Op een steenworp van de Ramblas, in de voormalige “rosse buurt” van Barcelona, koestert fotograaf Toni Catany zijn meer dan honderd jaar oude appartement. De sfeer van toen is intakt bewaard.

HILDE BOUCHEZ

FOTO’S : VERNE

Terwijl Barcelona met de Eixample van Cerdà in 1860 haar grootste urbanizatieprojekt kende en de modernisten als Gaudi rond de eeuwwisseling hun eerste bouwwerken optrokken, bleef het merendeel van de architekten statige neoklassicistische huizen bouwen. Het is in een dergelijk, intakt gebleven appartement uit 1894 dat fotograaf Toni Catany zijn intrek nam.

Als autodidakt begon Catany begin de jaren ’70 te fotograferen. Vooral met zijn stillevens verwierf hij wereldfaam. Verdorde bloemen, rottend fruit, vergeten prullaria, waren het onderwerp van zijn foto’s. Een romantische, nostalgische fotografie die het in de jaren ’80 erg goed deed. Momenteel heeft hij in Barcelona een tentoonstelling lopen die een fotografisch reisverslag vormt van zijn tochten langs de Middellandse Zee, op zoek naar overblijfselen van de Mare Nostrum uit de oudheid. De zwart-witbeelden zijn aangrijpend en getuigen van eenzelfde nostalgie naar het vergankelijke. Zelf noemt hij zich geen kunstenaar : “Ik ben fotograaf, ik maak trouwreportages, werk voor tijdschriften en hou me bezig met vrij werk. Het is de omgeving die bepaalt wanneer iemand een kunstenaar is, niet de kunstenaar zelf. Die leeft op zijn eigen manier en creëert naar eigen noodzaak. “

In de Nou de la Ramblas bewoont Catany de principal, of het gelijkvloers van een statig appartementsgebouw. De principal is altijd de meest rijkelijk aangeklede woning van de Barcelonese appartementsgebouwen. Vandaag zijn ze echter veel minder in trek, omdat het daglicht er schaars is en het lawaai van de straat storend. De hoogst gelegen appartementen die boven de stad uitkijken, hebben nu veel meer sukses. Bovendien was 15 jaar geleden, toen Catany de woning kocht, niemand erin geïnteresseerd. De buurt was immers bezaaid met kleine pensions waar alleen prostituées, kleine boeven en gepeupel een onderdak zochten. Tijdens de grote schoonmaakaktie die de stad ondernam voor de Olympische spelen, werden ze onbewoonbaar verklaard en verhuisden met de pensionhouders ook de gasten. De buurt is momenteel aan herwaardering toe. De vele paleizen, nog daterend van voor het eerste urbanizatieprojekt van Cerda, worden gerestaureerd. Bouwvallige woningen worden met de grond gelijkgemaakt en nog steeds heerst er een bouwwoede die zelfs na de Olympische spelen niet te stuiten lijkt. Het is ook in die buurt dat Richard Meier het nieuwe museum voor hedendaagse kunst neerplantte. Dat de stad binnenstebuiten wordt gekeerd, vindt Catany een goede zaak : “We gaan vooruit. Trieste buurten als deze zijn een nieuw leven beschoren. Het is een algemene verbetering voor de Barcelonezen, en wie meent dat de fantastische sfeer van Barcelona op die manier aan het doodbloeden is, zit fout. De Ramblas bijvoorbeeld is een gegeven dat nooit zal veranderen. Sommige buurten worden meer toeristisch, andere herleven en krijgen een nieuw karakter. Een stad moet leven en veranderingen ondergaan. “

Catany kocht de woning van de dochter van de oorspronkelijke bouwheer. Doordat het huis gedurende meer dan honderd jaar slechts door twee gezinnen bewoond werd, bleef het tot op vandaag in zijn oorspronkelijke staat bewaard. Hij leeft er als een kluizenaar, vergeten door de tijd. De dekoratie-elementen op de vloeren, muren en de zoldering die dateren van het einde van de vorige eeuw, zijn autentiek. De damasten muurbekleding, het beschilderde toilet, de badkamer zijn als aan de tijd ontsnapt. De woning ademt nog steeds de sfeer van 100 jaar geleden.

De grote ontvangstzaal die zich aan de straatkant bevindt, ligt als een verstild decor te wachten op een volgend evenement. De zaal wordt nu gebruikt als fotostudio. Flitsen, oude en nieuwe fototoestellen en dekoratiemateriaal hebben er een onderkomen gevonden. De imponerende zoldering in rococo-stijl, met een prachtige trompe-l’oeil, de goudbeschilderde moulures en de tot in het kleinste detail uitgewerkte muurbekleding, getuigen van de rijkdom van het eind van de vorige eeuw.

Een lange gang verbindt deze zaal met het woongedeelte, waarachter een groot terras ligt dat uitgeeft op de achtergevels van de omliggende appartementsgebouwen. Catany gaf een eigen ziel aan de kamers door de veelheid aan souvenirs en fotografische werken. Foto’s van vrienden-fotografen als Paul Den Hollander of Jozef Saudek hangen er naast meesterwerken van Robert Doisneau. Maar het merendeel van de foto’s zijn oude plaatjes die hij op de rommelmarkt vond en in een passende omlijsting nonchalant aan de muur hing. De meeste meubels en accessoires vond hij immers op de rommelmarkt, zoals de art-decolamp boven de eettafel. Slechts de helft van de lampen kunnen werkelijk branden, omdat de andere op gas werken. De gasleidingen zijn nog altijd tegen de zoldering bevestigd, maar uit vrees dat ze verstorven zijn, sloot Catany ze niet aan.

Uniek in het rariteitenkabinet van Catany is de grote vierge die hij in zijn studio staan heeft. Kleinere eksemplaren vind je overal in het huis, maar de grote ontklede maagd is uitzonderlijk. “Aan de vorm van haar voeten zie je dat het een stervende maagd is die tijdens de Mariaverering van 15 augustus in processies gedragen werd, ” verklaart de fotograaf.

Vanop zijn vele reizen bracht Catany waardevolle oudheden mee die hij er vond of kreeg. Zijn vergaarde schatten staan samen in een kast in de zitkamer : een 16de-eeuws terracotta beeldje van de Dogon, Romaanse glazen bekers, delen van een ketting uit Jordanië, een 12de-eeuws terracotta hoofd van Djenne, een silex die hij zelf in de Sahara vond…

In een kast in de gang staan de kleurrijke souvenirs en curiosa die hij veelal gebruikt bij de opbouw van een Natura Morta. Opvallend zijn ook de vele glazen stolpen met daarin prachtige schelpen boeketten. Een traditie die slechts door enkele oude vrouwen verdergezet wordt in Mallorca, het eiland waar Catany geboren is en waar zijn hart nog steeds vol van is. “Het maken van dergelijke boeketten neemt soms jaren in beslag omdat er niet altijd genoeg identieke schelpjes aangespoeld zijn. Het is een ongelooflijk nauwgezet werk, waar blijkbaar alleen oudere vrouwen nog het geduld voor hebben, ” vertelt Catany.

Kreativiteit en kunst in het algemeen boeit hem. De mezzanine die hij in de hal bouwde, is tot in de nok gevuld met naslagwerken en catalogi van gekende en minder gekende kunstenaars en critici. In de hal hangt een werk van Guinovart, een bekend Spaans schilder, ernaast een werk van de beginnende kunstenaar Barcelo en boven het kleine tafeltje in de zitkamer een werk van de Mallorcaanse kunstenaar Roca-Fuster. “Bewust kollektioneren doe ik niet, ik koop die dingen waar ik intuïtief van hou. Dat kan een oude foto zijn op de rommelmarkt, of een werk van een groot kunstenaar. Bovendien koop ik nooit in funktie van mijn huis. De woning is een fantastisch decor op zich, waarin ik werk en woon en waaraan ik door een veelheid aan objekten mijn eigen ziel toevoeg, ” besluit Toni Catany.

Achter de ontklede maagd een van Catany’s vele rariteiten weerspiegelt zich de rijkelijk bewerkte ontvangstzaal die nu dienst doet als fotostudio.

Op zijn vele reizen vergaarde Catany waardevolle oudheden en curiosa die hij gebruikt in zijn stillevens.

Zoals de rest van de woning, ademt de woonkamer met de intakt bewaarde vloeren en muren, de sfeer van honderd jaar geleden.

Het interieur werd aangekleed met accessoires van de rommelmarkt, zoals de art-decolamp boven de eettafel. Onder : het oorspronkelijke, met bloemen versierde toilet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content