“Er kan een enorm verschil zijn tussen wat ik denk en wat het personage in mijn boek denkt. Dat is voor mij het plezier van schrijven.” A.M. Homes over haar nieuwste “Een brandbaar huwelijk” en over haar interesse voor seks in alle variaties.

Ooit schreef A.M. Homes dat ze is geadopteerd, dus dat lijkt een geschikt onderwerp voor een vraaggesprek met iemand die in haar nieuwste boek enkele wonderlijke gezinnen beschrijft. Maar daar denkt de auteur anders over. Op de vraag of ze haar biologische ouders kent, antwoordt ze: “Dat is een interessant verhaal dat ik ooit zal opschrijven. Meer zeg ik er niet over.” Als vervolgens blijkt dat die ouders weten wie zij nu is en ik haar vraag of zij het werk van A.M. Homes waarderen, zegt ze: “Dat kan me dus echt niks schelen.”

Amy M. Homes is geen geschikte kandidate voor een warm persoonlijk interview. Want ze vindt dat haar persoonlijke achtergronden er niet toe doen. Haar leeftijd (achter in de dertig) acht ze irrelevant. Details over haar naam ook (soms zegt ze dat de M staat voor middle, ofwel de tweede initiaal). Haar seksuele voorkeur vindt ze evenmin interessant als gespreksonderwerp, hoewel menigeen daar nieuwsgierig naar is gezien de opvallende aanwezigheid van uiteenlopende seksuele geaardheden in haar boeken. Zo ontdekt een tiener in Jack dat zijn vader homo is; Het einde van Alice gaat over een oudere man die een jong meisje misbruikt en vermoordt, en over een jonge vrouw die het aanlegt met een jongetje; in het nieuwste boek Een brandbaar huwelijk beleven twee degelijke huisvrouwen een even kortstondige als heftige verhouding.

Dat nieuwe boek gaat over een gezin in suburbia dat ogenschijnlijk alles heeft om gelukkig te zijn maar het niet is. De ouders Paul en Elaine steken hun huis in brand. Ze hebben geen idee van wat er in hun kinderen omgaat en dat kan hen vaak ook niet schelen. Paul gaat vreemd en Elaine ook. Een ander stel in de buurt is voor de buitenwereld het perfecte koppel, maar ook achter die façade gaat een andere wereld schuil.

Toevallig verscheen in de VS een paar maanden na A.M. Homes’ boek de veelgeprezen film American Beauty, waarin soortgelijke thema’s aan bod komen. Homes: “Die film heb ik gezien, ja. Vrienden dachten dat ik het vreselijk zou vinden omdat het zoveel op het boek lijkt, maar ik vond het prachtig om te zien hoe de film de verschillende lagen vangt in zo’n buurt. Hoe de diverse levenspaden elkaar kruisen. Hoe mensen dingen doen die invloed hebben op het leven van anderen. Mensen met levens in hun leven.”

Betekent het iets dat zo’n film en uw boek bijna gelijktijdig uitkomen?

A.M. Homes: Dat zou ik niet weten, zulke dingen gebeuren. Het doet me denken aan de schietpartij in de school in Colorado. Dat was drie weken nadat het boek verscheen, en daarin gebeurt ook zoiets. Sommigen vroegen verbaasd of ik dat had voorzien. Nee, maar blijkbaar pikte ik iets op dat in de lucht hing.

Een element in zowel het boek als de film is de teleurstelling die getrouwde mensen na verloop van tijd ervaren. Elaine denkt over Paul: het had meer kunnen worden maar het is minder. Overkomt dat veel echtelieden?

Die indruk heb ik wel. Iedereen heeft de verwachting dat het steeds beter wordt, dat je vele jaren van elkaar geniet. Maar vaak komen op den duur niet onze betere kanten naar voren maar de mindere. Daar maak ik me wel zorgen over. Het lijkt iets onvermijdelijks. Tegelijk doe ik mijn best het in mijn leven niet te laten gebeuren. Je moet met je hoofd boven water blijven en niet door een ander omlaag worden getrokken.

De gemeenschap die u beschrijft wordt nerveus als een van de leden van die groep verandert. Waarom?

Dat gebeurt. Ik maakte het onlangs nog mee met een stel dat een scheiding aankondigde. We dachten allemaal dat het een perfect huwelijk was. Na de aankondiging was iedereen ontregeld, meer dan zijzelf. De scheiding werd beangstigend gevonden. Men vindt het geruststellend als de dingen hun gang gaan en koppels koppels blijven.

Wat fascineert u zo in suburbs?

Het is een fenomeen dat na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan, toen men een gevoel had recht te hebben op zo’n plek. Mannen kwamen terug, gezinnen verlieten de steden voor de ideale locatie buiten de stad. Het ging over meer welvaart, over het najagen van de Amerikaanse droom. Suburbia werd daar het symbool van. Tegenwoordig is het een lelijk woord, bijna beledigend. Suburbs zijn ordinair. De eerste generatie die er opgroeide geeft de plek de schuld van veel dat misging, van dromen die niet uitkwamen en verwachtingen die geen werkelijkheid werden.

In Florida ligt het stadje Celebration, in opdracht van Disney ontworpen volgens ideeën van vroeger, met veel regels en gemeenschapszin. Wat betekent het bestaan van zoiets?

Ik groeide op in Washington en daar waren twee gestructureerde gemeenschappen waar je een type huis kon uitzoeken en waar je je aan allerlei regels had te houden, bijvoorbeeld over de buitenkant van je huis. Veel bewoners hielden wel van die duidelijkheid. Maar anderen vonden het vreselijk, zo’n gebrek aan vrijheid. Nu zie je met Celebration dat de mensen die er wonen het best vinden, en de buitenstaanders vinden het niks. Het is een systeem van zelfselectie, het trekt gelijksoortige types aan. Dat had je vroeger ook. Suburbs waren voornamelijk blank. De schrik als er ineens een zwart gezin kwam wonen! Amerikanen mogen graag beschermen waarop ze denken recht te hebben.

Kijkt u graag bij mensen naar binnen als u over straat loopt?

Ik rijd graag met de auto rond als het donker is en in de huizen de lampen branden. In de stad doe ik het eigenlijk niet, misschien omdat er simpelweg te veel ramen zijn. Maar in de suburbs wel. Veel rondrijden vind ik heerlijk en dat heb ik altijd gedaan. Nee, ik stap niet uit om met de mensen te praten. Ik kijk om me heen. Overigens was de buurt waar ik opgroeide niet echt een suburb. Heel gemengd, met veel ambassadetypes en ambtenaren, maar niet doorsnee.

Nu woont u in Manhattan, het tegenovergestelde van een suburb.

Amerikanen van buiten New York denken dat deze stad een vreselijke plek is, maar New Yorkers zijn aardiger tegen elkaar dan Amerikanen in de rest van het land. Omdat het een moeilijke stad is waar je dagelijks rare dingen meemaakt. Je krijgt een band met de anderen als je bepaalde ervaringen deelt, zoals een vreselijk onaangename rit in de metro tijdens het spitsuur. New Yorkers praten veel tegen elkaar. Rangen en standen tellen hier veel minder, iedereen is slachtoffer van de omstandigheden. In New York ligt het vreselijkste appartement op een steenworp afstand van enorme luxe, maar in suburbs zie je nooit een goedkoop huis naast een villa.

Fantaseert u veel over mensen die u om u heen ziet, over hun verborgen kanten?

Nee, ik kijk veel. Je kunt veel afleiden uit wat je ziet. Ik probeer vanuit hun binnenkant naar buiten te kijken en hen zo te begrijpen. Ik ben nogal goed in het scheppen van karakters, maar ik wil dat het zelfstandige karakters zijn. De manier waarop ze praten, wat ze zeggen, dat moet van het personage zelf komen. Ik hou helemaal niet van boeken waarin de stem van de schrijver alom aanwezig is.

Ergens in het boek ziet het 13-jarige zoontje een agent het huis uitkomen en dan vraagt hij aan zijn moeder of ze geneukt hebben. De vraag en uw woordkeuze getuigen niet van veel illusies over kinderlijke onschuld.

Die heb ik ook niet. Het gaat erover wat het kind ziet, hoe hij dat waarneemt, wat hij denkt. Kinderen weten veel meer van hun ouders dan de ouders denken. Ouders zijn volledig aan hun kinderen blootgesteld. Ze verbergen weinig omdat ze denken dat het de kinderen niet opvalt.

Er is nog een verschil tussen weten en respect. Deze zoon respecteert zijn moeder geenszins.

Klopt, maar die ouders hebben ook weinig respect voor hun zoon. Ze zijn vreselijk met zichzelf bezig en hebben er geen idee van wat er in de kinderen omgaat. Dat geeft dat kind niet het recht te doen wat hij doet, maar zo is hij nu eenmaal.

Zo hebt u hem gemaakt.

Ik probeer vooral te doorzien wat past bij de personages. Indachtig hun achtergrond en opleiding vraag je je af welke taal ze gebruiken, welke gevoelens er opborrelen. De ergste boeken zijn die waarbij je de hand van de schrijver overal bemerkt. De karakters moeten jou informatie geven. Jij tekent de contouren en de rest vullen ze zelf in. Er kan een enorm verschil zijn tussen wat ik denk en wat het personage denkt. Dat is voor mij ook het plezier van schrijven: denken over dat verschil.

U besteedt veel aandacht aan lichaamsfuncties: winden, kotsen en seks in allerlei variaties. Waarom?

Geen idee. Het kan me ook niet zoveel schelen, ik sta er zelden bij stil. Ik zou er wel een verhaal bij kunnen bedenken, dat we allemaal in een lichaam zitten of zo, maar dat zou gezocht zijn.

In Het einde van Alice wordt de man in de gevangenis door een celgenoot geneukt en u beschrijft zijn fysieke ervaring in detail. Hebt u mannen daarover ondervraagd?

Zeker. Voor dat hele boek heb ik veel onderzoek gedaan en met veel mensen gepraat. Dat doe ik altijd. Met vrienden praat ik altijd over allerlei aspecten van het leven, ook over seks. Iedereen doet aan seks maar bijna niemand praat er makkelijk over. Dat vind ik boeiend. Hoe de een tot de ander wordt aangetrokken, en hoe onverklaarbaar dat is. In het nieuwe boek krijgt iemand een tatoeage. Om zo’n ervaring te doorgronden, heb ik mijn uiterste best gedaan mee te mogen met iemand die zoiets zou ondergaan. Niemand wilde. Dus heb ik met allerlei mensen gepraat die het achter de rug hadden.

Wat vindt u van de pogingen van de burgemeester van New York om de pornozaken uit het centrum te verdrijven?

Dat is een slecht idee. Je maakt het de mensen alleen maar moeilijk om porno te krijgen maar dat weerhoudt hen niet. De burgemeester doet iets aan de oppervlakte maar niks aan het verschijnsel zelf. Waarom willen mensen het hebben? Wat komen ze te kort? Hoe zorg je ervoor dat porno niet meer interessant is? Dat zijn relevante vragen.

Het einde van Alice werd in Engeland door de keten WH Smith van de schappen gehaald. Waarom is dat niet in het preutse Amerika gebeurd?

Het was een verkiezingsjaar en dan wil men het niet over zo’n beladen onderwerp hebben. In Engeland maakte een organisatie er een kwestie van en toen volgde Smith. Ik gaf daar meer dan twintig interviews per dag, vijf dagen lang, en meestal met mensen die het boek niet hadden gelezen. Dan riep iemand: “We zijn tegen seksueel misbruik van kinderen.” Dan zei ik: “Ik ook, en hoe nu verder?” Kinderen worden overal seksueel misbruikt. Alleen maar tegen zijn helpt niet. Waar te beginnen? Hoe maak je mensen duidelijk dat ze kinderen moeten respecteren? Hoe maak je duidelijk dat er een groot machtsverschil is? Ik heb geen antwoorden, maar het helpt ook niet om in zelfgenoegzaamheid op criminelen te schelden en lijsten te verspreiden van waar ze wonen. Dat is achter de feiten aanhollen. Iedereen wordt er hysterisch van, en uiteindelijk intolerant tegenover elke gedrag dat anders is dan dat van de meerderheid. Het aanwijzen van een paar daders geeft een vals gevoel van veiligheid. Daders of potentiële daders kunnen bij die mensen onder hetzelfde dak leven, en toch vermoeden die mensen niets. Het kan overal gebeuren. De een wordt crimineel en de ander niet. De scheidslijn is dun.

In een discussie over het onderwerp stelde u meer vragen dan u antwoorden gaf. Is dat uw rol?

Het is mijn doel met boeken vragen op te roepen. Ik kan de vragen niet beantwoorden. Ik kan wel proberen uit te vinden wat ik van bepaalde dingen vind. Ik heb een hekel aan boeken die zelf het antwoord aanreiken. Ik word liever aangezet tot nadenken.

Vindt u het prettig lezers te provoceren?

Nee, ik wil dat ze nadenken. Over het leven. Over hun leven. Of ze misschien iets op een andere manier moeten doen. Ik heb er geen behoefte aan te choqueren maar ga het ook niet uit de weg als het verhaal dat met zich meebrengt. Ik speel graag met woorden en ideeën. En in het slot van Het einde van Alice speel ik met de lezer. Ik terg hem, en kijk hoe ver hij wil meegaan.

Tijdens dit gesprek hebt u soms opmerkelijke verschillen in gelaatsuitdrukking. Het ene moment zie ik een volwassen verstandige vrouw en dan weer een ondeugend meisje van zestien.

Dat kan kloppen. Zo ben ik nu eenmaal. Altijd alle leeftijden. Ik weet niet of me dat geschikter maakt voor het schrijven, maar ik geloof wel dat je voor het bedrijven van fictie moet beschikken over enige naïviteit. Je moet een beetje idioot zijn om te denken dat je een verhaal kunt vertellen. Tegelijk sta ik volop in de wereld en ben ik bezorgd over en betrokken bij wat er om me heen gebeurt.

Weet u of uw adoptieouders Het einde van Alice mooi vonden?

Dat heb ik hen niet echt gevraagd.

Weet u of ze het hebben gelezen?

Mijn moeder zei dat het goed was geschreven. Of zo.

Vindt u hun mening belangrijk?

Jawel, maar als ik schrijf hou ik me er niet mee bezig. Met niemands mening. Zodra je dat gaat doen, heb je een probleem. Over dat boek sprak ik met mezelf af dat ik zou doorgaan ongeacht de ontwikkeling van het karakter, ook als het resultaat me toevallig niet zou aanstaan. Ik sta in dienst van een verhaal dat verteld moet worden.

A.M. Homes, Een brandbaar huwelijk. De Bezige Bij, 799 fr.

Jim Schilder

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content