Ze is de dochter van Erica Jong, die in het begin van de jaren zeventig internationaal opzien baarde met Het ritsloze nummer, een roman over (toen) verregaande seksuele vrijheid. Nu loopt Molly Jong-Fast in de voetsporen van haar moeder met de autobiografische roman Normal Girl.

Het debuut van de Amerikaanse Molly Jong-Fast (21) is met enige fanfare ontvangen, en dat is niet zo raar. Dankzij de openhartigheid van haar moeder Erica, samen met Shere Hite en Gloria Steinem een van de grote namen in de vrouwenbeweging, heeft de buitenwereld Molly’s wel en vooral wee door de jaren heen kunnen volgen. We weten dat moeder vier keer is getrouwd, dat het huwelijk met Molly’s vader strandde toen het kind vier jaar was, dat ze als tiener aan drank en drugs raakte, dat ze (naar verluidt) ooit op het punt stond van een hoog balkon te springen, en dat ze er weer bovenop kwam dankzij een verblijf in een ontwenningskliniek.

Normal Girl gaat over een meisje uit de betere kringen in New York dat aan de drank en de drugs raakt. Jay McInerney noemde het een indrukwekkend debuut, maar The New York Times opperde dat het vast niet was uitgegeven als de auteur niet dochter-van was.

In de bar van het rustige Carlyle hotel aan de Upper East Side, New York, vertelt Molly Jong-Fast dat de Amerikaanse recensies haar onaangenaam verrasten omdat het boek kort daarvoor in Engeland zo positief was onthaald.

“Daar vonden ze het prachtig. Ik was de woordvoerster van een generatie, dat soort geluiden. Toen kwam ik terug en kreeg ik hier al die shit over me heen. Dat was heel moeilijk. Tijdens de tournee deden veel mensen lelijk tegen me. Mijn fout zal zijn dat ik uit een geslacht kom met enige faam, een geslacht met wat geld. Men denkt dat ik alles cadeau kreeg. Dit land pretendeert een klasseloze samenleving te zijn, een meritocratie, maar dat is het niet. George W. Bush is de zoon van George Bush; dat is nepotisme. Dit land wordt erdoor bestuurd. De rijken worden rijker, ze geven de privileges door aan hun kinderen. Zo is het altijd geweest. In het boek steek ik de draak met sociale klassen, en dat is kennelijk een enorme faux pas.

Misschien vinden ze dat iemand met jouw achtergrond niet mag zeuren.

Molly Jong-Fast: Het is heel raar om beschouwd te worden als die verwende snol van de Upper East Side. Ik heb mijn familie nooit gezien als onderdeel van de elite, maar als bohémiens en kunstenaars en communisten. We hadden nooit zoveel geld als de mensen met wie we contact hadden. Mijn moeder zei altijd: we gaan wel om met welgestelden, maar zo zijn wij niet, jij moet ervoor werken. Goed, in de zomer zaten we op de plekken waar “zij” ook zaten, maar mams maakte mij steeds duidelijk dat dat een andere groep was. Ik had nooit het idee dat we tot enige sociale groepering behoorden, laat staan een hogere. Mijn grootvader was lid van een vreemd communistisch partijtje in de jaren vijftig en heeft nog in de gevangenis gezeten wegens anti-Amerikaanse activiteiten. Mijn familie had altijd probleempjes, ze was niet helemaal goed wijs. Van oorsprong zijn we zelfs Pools-joodse immigranten. Onderaan de sociale ladder stonden de Duitse en de Russische joden, en nog ver daaronder kwamen de Poolse. Wij hingen niet aan de boot, we zwommen erachteraan.

En dan krijg je zulke reacties. Ik begon een beetje te begrijpen wat mijn moeder heeft doorgemaakt. Terwijl ik niet eens iets opstandigs had gedaan. Ik wil me niet vergelijken met Scott Fitzgerald, al was het maar omdat hij een veel en veel betere schrijver was, maar de man kreeg gemene In memoriams omdat hij het gewaagd had over sociale klassen te schrijven, over de anti-Amerikaanse droom, over de rijken die doelloos en lui waren. Ik probeer in mijn boek te beschrijven hoe fout de rijken zijn, hoe verkeerd het is dat een groepje pretendeert de regels te kunnen opstellen, te kunnen zeggen welke kleren gedragen moeten worden, te weten wat de morele code is. Het zijn de mensen tussen wie ik ben opgegroeid. Ze zijn pathetisch. Ze hebben niet eens een baan. En dan komt mijn boek uit, en word ik beschouwd als een van hen. Weird!

Je zat er toch middenin?

Mijn boek is een satire over mijn leven. Ik steek de draak met het leven dat anderen dachten dat ik had. De sociale interactie via party’s. De heroïneverslaving. Ben ik aan de heroïne geweest? Nee. Aan de crack? Nee. Nog meer details zijn verzonnen. Ik wist dat men het zou lezen als een autobiografie, en daar speel ik mee. De hoofdpersoon heet Miranda, wat mijn tweede voornaam is. Had het autobiografisch moeten zijn, dan had ik misschien geschreven over de vele mogelijkheden die ik heb laten liggen. Hoe ik kans zag zoveel bruggen te verbranden, mensen van me te vervreemden.

Ik kom uit een familie van autobiografen. Ik had een autobiografie op mijn sloffen kunnen schrijven, ik heb niks te verbergen. Mijn moeder heeft mijn hele leven over me geschreven. Het zou niet boeiend zijn geweest. Mijn leven is op zijn best een tikje amusant voor mezelf, maar niet van groot belang voor de buitenwereld. Het gaat niet om mij.

Het is niet alleen een satire. De auteur heeft duidelijk medelijden met de hoofdpersoon.

Goed, maar dat is eens te meer een teken dat het niet over mij gaat, want ik heb niet zoveel medelijden met mezelf. Toen ik het schreef, hield ik veel meer van de hoofdpersoon dan van mijzelf. Het is iemand die ik misschien wel had willen zijn. Veel schrijvers doen dat in hun eerste roman. Ook mijn moeder, denk ik, beschreef in haar boek de stoute meid die ze wel had willen zijn maar niet was.

Je grootvader, je vader, je moeder, allemaal schrijvers. Is het moeilijk dan zelf iets op papier te zetten?

De familie heeft een traditie van kritiek. Afgezien van mijn moeder gaven mijn familieleden mij allerminst de indruk dat ik iets voorstelde. Mijn grootvader was lastig. Ik heb mijn hele leven geprobeerd om het ze naar de zin te maken. Dat is over sinds de publicatie van dit boek. Ik was ook niet bang voor de reactie van familieleden. Mijn moeder vindt het boek briljant. Maar die zou sowieso niks onaardigs zeggen; ze is geen veroordelend type.

Ik was meer nerveus over de reacties in de media. En terecht. Die waren heel ontmoedigend. Kort na de publicatie vroeg ik me af hoe het nu verder moet. Van dat soort reacties zullen er meer zijn, en ik vroeg me af of het me dat waard is. Ja, helaas. Scott Fitzgerald overleed met de gedachte dat hij een complete mislukking was. Ik lees nu de brieven die hij vanuit Hollywood aan zijn dochter schreef. Hij voelde zich vreselijk en alles ging mis en hij had te weinig geld. Terwijl het leven toch ook bedoeld is om gelukkig te zijn. Wat is er zo belangrijk om dat tegen te gaan? Maar hij deed wat hij moest doen. Ik hoef niet beroemd te worden, maar een beetje erkenning en wat aanmoediging zou ik wel leuk vinden. Gelukkig vinden lezers van mijn leeftijd dit boek prachtig.

Ben je inhoudelijk in de sporen van je voorgangers getreden?

In de familie bestaat er een zekere traditie in het schrijven van politiek getinte romans. Mijn grootvader deed dat. Mijn moeder. Ik wilde een roman schrijven over adolescentie en alcohol. Als ik vroeger las over verslavingen, dacht ik altijd dat het iets is wat zomaar weer over kon gaan. Dat iemand gewoon kon ophouden met drinken, of dat het simpelweg te genezen was. Dat is tenminste het beeld in de media. Alcoholisme wordt niet erg serieus genomen. De gesprekken gaan eerder over crack in de binnenstad. Bij alcohol denkt men misschien aan rijke types die naar dure ontwenningsklinieken gaan. Terwijl een groot deel van de bevolking aan de drank is. En de meeste daklozen zijn in de eerste plaats alcoholisten. Je hoort nooit iemand voorstellen dat je iets aan het probleem kunt doen door met overheidsgeld ontwenningsklinieken te openen. We zijn er niet goed in oplossingen en problemen met elkaar te verbinden.

Hoe raakte je aan de drank?

Door mijn genen, denk ik. Omdat ik al een alcoholica was. Je hebt problemen die je niet kunt oplossen zoals gewone mensen dat doen. Je hebt er een aanleg voor. Wellicht komt het van een alcoholische overgrootvader. Het zou sowieso zijn gebeurd. Dat geldt ook voor de hoofdpersoon in het boek. Het zou haar zijn overkomen ongeacht wat dan ook. Het is een van de elementen die de critici niet hebben opgemerkt. Ik maak duidelijk dat ze zo niet is omdat ze opgroeide in een rijk gezin. Het heeft misschien te maken met een te vrije opvoeding, maar zeker ook met genetische opbouw. Ik heb genoeg kinderen gezien die heel rijk maar niet aan de drugs waren, en arme kinderen die het wel deden. Wat me het meest raakte van de recensie in The New York Times, was dat ze juist dat punt helemaal niet heeft begrepen.

Ik schreef dit niet omdat ik over mijn leven wilde praten. Ik gebruikte dat leven als instrument. Maar ik word er gek van dat ik niet serieus word genomen. Omdat ik zo jong ben. En natuurlijk de-dochter-van. En wegens datgene waarom mijn moeder bekendstaat: seks. Er is een grote antiseksbeweging in dit land. Ironisch genoeg lijk ik daar ook bij te horen. Ik ben veel conservatiever dan mijn moeder. Ik geloof niet in promiscuïteit, dat is gewoon verkeerd. Overigens schreef ze Het ritsloze nummer als een reactie op de onderdrukking die ze in haar hele leven had ervaren. Ze predikte vrijheid in het algemeen, meer dan vrije seks. Nee, ik heb haar boek nog steeds niet uitgelezen.

Wanneer ontdekte je dat je kunt schrijven?

Denk je dat ik het kan? Ik ben er nog steeds niet achter. Ik begon ermee toen ik een jaar of veertien was. Vreselijke poëzie. Op school deed ik elke poëziegroep. Ze vonden het prachtig maar ik wist dat het een ramp was. Ik doe het nog steeds graag en nog steeds is het niks. Schrijven is in wezen een oefening in zelfgenot, en poëzie is de meest vergaande vorm daarvan. Met poëzie probeer je eigenlijk niks tot stand te brengen, je vertelt alleen maar hoe je je voelt. En dan ben ik ook nog jong, zodat mijn eerste impuls is de wereld te vertellen wat er allemaal mis is en hoe het wel moet. Ik moet ermee uitkijken, want het wordt met een loep bekeken. Om wie ik ben. Maar ja, daardoor wordt het ook beter verkocht.

Betekent feminisme iets voor jou?

Ik ben voor gelijke rechten. Maar het woord feminisme heeft een slechte naam gekregen. Men associeert het met slecht geklede dikke lesbiennes, met Andrea Dworkin. Men denkt: daar wil ik niet bijhoren. Ik denk dat de term passé is, en verwarrend. Maar zolang mannen en vrouwen niet gelijk worden betaald en geen gelijke rechten hebben, zijn er groepen en acties nodig.

Volgens een anekdote had jij als 13-jarige een ontmoeting met Joan Collins die vakantie ging vieren op een jacht te midden van de mooie mensen. Jij mocht niet mee want Collins vond je te dik.

Ik haat dat verhaal. Het is waar. Helemaal waar. Het is een probleem dat je wordt beoordeeld op je gewicht. Maar ik vind het treurig dat dat blijkbaar wordt beschouwd als een hoogtepunt van alles wat me is overkomen. Het was een dieptepunt. Rond die tijd begon ik te drinken.

Drie jaar geleden zei je moeder dat de relatie met jou prima was maar dat er ook periodes waren dat je niks anders deed dan haar martelen.

Ach, dat zegt elke moeder over haar dochter. Bovendien is mijn moeder volkomen neurotisch. Het is een joodse moeder. De dingen die zij beschouwt als marteling stellen niks voor. Als ik rook, vindt zij dat vreselijk. Ze heeft een extreem lage pijndrempel. Maar ze moet wat beter op haar woorden letten, want die worden makkelijk verkeerd begrepen. Overigens hebben we een goede relatie, denk ik. We zijn heel close, en ik wil haar altijd alles vertellen over mijn leven. Daar wordt ze dus knettergek van. Ach, er is weleens wat. Laatst belde ze ’s avonds op en vroeg of ik de hond wilde uitlaten. “Geen denken aan”, zei ik. Toen hing ze op. Daar hebben we nog flink ruzie over gemaakt. Zulke dingen. Betekent niks. Maar ik heb nog nooit zo’n conflict met haar gekregen dat we niet meer met elkaar wilden praten. Ze is mijn beste vriendin.

Bij de auteursinformatie op de flap van het boek staat al in de eerste zin dat je de dochter bent van Erica Jong. Ben je daar blij mee?

De vraag is: had ik er iets over te zeggen? Nee. Maar je bent een schmuck, een idioot, als je geen gebruik maakt van de voordelen die je aangereikt krijgt. Het zou een kwestie zijn geweest van ego: zeggen dat ik goed genoeg ben om het zonder die vermelding te doen. Had ik het geheel op eigen houtje gedaan, dan had het veel minder aandacht gekregen en veel minder mensen bereikt. Dat zou jammer zijn geweest, want ik heb dit ook uit altruïstische motieven geschreven. Dit is het voertuig dat ik heb gebruikt.

Went het dat allerlei details uit je privé-leven in de media zijn opgevoerd?

Het went. Je moet het gewoon niet lezen. Ik neem alles wat over me wordt geschreven met een korrel zout. De ene keer ben ik een bitch, dan juist weer fantastisch. Het is niet wie je bent of hoe het gezin is. Media zijn een middel, geen doel. Ik zit hier om mijn boek te verkopen. Niet mijzelf.

Molly Jong-Fast, Normal Girl, Villard Books, ISBN 0375502815. $21,95. Britse editie bij Sceptre, ISBN 0340748109.

Jim Schilder / Bart Michiels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content