‘KM3’, het nieuwe boek van het Nederlandse architectenbureau MVRDV, onderzoekt hoe de aardoppervlakte efficiënter ingedeeld kan worden. Daarmee, zeggen ze, begeven ze zich op het domein van de sciencefiction. De projecten en dromen van architect Winy Maas.

Omschreven als Koolhaasianen en anti-Calatrava’s, als ‘op het randje’ en als beeldenstormers : architectenbureau MVRDV is bekend tot ver buiten Rotterdam. De architecten Winy Maas, Jacob van Rijs en Nathalie De Vries studeerden samen af aan de Technische Universiteit van Delft, gooiden de eerste letters van hun achternamen samen en richtten een bureautje op.

Vijftien jaar later bouwen ze van Nanjin tot Kopenhagen. Hun werk staat voor vernieuwing en innovatie. Intussen werkt het bureau met bijna vijftig personen, niet alleen aan concrete opdrachten, ze doen ook theoretisch onderzoek : studies over architectuur, urbanisme en landschappen. Die dienen als achtergrond bij een te realiseren project, als basis voor een tentoonstelling of om nieuwe methoden, technieken en software te ontwikkelen. De evolutie van die theorieën zijn voor een buitenstaander te volgen in hun realisaties, maar ook in de boeken. Eind 2005 was het weer zover : KM3 is een kanjer van 1200 pagina’s, verdeeld over tien hoofdstukken. Samen goed voor twee kilo papier. Dat was nochtans niet het opzet : ” KM3 is een verzameling miniboeken, origineel bedoeld als een serie bundels die in de loop van jaren gepubliceerd zou worden.”

Denkoefeningen, studies, dromen of beschrijvingen van gerealiseerde projecten zijn samengebracht rond een thema dat MVRDV niet vreemd is. Met KM3 blijft Winy Maas hameren op de spijker die hij in 1998 met het boek Farmax voor de eerste keer stevig neerplantte : het vraagstuk van ruimtecreatie en plaatsbesparing in de hedendaagse – stedelijke – architectuur.

Is KM3 een vervolg op alle voorgaande boeken ?

Winy Maas : Jazeker. Ik schuw het doorgaan niet. Ik bespeur een tendens in de architectuur om van de ene ontwikkeling in de andere te springen. Architecten kunnen heel gauw opportunisten zijn die, mede door afhankelijkheid van de opdrachtgevers, met de mode meewaaien. Dat is voor een deel begrijpelijk, maar tegelijkertijd belemmert het de concentratie. Het leek mij van belang om een product te maken dat probeert dieper in te gaan op een bepaald onderwerp.

Speelt vooral die driedimensionale stad daarin de hoofdrol ?

Ja. Uiteindelijk is het de constructie van een stad die zich uitstrekt van links naar rechts, van voren naar achteren, van boven naar onderen. Die is in wezen eindeloos. Dat kan beklemmen, maar dat kan ook bevrijden. Er is namelijk ruimte ! Het is sciencefiction, letterlijk : aan de ene kant kennis en aan de andere kant fictie. Het is een balans. Ik denk dat die fictie ook een medium is waar architecten het best goed in kunnen zijn. Waar ze samen met Steven Spielberg wat zouden moeten doen.

Hoe omschrijft u de hoofdboodschap van het boek ?

Het is een pleidooi voor capaciteit, voor het geven van mogelijkheden. Voor het maken van ruimte, zodat we weer meer kunnen. Zowel in grootschalige gebieden als in de manier waarop je met architectuur kunt omgaan. In wat architectuur kan genereren.

In dit boek staan dus zowel gerealiseerde projecten als dromen ?

Er zitten veel dromen in en veel realisaties, maar het laat vooral zien hoe een filosofie zich vertaalt in gebouwd werk van ons bureau. En omgekeerd : we laten zien dat de dingen ook letterlijk mogelijk zijn. Niet alleen in stadsbuurten, maar ook met een 1500 m2 museumprogramma. Ook daarmee kun je een bijdrage leveren aan die zich openende en vergrotende maatschappij.

Wat zijn uw favoriete hoofdstukken ?

Er zitten slips of the pen in : dingen die ik me niet mocht permitteren, maar die ik me toch gepermitteerd heb. Tussenstukjes van verschillende signatuur. Van persoonlijke ontboezemingen in mijn geboorteplaats tot en met… ( zwijgt).

Het hoofdstuk Hyperoptimized World is natuurlijk erg mooi. Het is een plan voor de hele aardbol. Dat is eigenlijk een berekening : met hoeveel mensen kunnen we hier nou eigenlijk wonen op deze bol ? We praten allemaal van “Nederland is vol ! België is vol. Frankrijk ? Vol ! Maar als je alles een beetje herverdeelt, grenzen openstelt, kijken waar je optimaal de spullen neer kunt zetten, nou dan kunnen we best nog wel een tijdje vooruit. Zonder nieuwe technologieën kunnen we tien keer zo groot worden als de huidige wereld. Zeg maar 63 miljard mensen. Doen we verder aan optimaliseren. Gaan we nog een technisch stapje verder, dan hebben we nog eens zo’n slag te gaan. Dus in die zin is er best wel toekomst.

Er is de laatste tijd veel negativisme in de samenleving. Zeker in de westerse samenlevingen. Met uitschieters in politieke moorden en rellen in de buitenwijken van Frankrijk. Daarbij krijg ik het gevoel dat angst een belangrijk onderdeel van het bestaan geworden is. En dat intimideert nieuwe generaties studenten in architectuur. Ik hoop met een zeker optimisme die angst te kunnen pareren en ook te relativeren. Daarom vind ik dat zo’n mooi hoofdstukje. Een obsessieve calculatie is het. Het stelt niets voor, in zekere zin. Maar het stelt ook heel veel voor. En die combinatie vind ik heel attractief. Het idee dat er nog veel gebeuren kan. Dat je met wat gezond verstand nog heel wat kunt doen.

Ligt die taak dan alleen bij architecten ?

Neen, natuurlijk niet. Maar architecten kunnen het visualiseren. Daarom is het boek ook breder bedoeld. En daarom is de architectuur daarin ‘direct’ begrijpbaar en communicatief. Wat mij verbaast is dat architectuur de laatste tijd alleen maar over poëzie en vorm gaat. Licht en wit en mooie ruimten. Prachtig, maar er is veel meer onder de zon. We kunnen ook pervers zijn. We kunnen ook choquerend zijn of hulpvaardig. We kunnen ook wijzen op dingen. We kunnen zelfs politiek zijn.

Kunnen of moeten ?

Op momenten dat de wereld afglijdt naar formalisme, denk ik, moeten we. Ik wil ook niet ontkennen dat de poëzie en het schone en het mooie niet noodzakelijk is om te kalmeren en te plezieren en te verleiden. Maar je moet die wapens ook durven in te zetten ten behoeve van een wijdere agenda. Ik wil ook niet zo’n priester zijn die alleen maar pleit voor wereldverbetering. Daarom is, denk ik, mijn antwoord dubbel. Maar ik denk wel dat het enorm veronachtzaamd is de laatste twintig jaar.

Architecten nemen hun sociaal maatschappelijke verantwoordelijkheid niet meer op ?

Onderhuids wel, maar ze maken het niet zichtbaar. En een tweede ding is dat je eindigt in valkuilen van clichés. Je moet het op het juiste niveau doen. En het juiste niveau is niet altijd een klein project. Je moet het onder de aandacht willen brengen van het parlement, of van een doelgroep of belangengroep. En daar tref ik weinig van mijn vakbroeders aan.

Het Antwerpse stadsbestuur keurde vijf jaar geleden de visie en het ruimtelijk kader van het masterplan van MVRDV voor het Kievitplein aan het Centraal Station goed. Van die plannen, die niet bindend waren, bleef niet veel over. U kwam zelfs naar Antwerpen om te protesteren.

Ik heb niet voor niets die moeite gedaan om suggesties te leveren voor dat plan. Om een bijdrage te leveren van hoe ik denk dat Antwerpen goed zou kunnen zijn. Dat op het moment van de finale teloorgang nog eens rapporteren, leek mij een nuttige en zinvolle bijdrage.

Wat vindt u van de toekomstvisie van de overheden ? Denken ze voldoende vooruit ?

Och, dat is heel wisselend, er zijn allerlei soorten overheden. Dat zowel Nederland als de Zwitserse regering zich gaan verdiepen in de combinatie van software en architectuur, vind ik heel bemoedigend. Natuurlijk bespeur ik ook veel frustraties bij de Nederlandse politici. Sommigen voeren die ruimtelijke agenda niet, die hebben dat verloren. Wat natuurlijk dom is voor zo’n dichtbevolkt land. En daar begrijp ik inderdaad niets van.

De wereld is een grote contradictie. Een paradox van dingen die naar beneden gaan en andere dingen die naar boven gaan. Als je de mogelijkheid hebt als bureau of architect om op verschillende plekken te werken is het goed om die twee dingen met elkaar in verband te brengen. Ik denk dat het boek dat probeert, die ups en downs zichtbaar te maken en hopelijk in te grijpen. Uiteindelijk ben ik architect en wil ik bouwen, ik ben geen analyticus.

Alsof het met zijn zeven cm nog niet dik genoeg is, steekt u ook nog een dvd bij het boek. Waarom ?

Deze werkelijkheid kan niet meer gevat worden in een boek. En we breiden verder uit met een internetdatabank. Op de dvd staan filmpjes, die verhalend en ondersteunend zijn en software met alle data.

U geeft alles weg.

Dat is zeker zo, maar in een tijd waar alles zo snel gaat en waar iedereen jat en kopieert waar je bij staat, is het niet erg. Dan is het eigenlijk zaak om gewoon maar alles weg te geven en te vertrouwen op de innovatie van het bureau. Het is ook een uitdaging naar mezelf : ” Okay, what’s next ?” Een zenattitude, een soort geestelijke maagspoeling, zeg maar. Tevens is het een kosmopolitische houding : het vertrouwen in die transparantie van de samenleving. Ik ben geen aanhanger van het mysticisme, van het verborgene of het obscure. Ik begrijp wel dat er verleidelijke kanten zitten aan het mystieke. Je kunt ook niet alles oplossen. En algauw kan openheid leiden tot hulpeloosheid. Maar dat risico nemen we.

Wat is de stap na de driedimensionale stad ?

Er zijn twee suggesties in het boek verborgen die iets zeggen over waar ik nu mee bezig ben.

En dat zijn ?

The evolutionary city en de skycarcity. Het eerste gaat over de toepassing van artificiële intelligentie en gaming groups in ruimtelijke planning. Daarin proberen we het interactieve gevecht tussen de steden nog duidelijker te modelleren en te begrijpen. We willen een software ontwikkelen die dat snapt en die dat ook kan becommentariëren. Daarbij haakt het aan bij de eerder reflexieve computerontwikkeling die wij doen.

Skycarcity is een model voor een stad waarin de auto vervangen is door een vliegende auto. Hoef je niet meer te parkeren op straat, je kunt overal parkeren. En het zit er aan te komen, autofabrikanten zoals Rolls-Royce werken daaraan. Je krijgt compleet andere steden. Hoe ziet zo’n stad eruit ? Weet jij het ?

Neen.

Ik ook nog niet. Maar dat wil ik wel graag maken. Die nieuwsgierigheid naar dat nieuwe, dat is de volgende stap die mij drijft en waar je al stukjes van ontwaart in dit boek. Telkens als je onderzoek doet, ontstaan er weer gaten voor nieuwe onderzoeken, het perpetuum mobile van verdieping…

Info : KM3, Excursions on capacities,

MVRDV, Actar, 65 euro, 1200 p.

Wat nog komt

Nieuwe wetten in Nederland vereisen dat de traditionele openluchtmarkten waar vlees en vis verkocht worden, overdekt moeten worden. Dat inspireerde MVRDV om de markthal in vraag te stellen. En om het idee te gebruiken om de stadsoppervlakte nog efficiënter te gebruiken : MVRDV wil de Rotterdamse markt overkoepelen met huizen. “Dat wordt spannend”, vindt zelfs Winy Maas. “Het is eigenlijk wel een heel stoer project, met woningen om de markt heen.” (KM3 p. 1040)

Woonblokken uit de jaren 50 en 60 waren aan vervanging toe. MVRDV tekende een compact blok, zodat het nabijgelegen park weer ruimte kan innemen. “In het blok komt dan een soort collectieve huiskamer, met zachte meubelen, decoratieve muren en planten”, verduidelijkt Maas. (KM3 p. 1000)

In Nanjin tekent MVRDV een kunstcentrum, winkelcentrum, galerijen, studio’s en een vliegend hotel dat in een reeks van

gebouwen naast het geplande Yi Lan Zhai museum van architect Kisho Kurukawa moet komen. “De eerste gebouwen worden nu gerealiseerd.”

(KM3, p. 944)

In Liuzhou bekleedt MVRDV eroderende, afgehakte mijnbergen in het World Heritage Park Karstplateau met 2000 hangende woningen. De eerste wand is momenteel in aanbouw. (KM3, p. 734)

Leen Creve

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content