Piet Swimberghe

Een tentoonstelling over twee beroemde cruiseschepen, de Normandie en de Baudouinville, brengt een nostalgische hommage aan de ?Style Paquebot?.

Piet Swimberghe Foto’s Jan Verlinde

DE FRANSE PAKKETBOOT DE Normandie zou je kunnen omschrijven als het Versailles van de art-decostijl. Net als bij de Belgische Baudouinville was het interieur van het schip één indrukwekkende expositie, gestoffeerd door beroemde kunstenaars. Jammer genoeg schiet er van deze parels niets over, behalve een handvol souvenirs, foto’s en tekeningen. Bijna alle pakketboten verdwenen : gezonken, gesloopt of gedurende de tweede wereldbrand verbouwd tot oorlogsbodem.

Vanaf 1860 verzorgden pakketboten de transatlantische tocht naar New York. Na de opening van het Suezkanaal in 1869 stoomden ze ook naar het Nabije Oosten. Deze zeekastelen waren overladen met salons, theatertjes en speelzalen. De meeste boten werden op Britse werven gebouwd, maar in Frankrijk gemeubileerd. Tot 1890 gebeurde dat met opulente pluchedecors. Pas nadien, met de bouw van La Touraine, ontstaat een soort Style Paquebot, die een eerste aanzet geeft tot de sobere vormgeving uit de jaren ’20. Er wordt veel exotisch hout gebruikt met koperen beslag, en op tafel verschijnt eenvoudig zilverwerk van Christofle.

Toch bleef dat interieur nog een allegaartje van stijlen, met Pompejaanse decors die de reiziger de illusie gaven de gast van een Romeinse keizer te zijn. Voor de pakketvaart naar de oriënt werden zelfs boten in Egyptische stijl uitgedost. Het decor kon er niet exotisch en royaal genoeg uitzien. Maar de moderne stijl van rond 1900, de art nouveau, brak nooit door op de pakketboten. Verbazend, maar verklaarbaar, want ook in de woningbouw bleef dit een stijl voor enkelingen.

Na de Eerste Wereldoorlog ondergingen de boten een forse gedaanteverandering. Ook de tijdsgeest was anders : auto’s en vliegtuigen lieten snelle verplaatsingen toe en rijkelui ondernamen verre reizen om vreemde culturen te ontdekken. Er ontstond een nieuwe levenswijze, met andere behoeften en wensen. Gedaan met het succes van de ouderwetse pronkschepen uit grootmoeders tijd. De jetset wenste moderne steamers met veel comfort en een andere aankleding. Zo ontstond de pakketbootstijl. De Paris uit 1921 was het eerste moderne schip waarvan de sobere decoratie zeer in de smaak viel. De wanden waren niet langer bekleed met sierlijke stuc, maar met exotisch hout, glas en chroomstaal. Er was een danszaal met een glazen vloer waaronder elektrische verlichting stak ! Stel je voor.

Het vlaggenschip Ile de France uit 1927 dat de verbinding maakte met New York, was van romp tot dek helemaal in art-decostijl. In tegenstelling met de periode voor de oorlog, verzorgden nu vermaarde decorateurs het interieur van de schepen. Het waren de meest trendy designers van toen, zoals meubelontwerper Jacques-Emile Ruhlmann en kunstsmid Raymond Subes. René Lalique maakte het glaswerk van de Ile de France.

Begin de jaren ’30 bereikten de cruisereizen hun hoogtepunt en liepen de mooiste zeepaleizen van stapel. Het waren ook snelle schuiten, want de geavanceerde techniek garandeerde hoge prestaties. De Franse Compagnie Générale Transatlantique engageerde de beste kunstenaars en architecten voor hun kroonjuweel, de pakketboot Normandie, gebouwd tussen 1931 en 1935 voor de lijn tussen Europa en de States. Het schip dateert dus uit de periode tussen de twee beroemde Parijse tentoonstellingen van architectuur en decoratie, van 1925 en 1937, hét rendez-vous van al het ontwerptalent ter wereld. De Normandie was een drijvende expositie. De architecten Pierre Patout en Henri Pacon ontwierpen voor het onderste dek een majestueuze inkomhal en een eetzaal waarvan de hoge wanden van onder tot boven waren bekleed met versierde glasdallen, waarachter kunstlicht stak. Deze zaal, 86 meter lang, was groter dan de spiegelzaal van Versailles ! Er werd gedekt voor 786 couverts. Het mooiste porselein en zilverwerk kwam op tafel. Het huis Lalique leverde kristal en Christofle het zilverwerk. Voor joodse reizigers was er een apart servies, waarop in het Hebreeuws Kascher stond geschreven. Naast een kapel was er trouwens een synagoge aan boord. Al het meubilair van de eetzaal was van massief mahonie. Daarvoor werden de grootste decoratiehuizen van toen aangesproken, zoals het Maison Dominique, Rothschild en Carlu. Het ijzerwerk werd door Ruhlmann en Subes getekend en de immense kroonluchters waren van René Lalique. Naast de eetzalen en salons was er een hypermodern zwembad, een sportzaal en een theater. Aan boord was er ook een drukkerij die een dagblad en menukaarten drukte.

De Normandie was echter geen lang leven beschoren, het schip werd in 1939 in New York aan de ketting gelegd om twee jaar later omgebouwd te worden tot oorlogsbodem. Een paar maand nadien zonk het schip in de Hudson. Na de oorlog werd het wrak gesloopt.

De tentoonstelling in de Fondation pour l’Architecture toont ons ook de Belgische Baudouinville, in 1938 gebouwd op initiatief van de Belgische Maritieme Maatschappij op de werven van Cockerill. Ooit was dit het modernste schip van ons land. Het werd op 14 juni 1939 door prins Boudewijn gedoopt en heeft amper een paar reizen kunnen ondernemen. De boot werd immers door de Duitsers opgevorderd en in brand gestoken. Deze pakketboot was bestemd voor de Congo-lijn. Het was een verbazend moderne creatie van architect-decorateur Yvan Obozinski. Getalenteerde architecten verleenden hun medewerking, zoals Antwerpenaar Leon Stynen, de man van de casino’s van Blankenberge en Knokke. Het meeste meubilair werd geleverd door de Société Jasinski, ook al in 1925 present op de Exposition Internationale des Arts Décoratifs in Parijs. Obozinski en Jasinski hebben trouwens in Brussel flatgebouwen gebouwd in de pakketbootstijl. De wanddecoraties waren van kunstschilders Dupagne, Stobbaert en Wallet. Geen modernisten pur sang, maar aanhangers van de decoratieve art deco.

De tentoonstelling over pakketboten is tegelijk fascinerend en een beetje bedroevend, omdat je bij het zien van al dat moois pas goed beseft wat er allemaal verloren ging.

?De overtochten van de pakketboten Normandie en Baudouinville? loopt in de rand van de grote expositie ?Art Deco Architectuur in Brussel? in de Fondation pour l’Architecture, Kluisstraat 55, 1050 Brussel (tel. 02/649.02.59). Tot 1 december. Open van dinsdag t/m vrijdag van 12 u.30 tot 19 u. ; tijdens het weekend van 11 tot 19 u.

Vanaf de jaren ’20 kwamen nieuwe, snelle schepen in de vaart. Het waren luxueuze drijvende pretparken met tennisvelden en zwembaden.

Links boven : de moderne steamers waren sober, maar monumentaal ingericht. Met blitse affiches werden reizigers aangetrokken voor een cruise. Onder : de interieurs waren een laboratorium voor gedurfd design. Rechts : het meubilair van de grote schepen behoort tot het mooiste dat art deco te bieden heeft.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content