Het ene duo heet ‘Wouters & Hendrix’ en viert dit jaar zijn twintigjarig bestaan. Het andere noemt zich ‘Les Deux’ en zet zijn eerste stappen in het juwelencircuit. Weekend Knack zette ze samen aan tafel.

:: De verjaardagseditie van Wouters & Hendrix ligt nu in hun winkel in

de Lange Gasthuisstraat 13, 2000 Antwerpen en kost 700 euro.

Info : W&H : 03 231 62 42

Les Deux : www.lesdeux.be

E-mail info@lesdeux.be

Wie Wouters zegt, zegt Hendrix : na twintig jaar vormen die twee een hechte tandem. Zo hecht dat ze zelf vaak niet meer weten wie wat heeft ontworpen. Zo hecht ook dat ze de Jansen en Janssen van de juwelen worden genoemd, verwisselbaar voor wie hen niet kent. “Mensen kunnen ons dikwijls niet uiteenhouden”, lacht Katrin Wouters. ” Karen is blond en heeft lichte ogen, ik ben donker en heb donkere ogen.” Of nog : Karen draagt nooit juwelen, Katrin wel.

Aan de andere kant van de tafel zitten twee jonge mensen die nog maar pas een span vormen en sinds enkele seizoenen aan de weg timmeren. Joele Huybrechts – uit te spreken zoals je het leest – volgde de opleiding edelsmeedkunst aan de academie ; Dimi De Cooman studeerde grafische vormgeving. Samen zijn ze Les Deux, een nieuw juwelenmerkje op de Belgische markt.

In beide gevallen vormde de academie het platform waarop ze elkaar troffen. “Wij zijn niet samen in zee gegaan omdat we de dikste vriendinnen waren”, lacht Katrin. “Eigenlijk hebben we elkaar gevonden door ons werk. Ik vond dat Karen heel sterk werk maakte. En blijkbaar was dat wederzijds. Het was een goede basis voor onze samenwerking, want daardoor aanvaard je ook gemakkelijker kritiek. We respecteren elkaars mening en gaan daarmee verder.”

Dimi : “Toen Joele in het voorlaatste jaar zat, heb ik haar geholpen met een presentatie van haar werk, het jaar daarna zijn we nog intenser gaan samenwerken. Dat ging perfect. Samen een verhaal vertellen, is geweldig. En dus zijn we ermee doorgegaan.”

Twintig jaar geleden had je in België twee uitersten : de juwelier met veel goud en glitter en het goedkopere fantasiejuweel. Als ‘Wouters & Hendrix’ hebben jullie daar een element aan toegevoegd : modejuwelen die niet ‘cheap’ zijn maar ook niet extreem duur.

Katrin : “Het heeft even geduurd voor we inzagen hoe we wat we tijdens onze studie hadden geleerd, konden omzetten in iets waarvan we misschien zouden kunnen leven. Het maken van unieke stukken staat ook enorm ver van mode, terwijl ik juist graag daar heel dichtbij wilde werken. Mode was eigenlijk mijn eerste liefde, maar omdat ik beter ben in het prutserige en het detail, ben ik mij gaan concentreren op juwelen. Tijdens een reis naar New York liet ik mijn werk zien in een juwelengalerie, en men was meteen geïnteresseerd : ‘Kun je dat niet in productie brengen ? Calvin Klein komt hier regelmatig en ontleent hier juwelen voor zijn modeproducties… ‘ Dat was voor mij echt een openbaring. Alsof alle puzzelstukken op hun plaats vielen : de ontdekking dat ik met die juwelen een link kon maken naar mode.”

Joele : “Ik wist van in het begin dat ik na mijn studie een commerciële collectie zou proberen te maken. Dat is, denk ik, een verschil : toen jullie begonnen met juwelen als accessoire bij mode, kende men dat hier nog niet. Nu zijn er wel meer die dat brengen, misschien te veel zelfs. Wat het ook weer moeilijk maakt, want de concurrentie is groter.”

Katrin : “Ik denk inderdaad dat er nu een breder publiek voor bestaat. Zelfs mensen die vroeger alleen maar goud droegen en hun neus ophaalden voor zilveren juwelen, vinden het nu eigenlijk wel leuk.”

Jullie hebben ervoor gekozen om juwelen te maken op het ritme van de mode. Waarom ? Is dat geen moordend tempo ?

Joele : “We hebben gemerkt dat dit commercieel werkt. Klanten – de winkels – willen dat ook zo. Wij hebben een tiental verkooppunten in België. Enkele juwelenwinkels, maar vooral kledingzaken. Die kopen twee keer per jaar in en willen dan graag ook iets nieuws presenteren op het vlak van juwelen. Je bent natuurlijk niet verplicht om daarin mee te gaan, maar ik denk dat het goed is om dat wel te doen. Onze collectie is trouwens niet altijd even uitgebreid. Soms heb je veel nieuwe ideeën, soms borduur je voort op wat je al hebt.”

Karen : “Voor ons is het een noodzaak. Na al die jaren zit het in je vingers : je hebt zin om nieuwe dingen te maken.”

Katrin : “Een moordend tempo is het wel. Het dagdagelijkse beleid vraagt al zoveel energie… Eigenlijk dachten wij dat hoe meer personeel je hebt, hoe meer tijd je hebt om te ontwerpen. Spijtig genoeg klopt die redering niet. We moeten ons soms dwingen om te zeggen : ‘Nu laten we alles liggen en gaan we ontwerpen. ‘”

Karen : “Het moet plezierig zijn om een heel jaar te kunnen ontwerpen. En dan als het moment daar is om een collectie samen te stellen, te kunnen zeggen : ‘Mmm, dat kunnen we nemen, en dat moeten we nog wat aanpassen… ‘ Zo wordt een collectie maken een soort van studie. Dat lijkt me zalig. Want dat is uiteindelijk je passie : ontwerpen, en liefst spelenderwijs.”

Hoe komt een collectie tot stand ? Zitten jullie samen aan de ontwerptafel met een vel papier tussen jullie beiden ?

Karen : “Het lijkt er wel een beetje op. Toen we nog geen kinderen hadden, gingen we eerst samen een week op vakantie. Op studiereis naar India of Istanbul. Niet dat je dan terugkomt met een Indiase collectie, maar je pikt allerlei details op – van huishoudgerief tot de dakgoten aan de huizen – en dat werkt inspirerend. Zo’n moment van rust hebben wij nodig. Maar tegenwoordig is het meer een museumbezoek of iets dergelijks. Geestelijke voeding, zeg maar. Verder bezoeken we samen een beurs om stenen te kopen. Heel raar, maar we vallen dikwijls op hetzelfde. Daarna begint ieder voor zich te werken. Maar we geven voortdurend commentaar op elkaars werk. Een intense wisselwerking waaruit één collectie ontstaat. Wat is van wie ? Die vraag kunnen wij niet beantwoorden.”

Joele : “Bij ons gaat het erg chaotisch. Als je zegt dat het fantastisch moet zijn om een heel jaar door te ontwerpen… Bij ons is dat wel een beetje zo. Van overal hebben we wel dingetjes en prullaria meegenomen, die liggen in een doos… Allemaal spullen waarvan we denken dat ze ooit in een collectie terecht zullen komen. Maar ik werk weinig gestructureerd. Ik ontwerp hoofdzakelijk aan de werkbank. Al doende komen er dingen tot stand. Ik probeer en experimenteer. Soms denk ik : ‘Tof vormke’, of : ‘Toffe textuur’, en die dingen leg ik aan de kant. Daar werk ik later op verder. Ik ontwerp ook heel graag in was. Dat lijkt mij te liggen.”

Heeft elke collectie een thema ?

Dimi : “Soms wel, maar het is geen noodzaak. In het begin was onze collectie een verzameling van verschillende dingen. Elk seizoen wordt ze thematisch wat sterker. Die begrenzing heeft voordelen. Je kunt dan bijvoorbeeld veel sneller keuzes maken. Wat niet in het thema past, valt er in ieder geval uit.”

Katrin : “Aanvankelijk vertrokken wij van een specifiek anekdotisch verhaal. Ex votos, bijvoorbeeld, een collectie met handjes en voetjes en veel Latijnse termen. En het seizoen daarop was het weer iets totaal anders. Voor veel klanten was dat verwarrend. Ze hadden het gevoel dat we van de hak op de tak sprongen. Dus zijn we stilaan geëvolueerd naar een collectie waarin verschillende thema’s aan bod komen. Als een soort rode draad.”

Karen : “Die verhalen zijn een beetje onze handtekening, die in elke collectie wel ergens terugkomt. Maar we zijn geëvolueerd naar heel open verhalen waardoor mensen er, meer dan vroeger, hun interpretatie aan kunnen geven. Veel mensen hebben trouwens een emotionele band met onze juwelen. Elke dag krijgen we de vraag om juwelen te herstellen. Soms nog sieraden uit onze eerste collecties. We vragen ons wel eens af of we dat kunnen blijven doen, maar het is tegelijk ook heel charmerend en warm.”

Zilver is een constante in jullie collecties. Wat maakt dit metaal zo bijzonder ?

Karen : “Vroeger werkten we met een legering van tin en zilver. Die werd gegoten in rubber matrijzen, met als nadeel dat je niet zo verfijnd kon werken. Langzaamaan werd de behoefte groter om gedetailleerder te werken. Eerst wilden we overschakelen op koper, maar in koper gieten, is te duur in verhouding tot het materiaal. Zilver heeft het voordeel dat je gedetailleerd kunt werken én dat het waarde heeft als edelmetaal.”

Joele : “Op de academie werkten we hoofdzakelijk met zilver. Het is betaalbaar en gemakkelijk omdat je het materiaal goed kent. Ik ben nu bezig enkele dingen in goud te maken, maar dat is beangstigend omdat je moet vergeten hoe duur het is.”

Dimi : “Daarnaast experimenteren we ook graag met andere materialen en technieken : een stukje tapijt ergens in verwerken, een halsjuweel van aaneengeregen felrode zaden, een gebreide armband… Het combineren met zilver is vaak niet evident, maar het maakt een collectie boeiend.”

‘W&H’ heeft ervoor gekozen om van in het begin naar het buitenland te gaan.

Katrin : “Ja. Onze eerste collectie zijn we meteen in twee Parijse winkels gaan tonen. We wilden weten waar we stonden. En het sloeg aan. ‘Dat is goed, ja, neem maar een bestelbon’, zeiden ze. Wij vielen uit de lucht. Een bestelbon ? ! Die commerciële aspecten hebben we echt moeten leren met vallen en opstaan. Net als de export en de papierwinkel die daarbij komt kijken.”

Japan is een van jullie belangrijkste klanten. Houd je daar rekening mee bij het ontwerpen ?

Katrin : “We staan zelf op de beurs en na verloop van tijd leer je je klanten echt wel kennen. Je weet op den duur wat hun behoeftes zijn. Automatisch houd je daar rekening mee. In Japan bijvoorbeeld bestaat onze clientèle uit jonge modebewuste mensen, twintigers en dertigers. Ons Belgisch publiek is iets ouder en klassieker. Het Londense publiek is ook heel fashion-able. Daar mag het wat robuuster en groter zijn, en zeker niet klassiek. Japanners houden meer van fijne dingen, zij zijn ook fijner gebouwd.”

‘Les Deux’ maakt juwelen voor vrouwen én mannen, ‘W&H’ heeft nu een echte mannencollectie uitgebracht. Zijn mannen er klaar voor ?

Karen : “Het blijft moeilijk. Zeker in België. Je hebt twee uitersten : ofwel gays die sieraden dragen, ofwel de klassieke man die zich beperkt tot manchetknopen en een trouwring. En breng ze daar maar eens vanaf.”

Katrin : “Er is duidelijk een evolutie. Iemand als David Beckham is een rolmodel. Onder zijn invloed durven jonge mannen meer dan vroeger een juweel te dragen.”

Dimi : “Er is ook zoveel op het vlak van cosmetica voor mannen veranderd.”

Joele : “Wij hebben geen specifieke mannencollectie, maar ik maak soms ook zware dingen en die spreken mannen meer aan dan vrouwen. Vooral de ringen.”

‘Wouters & Hendrix’ heeft in het verleden vaker collecties gepresenteerd in een boekje, Dimi is grafisch ontwerper… Hoe belangrijk is dat aspect ?

Dimi : “Een goede presentatie is ontzettend belangrijk. Daarmee staat of valt de collectie. Maar het is ook leuk omdat je daarin elementen van het verhaal of het thema kwijt kunt, die je niet meteen in juwelen kunt vertalen.”

Katrin : “De manier waarop je de collectie presenteert, bepaalt mee hoe mensen op je juwelen reageren. Wij hebben er van in het begin veel aandacht aan besteed. Elk thema was een afgerond geheel. Heel arbeidsintensief allemaal, maar tegelijk een heerlijke uitlaatklep.”

Karen : “De presentatie is even belangrijk als al de rest, het is een onderdeel van je vak. Daar moet je echt mee bezig zijn, zoals we ook betrokken zijn bij de winkel en hoe de etalage eruit moet zien. We hebben lang gewacht om daarmee te beginnen : weer iets nieuws, weer iets erbij, nog extra werk. Maar het is ook leuk omdat je daar je eigen beeld kan neerzetten, één dat je zelf tot in de kleinste details bepaalt. Klanten maken immers een keuze uit de collectie en presenteren die op hun manier, wat vaak ook interessant is, maar dat is niet de onze.”

Wat geeft de grootste voldoening ?

Joele : “Heel simpel : de glunderende ogen van iemand die een juweel heeft gekozen dat hij of zij écht graag ziet. Dat vind ik geweldig.”

Karen : “Voor mij heeft het te maken met tevredenheid over je werk. Het moment dat een collectie af is, dat geeft een geweldige voldoening omdat je er lang en hard aan gewerkt hebt. Dan kan ik echt zeggen : ‘Het ziet er goed uit. ‘ Meestal zie ik pas na enkele weken wat ik zou willen verbeteren.”

Katrin : “Gewoon het feit van twintig jaar te kunnen doen wat je graag doet. Een enorme luxe. Er zijn momenten dat we zuchten en klagen over de stress, maar een eigen collectie maken, ervan kunnen leven, ze verkopen en mensen zien die je juwelen dragen… Ik vind dat echt fantastisch.”

Zijn er juwelen waar voor jullie meer herinneringen aan kleven dan andere ?

Joele : “Voor mij zijn dat de verjaardagsjuwelen die Dimi maakt voor mensen in onze nabijheid. Ze zijn gemaakt van allerlei dingetjes die we hebben gevonden. Een houten balletje goudkleurig geverfd, de eerste letter van de naam…”

Dimi : “Ze zijn niet echt draagbaar. Het zijn hebbedingetjes. Dat is iets wat ik graag doe en wat mij op school vaak verweten werd : het was vaak ’te schattig’. Maar ik blijf geloven dat er mensen zijn die precies die gevoeligheid op prijs stellen.”

Karen : “Dikwijls zijn dat heel specifieke dingen : een nieuwe richting die we zijn ingeslagen of een nieuwe benadering… Marie Danièle was zo’n bijzondere collectie. Daar zat een verhaal aan vast over een matroos Marius Danièle die ging varen en zo’n tien jaar later in de dokken van Antwerpen werd opgevist. Toen bleek dat hij een vrouw was… De enige souvenirs die ze bij zich had, het enige bewijs van haar bestaan, waren een knoopje van haar bruidsjurk, een muntje, een stukje van een liefdesbrief… Een verzonnen verhaal, waarin allerlei kleine herinneringen zaten verwerkt.”

Katrin : “Het mooie is dat het zo herkenbaar was voor zoveel mensen. Ik denk dan meteen aan de bomma die zo’n doosje heeft met kleine rommeltjes die ze in de loop van haar leven heeft verzameld en koestert. Op het eerste gezicht onbetekenende voorwerpjes, maar ze vertellen een compleet levensverhaal. Iedereen heeft wel zo’n doosje…”

Ter gelegenheid van de twintigste verjaardag hebben jullie je eigenste juwelendoos samengesteld ?

Karen : “Het thema van dozen en herinneringen houdt ons al langer bezig. En we broedden op de idee om een soort van tijdlijn te maken : ’20 jaar Wouters & Hendrix in een doosje’ – een limited edition. Vooral omdat zoveel mensen nog vragen naar die oude ontwerpen. En toen ontdekten we die sigarenkistjes : prachtige dingen, met allerlei kleurrijke plakkers erop. Kunstwerkjes op zich, die uitnodigen om er iets mee te doen. Tweehonderd hebben we er verzameld, die we nummeren en waarin we zeven kenmerkende juwelen van de voorbije twintig jaar samenbrengen. De dozen zijn verschillend, de juwelen dezelfde. Een ring met vingerafdruk uit een van de eerste collecties, zo’n ex-voto met armen en benen, het vogelpootje…”

Katrin : “De selectie hebben we voor ons uit geschoven, tot we het echt niet meer konden uitstellen. Maar uiteindelijk ging het vrij gemakkelijk, we hebben heel gevoelsmatig gekozen. En het straffe is dat de som van die zeven ook weer een verhaal is. Ons verhaal.”

Tekst Hilde Verbiest, Foto’s Michel Vaerewijck

“Verhalen zijn zowat onze handtekening.

Maar we zijn geëvolueerd naar open verhalen waardoor mensen er, meer dan vroeger, hun “Dat is uiteindelijk onze passie : ontwerpen

en liefst spelenderwijs.” (Karen)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content