“Het is een lelijke titel, maar die behouden we omdat mensen moeten weten waarin ze terechtkomen”, zeggen ze. Actrice An Nelissen en haar regisseur en partner Peter Perceval over het theaterstuk ‘De vagina monologen’, dat overal ter wereld ophef maakte.

Gretel Van den Broek / foto’s Lies Willaert

Het theaterstuk De vagina monologen gaat over vrouwen die na jaren inzien dat hun vrouwzijn niet volledig is. Het stuk ontstond in Amerika, nadat Eve Ensler begin jaren ’90 naar de vluchtelingenkampen in voormalig Joegoslavië trok en er praatte met Bosnische vrouwen. De choquerende verhalen over de massale verkrachting van weerloze vrouwen lieten haar niet meer los. In New York teruggekomen, zette ze haar gesprekken verder met vrouwen van alle leeftijden, alle rassen, alle godsdiensten. Getrouwde vrouwen, gescheiden vrouwen, alleenstaande vrouwen of lesbische; allen leerden ze Ensler dat het verhaal van hun vagina eigenlijk ook hun levensverhaal is.

In 1995 bundelt Ensler enkele van deze getuigenissen in The Vagina Monologues. En sinds ze dit werk vanaf 1996 ook in een klein theater begon voor te dragen, is het een ware hype geworden. Grote sterren als Glenn Close, Meryl Streep en Oprah Winfrey vonden in The Vagina Monologues de oproep om zich in te zetten tegen het geweld op vrouwen. Niet alleen traden ze mee op in dit theaterstuk, ook hielpen ze met de oprichting van de Amerikaanse V-Day. Deze Vagina Day heeft jaarlijks plaats op Valentijnsdag, ter ere van al de vrouwen die deze liefdesdag allesbehalve positief kunnen beleven. In 2001 resulteerde deze V-day in een immens spektakel in Madison Square Garden.

The Vagina Monologues van Eve Ensler zijn sinds die eerste opvoering in een off-Broadway-theater in New York naar meer dan vijfentwintig landen uitgezwermd. In Frankrijk loopt de voorstelling al meer dan veertien maanden, in Nederland zorgden 27 bekende dames voor een echte rage en ook in Franstalig België zijn de monologen een succes. In Vlaanderen was het dramaturg en regisseur Peter Perceval die de rechten kocht en de Vlaamse tekst schreef. Zijn vrouw en actrice An Nelissen speelt de getuigenissen en piepjonge Dorien, dochter van Jan Leyers, speelt piano.

An Nelissen: In de Nederlandse voorstelling van De vagina monologen lazen telkens drie bekende vrouwen de tekst voor, met het boek in de hand. Wij kiezen voor een echte theatervoorstelling. Dat is wel spannend. De tekst gaat soms heel ver. Zo is er een leuke monoloog over kreunen van genot en daarin moet ik een twintigtal varianten demonstreren. Er is ook een personage dat uitgebreid praat over de schoonheid van het woord ‘kut’. Ik vraag me af hoe Vlaanderen daarop zal reageren.

Peter Perceval: Toen ik, na een tip van medevrouwenliefhebber Frank Aendenboom, The Vagina Monologues voor het eerst las, vond ik het zeer Amerikaans. Ik bedoel daarmee: zeer expliciet en toch preuts. Volgens mij heeft dat met godsdienst te maken. De discussiecultuur die vasthangt aan de calvinistische moraal gaat ervan uit dat wat niet gezegd kan worden, de waarheid niet is. Ze schreeuwen over hun taboes heen, en worden prekerig. In katholieke landen staat de waarheid vaak meer tussen de regels te lezen. Een opgestoken vingertje doet het hier niet. Toen ik de tekst opnieuw las, vond ik naast dat preutse ook een grote poëtische en emotionele kracht. En humor zit er ook in, zoals in het hilarische verhaal van de vrouw die bij het kussen telkens een enorm vochtprobleem krijgt. Dus hebben wij beslist om een voorstelling te maken waarin we humor, poëzie en emotie naar voren laten komen.

An Nelissen: En dit alles wordt met muziek gelardeerd, zodat het niet lijkt alsof een grote vagina over je heen schuift en je dreigt te verstikken. Ik zing songs die te maken hebben met de verhalen, zoals The balad of Lucy Jordan, bekend van Marianne Faithfull, of Ich bin von Kopf bis Fuss auf Liebe eingestellt van Marlene Dietrich. En Dorien Leyers begeleidt me live op de piano. Omdat ik met haar ouders in hetzelfde huis woonde toen ze geboren werd, heb ik toch wel een speciale band met haar. Een meisje van zeventien; fantastisch.

Waarin zit het Vlaamse aspect?

Peter Perceval: Volgens mij is het taboe rond lichamelijkheid universeel. Mensen bellen om inlichtingen maar durven de titel van het stuk niet uit te spreken. In het theaterscript van Ensler is niet voor niets 123 maal het woord ‘vagina’ verwerkt. Het is een manier om een taboe weg te krijgen. Omdat ik zelf weinig last heb van taboes, had ik er geen benul van hoe sterk dit nog leeft in Vlaanderen.

Het verhaal van de vrouw met haar vochtprobleem is bij Ensler een joodse mama uit Queens, New York. Zulke aspecten heb ik wel naar Vlaanderen getransponeerd. Je kunt er makkelijk een Vlaamse volksvrouw van maken, dat vergroot de herkenbaarheid.

An Nelissen: ( draagt voor) Doar beneeje benne kik sins drijenveftig nie meer gewest. Hoor je ze bezig? In het verhaal van de kreunen gaat het over een Margriet-Hermans-kreun en een Vlaams-Blok-kreun ( maakt een grimas die achter een wc-deur thuishoort). Ook noem ik de woorden die in Vlaanderen voor een vagina gebruikt worden, zoals scheur, vogelnestje, spleet, schuif, spelonk, muis, goeleke. Als we met De vagina monologen rondtrekken, hoop ik dat we tot in de kleinste dorpjes raken.

Peter Perceval: Het wel of niet aankunnen van deze tekst heeft weinig met geografie te maken, denk ik. De scheidingslijn zal wel weer tussen mannen en vrouwen liggen. Toen we rondtrokken met De vrouwentrilogie hebben we vaak gezien dat de mannen onwennig zijn. Zij zijn het, die hun vrouwen aanstoten omdat ze lachen met verhalen over seks of lichamelijkheid.

Laura Weeda schrijft in het Nederlandse tijdschrift ‘Rood Koper’ dat ze deze monologen onsmakelijk vindt, en dat zeggen dat een vrouw haar vagina is, zowat het minst emancipatorische is wat je kan bedenken.

An Nelissen: Daar ben ik het niet mee eens. Zeggen dat je je vagina bént, heeft te maken met het je overgeven aan je gevoel in plaats van ervan weg te lopen. Ik durf te zeggen dat mijn moeder haar eigen vagina nooit gezien heeft. Wat daaronder zat, was geheimzinnig en duister. En geef toe, het is ook niet makkelijk om ernaar te kijken. Je moet je al met een handspiegeltje in bochten wringen voor je er iets van ziet. Je kan ervan uitgaan dat er daar beneden iets tussen je benen is vastgeklonken, maar je kan het ook beschouwen als een deel van je lichaam waarin leuke dingen verborgen liggen. Al duizenden jaren wordt er over vagina’s niet gepraat, tenzij in de stijl van: “Mijn vrouw heeft al twee kinderen gebaard, dus dat is geen spannertje meer.” Dat is flauwekul, want een vagina heeft het vermogen zich in haar oorspronkelijke staat te herstellen. Maar vrouwen slikken dat. Hun vagina is ze zo vreemd, dat ze er uiteindelijk bang voor worden. In De vagina monologen vertelt een vrouw hoe ze zichzelf vindt tijdens een vaginaworkshop. Hoe ze ervaart dat haar vagina een deel van haarzelf is. Dat het hààr seksinstrument is, en niet dat van haar man.

Peter Perceval: Ik snap wel dat die kritiek er komt. De Nederlandse voorstelling was ook zeer militant. Wij willen geen barricadestuk brengen, maar volwaardig theater. Het fragment waarop de kritiek gebaseerd is, gaat over een vaginaworkshop. Dat was een typisch fenomeen van de jaren ’70, ten tijde van de flowerpower. Maar iedere generatie vermoordt de idolen van de vorige generatie, en dat is ook zo in de vrouwenbeweging.

An Nelissen: Elke golf van vrouwenbeweging heeft gevolgen. Maar toch zullen er nog meerdere generaties nodig zijn om van echte gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen te kunnen spreken. Vrouwen studeren nu meer en vaak beter dan mannen, maar in hun carrière stoten ze toch nog op een glazen plafond. Hoeveel vrouwen stonden er op het staatsieportret van de Top van Laken?

Vrouwen lopen nog steeds met seksuele problemen naar therapeuten. Weet je dat we bij De vrouwentrilogie toeschouwers kregen die door hun therapeut gestuurd waren, opdat ze de woorden voor een gesprek zouden leren kennen?

Hebben de verhalen in ‘De vagina monologen’ iets te maken met geldingsdrang?

Peter Perceval: Ja, maar dan niet als geldingsdrang tegenover mannen. Mannen zijn maar figuranten in deze tekst. Het is positieve geldingsdrang. In de anatomie is men de clitoris pas dertig jaar geleden begonnen te onderzoeken, en het was al 1986 toen men ontdekte dat er in een clitoris 8000 zenuwenuiteinden zitten. Heb je nog meer bewijzen nodig voor het feit dat vrouwelijke lichamelijkheid een lange inhaalbeweging maken moest?

An Nelissen: Dat aantal zenuwuiteinden is zes keer groter dan bij de penis. Vrouwen kunnen dus intenser en vaker genieten. Dan stuit het toch tegen de borst dat tussen tachtig tot honderd miljoen vrouwen gemutileerd zijn? Zonder clitoris leiden ze een seksueel gehandicapt leven. En het is niet omdat zoiets niet naast mijn deur gebeurt, dat het me niet aangrijpt. En ik wil niets horen over ‘de eigenheid van hun cultuur’. Politieke correctheid kan mij op dat moment gestolen worden.

Is ‘De vagina monologen’ een strijdvaardig stuk?

An Nelissen: Neen, maar het woord geldingsdrang vind ik wel mooi. Er wordt zoveel over pieten geluld, laat het ons dan ook eens over vagina’s hebben. Bewustmaking vind ik een te verwaand woord. Maar misschien gaan de mensen na een goede voorstelling ànders naar buiten. Dat moet wel, als je het verhaal hoort over Bosnische vrouwen die zeven dagen lang als een soort oorlogswapen misbruikt worden en die als toemaatje een geweerloop in hun vagina krijgen gestoken. Kijk, ik krijg nu al een krop in de keel.

Peter Perceval: Je lokt de mensen niet binnen om ze dan een schop onder de kont te geven. Beroer hen. Het geheim van het theater is, dat je mensen raakt door hen te confronteren met iemand die iets recht in hun gezicht zegt. En dat doe je niet door met een spandoek te staan zwaaien. In Vrouwendecamerone, het eerste deel van De vrouwentrilogie, werd een verkrachting zeer afstandelijk en sober verteld. Voorstelling na voorstelling waren er vrouwen in de zaal die weenden om erkenning, om mededogen. Voor zulke momenten doe je het.

An Nelissen: En misschien voelen slachtoffers van mannengeweld zich na de voorstelling niet langer alleen? Ik denk niet dat toeschouwers toevallig in de zaal aanwezig zullen zijn. De vagina monologen kunnen soms ontnuchterend zijn, vooral voor betrokkenen. Maar iemand die op het randje van de zelfmoord staat en naar Hamlet gaat kijken, zit ook verstijfd in zijn stoel. Veel erger dan een poëtische maar confronterende voorstelling vind ik wat onder het mom van entertainment in Jambers op straat wordt gegooid.

Peter Perceval: We hebben na vier jaar rondtrekken met vrouwenthema’s wel een beeld van wat Vlaanderen aankan. Deze monologen kunnen sterk aangrijpen, maar tegelijk eindigt geen enkel verhaal bij een probleem. Ze ronden steeds af naar een catharsis, en dat is het verlossende. Mensen die hun situatie herkennen, zien ook dat ermee gewerkt kan worden.

Wat betekent het om dit als man te regisseren?

Peter Perceval: In de eerste plaats heb ik absoluut geen last van een soort erfelijk schuldgevoel over de discriminatie van vrouwen. Ik ben toevallig een man en de manier waarop vrouwen gediscrimineerd worden vind ik een sociaal onrecht. En het is ook niet omdat je geen vagina hebt dat je er niets moois kunt over maken. Wat me raakt, probeer ik te vertalen naar het publiek. Meer is het niet. Waarom ik dit doe, heeft veel te maken met gevoeligheden die ik in mijn verleden heb opgebouwd. Ik ben in mijn opvoeding vaak geconfronteerd met de maatschappelijke rol die vrouwen toebedeeld krijgen. Na mijn studies communicatiewetenschappen was ik onder andere assistent bij Marijke Van Hemeldonck die Europees parlementslid was en zich met vrouwenproblematiek bezighoudt. Daar is dit item geconcretiseerd. Bovendien ben ik een vrouwenliefhebber in de ware zin van het woord. Enkele jaren geleden stelde ik vast dat drievierde van mijn cd-collectie door vrouwen is volgezongen, en blijkbaar lees ik ook liever boeken die door vrouwen zijn geschreven. En ten derde ben ik An tegengekomen, en vind ik dat zij in dit land de enige actrice is die dit soort dingen aankan, zonder er een karikatuur van te maken of prekerig te worden. An heeft een enorm ontwapenende impact op het publiek. En dat zeg ik niet omdat ik met haar getrouwd ben.

En wat betekent het om dit als partners te doen?

Peter Perceval: Denk niet dat we er vanuit onze relatie een exhibitionistische voorstelling van maken, maar je kan ons er natuurlijk wel een beetje in herkennen. Een van die aspecten is dat wij thuis gewoon alles bij de naam noemen als het over lichamelijkheid en seksualiteit gaat.

An Nelissen: Ik heb wel een paar hindernissen moeten nemen voor ik de tekst vrank en vrij kon brengen. En dan is het mooi meegenomen dat je elkaar ook intiem kent. We begrijpen elkaar snel. En natuurlijk lachen we veel tussendoor omdat we het met onze eigen seksualiteit vergelijken. Ik heb wel wat uit dit stuk geleerd. Op een bepaald moment begreep ik dat mijn vagina ‘ben’. Ik bedoel niet dat ik mezelf reduceer. Ik heb nog altijd hersenen. Maar het is toch waar dat wij als vrouwen niet altijd genot mochten hebben. Die opengesperde benen en afgebeelde vulva’s uit de Japanse tekeningen hebben wij in onze cultuur toch nog niet vaak gezien.

Je bent 47, zijn er onder je leeftijdsgenoten echt zoveel onbevredigde vrouwen?

An Nelissen: Voor mij gaat het vooral om respect voor onze eigen instrumenten. Maar inderdaad, ja: ik ken veel vrouwen die een slechte seksuele relatie hebben. Of die nog nooit gedacht hebben aan zelfbevrediging, of zelfs niet weten hoe ze eraan kunnen beginnen. Of die nog nooit een orgasme hebben gehad. Ook hoor ik vrouwen dingen zeggen als: “Hij moest weer eens.”

Je moet niet wachten tot je man verandert. Je moet zelf inzien dat er iets moet gebeuren. Als wij vrouwen bewust zijn van wat onze vagina is, en ervan uitgaan dat ook wij recht hebben op warmte en genot, dan is dat een begin. Durf te zeggen wat je graag hebt. Als een man niet weet hoe wij in elkaar zitten, moeten wij het hem vertellen. Als je een belangrijk gevoel als een orgasme nooit hebt meegemaakt, dan mis je iets van je eigen essentie. Ik wil hier geen sloganeske taal gebruiken. Ik wil alleen maar zeggen dat een orgasme ontspannend en zelfs bevrijdend kan zijn, en dat we dat af en toe of vaak nodig hebben. In De vagina monologen wordt die essentie op een poëtische manier geuit. Voor mij blijft mijn hypofyse mijn essentie. Het is daar dat alles gestuurd wordt. Het verhaal in de film Moulin Rouge is als in een banaal stationsromannetje. Een stervende jongedame en een schrijver worden hopeloos verliefd op elkaar; daar is niet veel aan. Maar eigenlijk is de film één groot voorspel. Liefde, dat is voor mij zeker ook: in elkaars ogen kijken en gezellig gaan eten. Men zegt soms smalend: “Een beetje romantiek, en de vrouw is tevreden.” Wel, dat is waar. En dat is de hypofyse, de beleving, de inbedding. Niet mijn clitoris is de essentie, maar het feit dat ik begerenswaardig ben. Ik zou niet kunnen vrijen zonder dit gevoel.

Peter Perceval: Je mag niet vergeten dat deze voorstelling meer over lichamelijkheid dan over seks gaat. Of over het recht dat vrouwen op hun eigen lichaam hebben, maar dat door allerlei vormen van religie is doodgezwegen en verbannen. We vertellen een waar gebeurd verhaal van een man die in 1593 iets vreemds vindt bij zijn vrouw. Onwetend over de clitoris, wordt dat orgaantje als duivelstand benoemd. De vrouw is als heks verbrand. De vagina monologen gaan dus over lichamelijke bevrijding. We vertrekken bij schaamhaar en eindigen bij een geboorte. Het is een ontdekkingstocht naar binnen. Dat is de weg van vrouwen die hun eigen lichamelijkheid ontdekken.

Moet die reis niet van jongs af beginnen?

An Nelissen: Peter heeft twee zoons en ik één, en we proberen zeer open over lichamelijkheid en seksualiteit te praten. Ik denk dat vrouwelijke zelfbevrediging in de opvoeding nog het grootste taboe is. Moeders leggen dat niet uit aan hun dochters. En zelfs vriendinnen niet aan elkaar. Maar jongetjes masturberen al van jongs af in groep.

Peter Perceval: Ik herinner me een scène in de film Whatever happened to Harry Smith, waarin ouders seksuele opvoeding gaven. Ze gingen beiden naakt voor hun dochter staan en vroegen haar de verschillende delen aan te wijzen en te benoemen. Zo expliciet hoeft het niet. Volgens mij gaat het erom dat je je kinderen opvoedt met de poëzie en de tederheid die in de liefde kan zitten. Als mijn zoontje van negen zegt dat hij meisjes flauw vindt, dan vertel ik hem dat meisjes het soms eigenlijk wel tof vinden als hij gewoon jongensachtig stoer doet. Ik begin dan zeker niet te preken over rolpatronen. Als ze maar weten dat ze met vragen bij hun ouders terechtkunnen, dan zit het wel goed.

Hopen jullie dat ‘De vagina monologen’ ouders wakker zal schudden?

Peter Perceval: In Nederland schreef men in de pers: “Het leger van Ensler is op pad.” Dat is een toon waar ik niet van houd. Het gaat over het groeien van zelfbewustzijn bij vrouwen. Het is geen oorlog tegen iets of iemand.

An Nelissen: Dat die Ensler-beweging een nieuwe feestdag heeft ingevoerd, vind ik geweldig. Dat is iets om ook in België naar te streven.

8 maart: Internationale Vrouwendag

Vagina Day: Valentijnsdag 14 februari

www.vday.org

‘De vagina monologen’: vanaf 13 maart in de Zwarte Zaal van het Fakkeltheater, Reyndersstraat, Antwerpen (reservering: tel. 03-232 14 69) en in het najaar op tournee (info bij Garifuna: tel. 014- 85 37 03).

Op 7 mei in Publiekstheater-Minnemeers; benefiet ten voordele van methodeschool De Buurt, tel. 09-225 06 44.

Peter Perceval: “En het is niet omdat je geen vagina hebt, dat je er niets moois over kunt maken.”

An Nelissen: “De tekst gaat soms heel ver. Zo is er een leuke monoloog over kreunen van genot en daarin moet ik een twintigtal varianten demonstreren. Ik heb wel een paar hindernissen moeten nemen voor ik het vrank en vrij kon brengen. En dan is het mooi meegenomen dat je elkaar ook intiem kent.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content