grill.

7. Van pikkewijns …

Wat is grappiger dan een pinguïn ? Heel veel pinguïns bij elkaar, zoals op de beschutte stranden tussen Simon’s Town en Cape Point. Wat in Boulders in 1982 begon met twee broedparen, groeide uit tot een kolonie van drieduizend door elkaar waggelende stuks. De beestjes zijn monogaam en ma en pa zorgen om beurten voor het uitbroeden van het ei en het wollige, wat lompe jong. Pinguïns in Afrika ? Nu ja, alles is relatief, de dichtstbijzijnde kust van Antarctica is maar 3900 kilometer ver…

Je komt in Boulders via de tolweg Chapman’s Peak met ijzingwekkende haarspeldbochten en spectaculaire vergezichten over kliffen en surfersstranden zoals dat van Kommetjie en de oude marinebasis Simonstown. Trek onderweg ? In supermarkten en stalletjes kun je de Zuid-Afrikaanse nationale snack biltong kopen, gedroogd en gekruid vlees van rund, koedoe of zelfs ezel. An acquired taste heet zoiets in het Engels, voor de liefhebbers zullen we maar zeggen.

8. … tot volstruis

Wie maar ver genoeg zuidwaarts rijdt, zo’n twee uur van Kaapstad, bereikt de legendarische Kaap de Goede Hoop, met 34°21’24” het meest zuidwestelijke punt van Afrika. Strikt genomen is Cape Agulhas, zo’n 100 kilometer oostelijker, het meest zuidelijke punt, waar de wateren van de koude Atlantische Oceaan de warme van de Indische Oceaan tegenkomen, maar ook op Cape Point, het uiterste puntje van Kaap de Goede Hoop, kan de zee flink tekeergaan. Het waait er ook behoorlijk hard, maar het is dan ook de zuiverste lucht van Zuid-Afrika die hier voorbijkomt. Ontdekkingsreizigers hadden het over de Stormkaap ; de naam Kaap de Goede Hoop werd bedacht door de koning van Portugal, omdat de ontdekking India dichterbij bracht. En ja, wie hier bij de vuurtoren staat, heeft echt een eind-van-de-wereldgevoel : niets dan water van hier tot Antarctica. Nooit geweten dat het eind van de wereld bevolkt is door apen. Brutale bobbejanen (bavianen) hebben het gemunt op al wat eetbaar is, picknicken is niet zo’n goed idee. Hier en daar zie je ook een volstruis (struisvogel) door het fynbos schrijden en als je geluk hebt een paar zebra’s.

9. Het Fransche kwartier

In 1688 arriveerden 176 Hugenoten in de Kaap die uit Frankrijk gevlucht waren wegens godsdienstvervolging. De streek waar ze zich vestigden werd al snel het Fransche kwartier of de Fransche hoek genoemd. En het zal niemand verwonderen dat Franschhoek, een wit stadje op 75 kilometer van Kaapstad, tegenwoordig de gourmet capital van Zuid-Afrika is met een keur aan uitstekende restaurants. Wijd en zijd bekend zijn de zaterdagse proeverijen op het wijndomein Haute Cabrière. Achim von Arhim, de ietwat excentrieke eigenaar maakt er dan ook een hele vertoning van. Die show hebben we helaas gemist, maar de Pierre Jourdan Brut Sauvage, een Methode Cap Classique zoals champagne hier genoemd wordt, smaakte er niet minder om. ” Sun, soil, vine, man”, is de mantra van het huis, wat ook bij de Haute Cabrière Pinot Noir 2004 een aardig resultaat oplevert.

Andere inwijkelingen, meer bepaald uit Oost-Afrika, Bengalen en de Indonesische eilanden, introduceerden hun typische kruiden, specerijen en bereidingswijzen in de keuken. Tijdens de apartheid werd deze gastronomie als minderwaardig afgedaan, maar nu krijgt de Traditional Cape Malay Kitchen de aandacht die ze verdient. Typische gerechten zijn denningvleis (een kruidige lamsschotel), smoorsnoek and cabbage en beef bobotie, een stoofpotje met rozijnen en amandelen en tegenwoordig het nationale gerecht van Zuid-Afrika. Hét uithangbord van de Cape Malay Kitchen is Cass Abrahams, eigenares en chef van Restaurant De Leuwenjagt, die ook kooklessen geeft. De Leuwenjagt maakt deel uit van domein Seidelberg, hoog op de westelijke helling van de Paarlberg, met heerlijk weidse vergezichten over de Cape winelands en een niet te versmaden Seidelberg wooded Chardonnay.

10. Je moe nie huil nie…

Want die Stellenbosche boys kom weer, toch in het liedje. Het witte stadje omringd door wijngebieden heeft iets lieflijks door de huizen in Kaaps-Hollandse stijl en de vele eiken. Er is een Dorpsstraat met Oom Samie se winkel, maar ook een patio met trendy restaurants als The Library en leuke boetieks. Dit is de plek om smaakvolle souvenirs in te slaan. Even buiten Stellenbosch ligt Moyo African Experience, een designversie van een Afrikaanse kraal met tenten, boomhutten en ligbedden om te chillen onder de nachtelijke sterrenhemel. Terwijl je geniet van het gigantische buffet met Afrikaanse tapas, streekgerechten en braai, doen zangers en dansers hun etnische ding. Afrika op z’n Disneys, maar in elk geval een feeërieke ervaring. Hoe staat het ook alweer op het menu ? ” Life isn’t measured by the breaths you take, but by the moments that take your breath away.”

Tekst en foto’s Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content