Wat definieert hedendaags vrouwelijk schoon : symmetrie, de juiste verhoudingen, een ideale ‘body mass index’ ? En wie is Vlaanderens mooiste, Véronique De Kock of Elise Crombez ? Experts aan het woord.

Van voluptueus tot uitgemergeld en terug – de noties van vrouwelijke schoonheid schommelen al even sterk als de roklengtes. Moeten we daar wakker van liggen ? Cultuurzender Arte vond l’ éternel féminin in elk geval belangrijk genoeg om er onlangs een hele thema-avond aan te wijden. Een van de reportages ging over de opeenvolgende schoonheden die hun trekken leenden aan Marianne, het symbool van La république, aanwezig in elk Frans gemeentehuis in de vorm van een marmeren of gipsen buste met een ietwat rare muts met oorflappen. De verkiezing van een nieuwe Marianne is een gewichtige aangelegenheid. De laatste vond plaats in 1999, toen de 36.000 Franse burgervaders en -moeders de alleszins succulente actrice Laetitia Casta aanduidden als opvolgster van Brigitte Bardot, Mireille Mathieu en Catherine Deneuve. Als de reportage iets bewees, dan was het wel dat ook symbolen oud worden. Dierenactiviste Brigitte Bardot heeft tegenwoordig de charme van een sharpie en Catherine Deneuve zag er een beetje pafferig uit en – hoe zal ik het zeggen – uit de haak, alsof er net iets te heftig aan haar nobele trekken gewrikt is.

“Schoonheid maakt je verschrikkelijk kwetsbaar”, zei Sophie Marceau, een andere fameuze Franse schone die als gewezen aspirant-Marianne aan het woord kwam. “Je hoeft maar een minder dagje te hebben en je voldoet al niet meer aan de hemelhoge verwachtingen die het publiek van je heeft.” Ik voelde diep met haar mee, maar intussen dwaalden mijn gedachten af. Stel dat wij Belgen onze eigen Marianne zouden moeten kiezen. Of nog surrealistischer : dat de Stomme van Portici het tot symbool van de Belgische onafhankelijkheid geschopt zou hebben. Maar nee, dat was een dood spoor, op federaal niveau zou ook schoonheid alleen maar tot communautaire rellen leiden. Vlamingen en Walen zouden nooit dezelfde buste in hun gemeentehuizen willen.

Goed, we beginnen opnieuw : welke schone zouden de Vlaamse burgemeesters anno 2006 in marmer vereeuwigd willen zien op hun schoon verdiep ? Als we het mannenmaandblad Ché mogen geloven, heet de natte droom van de gemiddelde Vlaamse burgemeester, of meer in het algemeen man, Véronique De Kock. Ook bij de meeste recente editie van de Hemelse Honderd, de verkiezing van de honderd mooiste vrouwen ter wereld, gaf onze eigen bambi, intussen een hot mama, internationaal gerenommeerde beauty’s als Angelina Jolie, Jennifer Lopez en Jessica Alba het nakijken. Andere meisjes-van-bij-ons die hoog scoorden, waren Tanja Dexters, Hanne Troonbeeckx en Joyce Van Nimmen. Maar paradoxaal genoeg geen spoor van Hannelore Knuts of Elise Crombez, nochtans respectievelijk de nummers 15 en 8 op de lijst van de succesrijkste modellen ter wereld ( zie www.models.com). Dan gaat een mens zich afvragen : komt mooi in verschillende soorten ? Waarom hechten we überhaupt zoveel belang aan lichamelijke schoonheid ?

Dat leidt ons – u zag het al aankomen – tot bij onze voorouders, de boomslingeraars. Monogamie was het laatste van hun zorgen. Integendeel, hoe meer er vrolijk in het rond geforniqueerd werd, hoe meer kans op nakomelingschap. De voortzetting van de soort is tenslotte biologisch doel nummer één van alle leven. Toen onze voorvaderen uit noodzaak uit de bomen neerdaalden en op de grasvlakten gingen leven, was het uit met de pret. Want met gras alleen krijg je je buik niet vol. En om te jagen moet je je verstand gebruiken. De hersenen werden groter en daarvoor was een lange ontwikkeling nodig. De jongen waren langer afhankelijk van de ouders, of beter gezegd van hun moeder, want pa had andere dingen aan zijn hoofd. Wapens gebruiken bijvoorbeeld en met andere mannetjes samenwerken. En terwijl hij daarmee bezig was, wilde hij er zeker van zijn dat zijn kroost in goede handen was. Bij een vaste partner, dus.

Zuivere wiskunde en weinig logica

De paarvorming was een feit en om die te bevestigen, kon seks maar beter een beetje sexy worden, kwestie van er wederzijds wat plezier aan te beleven. Intussen was de naakte aap ook rechtop gaan lopen en deed hij het ook niet meer op zijn euh… aapjes. Niet de billen, maar de borsten van het vrouwtje werden het voornaamste lokmiddel, vandaar (we maken een sprongetje in de tijd) het succes van de Wonderbra. Nog zo’n aardig accessoire zijn de lippen. In tegenstelling tot die van andere primaten zijn die van ons scherp afgelijnd in het gezicht en dik, min of meer rood en vochtig omgekruld. Dat is eigenlijk nergens goed voor, meer nog, het is een heel kwetsbaar onderdeel van het gezicht. En ja, ik kan het ook niet helpen, opnieuw moet de verklaring onder de gordel gezocht worden. “Rode lippen zijn niets anders dan een imitatie van de schaamlippen”, beweert antropoloog Desmond Morris in De naakte vrouw. En door lippenstift te gebruiken doen wij vrouwen er nog een schepje bovenop.

Waarom we iemand aantrekkelijk vinden en anderen dan weer niet, is geen simpele zaak. Daar komen hormonen bij kijken en feromonen en soms zelfs een beetje verstand. Maar bij een eerste contact zijn het de visuele prikkels die de doorslag geven. Tests wijzen bijvoorbeeld uit dat mooie mensen meer vertrouwen inboezemen en bij een sollicitatie gemakkelijker aangenomen worden dan lelijke doezen. Mooi blijkt bijna altijd synoniem te zijn met symmetrisch. Met andere woorden : schoonheid is een kwestie van hogere wiskunde. Neem nu het gezicht van Elise Crombez of voor mijn part van Véronique De Kock. Haal er een meetlat bij en de kans is groot dat je erachter komt dat de verschillende onderdelen perfect met elkaar in verhouding staan. Sleutelbegrip is 1,618 alias het getal phi, de universele formule voor schoonheid in de natuur, of het nu om een gezicht gaat of om een bloem. Leg het phi-masker op het gezicht van koningin Nefertiti of Angelina Jolie, het blijkt steeds weer te passen.

Breiden we schoonheid uit tot het hele lichaam, dan wordt het pas echt ingewikkeld. Vroeger ging men ervan uit dat de verhouding van taille en heupen, de zogenaamde waist-hipratio (WHR) een belangrijke factor was, omdat weelderige vormen een kenmerk van vruchtbaarheid zouden zijn. Sophia Loren en Marilyn Monroe, ze hadden allebei het zo begeerde zandloperfiguur, met een WHR 7/10. Helaas, de wespentaille is met uitsterven bedreigd. De voorbije decennia is de gemiddelde vrouwelijke lendenomtrek met liefst 16,5 centimeter toegenomen. Nog slechts acht procent van de vrouwen heeft een gelijke boezem- en heupomtrek in combinatie met een smalle taille. De rest is ofwel peervormig, zoals Jennifer Lopez (heupen veel breder dan boezem), rechthoekig zoals Kim Clijsters (taille minder dan 23 centimeter smaller dan de heupen) of heeft het figuur van een omgekeerde driehoek (tors breder dan heupen), zoals veel zwemsters.

Maar intussen is er alweer een nieuw criterium : de body mass index (BMI), het lichaamsgewicht in kilogram gedeeld door het kwadraat van de lichaamslengte in meter.

Blijkt dat mannen zich aangetrokken voelen tot vrouwen met een bepaalde BMI, omdat ze die associëren met een betere gezondheid. Een score van 20,85 zou in westerse landen doorslaggevender zijn dan welk ander lichaamskenmerk ook. In minder ontwikkelde landen ligt hij iets hoger. Afwijkingen van de norm worden snel als onesthetisch ervaren. Een zwaarlijvige vrouw (BMI hoger dan 30) blijkt maar half zo aantrekkelijk als een vrouw met de perfecte verhoudingen. Paradoxaal genoeg wordt zeer mager als nog onaantrekkelijker ervaren. Maar maak dat de modeontwerpers maar eens wijs die nu weer meer dan ooit van die uitgeteerde elfjes de catwalk opsturen.

Wie daar alles van weet is Marc Dochez van Dominique Models ( zie ook InZicht p. 54) : “Na een periode dat de mannequins en modellen wat meer vlees op hun botten mochten hebben, vragen de modeontwerpers nu opnieuw extreem magere meisjes. Waarom dat zo is, is mij eerlijk gezegd een raadsel. Het is in elk geval een misverstand dat de modellenbureaus daar voor iets tussen zitten. Wij proberen aan de eisen van de klanten te voldoen, maar het wordt er niet gemakkelijker op. Meisjes van minstens 1m78 met maatje 32 zijn nu eenmaal niet dik gezaaid. We hebben het dan over een heupomtrek van ongeveer 86 centimeter, dan kom je bijna automatisch terecht bij heel jonge meisjes met zeer weinig ervaring.”

“Anderzijds mogen modellen in Parijs pas vanaf zestien jaar werken, volkomen terecht trouwens. Dat is een kwestie van ethiek – bovendien denk ik dat vrouwen het moeilijk hebben om zich te identificeren met een puber van dertien, veertien jaar op de catwalk. Ook voor de volwassen modellen is de huidige situatie soms een probleem. Neem nu Elise Crombez, zij heeft een mooi, slank figuur, maar het gebeurt nu dat zij bij vaste klanten komt en dat de kleren niet passen. Goed, zij is een grote naam, zij kan zeggen : ‘Dat is dan jammer voor u’, in de hoop dat het modebeeld het volgende seizoen opnieuw realistischer is. Maar het blijft een absurde situatie.”

Een situatie waarin het publiek een dubbelzinnige rol speelt. Enerzijds krijgen de vrouwenbladen weleens klachten van lezers die vinden dat het tonen van hyperslanke modellen in modeproducties bij jonge meisjes tot een negatief zelfbeeld en anorexie kan leiden. Maar toen Weekend Knack vorig jaar in een mediapoll peilde naar de schoonheidsidealen van mannen en vrouwen, kozen vooral de vrouwen uit vier met de computer gemanipuleerde modellen voor de XXS-versie. Begrijpe wie begrijpen kan. Die houding heeft ook haar weerslag op de commercie. Een merk van strandkleding dat voor een reclamecampagne bewust iets vollere modellen koos, zag de verkoop van zijn bikini’s gevoelig dalen.

Na de actrices en modellen : de celebrity’s

Marc Dochez vindt het niet verwonderlijk dat Elise Crombez of Hannelore Knuts niet in de Hemelse Honderd van Ché voorkomen. “Topmodellen hebben een heel andere uitstraling dan babes of missen. Zij zijn de muzen van de modeontwerpers en moeten het niet zozeer van hun sexappeal hebben, maar van hun fotogeniek zijn. Neem nu Hannelore, dat is het prototype van een karakterkop. Heel speciaal, maar niet per se waar iedereen op valt. Voor zo iemand is er maar één carrière : de top, de shows in New York, boekingen door merken van het hogere gamma zoals Prada, Gucci en Jil Sander, die risico’s durven te nemen. Elise is een meer klassieke schoonheid, daarvoor zijn er verschillende markten. Ralph Lauren, een lingeriemerk als Victoria’s Secret, dat betaalt even goed als de catwalk van Prada. Overigens hebben Belgische modellen wereldwijd een goede reputatie : ze staan met hun twee voeten op de grond, zijn over het algemeen goed opgeleid, ze spreken hun talen, hebben de steun van thuis, zijn aangenaam om mee te werken. Toen er een gigantische casting gehouden werd voor de campagne van L’ Instant, een parfum van Guerlain, was het devies van de casting director : ‘Eerst de Belgische en de Braziliaanse meisjes, dan de rest.’ Ingrid Parewijck heeft dat contract binnengehaald. Als je mij vraagt wie de mooiste vrouw ter wereld is, dan denk ik dat zij dicht in de buurt komt.”

Fotogeniek zijn is moeilijk te definiëren. “Vaak zegt een simpele polaroid meer dan een zorgvuldig gestylde foto. Wie er ook zonder make-up of interpretatie van een fotograaf goed uitziet, heeft ‘het’. Ook in schoonheid zijn er trends. Tegenwoordig zijn brunettes in trek. Nigella Lawson, Angelina Jolie, de meest recente top vijf in Vogue van mooiste vrouwen ter wereld bestond uitsluitend uit brunettes. Véronique De Kock past perfect in dat rijtje.”

Cindy Crawford, Naomi Campbell, Linda Evangelista, Christy Turlington, Elle McPherson, Claudia Schiffer, namen die iedereen kent. Marc Dochez : “Dat was een typisch fenomeen van het eind van de jaren tachtig, begin jaren negentig. De pers klaagde toen dat de filmactrices niet voldoende star appeal hadden, er was niet genoeg om over te schrijven. Er is toen een systeem van stermodellen gecreëerd die die functie overnamen. Maar die trend is weer voorbij. In plaats van een top tien van supermodellen, is er nu een top honderd. Die meisjes komen niet als ster in de media. Een Belgisch model gaat natuurlijk ook niet voor alle Belgische merken tegelijk werken, het herkenningseffect is minder groot. Bovendien zijn de carrières tegenwoordig veel korter. Er is ook sprake van een tegengestelde trend : klanten vragen naar celebrity’s voor hun campagnes : je ziet meer en meer BV’s in de reclame.”

Een Bekende Boezem op de cover

Maar minder op de covers van mannenbladen. Althans volgens Guido Packolet, voormalig artdirector van Ché, onder andere bekend door zijn reportages over lingerie- en badpakken, sinds kort van Knack. Hij moet het zelf weten. “De BV-babe, dat was typisch voor de glorietijd van VTM en de opkomst van VT4 en Kanaal 2. Het mocht allemaal best een beetje sexy zijn en de lezers zagen dat graag, een Bekende Boezem op de cover. O ja, borstomvang speelt bij een mannenblad wel degelijk een rol, dat merk je aan de verkoop en aan het commentaar van de lezers. Sommige babes waren immens populair – Joyce De Troch, Ilse De Meulemeester, dat was telkens bingo. Véronique, die scoort nog steeds. Een beetje een clichéschoonheid zou ik zeggen : lang haar, sprekende ogen, goed gebouwd en goed doorbakken. Er is nu minder toevoer van nieuwe babes. Dat heeft alles te maken met de gewijzigde machtsverhoudingen binnen televisieland. De VRT doet het goed en daar zien ze niet graag dat hun omroepsters en presentatrices in lingerie of badpak op de cover van een mannenblad staan. En van de weeromstuit zijn ook de anderen terughoudender. Dat is een typisch Vlaams verschijnsel. In Nederland doet niemand daar moeilijk over en in de States staan de grootste sterren op de cover van mannenbladen.”

De mode en de mannenbladen, het zijn twee totaal verschillende werelden. Belgische topmodellen, daar heeft de doorsneelezer geen boodschap aan. “Die komen niet op televisie, op een cover staan ze puur in functie van de mode, we weten niet hoe ze zijn als vrouw. Dan nog liever het meisje van de buren, dat verkoopt ook. Het idee van : ‘Wow, zo’n knappe vrouw en die woont hier bij wijze van spreken om de hoek.’ Hanne Troonbeeckx, Joyce Van Nimmen, Nathalie-Jane Krits, stuk voor stuk ‘lezeressen’ die gewoon een foto van zichzelf opstuurden en het tot babe schopten.”

Suggereren en fotoshoppen

Alleen al qua expressie is een modefoto totaal verschillend van een fotoreportage voor een mannenblad. “Die modellen kijken vaak zo koel en afstandelijk ; in een mannenblad is de sfeer juist uitnodigend : ‘Ik ben er voor jou.’ Pas op, het is niet gemakkelijk om het juiste effect te creëren. Zwoel, prikkelend, maar niet plat of onnozel. Natuurlijk trek je zo’n meisje geen rolkraagtrui aan. Maar suggestie werkt volgens mij beter dan blatant sexy ; met een simpel jurkje bereik je soms meer effect dan met een string of netkousen. Het belangrijkste is dat zo’n meisje daar ongegeneerd staat, met haar volle goesting. Absoluut dodelijk is een onzekere blik : ‘Wat zal ons bomma hiervan denken ?'”

We zullen het onthouden. Moeten wij, ‘gewone’ vrouwen, jaloers zijn op de gestroomlijnde lichamen in mannenbladen ? “Met de computer kan er tegenwoordig heel veel. De lezers worden bedrogen, maar ze raken ook verwend. Zet een ‘naturel’ op de cover en het verkoopt minder dan een foto waarop elk rimpeltje en pukkeltje is opgekuist en weggewerkt en de benen een ietsje langer zijn gemaakt. Koop je foto’s van Naomi Watts of om het even welke grote ster, dan zijn die ofwel al helemaal geretoucheerd ofwel kun je kiezen uit onbewerkte foto’s, maar krijg je er een lijstje bij van wat er nog allemaal moet gebeuren voor je ze mag publiceren. Ook BV’s weten wat er allemaal kan en stellen hun eisen : ‘Ik wil wel op de foto, maar dit en dat moet weggewerkt worden.'”

Ja zeg, zo kunnen we het ook. Mogen we ook weten op welk type vrouw de kenner valt ? “Ik hou van mager, grote borsten hoeven niet voor mij. Maar de persoonlijkheid geeft natuurlijk de doorslag, ik wil in de eerste plaats een vrouw met wie ik kan praten.” Jaja, dat zeggen ze allemaal.

+

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content