Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Vuurwerk en schokeffecten zijn uit. Praktisch denken en elegantie zijn in. De volgende lichting afgestudeerden kan zo de wijde wereld in.

Lene Kemps / Foto’s : Tordoir en Niemans

?IK BEN PRETTIG VERRAST DAT de Antwerpse studenten zoveel interesse vertonen voor tailoring en vrouwelijkheid”, zegt de Engelse ontwerper Alexander McQueen. Als jurylid in de Antwerpse Academie heeft hij elk kledingstuk van nabij bekeken. ?De collecties zien er volwassen uit. Er werd nagedacht over het design en de filosofie. Hier en daar laat iemand zich door zijn enthousiasme meeslepen en zitten er te veel ideeën in, maar zelfs dan ben ik verbaasd over de kwaliteit ervan.”

?De studenten van La Cambre halen een hoog niveau. Ik ben hier twee jaar geleden nog geweest en kan alleen maar concluderen dat ze nu erg snel vooruitgang maken”, zegt Hortensia Hutten, verantwoordelijke voor de Workshop, het salon voor jonge talenten in Parijs. ?Ze hebben een persoonlijk concept, een mooi dossier en ze kunnen zich verbaal goed verdedigen. Ze praten bijna als marketingmensen, vatten hun collectie professioneel op, en eentje heeft zelfs een complete prijzenstudie gemaakt. Dat is goed. Het is wat deze tijd nodig heeft.”

Zin voor realiteit. Aandacht voor begrippen als elegantie en vrouwelijkheid. Een terugkeer naar kleur. Een zachte, poëtische aanpak. Of een humoristische. Mode als magisch middel om even te ontsnappen. Mode als reddingsboei. Mode als praktisch hulpmiddel. Kleding die op een of andere manier relevant is. Commercieel is niet langer een vies woord, nu is het een gegeven, een vereiste. De veelgehoorde kreet dat ontwerpers niet langer collecties ontwerpen, maar vrouwen willen voorzien van een garderobe of een aantal bouwstenen, is ook op de academies een leidraad. De typisch vrouwelijke kledingstukken, jurk en tailleur, worden weer in het vocabulaire opgenomen. Uit angst dat dit niet modern genoeg zou zijn, komt men vaak bij dat ene gegarandeerd futuristische stuk terecht : de jumpsuit. En veel collecties baden in een Courrèges-gekleurd licht. Want de terugkeer naar traditie gaat gepaard met een uitgesproken verlangen naar moderniteit. Misschien kan je het eindresultaat nog het best als conceptuele couture omschrijven : goedgemaakte kledingstukken, vaak met de hand beschilderd of afgewerkt, die lang niet zo traditioneel zijn als ze eruitzien. Zowel in Antwerpen als in Brussel wordt er weer geschilderd op zijde. Bloemen geborduurd. Bontrandjes aan topjes gezet. Klinkt dat saai en burgerlijk ? Het resultaat is anders.

?Het is goed, die aandacht voor basistechnieken”, zegt Angela Quintrell (aankoper voor Liberty’s). ?Je moet als jong ontwerper heel wat in je mars hebben, creativiteit alleen volstaat niet meer. Sommige van deze collecties zou ik zo in de winkel hangen.”

Met de terugkeer van de klassieke goedgemaakte kledingstukken duikt het eeuwige debat over ontwerpen en stileren weer op. Iemand die gekende stukken op een interessante manier samenbrengt, is dat een ontwerper of een stilist ? Who cares. Als er iets duidelijk is, is het dat ze naast elkaar kunnen bestaan.

Het is een belangrijk defilé voor La Cambre. Een viering van de verjaardag met als thema : tien jaar experimenteren. ?Het is meer dan een defilé, het is een evenement”, zegt directrice van de modeafdeling Francine Pairon. ?Het is het moment om dat beeld te presenteren waaraan we tien jaar gewerkt hebben. Niet op de megalomane manier waarop we dat gewoonlijk doen, maar meer intiem : in een kleiner defilé waar je de kleding van dichtbij kan zien. Met slechts 250 toeschouwers per defilé hopen we een ander klimaat te creëren : één van ontmoeting en niet van anonimiteit.”

Sinds de eerste beoordeling die ik zo’n vijf jaar geleden meemaakte, waar de twee eindejaarsleerlingen niet slaagden omdat geen enkel jurylid hen goed genoeg vond, heeft La Cambre enorme vooruitgang gemaakt. ?Geef ons wat tijd. We zijn elk jaar gegroeid en elk jaar strenger en sterker geworden”, zegt Francine Pairon. ?Het lessenpakket is elk jaar beter geworden. We hebben de leerlingen steeds verder geduwd en meer van hen gevraagd, dat levert resultaten.” Terwijl Pairon in een ver verleden wel eens morde dat ze het in haar modeafdeling moest stellen met boyscouts en kruidjes-roer-me-niet (de minder getalenteerde harde werkers en overgevoeligen die Antwerpen niet hadden gehaald), lijkt ze nu meer dan tevreden. ?Wij hebben tien jaar energie geïnvesteerd in het opbouwen van iets. Nu heb ik zin niet om op onze lauweren te rusten maar om verder te bouwen op de fundamenten die er liggen en die energie op een andere manier te gebruiken. Ik wil twee extremen doorduwen : een grote creativiteit en een duidelijkrealisme. Het woord commercieel wordt vaak slecht geïnterpreteerd, maar dat is het eigenlijk. Ik wil een modeafdeling waar creativiteit en commercialiteit hand in hand gaan. De schaduw van de Antwerpse Academie is nu wel weg. Antwerpen heeft een duidelijke stempel ; onze identiteit bestaat uit net het tegenovergestelde, uit het feit dat men op ons geen stempel kan drukken. We beginnen onze eigen geschiedenis op te bouwen. We kunnen voor de eerste keer afgestudeerden uitnodigen om in de jury te zitten. We hebben herinneringen, we kweken wortels.”

Het effect van de wortels is bij La Cambre duidelijk zichtbaar : de lagere jaren zijn als gevolg van de doorgegeven kennis en ervaring vaak beter dan de hogere. In het tweede jaar vielen enkele silhouetten op door de mengeling van commercialiteit en creativiteit waar men zo naar streeft. Het zou goed zijn moest La Cambre erin slagen om op het defilé duidelijk te maken van wie welke collectie is, dan wist ik welke studenten ik goed vond. Ik gok op Laetitia Crahay en Xavier Gigot, maar zeker weet ik dat niet.

Van het vierde jaar worden acht tot tien silhouetten gevraagd, ontworpen als een eerbetoon aan iets of iemand. Thierry Duret heeft zich zoals altijd koppig op iets gefixeerd, in dit geval het begrip moderniteit. Zijn ingenieuze ontwerpen herinneren aan de multifunctionaliteit van Miyake of de eenvoud van Helmut Lang. Op de catwalk lijkt het streng en bijna te simpel. Van dichtbij zijn het uitgekiende vilten jurken zonder een enkele naad, of hoekige gematelasseerde anoraks. Ik durf eerlijk bekennen dat ik een zwak heb voor Didier Vervaeren. Zijn collection inédith, opgedragen aan Edith Sitwell, is grappig Engels excentriek en romantisch. In stof met roze kettingmotiefjes en geel tricot wordt de typische Engelse dame neergezet. Barok en theatraal, maar draagbaar. Zijn aanstekelijk enthousiasme deed hem de prijs winnen van het maandblad Marie Claire.

Jung Ho Geortey verbaast met een collectie in het teken van Norman Rockwell. Aan de kapstok lijkt het formeel en strak. Op het podium wordt het vrolijk en dynamisch. Hong Zhu concentreert zich op het fin de siècle gevoel en vraagt zich af wat de toekomst brengt. Ze voert haar modellen uit in mannenstoffen en verdraait, plooit en drapeert eenvoudige modellen. Een getailleerde jurk met een bocheltje op de rug en een uitwaaierende rok. Een jasje dat wegdraait. Er straalt een positief minimalisme uit haar kleding.

In het vijfde jaar krijgt Samantha Adam de prijs van Weekend l’Express voor haar zwarte en marineblauwe rouwkleding. Voor een vrolijke weduwe dan wel, eentje die zwoel en elegant is. Veel bewondering is er voor Nicholas Bollinger die in een poppenhuisachtige presentatie zijn kleine-meisjeskleding toont. Zelfgeverfde felgekleurde motieven op mousseline en zijde. Geen ritsen of knopen, kleren om zo over je hoofd te trekken. Catherine Piqueray gaat op de California-cocktailtoer en brengt een prachtige gemengde collectie waarin vooral de macho-mannensilhouetten opvallen door durf en humor. Het is beslist niet politiek correct en er is binnen de jury nogal wat discussie over, van het genre : is dit wel ontwerpen, of louter stilisme ? Maar ik vind het fantastisch.

De laatstejaars van de Antwerpse Academie zitten verrassend goed op dezelfde golflengte : ze maken kleren voor echte vrouwen. Voor sterke cyberdames als Grace Jones, zoals Liesbeth Louwijck. Een collectie met hoekige schouders en een combinatie van traditionele en technologische materialen. Haar puntige schoenen krijgen de Cocodrillo-prijs van Eddy Michiels. Nana Pause zet een zachtere sfeer neer, gebaseerd op drie figuren in een verhaal van Anaïs Nin. Zware stoffen, geborduurde en geschilderde bloemen zorgen voor een Japans geïnspireerd beeld. Alexander McQueen houdt wel van deze collectie : ?Ze heeft nagedacht over wat vrouwen willen. Het is een elegant en glamoureus beeld.” Even poëtisch maar exotisch zijn de handbeschilderde jurken van Elke Dewolfs, subliem van kleurencombinaties, maar minder goed uitgevoerd.

Maureen De Clercq heeft een fantastisch concept : de logo-lady, de merkgekke madam. Jaguar, 4711, Guerlain, American Express… Elke vrouw heeft haar eigen outfit helemaal in de sfeer van het label dat ze bewondert. Prachtige presentatie, maar vreemd genoeg wordt het op de catwalk wat flauwer. Net het tegenovergestelde geldt voor Katia Fiore. De Modern Forest-collectie die in de rekken niet overtuigt, werkt op het podium wel. Het oogt fris en jong en heeft net de uitstraling die Katia wil : het contrast tussen de magische sfeer van een woud en het harde realisme van een stad. Helemaal verrassend is Manuel Samyn, die voor een ultradecadent defilé zorgt terwijl het tijdens zijn presentatie zo gewoontjes leek. Een mix van college-uniformen, kamerjassen en avondkleding wordt een reusachtige verkleedpartij waarbij elk personage zijn persoonlijke fantasmes uitleeft. Een heer in bermuda stoft een topless kamermeisje af. Een Quentin Crisp-achtig figuur neemt zijn slaafje mee uit wandelen.

Voor Florence Cattedu is het leven een opeenvolging van grote en kleine rampen, maar haar vrouw is op alles voorbereid. Onder het aloude scouts-motto ?Be prepared”, draagt de Cattedu-dame multifunctionele pakjes. Rokken ritsen open en tonen een arsenaal aan toiletartikelen, voor een onvoorziene nacht in een hotel. Of een reeks sleutels, voor autopech. Zelfs haar schoenen hebben een lippenstift als hak en een spiegeltje als teen. Meneer Van Hees van Bartsons ziet er wel iets in. ?Mensen slepen altijd meer gadgets mee in hun regenjas”, zegt hij. ?Telefoon, auto-alarm, elektronische agenda ; het wordt tegenwoordig allemaal in de zakken van de jas gestopt. Misschien kunnen we de opbergsystemen van Florence gebruiken.” De prijs voor de meest vernieuwende regenjas dus.

?Ik wilde vrouwelijke en elegante kleding maken”, zegt Stephanie Hosten. En alsof ze plots bang werd dat dit niet zou volstaan, heeft ze elk stuk verdraaid en scheefgetrokken tot een geforceerde asymmetrie. Het kan ook perfect gewoon gedragen geworden.

De prachtige Casino-opstelling van Grace Van de Velde spreekt voor zich. Viva Las Vegas, tot in de kleinste details. Stardust op een vleeskleurige avondjurk. Teerlingen als knopen. Een glitterbikini. Een sterke collectie.

Als er enige rechtvaardigheid in dit leven bestaat, wordt Guy Van De Steen een groot couturier. Zijn collectie is discreter dan de vorige en ligt daarom dicht op het randje van het louter damesachtige. De enkele mannensilhouetten zijn briljant : verrassend en nieuw. Hij krijgt de Instyl-prijs van Patrick Cabasset : een gratis stand op een salon dat creatievelingen en industriëlen met elkaar in contact wil brengen.

De firma 3 Suisses valt voor een leerling uit het derde jaar : Sibylle Rüsing, een collectie van wollen jasjes en bloemenjurken ; op een ironische manier erg vrouwelijk. De Weekend Knack modeploeg Els Van O, Olivier Rizzo en ik kiest unaniem voor Bernhard Wilhelm uit het tweede jaar, die onder het motto ?pain, perfection and propaganda” een perverse Heidi laat defileren. Stof en tricot, vlechtjes en mondknevels. Traditioneel Tirol is het niet, maar daar heeft dan ook niemand behoefte aan.

1

2

3

4

5

1. De verrassing : het defilé van Manuel Samyn ; 2. Het magische woud van Katia Fiore ; 3. Nana Pause zorgt voor vrouwelijkheid en elegantie ; 4. Twee perverse Heidi’s van Bernhard Wilhelm.Hij kreeg de Weekend Knack-prijs ; 5. De beschilderde stoffen vanElke Dewolfs.

Asymmetrische kunstjes van Stephanie Hosten.

Mannen in couture bij Guy Van De Steen.

Grace Van de Velde : queen of Las Vegas.

De Guerlain- dame van Maureen Declercq.

Catherine Piqueray kiest voor kitsch en cocktail-sfeer.

De lustige weduwe van Samantha Adam.

Edith Sitwell, gezien door Didier Vervaeren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content