ASSIS CARREIRO

© FOTO CHARLIE DE KEERSMAECKER

Enerzijds pas ik mij gemakkelijk aan, anderzijds hoor ik nergens echt thuis. Dat is hetlot van de immigrant. Ik was nog geen drie jaar oud toen mijn ouders van de Azoren naar Canada verhuisden, nu woon ik in Antwerpen met mijn zoon, terwijl mijn man in Engeland werkt en in het weekend pendelt. Op die manier gezin en werk combineren is niet simpel, maar ontheemd zijn werkt ook bevrijdend, het is als een nieuw begin.

Ballet ontroert mij tot in mijn diepste vezels. Het is de confrontatievan het lichaammet zijnfysieke limieten, de versmelting van het atletische en het artistieke. Voor die vluchtige, maar magische momenten doe je het. Een magie waaraan honderden mensen kunnen deelnemen, want je hoeft niets van ballet te kennen om erdoor meegesleept te worden.

De tweede zijn, interesseert mij niet. Maar het was geen teleurstelling dat ik geen prima ballerina kon worden. Al jong koos ik een ander, meer academisch perspectief om met ballet bezig te zijn. Ik studeerde dansgeschiedenis en werkte twaalf jaar voor het Nationaal Ballet van Canada, in alle mogelijke afdelingen, van choreografische workshops en dramaturgie tot educatie, marketing en fondsenwerving. In 1994 trok ik naar het UK, waar de danswereld veel groter is.

Waarom zou je een sterdanseres geweest moeten zijn om een ballet te leiden ? Diaghilev was geen danser. En opera-intendanten zijn zelden zangers of acteurs. Ik heb alle aspecten van de danswereld verkend, zowel artistiek als commercieel, ik heb in allerlei commissies gezeten. Opnieuw deel uitmaken van een dansgezelschap voelt als thuiskomen, met als grote uitdaging het tot een compagnie voor de 21e eeuw uit te bouwen.

Onmogelijk bestaat niet, er is altijd een oplossing. De fusie met de Vlaamse Opera zie ik als een fantastische opportuniteit. Op het podium gaf het Ballet van Vlaanderen zich voor 150 procent, maar de ondersteuning achter de schermen was te fragiel. Het sterke team van de Opera zal ons de kans geven om ten volle te tonen wat we kunnen en wie we zijn : van hier én wereldklasse, een artistiek monument om trots op te zijn.

Ik gedij in een klimaat van uitdagingen, achterom kijken ligt me niet. Maar om vooruitte gaan, moet je je roots respecteren. Ik had het voorrecht om Jeanne Brabants te kennen in het laatste jaar van haar leven. Ook op haar 93 had zij een heel moderne visie op ballet, het is mijn taak om ervoor te zorgen dat het gezelschap evolueert zoals zij het gewild zou hebben.

Wat in de balletwereld een groot ego lijkt, is vaak gemaskeerde onzekerheid. Dansen iseen brutale stiel. Jonge mensen worden voortdurend op hun fysiek beoordeeld, ze moeten doen wat hun gezegd wordt, er is altijd kans op blessures. En rond hun veertigste is het voorbij. Met mijn dansers probeer ik een opendeurpolitiek te voeren en een vertrouwensrelatie op te bouwen zodat ze zich ondersteund weten. En nee, niet alleen de sterdansers, maar het hele gezelschap.

Het is geen schande om te zeggen : ik weet het niet. Als mensen dat als zwakheid zien, is dat hun probleem. Van huis uit ben ik pragmatisch. Nieuwsgierigheid drijft mij : ik ben op de wereld om te leren. Natuurlijk moet je uitkijken tegenover wie je je kwetsbaar toont. En vasthouden aan je overtuiging en doen wat je weet dat je moet doen. Maar alles is beter dan jezelf al te ernstig nemen en stommiteiten te begaan door jezelf alleswetend te wanen.

Assis Carreiro ontvangt op 21 maart uit handen van de Britse koningin een MBE-onderscheiding (Member of the Most Excellent Order of the British Empire) voor haar verdienste voor de dans. Sinds september is ze artistiek directeur van het Koninklijk Ballet Vlaanderen. Onlangs ging daar de nieuwe productie ‘Romeo en Julia’ van Prokofiev in première, vanaf 16 april staat de triple bill ‘Beyond the Tutu’ op het programma. www.balletvlaanderen.be

DOOR LINDA ASSELBERGS & FOTO CHARLIE DE KEERSMAECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content