Waalse schrijvers zijn in Vlaanderen onbekend en dus onbemind. Afgezien dan van Simenon. Maar Luik bracht nog een gedreven schrijver voort : Nicolas Ancion die vijf jaar geleden zijn geliefde geboortestad verliet, op zoek naar een toekomst voor zijn kinderen.

Lucie (11) en Joseph (bijna 9) zijn voorbeeldige, eigentijdse kindertjes die geconcentreerd hun tablet lezen, terwijl hun moeder Axelle in de luwte van het huis aan haar pc werkt en hun vader Nicolas zit te keuvelen aan de rand van het zwembad. In de verte klept een vriendelijk, discreet klokje. Een vrede die kortstondig wordt verscheurd door een vliegtuig van Ryanair dat overvliegt. “De luchthaven van Carcassonne ligt op vijf minuten van ons huis. Na een vlucht van anderhalf uur ben ik weer in België”, zegt Nicolas Ancion.

“Ik ben al een hele poos weg uit Luik. Na mijn studie trok ik voor zeven jaar naar Brussel om er te werken als copywriter”, zegt hij. “Ik schreef publicitaire teksten voor La Redoute, voor Air France, voor Nivea. Ik heb altijd graag geschreven : gedichten, theaterstukken, brieven, restaurantbesprekingen, maakt niet uit. Ik heb Romaanse filologie gestudeerd om me te verdiepen in de taal, niet om leraar te worden. Ik heb mijn aggregaat niet behaald, geen stage gelopen. Toen Axelle een vertaalopdracht voor twee jaar kreeg in Madrid ben ik haar gevolgd. Daarna keerden we met onze kinderen terug naar Luik, maar in 2007 besloten we om er weg te gaan.

Waarom precies ?

Nicolas Ancion : Om verschillende redenen. De belangrijkste was dat we onze kinderen een toekomst wilden geven, en die hebben ze niet in Luik. De hoogovens waren gesloten, tienduizend banen weg. De hele industrie viel stil. Wat blijft er dan over ? Er is geen enkel nieuw project. Luik is erg arm geworden, en met die armoede komen een heleboel problemen. Drugs en criminaliteit. Grauwheid en lelijkheid. Troosteloosheid en verloedering. Kapotte garagepoorten die niet hersteld worden, auto’s met ingeslagen ruiten. Leg dat maar aan je kinderen uit, waarom mensen zoiets doen. We zagen het niet zitten om onze kinderen te laten opgroeien in zo’n negatieve sfeer. We willen dat ze vertrouwen hebben in de toekomst. Bovendien wou ik me volledig toeleggen op creatief schrijven, en dat kan net zo goed hier. En of Axelle romans vertaalt in Luik of in Timboektoe, geen mens die het verschil ziet.

Hebben uw kinderen hier dan wel een toekomst ? In Caux-et-Sauzens, een onooglijk Frans dorp op een steenworp van Carcassonne ?

Nee, natuurlijk niet. Ze weten ook dat we hier niet blijven. Maar ze hebben in ieder geval een onbezorgde jeugd. Ze groeien op in een vriendelijk dorp waar ze te voet naar school kunnen, waar ze les krijgen in het Frans en waar de zon schijnt. Het klinkt misschien onnozel, maar het weer is ontzettend belangrijk. In Luik is het soms wekenlang grijs en somber. Ik ben er onlangs vier weken geweest, en ik heb vier weken geen zon gezien. Het is niet zozeer de regen, het is vooral het gebrek aan licht. Hier in het zuiden van Frankrijk valt de regen soms ook bij bakken uit de hemel, maar plots breekt de zon weer door en zié je de plassen opdrogen.

Was het dan zo erg om op te groeien in Luik ?

Maar nee. Het was ronduit fantastisch. Wij woonden pal in het centrum van de stad, vlak bij de Place Saint Lambert, ik kon overal te voet naartoe want het centrum van Luik is klein. Er was ontzettend veel te beleven toen ik jong was. Luik was echt nog een bruisende, welvarende stad. Er was de fameuze Bibliothèque Chiroux met afdelingen voor kinderen, jongeren en volwassenen. Luik had een zeer gevarieerd cultureel leven. Er waren bijvoorbeeld diverse theaterfestivals, met groepen uit de hele wereld. Ook marionettentheater, maar dat was vooral in Seraing, vlak bij Luik. Toen ik klein was, ging ik vaak met mijn ouders naar het toneel.

Uw ouders waren professionele poppenspelers.

Tja. Mijn ouders hadden een vak apart, eentje dat ze zelf hadden uitgevonden. Nu ben ik best blij dat ik ben opgegroeid in een artistiek gezin, maar als puber schaamde ik me dood. Poppenspelers ! Belachelijk ! Konden mijn ouders geen fatsoenlijk beroep hebben zoals iedereen ? Voor mijn ouders, die in 1973 met hun marionettentheater begonnen, was dat zeer ongebruikelijk. Mijn vader was aanvankelijk stukadoor, gespecialiseerd in gipsen sierlijsten en rozetten voor plafonds, een echte ambachtsman.

Nee, we waren geen rondtrekkende circusmensen die overal nergens wonen en met andere circuslui leven. Wij waren geen nomaden, ik had duidelijke wortels. We woonden in de rue Hocheporte, een oude stadspoort van Luik, in een gewoon huis in een gewoon gezin. Er was wel een theaterzaal aan verbonden. Maar onze ouders gingen vaak op tournee, tot in Japan. Omdat ze altijd een derde persoon nodig hadden, mochten wij, de kinderen, soms mee. Zo ben ik met hen bijvoorbeeld naar Tsjechië, Polen en Sicilië gereisd.

En uw grootouders ?

Rasechte Luikenaren, beide kanten. Mijn moeders vader had in Luik geneeskunde gestudeerd, maar vertrok tijdens de oorlog naar Amerika omdat hij joods was, en is nooit teruggekeerd. Mijn andere grootvader was scheikundige bij Cockerill. Hij werkte wel in de staal- en metaalnijverheid, maar in het laboratorium, niet als arbeider in de hoogovens. Die opa is gestorven toen ik heel jong was. Ik heb weinig herinneringen aan hem, maar als ik de hoogovens zie, ben ik me er erg van bewust dat dat mijn achtergrond is. Maar dat is verleden tijd.

In mijn studententijd was Luik nog een zeer levendige cultuurstad. Er was Le Cirque Divers, een cultureel centrum met een groot aanbod literatuur, jazz, toneel, poëzieavonden, hedendaagse kunst. Plus : er hoorde een café bij. Le Cirque Divers was achttien jaar actief geweest, maar werd opgedoekt omdat er fouten gevonden waren in de boekhouding. Heel triest, want het was een groot verlies voor de stad en er kwam niets in de plaats. Waarom niet ? Geen idee. Geldgebrek, zeker ? Misschien ook typisch Luiks : ik vrees dat de politiek het belang van zulke initiatieven niet onderkent. Er is niet veel meer te beleven in Luik. Een paar bioscopen : Les Grignoux, met onafhankelijke films, Churchill, Sauvenière… Maar de commerciële bioscopen hebben de stad verlaten, die zitten buiten het centrum.

Toen ik studeerde, was de universiteit nog in de stad. In het centrum, vlak bij Le Carré, de populaire uitgaansbuurt. Later zijn ze zo stom geweest om de universiteit buiten de stad te vestigen. Als student was ik bijna elke avond in Le Carré en nooit gebeurde iets vervelends. Waar het er vroeger zo gezellig en vrolijk aan toe ging, is nu veel geweld. En sinds de industrie verdwenen is, is het nog veel moeilijker geworden. Luik is arm, lelijk, verloederd, smerig.

U hebt dat zien veranderen ?

Met lede ogen, en met veel pijn in het hart. De winkeltjes en kleine handelszaken verdwenen. Er zijn geen kruideniers, bakkers of slagers meer. De levendige buurten zijn verworden tot slaapwijken met goedkope woningen voor studenten en migranten ; winkels zijn verbouwd tot garages, ramen dichtgetimmerd. Om alles weer goed te krijgen, moet er serieus geïnvesteerd worden. In sommige steden lukt dat. Kijk naar Namen. Dat is nog altijd een studentenstad met een gezellig centrum.

Houdt u eigenlijk nog van Luik ?

Uiteraard. Alle Luikenaars houden van Luik. Een Luikenaar verhuist niet zomaar. Het is een stad met veel mogelijkheden, maar niemand neemt enig initiatief. We zijn er nu vijf jaar weg en het is er alleen maar erger op geworden. Het is zo jammer dat de stad zulke grote fouten heeft begaan. Luik had de universiteit en de studenten in de stad moet houden, dat zorgt voor leven in de brouwerij. Nu is de stad ’s avonds leeg en doods. Iedereen trekt weg uit de stad, terwijl je ze redenen moet geven om in de stad te willen wonen, en die zijn er niet.

Euh… Ik heb wel eens een jonge man, met name mijn zoon, horen beweren dat de mooiste meisjes van België in Luik wonen.

(Lacht) Hij is niet de enige die er zo over denkt. Luik staat bekend om het vrouwelijk schoon. Luikse meisjes en vrouwen zijn trots, en ze maken zich graag mooi om uit te gaan. Dat is van oudsher zo. Toen onze Belgische soldaten nog in Duitsland gelegerd waren, kwamen ze voor het weekend naar Luik, omdat daar zulke mooie meisjes waren.

Maar revenons à nos moutons. We hadden het over de fouten die Luik maakte. Eén : de universiteit uit de stad verbannen. Twee : de auto tot in de stad brengen. De wandelkaaien langs de Maas zijn vervangen door snelwegen, de oevers van de Maas werden autostrada’s. Dat is zo geregeld in de jaren zestig en zeventig, de tijd dat er zoveel verkeerde beslissingen werden genomen. Toen werd de auto aanbeden als het gouden kalf, nu wil men aantrekkelijke steden met degelijk openbaar vervoer, met veel veilige ruimte voor fietsers en voetgangers. Een stad als Gent heeft dat heel goed gedaan, volgens mij. De Franse stad Bordeaux ook : prachtige tramlijnen en goede fiets- en wandelpaden.

Luik renoveert toch ook ? Luik heeft een schitterend gloednieuw station dat in de hele wereld bewondering wekt.

Zeer indrukwekkend inderdaad. En het heeft héél veel geld gekost. Maar dat heeft de federale overheid betaald. Dat station is gebouwd met Belgisch geld, niét met Luiks. De staat heeft een prachtig station neergepoot, en nu zou de stad de buurt moeten opwaarderen, maar helaas… Luik heeft daar de centen niet voor. Jammer, jammer, jammer. Luik heeft zoveel mogelijkheden. Een goede universiteit, goed opgeleide mensen. Veel jongeren uit Frankrijk gaan in Luik studeren, omdat er in Frankrijk een numerus clausus van kracht is, in Luik niet. Als je geweigerd wordt voor veeartsenij in Frankrijk, kies je een andere studierichting of je gaat naar Luik. Daar is de universiteit ook Franstalig en veel goedkoper dan Louvain-la-Neuve bijvoorbeeld, want dat is een kleine stad, dus zijn studentenkamers er schaars en dus heel duur.

Ondanks het feit dat u er weg bent, speelt Luik een belangrijke rol in uw werk. Vooral in uw boek dat verscheen in 2009 en waar nog steeds veel rond te doen is : L’homme qui valait 35 milliards.

Dat is het verhaal van een paar mannen die besluiten om Lakshmi Mittal te ontvoeren, nadat ze hun baan verloren door de sluiting van de Luikse hoogovens. Lakshmi Mittal, een Indiase miljardair, grootindustrieel en eigenaar van het grootste staalconcern ter wereld, Mittal Steel, waartoe ook ArcelorMittal in Luik behoort. In 2008 stond die monsieur Mittal op de Forbeslijst op nummer vier van de rijkste mensen ter wereld, met een kapitaal van 45 miljard dollar. Door de kredietcrisis heeft zijn vermogen een flinke knauw gekregen. Anno 2012 staat hij op nummer 21. Hij heeft nog maar 20,7 miljard over. Hij is dus nog steeds niet bepaald een armoezaaier.

Heeft Lakshmi Mittal uw boek gelezen ?

Hoogstwaarschijnlijk niet. Het zou me verbazen. Ik heb hem wel een exemplaar toegestuurd. Naar Kensington, Londen, waar hij woont om geen belastingen te hoeven betalen. Een interessante figuur, ce monsieur Mittal. Een echte selfmade man die geboren werd in Rajastan, in een oorspronkelijk arme familie.

De vraag is maar of ik een proces aan mijn broek krijg omdat ik zijn naam gebruik voor een boek, een theaterstuk en een film. Of ik hem zou willen ontmoeten ? Er zijn zoveel mensen die ik ooit zou willen ontmoeten, maar monsieur Mittal staat echt niet in mijn top honderd. Hij heeft in ieder geval niet op mijn boek gereageerd, maar ik kreeg heel enthousiaste reacties van de arbeiders van ArcelorMittal en van de vakbonden.

Hoever staat u met het theaterstuk van ‘De man van 35 miljard’ ?

In oktober gaat het stuk in première in Luik. Collectif mensuel treedt er twintig keer mee op in Luik. Dat is uitzonderlijk, want in België worden de meeste stukken slechts vier, vijf keer opgevoerd en dan is het afgelopen. Na twintig vertoningen in Luik gaat het gezelschap gedurende twee jaar op tournee. Nog niet alles staat vast : Charleroi, La Louvière, Luxemburg, Lille, Turijn, Montpellier, Nîmes. Wat al wel vaststaat : voor seizoen 2013, Theater Antigone in Kortrijk, waar het stuk boventiteld wordt. En waarschijnlijk wordt het boek ook verfilmd. Een Belgisch productiehuis heeft de rechten gekocht.

Denkt u dat u ooit nog terug naar Luik verhuist ?

Dat weet je nooit. Stel dat het over twintig jaar goed komt met Luik. Maar zoals de zaken er nu evolueren, zie ik dat niet gebeuren. We kunnen onze manier van leven ook niet zomaar opgeven. Dit rustige landelijke leven in een vredig dorpje, een eind terug in de tijd. We zijn hier goed ingeburgerd en nemen deel aan het dorpsleven. De vendange, de druivenoogst, is één feest van ’s morgens tot ’s avonds. Er wordt nog ambachtelijk geplukt, met de hand, er komen geen machines aan te pas. En iedereen doet mee. Ook de kinderen. Heel gezellig.

Door Griet Schrauwen – Foto’s Dominique Houcmant

“Verloedering en troosteloosheid. Leg dat maar aan je kinderen uit, waarom mensen zoiets doen”

“Wat Luik fout deed ? Eén : de universiteit uit de stad verbannen. Twee : de auto tot in de stad brengen”

“Toen de Belgische soldaten nog in Duitsland zaten, kwamen ze voor het weekend naar Luik, omdat er zulke mooie meisjes waren”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content