Al heel vroeg wist ze dat ze niet was zoals andere jongens. Het bewogen levensverhaal van Corinne Van Tongerloo (79), geboren Cornelis, pionier van de transgenders in België én een gelukkige vrouw.

Herken je me op deze foto ?”, vraagt Corinne. Voor mij zit een gracieuze dame met geprononceerde jukbeenderen en kleine, sierlijke handen. Volgend jaar wordt ze tachtig, vertrouwde ze me toe, maar als ze vijfenzestig had gezegd, had ik haar ook geloofd. Ik bestudeer het familiekiekje in mijn hand, zwart-wit met een gekartelde rand : een meisje van een jaar of twaalf in een geruite jurk, geflankeerd door twee vlasblonde kleuters. Ik kijk nog eens goed van Corinne naar de foto en terug, en wijs dan het jongetje rechts aan. Bingo ! Verraden door die jukbeenderen.

Cornelis werd in 1936 geboren als tweede jongste van acht kinderen. Vader was duiker, hij voerde onderwaterherstellingen uit aan schepen. Moeder was een Française, heel warm en ruimdenkend. De broers van Cornelis waren echte kwajongens, hijzelf was een braaf ventje dat liever met poppen speelde. In 1942, in volle oorlog, mochten de kinderen één speelgoedje vragen aan Sinterklaas. Een meccano, vroegen de broertjes. Een rode jurk en balletschoentjes, vroeg Cornelis, want hij wilde ballerina worden. Vader trok wit weg, moeder glimlachte alleen maar : “Ce ne sont que des caprices d’enfant.” Sindsdien werd Cornelis geregeld door zijn vader op het matje geroepen : “Is dat nu gedaan met dat verwijfd gedoe ? Neem een voorbeeld aan je broers.” Corinne : “Echt, ik heb geprobeerd ertegen te vechten. Ik zag dat ik mensen in verwarring bracht, iets wat ik tot elke prijs wou vermijden. Maar het was sterker dan mezelf, ik deed niets liever dan de kleren van mijn zussen aantrekken. Die waren dol op hun mooie blonde broertje ; Zazie was hun koosnaampje voor mij. Later vonden ook mijn schoolvriendinnetjes het leuk dat ik zo vrouwelijk was. Toen we een jaar of zestien waren, verkleedden ze mij als meisje en hadden dolle pret als niemand op café iets doorhad. Voor hen was dat een spel, maar voor mij een innig genot. Mijn vader mocht dat natuurlijk niet weten, die maakte zich al genoeg zorgen : ‘Wat moet er van die jongen worden ?’ Transseksualiteit, niemand kende dat in die tijd. Ik ook niet trouwens.”

GLAMOUR EN HORMONEN

Cornelis zette door en werd danser, bij René Lafontaine in Brussel en bij Jacques Van Luyt in Antwerpen. “Dat was hard werken, twee dansklassen per dag volgde ik. Maar het ging goed, ik had talent. Ik danste bij het huisballet van Oud België in Antwerpen, was ook al eens te zien in televisieshows. Mijn familie was trots op mij, tot ik aan de transformatie begon. Ik werkte in cabarets toen, zoals Madame Arthur in Amsterdam, waar travestiegroepen optraden. Zo kreeg ik een contract bij een Amerikaans gezelschap, dat over de hele wereld optrad. Die shows waren echt fantastisch, met kostuums zoals in de Folies Bergères en mooie choreografieën. Twee jaar heb ik bij dat gezelschap gedanst, onder andere in Chez Nous, het oudste travestietheater van Duitsland. Maar in het contract stond dat we jongens moesten zijn. Femimix heette dat toen, jongens die er heel vrouwelijk uitzagen. Buiten hun werk liepen die er als mannen bij. In de jaren zestig was het trouwens verboden voor mannen om in het openbaar als vrouw verkleed rond te lopen, tenzij met carnaval. Je kon daarvoor gearresteerd worden. Maar het verlangen om een vrouw te zijn, was te groot en stiekem begon ik hormonen te slikken. In de kleedkamer hadden ze dat natuurlijk snel door, want ik kreeg borstjes. De Amerikanen namen dat goed op : ‘We hadden al lang door dat jij ‘een Coccinelle’ wilde worden. Coccinelle was een bekende Franse transseksuele revuester die zich in 1958 al had laten opereren én mijn grote voorbeeld. Maar ik was dus wel verplicht om mijn engagement met die Amerikaans compagnie te verbreken.”

Waarom vroeger zo veel transseksuelen in nachtclubs terechtkwamen ? Corinne : “Waar moesten we anders heen ? De overgang van het ene naar het andere geslacht was in gewoon werk nu eenmaal niet acceptabel. Bovendien was zo’n show natuurlijk de uitgelezen plek om je vrouw-zijn te etaleren. Mij gaf het een geweldig gevoel op een podium te staan en als vrouw bekeken en bewonderd te worden. De hormonenkuur was heel ingrijpend. Stel je voor : wat bij een kind tijdens de puberteit een paar jaar in beslag neemt, maak jij in een paar maanden door. De hormonen raasden door mijn lijf, geestelijk was dat heel verwarrend, met hoge toppen en diepe dalen. Vaak barstte ik in tranen uit, maar toch overheerste het geluksgevoel. Want ik zag hoe ik steeds mooier werd : mijn gespierde danserslichaam kreeg rondingen, mijn huid werd mooier en zachter.”

Of ze ook medisch begeleid werd bij die hormonenkuur ? Ze haalt haar schouders op. “Maar nee, dat gebeurde allemaal clandestien. Je kreeg zo’n adresje van lotgenoten, hormonenzusjes noemde ik ze. In Berlijn was er een apotheker die ons zelf inspoot. Dat dat wel eens ongezond kon zijn, daar stonden we eigenlijk niet bij stil. Omdat ik mijn hormonenborstjes te klein vond, heb ik later borstprotheses genomen, bij een dokter in Wenen. Toen kon ik pas echt naakt dansen. Die tijd in Berlijn, daar heb ik speciale herinneringen aan. Ik werkte in de Scotch Club en we woonden allemaal boven dat cabaret, twee bloedmooie Indonesische ‘meisjes’ en een Duitse. Beneden was alles chic, maar boven droeg dat gebouw nog sporen van de oorlog. Maar in mijn herinnering was het daar altijd Kerstmis. Je kon de nachtclubs van toen ook niet vergelijken met die van nu, met hun vulgaire paaldansacts. De sfeer toen was glamoureus, mensen trokken avondkledij aan om uit te gaan. Er was een goochelaar, een live-orkest met zangeres en ja, stripteasenummers : verhaaltjes, waarin je erotische dromen vertolkte. Sexy, maar niet vulgair. De ambiance onder de meisjes was heel goed. Zo gingen we ons samen laten epileren. Gelukkig had ik er nooit echt mannelijk uitgezien. Ik had geen adamsappel en weinig baardgroei, hoogstens wat blonde dons. Maar die moest ook weg, ik moest en zou perfect zijn. Pijn dat dat deed ! Nu gebeurt dat met lasers, maar toen met een naaldje en elektriciteit. Daar hield je kleine brandwonden aan over en ’s avonds moest je alweer optreden, dat viel niet mee.”

VAN CORNELIS TOT CORNELIA

In dat stadium kon Corinne, officieel nog altijd Cornelis, perfect voor een vrouw doorgaan. “Ik weet nog dat de politieman die in Berlijn mijn verblijfsvergunning moest controleren maar niet kon geloven dat ik eigenlijk een man was. Hij is verschillende keren met zijn vrouw naar een show komen kijken. Voor de komst van de computers was je paspoort vervalsen zo simpel : gewoon de s vervangen door een a en Cornelis was Cornelia. Kijk maar.” Ze toont me een werkvergunning voor Cyprus. De halve wereld reisde Cornelia rond : Parijs, Londen, Beiroet, Abidjan. Ze trad er op in de nachtclubs van luxehotels. “Ik heb goed geleefd, bepaald niet als een non, nee. Maar aan een langdurige relatie kwam ik niet toe, daarvoor bleef ik nooit lang genoeg op één plek. Op een bepaald moment was ik dat reizen beu. Bovendien miste ik mijn moeder. Daarom besloot ik om naar Antwerpen terug te keren. Ik kreeg een contract in een mooi cabaret in de Anneessensstraat, de Sans Soucis. Al die tijd had ik foto’s van mijzelf naar mijn zussen gestuurd, zodat ze konden zien hoe ik veranderd was. Maar toen ze me kwamen afhalen in het Centraal Station, liepen ze mij straal voorbij. Ze hadden mij niet herkend. “Jij bent knapper dan wij”, zeiden ze toen ze van hun verbazing bekomen waren. Maar toen was er de confrontatie met mijn vader. Die hadden ze nooit wat verteld, alle contact verliep achter zijn rug. Geen wonder dat hij een totale inzinking kreeg toen hij mij zag. ‘Zo ver is het gekomen’, weende hij. ‘Je denkt toch niet dat ik dit goedkeur.’ Het heeft heel lang geduurd voor hij zich er kon bij neerleggen dat hij een zoon kwijt was, maar er een dochter bijgekregen had. ”

DOKTER BUROU, GENIALE CHIRURG OF CHARLATAN ?

De ultieme geslachtsoperatie onderging Corinne pas in 1971. “Het was al lang mijn grote droom, natuurlijk. Maar ik was voortdurend onder contract, kon niet zomaar vrijaf nemen. Bovendien heb ik lang moeten sparen voor die operatie. Ik heb altijd geld naar mijn ouders gestuurd, daarnaast gaf ik ook veel uit aan mijn garderobe en verzorging. Ik wilde er piekfijn uitzien, alleen het beste was goed genoeg. In al die jaren had ik wat er in de pers verscheen over geslachtsoperaties zorgvuldig bijgehouden. Tot in de jaren ’70 was zo’n operatie illegaal, ze stond gelijk met zelfverminking. Toen was er trouwens maar één man bij wie je terechtkon : dokter Burou, een Franse gynaecoloog met een praktijk in Casablanca.”

Na enig opzoekwerk kun je alleen maar concluderen dat Georges Burou (1910) een even fascinerende als omstreden figuur geweest moet zijn. De Franse arts werkte in Algerije als gynaecoloog tot hij wegens problemen rond abortus uitweek naar Marokko. In Casablanca stichtte hij de Clinique du Parc, waar hij zowel bevallingen als abortussen deed. Hij was ook de eerste arts in Marokko die in- vitrofertilisatie uitvoerde, vaak zonder medeweten van de echtgenoten van de betrokken vrouwen. In 1956 werd dokter Burou benaderd door een jonge elektricien die wanhopig verlangde om vrouw te worden. Na maanden studie ontwikkelde de arts een techniek om een vagina te creëren uit de huid van de penis. De eerste vagino-plasty was een succes, wat ter ore kwam van de transseksuele revue-ster Coccinelle. Haar operatie kreeg de nodige ruchtbaarheid, waarna Burou dé specialist van de geslachtsveranderingen werd. Altijd van man naar vrouw en bij voorkeur bij mannen die van nature al een vrouwelijk voorkomen hadden.

Corinne : “Dokter Burou was een mooie man, type playboy, altijd zongebruind. Van een psychologische voorbereiding op de operatie was er geen sprake, voor de dokter telde enkel de techniek. Zijn vrouw deed de kassa ; dat koppel heeft daar grof geld verdiend. Toen ik in Casablanca aankwam, was ik doodmoe, ik had maandenlang onafgebroken gewerkt. Het plan was om eerst een paar dagen vakantie te nemen om goed uitgerust op de operatietafel terecht te komen. Dokter Burou waarschuwde mij nog : ‘Voorzichtig zijn, geen gekke dingen doen.’ Maar mijn toenmalige partner en ik waren jong en overmoedig, we amuseerden ons kostelijk op een luchtmatras, ook al was de zee heel woelig. Tot een enorme golf mij optilde en me op een rots kwakte. Ik hoorde gekraak en viel flauw. Toen ik bijkwam op het strand, verging ik van de pijn. Doodsbang was ik dat mijn borstprotheses beschadigd zouden zijn. Intussen waren onze kleren gestolen, de taxichauffeur wilde mij niet in bikini naar het ziekenhuis vervoeren. Uiteindelijk kreeg ik een grijze kiel om mij te bedekken. Toen bleek dat mijn schouder gebroken en mijn arm ontwricht was, wilde mijn partner naar huis terugkeren. Ik werd hysterisch, ik ging nog liever dood dan de langverwachte operatie uit te stellen. Bovendien had ik het geld al overgemaakt. Dokter Burou was woest toen hij zag wat er gebeurd was. Uiteindelijk bleek hij toch bereid om mij te opereren. Voor ik onder narcose ging, was daar ineens ook een Amerikaanse dokter. ‘Poor thing, what happened to her ?‘ Van over de hele wereld liepen artsen stage bij Burou.”

EEN BOM IN DE VAGINA

Toen Corinne uit narcose kwam, lag ze met één arm in het gips en de andere vastgemaakt aan het bed, om de wonde niet aan te raken. De nazorg bleek een lachertje te zijn. “Dokter Burou keek eens onder het verband en dat was dat. In mijn vagina zat een speculum om ze open te houden. Meisjes die hetzelfde meegemaakt hadden, zeiden achteraf : ‘Het was alsof er een bom in je vagina zat.’ Ik zou het niet beter kunnen omschrijven. Bovendien waren er complicaties, ik moest een week langer in de kliniek blijven. Ik was heel klein daar beneden, als jongen al, ook door die hormonen. Er was dus niet veel materiaal om een vagina te maken. Dokter Burou had me gewaarschuwd : ‘Tu auras une petite chatte, mais elle sera belle.’ Mijn moeder viel bijna flauw toen ze me terugzag. Ik was vertrokken als een pin-up en keerde terug als een wrak. En de complicaties bleven duren : er was een probleem met mijn urineleiders, die te kort afgesneden waren waardoor ik scheef plaste en infectie na infectie kreeg. Niemand kon mij helpen, welke arts had in die tijd ervaring met die materie ? Ik zag af, beschouwde de operatie als een mislukking. Bij momenten dacht ik aan zelfmoord. Het zal je misschien verbazen, maar ik ben altijd gelovig geweest. Als er mij iets ergs overkwam, dacht ik altijd dat Onze-Lieve-Heer mij strafte omdat ik niet aanvaard had wat ik bij de geboorte had meegekregen. Maar als ik er dan weer doorheen geraakte, concludeerde ik : hij heeft mij toch een goede engelbewaarder gegeven.”

Uiteindelijk leerde Corinne een Spaanse kennen die hetzelfde als zij had meegemaakt. “Die vrouw verwees mij naar een Duitse arts, die alles repareerde wat er in Casablanca fout gelopen was. Ook weer clandestien, wegens zijn oorlogsverleden was die dokter z’n licentie kwijt. Maar hij leverde puik werk. Later heb ik nog andere vrouwen leren kennen met dezelfde complicaties. En altijd viel de naam van die Amerikaanse dokter. Daarom vermoed ik dat dokter Burou hem een deel van de operatie liet uitvoeren, bij wijze van oefening. Toch zal ik hem altijd dankbaar blijven omdat hij van mij een vrouw maakte. Niet dat een operatie daartoe volstaat, maar het was het eindpunt van de lange zoektocht naar mijn seksuele identiteit. Tot in 1974 heb ik in cabarets gewerkt. Daarna leerde ik een lieve man kennen die absoluut wilde dat ik uit het nachtleven stapte. Ja, ik had veel succes bij de mannen. In het begin vertelde ik niets, ik wachtte tot ze verliefd waren. Niemand die iets vermoedde : bij het vrijen dachten ze gewoon dat ik klein en fragiel was. Ik zorgde ook altijd dat ik de controle had bij het liefdesspel. Ach, eigenlijk kon ik zeggen wat ik wou : als je mooi bent, wordt je veel vergeven. Als ik uiteindelijk vertelde hoe de vork in de steel zat, waren de reacties heel verschillend. Er waren er die er een kick van kregen, anderen begonnen te huilen of waren gekrenkt in hun mannelijke trots. Met die ene man heb ik een lange relatie gehad. Maar hij wilde kinderen, die ik hem natuurlijk niet kon geven. Toch zijn we lang vrienden gebleven, ook toen hij al getrouwd was.”

OP-EN-TOP EEN VROUW

Tot in de jaren tachtig duurde het voor Corinne in orde was met al haar officiële papieren. “Daar zijn advocaten aan te pas gekomen, het heeft veel geld gekost. Een vriendin zei ooit : ‘Al die centen die je aan die geslachtsverandering uitgaf, je had er een mooi huis mee kunnen kopen.’ Maar wat heb je aan een mooi huis, als je niet kunt zijn wie je wil ?”

Corinne hield altijd dagboeken bij, ze heeft veel brieven en foto’s van vroeger, van haar en van haar vele vriendinnen. “Als ik het wel eens moeilijk heb, blader ik daar in. Kind, je hebt dat toch niet slecht gedaan, denk ik dan. Ik heb altijd discreet geleefd, veel mensen uit mijn omgeving wisten niets van mijn vorig bestaan. Waarom ik er dan nu toch over praat ? Omdat ik oud word. Mijn verhaal is geen gewoon verhaal, het speelt zich af in een tijd dat er geen hulp was voor mensen zoals ik. Daarom ook besloot ik mee te werken aan de Nederlandse documentaire I am a woman now, waarin oudere transseksuelen uit vijf verschillende landen getuigden. ‘Jij bent de enige van wie ik het nooit vermoed zou hebben’, zei regisseur Michiel van Erp. Een groter geschenk had hij mij niet kunnen geven.”

Door Linda Asselbergs & Portret Diego Franssens

“In de jaren zestig kon je gearresteerd worden als je als vrouw verkleed liep, tenzij met carnaval”

“Waar moesten we anders heen dan in het cabaret ? Switchen van geslacht was in gewoon werk niet acceptabel”

“Het gebeurde allemaal clandestien. Je kreeg zo’n adresje van lotgenoten, ‘hormonenzusjes’. Dat zo’n behandeling wel eens ongezond kon zijn, daar stonden we niet bij stil”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content