Anvers is terug. Weggeweest zijn ze nooit, maar de laatste tijd gaf een aantal scheefgelopen situaties hun imago een deuk. Nu staat er een nieuw team klaar met frisse ideeën. Cheers, op de toekomst.

Peter De Potter

Het merk Anvers moet terug meetellen. Het bestaat nu twaalf jaar en heeft sinds de begindagen zijn stempel op de Belgische modestijl gedrukt met zijn concept van simpele, moderne basics en democratische houding. Er waren ware hoogdagen, maar, zo wordt nu toegegeven, ook moeilijke periodes. Aan het enthousiasme van het huidige team te oordelen zijn al die perikelen voorbij. Om het herwonnen zelfvertrouwen te verzilveren, heeft het label een nieuwe winkel in het centrum van Antwerpen geopend. Geheel volgens de traditie van het huis werkte Anvers voor de inrichting van hun shops enkel samen met het kruim van de Belgische architecten. Voorheen tekende Vincent Van Duysen de plannen, en nu werd het bureau Bataille/Ibens aangesproken. Het is een clean en sober geheel geworden, maar met persoonlijkheid en klasse. Meest opvallend is de enorme kubusvormige etalage ; erachter ligt de winkel zelf met witgekalkte stenen muren, spaarzaam neergezet meubilair en roodkleurig houtwerk. Gidsen tijdens de rondleiding zijn Vittorio Piccarreta, verantwoordelijk voor de productie, Winnie Nielsen, verkoop, Caroline Merchez, styliste van de vrouwenlijnen, en Thomas Sannen, de zoon van Ann Kegels, die Anvers in ’86 oprichtte. Hij is managing director en overziet de mannencollectie.

Een nieuwe ploeg, een nieuwe start ?

Thomas Sannen : Inderdaad. Ann Kegels wil het bewust aan de jonge generatie overlaten. Niet dat ze het beu is. Ze neemt gewoon wat gas terug ; het is uiteindelijk een zeer stresserende job om te blijven volhouden. Ze gaat meer achter de schermen werken terwijl wij naar voren treden. En bijleren. De winkel is belangrijk voor ons. Het is een uithangbord om te laten zien dat Anvers een facelift heeft ondergaan.

Hoe komt het dat Anvers de afgelopen seizoenen de draad kwijt leek ? De klanten wisten niet meer waar ze aan toe waren en de roddels waren niet van de lucht. Anvers zou verlieslatend zijn, volgens sommigen zelfs opgedoekt.

Sannen : Het klopt dat veel mensen ons hadden afgeschreven. Er zijn fouten gemaakt, dat is waar. Het bedrijf heeft zich te veel ingelaten met relaties, familiebanden, vriendschappen. Op de duur was Anvers een kluwen van vriendinnen van broers van kennissen van neven en nichten. Dat heeft negatieve gevolgen gehad, ook op financieel vlak. Laten we eerlijk zijn : het geld werd langs deuren en vensters buitengegooid, en daar werd door de leiding niet altijd aandacht aan besteed. De hele situatie liep uit de hand. De productie werd slecht opgevolgd, maar op kantoor leek het elke dag een groot feest. Als Anvers een beurs bezocht, leek het alsof een circus zich verplaatste.

Een ander intern probleem was de communicatie. Eenvoudig gezegd : er was te veel personeel. Aan de mannencollectie werd met drie man gewerkt, vier personen tekenden de vrouwenlijn… Dat gaf spraakverwarringen. Aan het begin van een seizoen kwam de ene dan met zijn idee en de andere met haar ontwerp. Even later moesten we vaststellen dat eenzelfde vondst in vier verschillende versies doorheen de collectie liep. Er werd gewoonweg niet gepraat. Plus er was een generatieconflict. De jonge garde, wij dan, werd niet bepaald geaccepteerd door de personen met een vaste post. Het doorgeven van knowhow, een opvoeding zeg maar, gebeurde niet. Vertrouwen onderling was er ook al niet. Eén iemand had de volledige computerbestanden en -programma’s in handen ; als die niet kwam opdagen, zaten we vast.

Caroline Merchez : Dat is nu gelukkig voorbij. Er is terug vertrouwen en iedereen weet wat er elders in het bedrijf gaande is. Vroeger werden de jongeren binnen Anvers opzij geschoven. Ging er iets mis, dan waren wij plots de schuldigen. Zo was het natuurlijk moeilijk werken. Die strubbelingen hadden uiteindelijk ook invloed op wat er in de winkels terechtkwam. Er waren te veel problemen om aan te denken en het creatieve werd uit het oog verloren. Wij zijn allevier min of meer gelijktijdig bij Anvers begonnen, onderaan de ladder. Ieder van ons heeft alle niveaus moeten doorlopen. Het feit dat we nu zo geëvolueerd zijn, is heel stimulerend voor ons.

Sannen : Niemand van ons heeft een professionele opleiding genoten voor deze job. Net zoals Ann. We komen uit verschillende vakgebieden, behalve mode. Vittorio heeft talen gestudeerd, Caroline komt uit het hotelmanagement, Winnie zit in haar laatste jaar architectuur en ik heb een opleiding kunstgeschiedenis achter de rug.

Hoe zijn de vooruitzichten nu ?

Sannen : We komen er terug bovenop, ook internationaal. We hebben net een mooie deal met een gerenommeerd Japans bedrijf gesloten. Om met hen te kunnen werken, moet je al iets betekenen. In Amerika loopt Anvers terug goed. Onze vroegere pr-dame is daar nu agente, en ze levert schitterend werk voor ons. We verkopen aan een pak winkels, aan de beide kusten. Het Midden-Oosten, Europa… Scandinavië begint ook te lopen. Hier in België zijn veel klanten ons toch trouw gebleven. En we hebben er ondertussen wat nieuwe bijgekregen. Er wordt terug meer ingekocht. Kortom : we zitten op de goede weg. Natuurlijk zijn er ook die ons hebben laten vallen. Je kent dat wel : vrienden in de goede tijden maar…

Kunnen we zeggen dat jullie een beetje de nieuwe bazen van Anvers zijn ?

Merchez : Neen. Ik ontwerp de vrouwenkleren samen met Ann Kegels, maar zij blijft bovenaan staan. Zij is tenslotte degene die het allemaal mogelijk heeft gemaakt. Beschouw ons als de nieuwe energie binnen Anvers. Ann laat ons ruimte om ons te ontwikkelen. Ze helpt ons en geeft ons tips om het eindresultaat nog beter te maken. Een lijst met wat wel en niet mag is er niet.

Sannen : Als we in een bepaalde richting denken voor het volgende seizoen vragen we haar mening, nog voor we aan de prototypes beginnen. Ze heeft een uitstekende kijk op de structuur binnen een collectie. Ze leert ons dan om een juiste balans te vinden. Ze heeft uiteindelijk een schat aan ervaring.

Betekent de tweede start ook een andere stijl voor de Anvers-kleding ?

Sannen : Het achterliggend idee is hetzelfde gebleven : eenvoudige, kwalitatieve en draagbare stukken voor een breed publiek. Het moet prêt-à-porter blijven, geen couture. Een ontwerper als Walter Van Beirendonck vind ik geweldig ; gelukkig is hij er nog om de ernst en sérieux van het wereldje te doorbreken. Maar die stijl laat ik aan hem over.

Merchez : Je kan aan een jas nog moeilijk een derde mouw zetten. Alles is al ontworpen. Extreme stukken die je maar één keer kan aantrekken, horen niet thuis binnen Anvers. Ik vind het belangrijk dat kleren met het straatbeeld samenvloeien. We laten de klanten de mogelijkheid zelf hun outfit samen te stellen. Het is niet de bedoeling dat we iemand van kop tot teen in Anvers kleden. Die uitgedokterde silhouetten, ik krijg er de kriebels van. We weten wel wat de heersende trends zijn, maar we gaan niet elk modetijdschrift uitpluizen. Nee, het dagelijkse leven blijft de beste inspiratie. Wat ik zie, wat ik zelf mis, suggesties die ik opvang van vrienden.

Hoe staat het met Simple d’Anvers, de bijlijn ?

Sannen : We willen het onderscheid tussen Anvers en Simple d’Anvers terug duidelijker maken. Tot voor kort was Simple een uitgebreide, volwaardige collectie geworden. Nu gaan we terug naar het oorspronkelijke idee : basics zoals T-shirts, caleçons en gilets voor een jong en prijsbewust publiek. Mooie stukken, een beetje gestyleerd, en van een degelijke kwaliteit. Zo zijn we er vier jaar geleden mee begonnen. We vonden het jammer dat je toen bijna op de supermarkt aangewezen was als je het met een klein budget moest doen.

Ondertussen zijn er ketens als H&M en Zara. Kunnen collecties als Simple d’Anvers nog opboksen tegen zulke giganten ?

Merchez : In het begin waren de winkels die de Simple-lijn inkochten bang van die concurrentie, maar we zien nu dat de aanwezigheid van zulke megashops onze verkoopcijfers niet dramatisch hebben aangetast. Ik loop ook wel eens door zo’n zaak. Ik zie bepaalde modellen in de rekken hangen en dan denk ik : waar zijn wij mee bezig ? Onze prijzen zullen we nooit even laag als die ketens krijgen, maar er is wel een duidelijk verschil in kwaliteit. Dat is iets wat men hier in België toch nog apprecieert. Men wil gerust iets meer uitgeven voor een duurzaam stuk.

Is er ook een reorganisatie binnen de mannencollectie ?

Sannen : Alles wat we vroeger aan herenkleren hadden, is nu geconcentreerd en ondergebracht onder Simple d’Anvers. De sportieve lijn, maar ook de kostuums. De prijzen komen in het algemeen overeen met die van de Simple-artikelen. Ik ben er fier op dat ik nu een jasje kan aanbieden tegen een lagere prijs dan voorheen, maar in een nog mooier materiaal. De mannenlijn beslaat een zesde van de omzet van Simple d’Anvers.

Zijn jullie van plan het nieuwe imago uit te dragen met reclamecampagnes ? Of, waarom niet, een defilé ?

Sannen : In de catwalk hebben we geen zin. Zoals ik al zei, laten we dat aan anderen over. Advertising vonden we in het verleden nooit echt belangrijk, maar de tijden zijn veranderd. Tegenwoordig is het noodzakelijk. De massa is als een volgzaam schaap. Wij vinden dat een beetje zielig, maar we zullen het spelletje moeten meespelen. We willen het wel goed doen. Iets definitiefs is er nog niet uit de bus gekomen. Er zijn trouwens budgettaire richtlijnen waaraan we ons horen te houden. Voorlopig moeten de winkel en de kleding duidelijk maken dat we helemaal terug zijn.

Ik weet dat het een utopie is, maar een Belgische modebeurs zou leuk zijn. De avant-garde en de commerciële merken één week lang samen op een modesalon. Nu moeten we een waar parcours over de wereld afleggen : beurzen in Parijs, Londen, Amsterdam, New York, Stockholm… Plezant, maar vermoeiend. Hier zitten genoeg namen die hun gewicht in de schaal kunnen gooien om zoiets mogelijk te maken. Dries Van Noten, Ann Demeulemeester… De wereld kan gewoonweg niet meer om de Belgische mode heen. Laat ze voor één keer eens naar ons toekomen. Zo’n lokale beurs zou de verkoop en de productie alleen maar ten goede komen. Toch een mooi idee, niet ?

V.l.n.r. : Thomas Sannen (managing director), Winnie Nielsen (verkoop), Caroline Merchez (styliste vrouwenlijnen) en Vittorio Piccarreta (productie).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content