Herwig Van Hove

Californië biedt vandaag zowel in de topklasse als in de tafelwijn een rijk assortiment. Van excellent tot gewoon smakelijk, maar steeds vakkundig gemaakt.

Herwig Van Hove

IN 1934, VLAK NA DE prohibition-periode, heropende weduwe Suzanne Niebaum haar Inglenook Winery. Maar niet voor lang. Na haar dood in 1939 erfde haar begenadigde achterneef, John Daniel, de hele zaak. Hij herstelde alle ?goede manieren van doen? van zijn grootoom, de Finse zeekapitein Niebaum, die vanaf 1890 van Inglenook zijn luxe-hobby had gemaakt : alles moest wijken voor kwaliteit. Neeflief volgde de filosofie van de Captain. Zo maakte John Daniel al in de jaren ’40 een second vin en hij kocht nooit druiven buiten het domein : daarom is er geen Inglenook 1945 of 1947. De domeinwijnen werden altijd gejaarmerkt en de estate bottling was een must, lang voor andere Californische châteaus daar nog maar aan dachten. Algemeen wordt de stelling van James Laube in The Wine Spectator (1987) bijgetreden, dat de Inglenook-wijnen uit de jaren ’40 en ’50 wellicht de beste vertegenwoordigers zijn van wat de Napa Valley Cabernet te bieden heeft. Nu nog zijn de Inglenook 1941, 1943, 1955, 1958 en 1964 stars op alle wijnveilingen in de VS.

Het geheim van de consistente kwaliteit zat hem, afgezien van de Daniels persoonlijkheid, in de blending. De wijnen werden samengesteld uit de producten van drie verschillende wijngaarden : de percelen van de traditionele Inglenook (?Hoek-aan-het-haardvuur?), die rond het huis van kapitein Niebaum (sinds 1975 Niebaum-Coppola) en de Napanook (?Hoek van Napa?). Deze laatste 50 hectaren wijngaard waren gelegen tegen de westelijke hellingen van de Napavallei nabij de stad Yountville.

In 1964 verkocht de moegewerkte John Daniel hij was wat te vroeg gekomen met zijn absolute kwaliteit zijn wijnbedrijf voor 640.000 dollar aan United Vintners, een immense coöperatieve organisatie die onmiddellijk de excellentie- en kasteelallure van Inglenook begon te verdunnen met miljoenen kisten eenvoudige wijn, maar onder dezelfde grote naam. Toen voedingsgigant Heublein zich in 1969 voor 82 procent inkocht, was het met de excellentie voorgoed gedaan : Inglenook werd een banaal merk.

Toch zou de kwaliteit niet helemaal in de grote mengpot ten onder gaan. In 1964 had John Daniel het niet over zijn hart kunnen krijgen om ook Napanook in de verkoop te betrekken. En hoewel zijn dochters, Robin en Maria, niet in wijnmaken geïnteresseerd waren, had hij hen bezworen nooit de Napanook-percelen te verkopen. De druiven van Napanook werden van dan af aan Robert Mondavi verkocht. Toen in 1981 Christian Moueix van Château Pétrus (Pomerol Frankrijk) in Californië een wijngaard wou kopen, maakte Mondavi hem attent op het grote potentieel van Napanook en bracht hem in contact met de zusjes. Met drie richtten ze de John Daniel Society op, met als enig doel wijn te maken van dit wondere perceel en die te commercialiseren onder de naam Dominus. Moueix schakelde zijn oenoloog Jean-Claude Berrouet in, en begon aan Dominus te werken. In 1994 kocht hij de zusjes uit en werd alleeneigenaar van een van de beste percelen van Californië : kwaliteit in goede handen.

We worden op het domein ontvangen door Jean-Marie Daurèze, de nieuwe general manager van Dominus, geboren in Saint-Emilion en gediplomeerd aan de Bordelese universiteit. Hij windt er geen doekjes om : ?We werken naar een rendement van 40 hl per ha, terwijl dat in Napa toch gemiddeld 75 hl is. Daarom snoeien we heel kort, oogsten een gedeelte in de groene knopfase, en bevloeien niet. (Napanook heeft onderaards een aantal bronnen.) Bij ons geen acidificatie, geen steriele filtering, en niet te veel verse eik. Wel het juiste oogstmoment. Het zonnige klimaat dicteert hier andere regels dan in Bordeaux, waar vooral regen de grote vijand is. Wij hebben ook een perfecte rijpheid nodig, maar moeten oppassen voor te veel zonlicht op de rijpe druivenschillen, want dan komen er vermoeiende aroma’s van. Ook moeten we voorzichtig zijn met de extractie : niet te veel, want dan gaat de latere wijn heel snel vervelen. Pas sinds het jaar 1990 zijn we tevreden over het bereikte evenwicht.?

En dat blijkt te kloppen, de Dominus 1990 is een erg evenwichtige wijn : normale kleurconcentratie met een nuance van rijp en geen spoor van sleet, een ruime neus met opulent rijpe aroma’s in de onderbouw en een immens smakelijke aanspraak en grote lengte ; een ideale instapwijn. De 1985 is wat hoogtonig en onrijp, en de 1989 is wat wild aan de neus en zwak van kleur en structuur met opliggend ongedekt bitter.

Groot zonder meer is de 1991 : goede kleur met nuance van jong en toch rijpheid in de diepte, neus getekend door een zachtaardig, aangenaam evenwicht en toch stevigheid in de onderbouw, zeer zuivere smaak met finesse en stevigheid samen, perfect gestructureerd en met grote vlezige lengte, grote wijn. (Invoer : Cavens in Antwerpen.)

Wijn voor het volk

Doordat het district Sonoma County gelegen is tussen Napa Valley en de oceaan, zijn de temperaturen er gemiddeld iets frisser en wordt er relatief meer witte wijn verbouwd : 6000 ha wit op een totaal van 13.500 ha. Tussen Sonoma en Napa ligt slechts één bergrug, die noord-zuid gericht is, parallel met de kustlijn : elke opening in deze bergflank geeft een toevoer van koude oceaanlucht waardoor het dikwijls voor cabernet sauvignon te fris wordt. Maar zo’n reliëfstructuur geeft ook aanleiding tot vele microklimaten, en dat vertaalt zich in verschillende Viticultural Area’s met klinkende namen zoals Russian River of Alexander Valley.

Sonoma Mountain vormt op zichzelf een speciale viticultural area van ongeveer 270 ha, op een gemiddelde hoogte van 200 m boven de oceaanspiegel. Deze wijngaarden vallen dus buiten het bereik van de dagelijkse opstijgende oceaanmist, en genieten meer zonlicht en mildere temperaturen. Goede rode wijnen in Sonoma County worden gemaakt door Benziger (invoer : Wijnen Peenen in Antwerpen), door Château Saint-Jean, door Loach, door Simi, door Dry Creek, door Kenwood, maar vooral door Laurel Glen in Sonoma Mountain.

De Laurel Glen-wijngaard is niet groot : ongeveer 20 ha op de oostelijke hellingen van de bergrug, bijna 300 m boven het stadje Glen Ellen. Het domein is sinds 1968 vooral beplant met cabernet sauvignon en minieme hoeveelheden merlot, cabernet franc, sangiovese en syrah als boeketversterkers. Ook hier geen irrigatie ( dry farming) en geen herbicides of pesticides. De overvloedige zon vanaf ’s morgens vroeg en over de gehele groeiperiode maakt dat de planten zich verdedigen met dikkere schillen, wat aanleiding kan geven tot overdreven bitterheid.

Om toch de merkwaardig evenwichtige wijn te maken waarvoor Laurel Glen gekend is, heeft de wijnmaker Ray Kaufman zo zijn eigen procedure. Er wordt rijp geplukt, met de hand, en slechts de helft van de druiven wordt gekneusd, de andere helft gaat in zijn geheel mee in de gistkuip : een soort mini- macération carbonique. Van zodra de alcoholgisting is afgelopen, gaat de wijn zo snel mogelijk op vat voor de malolactische gistingsstap. De gistkuip is een gewone, grote open houten bak waarin te gepasten tijde geroerd wordt : meer remontage is er niet.

Van de meest stijlvolle loten wordt Laurel Glen Sonoma Mountain gemaakt, de rest gaat in een tweede wijn : Laurel Glen Counterpoint Sonoma Mountain. Deze wijnen zijn excellent tot uitzonderlijk groot. De 1993 Counterpoint heeft een ronde, attractieve smaak, maar de Grand Vin van dat jaar is stevig en fijn, en heeft toch een grote, goedgestructureerde en geknoopte lengte : een grote stijlvolle wijn. We proeven ook de 1994 uit het vat : een wonder van eenheid en diepte met perfect geïntegreerde tannines.

De grote nieuwigheid bij Laurel Glen is dat ze hun vakbekwaamheid sinds kort ook aanwenden om een gewonere wijn te maken met aangekochte druiven : een Californische tafelwijn onder de wat provocatieve naam Reds en met (voor de grap) Mao op de kurk of de slogan A wine for the people. De kleur is goedgevuld, met zelfs iets spanning ; de neus is vooral zeer ruim en breed als gevolg van een hele waaier van druivensoorten die erin verwerkt is : van zuiders tot streng bordeaux-achtig. De smaak is zacht en rijk, niet de grote diepte maar wel voldoende lengte met een accent op frisheid ; een smakelijke wijn zonder persoonlijkheid, zoals te verwachten was. (Invoer : Cavens Antwerpen.)

Dominus 1991 : een grote wijn, die zijn Inglenook-voorgangers uit de jaren ’40 en ’50 alle eer aandoet.

Naast kwaliteitswijn maakt Laurel Glen nu ook een smakelijke tafelwijn : Reds. De kurken maken de populaire bestemming wel duidelijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content