Fotografe Annie Leibotvitz verwierf wereldfaam met haar portretten van beroemdheden. Maar in haar Londense tentoonstelling wil ze op nadrukkelijke wijze ook de keerzijde van haar leven laten zien en dat heeft tot een unieke mix geleid.

“Ik heb geen twee levens”, zegt Annie Leibovitz bijna als excuus voor de grote tentoonstelling in de Londense National Portrait Gallery. Toen Leibovitz’ partner van vele jaren, de schrijfster Susan Sontag, in december 2004 overleed, graaide ze in de persoonlijke foto’s die het samenleven van beide vrouwen illustreerden, met de bedoeling er een klein boekje van te maken, bestemd voor de vrienden en kennissen die de begrafenis hadden bijgewoond – als een tastbare herinnering.

Tijdens dat zoekwerk werd de fotografe verrast door de hoeveelheid fotomateriaal dat ze zelf gemaakt had van haar partner Ć©n van haar familie. Toen ook haar eigen vader enkele weken later overleed, groeide het verlangen naar een veel omvattender project. Dat project hangt nu in Londen aan de muur, en kreeg verder gestalte in een magnifiek boek dat de tentoonstelling vergezelt.

Annie Leibovitz, die kunst studeerde in San Francisco, kwam een beetje per toeval in de fotografie terecht nadat haar toenmalige boyfriend haar een abonnement cadeau had gedaan op Rolling Stone, tijdens een werkstudieprogramma in een kibboets. Terug in de Verenigde Staten toonde ze enkele van haar foto’s over de anti war-beweging aan Robert Kingsbury, de artdirector van het blad. Die publiceerde ze enkele maanden later in een special. Maar toen ze een eerste opdracht kreeg voor het blad, voelde ze zich daar niet helemaal lekker mee, omdat ze het gevoel had dat ze haar idealen verraden had. Fotografen die ze bewonderde, waren echte artiesten die vanuit hun buik werkten, en niet vanuit de visie van een of ander blad. Ogenschijnlijk worstelde ze niet lang met dat probleem, want haar latere shots voor de publiciteitswereld zijn minstens zo bekend als haar persoonlijk werk. Een jaar geleden nog mocht ze voor Louis Vuitton een wereldomvangende campagne opstarten, en nog recenter werd ze door Lavazza-koffie aangezocht om hun idealen in beeld te brengen.

Gedurende lange jaren werd ze als een rockfotografe beschouwd, niet het minst omdat ze sterren als John Lennon en Mick Jagger op hun tournees volgde en later in onvergetelijke beelden portretteerde. Wie kent niet het dubbelportret van Yoko Ono en John Lennon, liefderijk ineengestrengeld, dat enkele uren voor zijn dood werd gemaakt.

Tien jaar na haar engagement bij Rolling Stone stapte Leibovitz over naar Vanity Fair – naar eigen zeggen om uit het rockmilieu te breken en de kans te krijgen een breder scala aan mensen in beeld te brengen – en naar Vogue, om er haar meest theatrale portretten te maken.

Op de tentoonstelling hangen zo’n 150 foto’s, uit een periode van vijftien jaar die ruwweg samenvalt met de tijd dat beide vrouwen elkaars leven deelden. Bij de ingang verrassen vier grote beelden van de Britse koningin, tegen de theatrale achtergrond van het paleis van Buckingham, maar binnenin is nauwelijks wat van de glamour die vaak bij veel van haar foto’s hoorde, terug te vinden. Integendeel : grote portretten van beroemdheden worden geflankeerd door kleinere familiekiekjes, als wilde ze er nog eens extra de nadruk op leggen dat ze gĆ©Ć©n twee levens had. Soms gaan die kiekjes vergezeld van een zeer openhartige, korte tekst, zoals bij de geboorte van haar eerste dochter. Als wil de artieste opzettelijk dat het publiek haar ook als een vrouw met een gewoon leven en gewone verlangens kan zien.

“Ik was 51 toen ik Sarah kreeg, ook al had ik al veel eerder kinderen gewild. Maar ik had een allesverslindende carriĆØre en ik was nauwelijks thuis. Kinderen veranderen je leven op ingrijpende wijze. Toen Sarah na haar geboorte in mijn kamer werd binnengereden en ik alleen met haar achterbleef, was ik doodsbang. Maar ik wist ook meteen dat ik nog kinderen wilde. Ik probeerde er iedereen van te overtuigen nog kinderen te hebben. Drie en een half jaar later werd de tweeling Susan en Samuelle geboren.”

Een kinderfiets in Sarajevo

Toch kunnen we er redelijkerwijze van uitgaan dat de meeste bezoekers niet voor de familiekiekjes naar Londen zullen reizen. Zij zullen er zich kunnen vergapen aan een jonge Bill Clinton, toen al met een ondeugende blik in de Oval Room. Of aan George W Bush, omringd door zijn staf van beroemde medewerkers, een stel zeer bewuste persoonlijkheden die recht in de lens kijken. Ze zullen genieten van de arrogante pose van Jamie Foxx in de Culver Studios, achterover leunend in een stoel, de linkerhand in zijn broekzak, de rechter op zijn geslacht. Van de zeer klassieke schoonheid van het portret van Lucinda Childs of Al Pacino, van de nonchalance van een ontspannen Julian Schnabel of van de waardige houding van Chuck Close in zijn rolstoel. Van een hoogzwangere Demi Moore. Of vele keren van Susan Sontag, op de Parijse quai des Augustin, in Mexico, bij zonsondergang op de Nijl.

Hoewel de tentoonstelling hoofdzakelijk klassieke portretten laat zien, is het sterkste beeld er Ć©Ć©n zonder gezicht, met alleen maar vier handen, gevouwen over een zeer bolle buik. De handen van Demi Moore en Bruce Willis over haar zwangere buik, pregnant with Rumer Glen Willis.

Er zijn ook reisfoto’s, prachtige vergrotingen vanuit de lucht genomen in Wadi Rum. En reportagefoto’s met een sterke, persoonlijke, geĆ«ngageerde inslag. Een kinderfietsje op het asfalt, met een sneer bloed eromheen. Een bittere herinnering aan haar verblijf in Sarajevo toen een kind door een obus werd getroffen net voor de fotografe er langskwam, onderweg om miss Sarajevo te gaan fotograferen.

“Ik ben geen journalist”, schrijft Leibovitz in de inleiding bij het boek. “Omdat journalisten geen partij horen te kiezen en op die manier wil ik niet door het leven gaan. Ik geloof dat ik als fotograaf een sterkere stem heb als ik mijn eigen standpunt vertolk. Daarom trok ik er in de jaren negentig een paar keer per jaar op uit zonder assistenten en met alleen het materiaal dat ik zelf kon dragen.” De beelden die ze in Sarajevo in 1993 schoot zijn ontnuchterend en zeer verschillend. Het kinderfietsje is zo’n ontnuchterende getuigenis.

“Er is iets verslavends aan situaties waarin het leven uitgekleed wordt tot op het bot, zich gaat beperken tot leven en dood. Ik heb dat aan den lijve ondervonden en ik geloof dat oorlogscorrespondenten en -fotografen om die reden van oorlog naar oorlog trekken.”

En dan zijn er de vele zeer persoonlijke foto’s die ze van Susan aan het eind van haar leven nam. Een erg ontroerend, intimistisch beeld waarin ze Leibovitz’ dochter in haar armen houdt. En vooral de laatste, hartverscheurende getuigenissen van de neerwaartse spiraal waarin de schrijfster door haar ziekte gezogen wordt. In bad, terwijl ze met Ć©Ć©n hand de geamputeerde linkerborst bedekt. In het hospitaal met het gebruikelijke arsenaal van instrumenten. Op een stretcher als ze uit het hospitaal een laatste keer naar huis wordt gebracht. En ten slotte op haar sterfbed, getooid met een kleed in de Fortuny-stijl en de sjaals “die we in VenetiĆ« gekocht hadden”.

“Ze was gedurende jaren ziek en beter geworden en weer ziek en ze haatte die situatie. In en uit hospitalen. Het is zo vernederend, je verliest jezelf helemaal. Zeker zij, die er zo van hield zich op te tutten. Daarom bracht ik de kleren naar de morgue.”

Wie de toer gedaan heeft van de foto’s blijft een beetje verweesd achter. Door de sterkte van de portretten, en de confrontatie met het alledaagse leven, het leven achter de camera. De ouders en de broer van Leibovitz, de kleine Sarah, spelend in de tuin. Beelden die iedereen thuis ook heeft gemaakt.

Maar ze krijgen meer betekenis als men weet in welke sombere momenten ze bijeen werden gegraaid. Toen Leibovitz eerst haar vriendin en kort daarna haar vader begraven had, verzamelde ze alle foto’s die ze had uitgezocht, reisde naar haar huis in Rhinebeck en zette in een schuurtje een geĆÆmproviseerde workshop op. En daar, met op de achtergrond de muziek van Rosanne Cashs Black Cadillac, toog ze aan het werk.

“Ik ging elke ochtend naar het schuurtje, zette de muziek keihard en huilde tien minuten vooraleer ik aan het werk ging. Ik huilde een maand lang en besefte toen pas hoezeer het werk aan het boek me door het rouwproces geholpen heeft. Nooit eerder ben ik zo dicht bij mezelf gekomen.”

Het resultaat is indrukwekkend. Een must voor elke liefhebber, en voor anderen.

Annie Leibovitz, A Photographer’s Life, 1990-2005, loopt nog tot 1 februari in de National Portrait Gallery aan de St Martin’s Place in Londen, op vier metrostations van de Eurostar terminal in St Pancrass.

De catalogus in hardcover kost 45 pond, de getuigenissen van Annie Leibovitz werden eruit overgenomen.

Op www.npg.org vindt u alle info over de filmvertoningen, workshops en voordrachten die de komende weken in het kader van de tentoonstelling worden gehouden.

Door Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content