‘Er zal altijd een zon zijn’, door Connie Neefs, uitg. Lannoo, 24,95 euro.

Haast zonder het te merken, alsof er gezapt is, ben ik weer in de donkere periode voor Kerstmis beland. Alles is log en doodstil : van de huizen in de straat tot de silhouetten van de schaarse wandelaars die zich buiten wagen, voorzien van mutsen en sjaals.

Ook naar mij strekt de winter zijn witte klauwen uit, maar ik bevind mij in een verwarmde en elektrisch verlichte woonkamer, op een comfortabele bank. Beurtelings staar ik in het haardvuur en naar het boek dat ik in mijn handen houd, en waarvan de titel op een dag als deze niet erg geloofwaardig klinkt. “Er zal altijd een zon zijn”, heet dat boek namelijk, en het beschrijft het leven van Louis Neefs, de zanger die in het jaar 1980 op Kerstmis stierf.

Ik herinner mij het moment waarop mijn moeder zich naar het volumewieltje van de radio haastte. We zaten in de keuken, waar zij bezig was met brooddeeg of gehaktballetjes, toch iets dat met de handen gerold moest worden. Ik zie nog haar verbijstering, de schaduw van het noodlot, dubbel zo indrukwekkend als je die als kind over het gezicht van een volwassene ziet glijden. Het kon haast niet anders dan dat, nu die meneer van de radio dood was, spoedig ook de rest van de wereld zou vergaan.

Zelf zou ik Neefs pas veel later gaan bewonderen, als tiener, tot hilariteit van al wie het hoorde en beneden de dertig was. Annelies uit Sas van Gent in Zeeland, Oh oh ik heb zorgen en Laat ons een bloem : dat waren de liedjes die mij voor hem wonnen. Zijn doorrookte stem, die zelfs de gebruiksaanwijzing van de magnetron levenswijs zou doen klinken als ze op muziek werd gezet.

Niet dat ik doorgaans scheutig met bewondering ben. Om die te verdienen moet men mij ontroeren of doen lachen, en liefst nog beide tegelijk. Meestal moet men ook gestorven zijn, bij voorkeur op een gruwelijke, voortijdige of anderszins tragische manier, zodat men later niet alsnog in de ridderstand verheven kan worden of uitspraken kan doen waarvoor ik mij plaatsvervangend moet schamen. Het enige goede idool is een dood idool, zou je kunnen zeggen. Een dood idool is veilig en onschadelijk, zolang tenminste geen biograaf op het idee komt postuum smeuïge verhalen op te delven.

In het geval van dit Neefs-boek bestaat daar geen gevaar voor vermits het op schrift is gesteld door de zus van de zanger. Geen minnaressen die uit kasten tuimelen maar een levensverhaal dat dat van een heilige benadert. Het stoort mij niet. De teleurstelling over het feit dat Neefs zijn teksten niet zelf schreef, wordt gecompenseerd door wat ik verneem over zijn vroege bekommernis om bomen en rivieren. Natuurlijk lees ik eerst de tragische bijzonderheden van de laatste dagen. Neefs’ verslaving aan Laurens Filter, een kwalijke gewoonte waar hij in 1975 mee kapte. Zijn uiterste voorzichtigheid om, als ze naar het buitenland vlogen, een ander vliegtuig te nemen dan zijn vrouw. En hoe hij eerder aan de dood ontsnapte, toen zijn auto uit de bocht ging. Van de weeromstuit sloot hij diverse verzekeringen af en ging rijden als een slak.

Zo ook op die fatale kerstdag, toen zijn auto in de linkerflank werd gegrepen met het bekende gevolg. Neefs reed met ‘een zware Amerikaan’, lees ik, een Oldsmobile Omega. Met een raar soort fascinatie ga ik op internet op zoek naar dat vehikel, waarvan ik zelfs de toenmalige reclamefolders vind. “… So what you have is the kind of riding enjoyment you might never have believed…”Het wordt mij allemaal een beetje te aanschouwelijk, de dood en het zinloze vluchten naar Ispahan. Het gevoel van noodlottigheid is bijna tastbaar aanwezig, op deze winterse dag waarop duisternis uit de hoeken van de kamer kruipt en aan de poten van de meubels gaat kleven.

Op de boekenkast staat een fles absint van 69°, deze zomer aangesleept uit Cahors. DANGEREUX POUR LA SANTÉ staat er in grote letters op, als ultiem verkoopargument. Er zit zelfs een fraai zilveren lepeltje bij waarop je het suikerklontje kan doen branden. De avond lijkt mij zeer geschikt om mij daar, in het gezelschap van bijvoorbeeld een haastig bijgeroepen vriendin, eindelijk aan te wagen. Naakt en vrij van zorgen zullen we wegdrijven in bubbels buiten de tijd.

reacties : jp.mulders@skynet.be

jean-paul mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content