Boezemvriend, zielsverwant en partner in alles behalve seks. Is de homo “a girl’s best friend” ?

Stel dat je écht wilt weten of je derrière niet te dik is in die rok. Of je per se iemand wilt overtuigen dat de aanschaf van een Prada-handtas voorrang heeft op het betalen van de huur. Of de aandrang voelt om designtips uit te wisselen met een manspersoon wiens stijlbewustzijn verder gaat dan de showroom van de Zetelhallen. Liefhebbers van televisieseries als Sex and the city of Will and Grace weten meteen bij wie je in zo’n geval terechtkunt : bij je beste vriend.

Een vriend met wie je lief en leed, en een passie voor Jude Law en gemarineerde tonijn deelt. Met wie je eigenlijk van alles deelt, behalve lichaamssappen. De Angelsaksische damesbladen zijn formeel : every home should have one. Het enige wat tegenwoordig cooler is dan een Gay Best Friend is een Gay Best Friend met een de- signschoenenzaak. Wat ik eerlijk gezegd een tikkeltje denigrerend vind. Alsof het over een modeaccessoire in plaats van over een mens van vlees en bloed gaat. Maar goed : homo’s zijn in, dat valt niet te ontkennen. Als cultuurproducenten of product van de populaire cultuur, dat is maar de vraag. We kunnen alleen maar hopen dat de symbolische homo in mainstream films en televisieseries ook echt een uiting van tolerantie is en niet van een banale trend. Wat bijvoorbeeld te denken van een Amerikaans tv-programma als Queer Eye forthe Straight Guy, waarin een fab five van homo’s “die hun leven wijden aan het verspreiden van de simpele deugden van stijl, smaak en klasse” worden losgelaten op een van elke vorm van verfijning verstoken boerenpummel. Een hetero boerenpummel uiteraard. Van vooroordelen gesproken. Net zoals er zwarten zonder gevoel voor ritme bestaan, moeten er toch ook homo’s zijn die nog nooit van Dolce &Gabbana gehoord hebben. Persoonlijk ken ik er geen, maar ik sta er wel voor open.

Kniediep in de clichés

Maar laat ik vooral niet verder afdwalen. Want ik zou het hebben over de Gay Best Friend als de steun en toeverlaat van de hedendaagse vrouw. Nu ja, hedendaagse, Clemens vanAlexandrië had het in de tweede eeuw in een traktaat over de christelijke moraal al over “vrouwen die zich verlustigen in de omgang met verwekelijkte mannen”. Vrouwen dus zoals later Marie-Antoinette, Mistinguett, Wallis Simpson en de gesofisticeerde New Yorkse Lady SlimKeith, om er maar een paar te noemen. In de modewereld, traditioneel bolwerk van the gayest of the gay professions, hebben ontwerpers vaak een hartsvriendin die als muze fungeert : Loulou de la Falaise en later Catherine Deneuve voor Yves Saint Laurent, AmandaHarlech en haar voorgangster Paloma Picasso voor Karl Lagerfeld. Een recenter voorbeeld is Isabella Blow, intima van zowel Alexander McQueen als Tom Ford.

En nu ik erover nadenk, welke vrouwelijke celebrity is tegenwoordig niét omringd door een coterie van knappe jongens die op jongens vallen ? Het omgekeerde pakt geen verf. Robbie Williams geflankeerd door een stel lipstick-lesbo’s ? We zien het nog niet zo snel gebeuren. Bij de vrouwen zette Madonna de trend, ex- Spice GirlsGeri Halliwell en Victoria Beckham volgden haar voorbeeld. Victoria sleept Elton John zelfs mee op vakantie. God weet wat David daarvan denkt, maar Elton is dan ook meer suikeroom dan knappe bink. En dan hebben we het nog niet over Kylie Minogue gehad die ooit tsjirpte dat gay het nieuwe zwart was. Maar Gwyneth Paltrow schoot de hoofdvogel af : haar Gay Best Friend is Christian Louboutin, ontwerper van chique designschoenen. Waarmee we alweer kniediep in de clichés belanden. Clichés waarvan ook de meeste films over het thema bol staan : Rupert Everett is de nicht met de wapperende handjes en Madonna/Julia Roberts/JenniferAniston de wat schrille carrièrevrouw die maar niet aan de man raakt.

Een tamelijk ontwapenende versie van de heterovrouw/homoman relatie vind je in de populaire reeks Verhalen van de stad van Armistead Maupin. Naïef provinciaaltje Mary Ann verkast naar het zondige San Francisco en vindt soelaas bij huisgenoot Michael, een walvis- en zeehondjesbewuste bloemist die zich bij voorkeur op rolschaatsen verplaatst en onder de douche zijn Levi’s met een stalen borstel bewerkt om ze het juiste patina te geven. Iets te pittoresk om waarachtig te zijn ? Nu ja, we hebben het hier dan ook over San Francisco in het pre-aids-tijdperk en bovendien komen de stereotiepen uit het brein van een vaandeldragende homo, dus dan mag het.

Architect met hortensiahoed

Maar eigenlijk hoef ik voor research terzake nauwelijks het huis uit. Met wat geven en nemen kom ik tot zo’n 35 procent holebi’s in mijn kennissenkring. Dat heb ik vooral te danken aan een vriendin, die ik voor het gemak Bie zal noemen en die op haar twintigste smartelijk verliefd werd op een charismatische jongeman met een poetsmanie en een spleetje tussen zijn tanden die bovendien de herenliefde toegedaan bleek. Een en ander zorgde voor het nodige hartzeer, maar intussen hield zij (en bij uitbreiding ook ik) er een boeiende vriendenkring aan over. Overwegend homo’s – een op dat moment totaal nieuw gegeven voor mij – een stuk of wat lesbiennes en enkele individuen van wie de seksuele geaardheid mij tot op heden een raadsel is, wat hen overigens niet minder dierbaar maakt. Qua beroepssfeer was het een bonte bende. Er zaten mensen uit de modewereld tussen, een paar architectuurstudenten en lui die in afwachting van een eenduidige vocatie in de horeca klusten. Maar net zo goed een aspirant kaderlid, een erfgenaam van een keukenimperium en een dokwerker met travestieneigingen, maar die laatste is helaas niet oud geworden. Gay stond niet altíjd gelijk met vrolijk. In het kader van de politieke correctheid zou ik er een paar homofiele boekhouders bij kunnen verzinnen, maar dat zou de waarheid geweld aandoen.

Als er iemand saai was in het gezelschap, dan was ik het, de eeuwige waarnemer aan de zijlijn, mijn natuurlijke stek in dit universum. Verwonderd over de toewijding, creativiteit en theatrale présence waarmee mijn maatjes het plezier maken nastreefden. Ik herinner me themafeesten, eindeloze polonaises op de klanken van Mange des tomates, mon amour en een somptueus nieuwjaarsbuffet in de vorm van een sneeuwlandschap waarin speelgoedtreintjes manoeuvreerden. Een aantrekkelijke student, nu een gereputeerde architect, mocht graag als koningin Juliana op feestjes verschijnen, compleet met hortensiahoed en strasbril. Maar voor de rest : niks ‘verwekelijkt’. De keren dat Bie en ik elkaar mistroostig aankeken : zoveel toffe venten en niet één spek voor onze bek. Het mag een wonder heten dat we uiteindelijk toch aan de man raakten.

“Ga niet uit met homoseksuelen”, las ik onlangs nog in een boek over partnerkeuze van ene John Molloy, die zich als de beste image consultant van Amerika en omstreken laat aanspreken. Zeker als vrouw van boven de veertig geef je door met een homoseksuele man op te trekken het signaal dat je niet op zoek bent, poneert hij. Allemaal goed en wel, maar als je na het verpieteren van een relatie na jaren opnieuw een stap in de wereld wil zetten, ben je blij toe dat je kunt terugvallen op een homovriend. De meeste hetero’s van je leeftijd zijn onder de pannen en als er toch ergens een solitaire zilverrug onbeheerd losloopt, kun je er donder op zeggen dat daar een goede reden voor is. Bie kan erover meespreken : “Eerlijk gezegd heb ik niet het gevoel dat ik veel kansen mis door met homo’s op te trekken. Wel moet ik me in het gezelschap van heteromannen soms een beetje aanpassen. Een verse partner nam er ooit aanstoot aan dat ik alle mannen die voorbij een caféterras liepen nadrukkelijk nakeek en hun uiterlijk becommentarieerde. ‘Punten geven’ was een populaire hobby onder mijn homovrienden, maar die nieuwe vriend vond dat maar niks. Overigens reageerden mijn opeenvolgende partners heel uiteenlopend op ‘de jongens’. Sommigen hadden er totaal geen moeite mee, eentje begreep er niets van en was stikjaloers. Misschien zelfs terecht, want met hem kon ik veel minder goed praten dan met mijn beste homovriend. Als ik iets apprecieer aan homo’s, dan is het hun sociale betrokkenheid en de tijd die ze bereid zijn voor je uit te trekken.”

“Nu ik erbij stilsta : de meeste dingen die ik graag doe, kan ik heel goed doen met homo’s. Lekker eten onder vrienden, lachen, praten bij een goed glas. Bij hetero’s duurt het praten vaak maar tot ze je in bed hebben, daarna doen ze de moeite niet meer. Met een homo kun je kletsen tot je allebei omvalt. Seks is eigenlijk het enige dat niét kan. En dan nog. Als je samen op reis bent en een kamer deelt, dan wordt er wel eens geknuffeld. Intimiteit tout court, maar soms heb je daar meer behoefte aan dan aan de rest. Als ik eerlijk ben : met homo’s heb ik al meer momenten van gemoedsrust gekend dan met anderen. Mijn heterorelaties zijn altijd veel gecompliceerder.”

“Een andere bonus is dat je door homo’s niet op de tradi- tionele vrouwelijke kwaliteiten beoordeeld wordt. Hen maakt het niet uit dat je geen Jennifer Lopez bent of geen vlekkeloos huishouden runt, als je maar gevat bent en een gezelschap kunt entertainen. Vrouwen die homo’s aantrekken, stralen vaak toch een soort mafheid uit. Toen ik onlangs weer eens zat te relatietobben, zei mijn homoseksuele buurman : ‘Ach kind, er is bij ons allemaal toch een serieuze hoek af.’ Op de een of andere manier troostte mij dat, alsof ik deel uitmaakte van een genootschap van non-conformisten.”

De afwezigheid van frictie, dat is het wat veel vrouwen als aangenaam ervaren in hun relatie met een homo. In Liefde in tijden van eenzaamheid doet Paul Verhaeghe er nog een schepje bovenop : “De man met wie de vrouw het best kan opschieten en met wie ze wél een langdurige vriendschap kan opbouwen, is vaak de homoseksuele man û immers, het element drift ontbreekt binnen deze verhouding. De vrouw voelt zich niet bedreigd noch verplicht tot behagen, de man hoeft niet te verleiden, waardoor een ont-moeting (ont-moeten : niets moet) mogelijk wordt.”

Dat niets moet, daarmee ben ik het volmondig eens, maar dat het element behagen totaal afwezig is tussen vrouwen en homo’s, daar wil ik mijn hand niet voor in het vuur steken. Martine, een levenslustige veertigplusser met veel homovrienden, is het met me eens : “Als ik om me heen kijk, zie ik toch wel homo’s die duidelijk genieten van het gezelschap van mooie vrouwen. Misschien komt het door het gevoel voor esthetiek dat bij veel van hen prominent aanwezig is. Of is een mooie vrouw ook voor homo’s een soort statussymbool, een signaal van sociaal aanvaard zijn ? Zelf beschouw ik de appreciatie van homo’s als een soort dubbel compliment. Van nature vallen ze niet op vrouwen, maar als ze je dan toch graag hebben, betekent het dat je zeker niet ‘doorsnee’ bent.”

Samen met nog een paar andere heterovrouwen gaat Martine elke week tangodansen. Hun partners zijn stuk voor stuk homo’s. Martine : “Zoveel hetero’s zijn er niet die je vlot op de dansvloer krijgt. Vroeger heb ik wel eens geprobeerd om met mijn partner een tangocursus te volgen, maar dat wrong, letterlijk en figuurlijk. Alle spanningen in onze relatie lieten zich op de dansvloer voelen. Met Maurice lukt het heel aardig. Hij trekt mij dicht tegen zich aan, wat ik heel prettig vind, maar verder is er niets dubbelzinnigs aan die lichamelijkheid. Het gaat ons puur om het plezier van het dansen.”

Vrouwen die in hun kraam passen

Over fag hags of homomoeders bestaan al evenveel vooroordelen als over de mannen met wie ze optrekken. Tom, een zelfbewuste homo van 25 : “De homo-iconen zijn bekend, nietwaar : de Liz Taylors en Liza Minelli’s van deze wereld, vijf echtgenoten versleten en een seizoens- abonnement op de Betty Ford Clinic. Of de Bette Middlers en Ruby Waxen : flamboyante, goedgebekte madammen. Sterke vrouwen of door het leven getekende, die daardoor sterker zijn geworden . Kylie Minogue werd pas een homo-icoon toen ze geen tutje-aan-een-touwtje meer was, maar een sexy babe. Ik merk het ook aan mezelf : de vrouwen in wie ik geïnteresseerd ben, zijn geen muurbloempjes, maar vrouwen met karakter en persoonlijkheid die stevig in hun schoenen staan. Ik vind dat de homowereld streng is voor vrouwen. Veel homo’s doen zich voor als grote vrouwenliefhebbers, maar in de grond zijn ze best misogyn. Zoals ook de samenhorigheid van homo’s en lesbiennes een mythe is, toch in de kringen waarin ik verkeer.”

“Ach, we zijn al zo streng voor mannen : ook op je vijftigste kun je om in de smaak te vallen maar beter over een middenrif als een wasbord beschikken. Homo’s vallen op vrouwen die in hun kraam passen : goed voorzien van oren en poten, verzorgd, met een sterke persoonlijkheid. Nu ik erover nadenk : van mijn vriendinnen vind ik het charmant als ze op hun strepen staan, maar een man met zo’n sterke wil zou ik er meteen uitwerken. Raar eigenlijk, hoe je toch met dubbele standaarden werkt.”

Wat een vriendschap met een vrouw voor hem aantrekkelijk maakt ? “Je doet ten eerste al andere dingen samen. Ik kan me niet voorstellen dat ik in mijn onderbroek met een man in bed zou liggen en naar Absolutely fabulous kijken. Bij vrouwen is het heel simpel : er is geen aantrekking die in de weg zit. Vriendschap met homo’s ligt veel moeilijker, want als zo iemand leuk genoeg is om je vriend te zijn, dan word je er ook gemakkelijk verliefd op. Wat je meteen in een kwetsbare positie brengt : je bent een beetje op je hoede, je laat niet het achterste van je tong zien. Met vrouwen zal ik veel gemakkelijker over emoties praten. Onder jongens gaat het meestal over wat je doet, gedaan hebt of gaat doen, met vrouwen toch al snel over het waarom van je daden.”

“Anderzijds zal ik niet gemakkelijk met mijn vriendinnen over mijn seksleven praten. Omdat ik ondervonden heb dat de promiscuïteit van de homowereld hen afschrikt. Een man, ook een hetero denkt en voelt met zijn hormonen : ‘Neem het er maar eens goed van.’ Bij een vrouw is het eerder van : ‘Kon je het weer niet laten ?’ Of ze is bezorgd : ‘Je past toch wel op ?’ Ik betrap me erop dat ik toch een beetje het oordeel van mijn vriendinnen vrees, bang dat ze me een bimbo zullen vinden. Want hoe ook, je blijft een man en een vrouw en je ziet de dingen vanuit een andere perspectief. Dat is iets wat in de voorstelling van de vriendschap tussen homo’s en vrouwen te weinig aan bod komt. Mijn beste vriendin ken ik al van toen we allebei pubers waren. Maar toen we samen naar The next best thing met Madonna en Rupert Everett gingen kijken, reageerden we allebei hetzelfde : ‘Help, zo zijn wij toch niet zeker ?’ Vreselijk, die twee narcistische, hysterische trienen bij elkaar. Terwijl ik mij bij mijn vriendinnen juist heel erg een jongen voel. Van Mars dus, terwijl zij duidelijk van Venus komen.”

Leuke sokken en de juiste vragen

Heeft de Gay Best Friend voorgoed een plek in de trofeekamer van de vriendschap veroverd ? En is de vriendschap tussen vrouw en homo het prototype van de perfecte platonische relatie : ondersteunend, niet-competitief, geruststellend zonder seksueel potentieel, maar met net genoeg petites différences om spannend te blijven ? Maurice, vijftiger, hoger kader in het bedrijfsleven en man van de wereld, zet een en ander in een breder perspectief. “In een pure mannenwereld heb ik mij nooit goed gevoeld, ook niet in mijn beroep. Ik was altijd blij als er aan een vergadertafel ook een paar vrouwen zaten, dat gaf met- een een andere kleur aan de gesprekken. Het is me ooit overkomen dat ik in het buitenland na een belangrijk exposé van het podium stapte en gecomplimenteerd werd door een mij onbekende dame die eraan toevoegde : ‘ And by the way, nice socks you’re wearing.’ Heel grappig vond ik dat, zoiets relativeert meteen alles. Een man zou zoiets nooit doen, die denkt veel meer hiërarchisch, in termen van networking. Vrouwen zijn ook pragmatischer dan mannen. Een beslissing nemen, en dan aanpakken, dat is een eigenschap waar ik veel bewondering voor heb.”

“Een van mijn vriendinnen zit net als ik in zaken en begrijpt die wereld perfect. Zij is een perfect klankbord voor mij en niet bang om mij met mijn neus op mijn zwakheden te drukken. Mijn vriendinnen zijn stuk voor stuk vrijgevochten vrouwen, met een heel groot hart. Als ik Martine, mijn tangopartner met haar volwassen zonen bezig zie, dan smelt ik. Terwijl ze absoluut geen moederlijk type is. Maar er gaat zoveel warmte van haar uit. Zij heeft ook de typisch vrouwelijke gave om de juiste vragen te stellen, zodat je binnen een paar minuten beseft wat echt belangrijk voor je is. Dat is wat anders dan zomaar wat flauwekul opsparen om conversatie te maken. Voor de rest ga ik dus heel graag met haar dansen, dat is een madam die je in je armen houdt, je hebt daar een pak aan. En ze is niet bang om met mij mee onnozel te doen.”

” Alleen jammer dat de tangoles vaak samenvalt met het voetbal, dat is echt een verscheurende keuze. Zie je, ik pas niet in het klassieke beeld van de homo die met zijn homomoeder gaat dansen. Dat is maar één facet van mijn persoonlijkheid. Als je op een zekere leeftijd gekomen bent en een stuk van de wereld afgereisd hebt, ontwikkel je een soort helikoptervisie. De mensheid bestaat voor de ene helft uit mannen en voor de andere uit vrouwen. Het lijkt me dan ook niet meer dan logisch dat er bij de twee soorten mensen zijn die je liggen. Ik val op karakters, niet op koppen, zo simpel is het. Welke vorm die relatie dan aanneemt, is eigenlijk niet zo belangrijk. Ik weet heel goed : als er iets op mijn lever ligt, dan kan ik dat kwijt bij vier mensen. Twee mannen en twee vrouwen.” n

Tekst Linda Asselbergs

Victoria Posh sleept Elton John zelfs mee op vakantie. God weet wat haar David Beckham daarvan denkt, maar Elton is dan ook meer suikeroom dan knappe bink.

“Een verse partner nam er ooit aanstoot aan dat ik mannen nadrukkelijk nakeek en hun uiterlijk becommentarieerde. ‘Punten geven’ was een populaire hobby onder mijn homovrienden, maar dat vond hij maar niks.”

“Ik beschouw de appreciatie van homo’s als een dubbel compliment. Van nature vallen ze niet op vrouwen, maar als ze je dan toch graag hebben, betekent het dat je zeker niet ‘doorsnee’ bent.”

“Veel homo’s doen zich voor als grote vrouwenliefhebbers, maar in de grond zijn ze best misogyn.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content