Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Een paar weken geleden reden we deze rubriek binnen met de Jeep Cherokee en waren daar niet onverdeeld gelukkig mee. Vooral de turbodiesel van Italiaanse origine bleek niet echt tegen zijn taak opgewassen, was dorstig en viel nog lawaaierig uit ook. Vandaag maken we kennis met zijn grotere broer en daar is een goede reden voor. De immer imponerende GrandCherokee heeft een paar kleine wijzigingen meegekregen, maar het grootste nieuws zit onder de motorkap : onlangs ruilde hij zijn Italiaanse VM-turbodiesel van 3.1 liter in voor een kleinere en meer verfijnde krachtbron : de Mercedes 2.7 liter vijfcilinderturbodiesel, die we kennen uit de personenwagens van de C– en E-klasse, uit de ML 270 en de Chrysler PT Cruiser.

Op papier oogt het verschil al opmerkelijk : ondanks de kleinere cilinderinhoud levert de motor nu 163 pk (tegen 140 pk) en 400 Nm bij 1800 toeren/minuut (in plaats van 384 Nm). Dat verschil laat zich ook in de praktijk voelen. Gekoppeld aan een vijftrapsautomaat (ook al van Mercedes) toont de Grand Cherokee zich een zeer gewillige kompaan, die zelfs bij een sprintje niet uit de toon valt. Nu heeft hij dat laatste gedeeltelijk aan de kortere versnellingen te wijten, maar de trekkracht is echt wel opvallend. Wie daar nog niet genoeg aan heeft, gooit de pook naar rechts en kan dan vlot manueel opschakelen.

Minder opgetogen zijn we over het motorlawaai, het enige minpunt aan deze voortreffelijke combinatie, die overigens behoorlijk zuinig uitvalt. Wie er niet te fors tegenaan gaat, kan zelfs een stuk onder de elf liter blijven om honderd kilometer af te leggen.

Ook leuk aan de Grand Cherokee is zijn Amerikaanse aard en vooral het feit dat het hier gaat om een echte off-roader. De Duitse Amerikaan is niet te beroerd om met succes de begane paden te verlaten en doet daarbij een beroep op een stel mechanische hulpsystemen. De uit de kluiten gewassen auto is een mix van oud en nieuw : zo zweert hij bij twee starre achterassen die niet eens oncomfortabel uitvallen, terwijl hij toch over een zelfdragend koetswerk beschikt. Nog eigenzinniger is hij op het vlak van de verdeling van de krachten. Waar de concurrentie steeds vaker een beroep doet op de elektronica en een viscokoppeling (waarbij twee assen in een viskeuze vloeistof draaien die stijf wordt als de omwentelsnelheid verschilt), houdt de Grand Cherokee het bij de zogenaamde Quadra Drive-vierwielaandrijving. Die bestaat uit een Gerotor-pomp die bij tractieverlies de voorste overbrengingsas aandrijft, en dat gaat sneller dan bij een viscokoppeling. Zoals het een echte off-roader past, bezit de Jeep ook een stel korte versnellingen die het serieuze veldwerk voor hun rekening nemen. Om maar te zeggen dat Jeep zijn afkomst nooit verloochent.

Ondanks die uitgesproken voorkeur voor het veld, valt de Grand Cherokee helemaal niet uit de toon op de gewone weg waar zijn motor overal behoorlijk vlot mee kan.

Wie gevoelig is voor Amerikaanse allure zal zich in deze Jeep thuis voelen – al kon de afwerking beter. Efficiënte benutting van de binnenruimte is voor Amerikanen nooit een prioriteit geweest en dat is ook nu het geval. Bovendien neemt de transmissietunnel behoorlijk wat ruimte in. Toch kan de achterbank worden teruggeklapt en zit in de achterklep een ruit die apart geopend kan worden, zodat lange voorwerpen probleemloos mee kunnen. Of de liefhebber van een stoere vierwielaandrijver deze echte Amerikaanse off-roader verkiest boven een Europese soft-roader, zal vooral van de smaak afhangen. De Grand Cherokee hanteert een instapprijs van 40.250 euro, een kleine 2000 euro minder dan de Mercedes ML 270 CDI waarin dus dezelfde motor steekt. Toch staat vast dat de waardevermindering zich sneller zal voltrekken bij de Amerikaan met Duitse motor dan bij de Duitser die in de Verenigde Staten wordt gebouwd.

pierre darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content