Hoe kijken twintigers naar de wereld ? Via een enquête probeerden we dat de voorbije weken te achterhalen. Sommige resultaten roepen nieuwe vragen op. Een overzicht van de belangrijkste vaststellingen.

1. Yes, we can ! ?

Ze zijn zelf niet bepaald met hun gat in de boter gevallen, vinden de meeste twintigers, en volgens hen kunnen ook de volgende generaties er niet gerust op zijn. Ruim de helft zegt trouwens de crisis te voelen, en slechts negen procent gelooft dat wie na hen komt het gemakkelijker zal hebben.

Toch geven acht op de tien twintigers zichzelf een gelukscijfer tussen zeven en tien op tien – met een gemiddelde van 7,3 op tien prijzen ze zich vaak gelukkiger dan dertigers en vijftigers.

De toekomst mag dan onzeker zijn, pessimistisch zijn onze twintigers allerminst. Zes op de tien hebben vertrouwen in de toekomst, en daarmee zijn ze met een lichte voorsprong de meest optimistische generatie in onze enquête.

2. Ambitieus voor het leven

Het geheim van een geslaagde carrière ? Dat schuilt voor de meeste twintigers in een job die (intellectuele) voldoening biedt en een evenwicht tussen werk- en privéleven mogelijk maakt. Het loon en de functietitels komen slechts voor een minderheid op de eerste plaats. Overuren worden dan ook liefst gerecupereerd in de vorm van extra vakantiedagen, slechts een kwart schrijft de overuren liever bij op het loonstrookje.

Twintigers werden in eerder onderzoek pragmatici genoemd, en ook onze enquête bevestigt dat. Zo maken ze hun studiekeuze in de eerste plaats op basis van de toekomstperspectieven die de opleiding biedt. Het advies van ouders, leerkrachten of vrienden speelt een kleinere rol en lijkt, zeker wat leerkrachten en vrienden betreft, af te nemen naarmate men jongere generaties bevraagt.

Anderzijds stelt de helft van de twintigers dat hun job niet ten koste van alles mag gaan. Levenskwaliteit is voor hen duidelijk een belangrijker aandachtspunt dan voor veertigers of vijftigers. De grote meerderheid is ook meteen gewonnen voor een samenleving die minder belang hecht aan geld en materieel bezit en meer aandacht schenkt aan het gezin en zelfontplooiing. Van een ‘luie’ generatie lijkt echter geen sprake te zijn : slechts een minderheid vindt dat werken te belangrijk is in onze samenleving.

3. Thuis op het werk

Waarom twintigers voor een werkgever kiezen ? Acht op de tien vermelden de sfeer binnen het bedrijf, en ook het salaris, de carrièremogelijkheden, de afstand tot het werk en het imago van de onderneming zijn belangrijk. Drie tot vier op de tien twintigers zoeken ook naar een werkgever die opleidingsmogelijkheden en flexibele werkuren aanbiedt.

Het loon en jobzekerheid – aspecten die voor oudere werknemers duidelijk zwaarder wegen – geven echter zelden de doorslag. Dan opteren velen toch eerder voor een goede werksfeer en een job die te combineren valt met het gezinsleven. Dat bevestigt dat twintigers een pragmatische generatie vormen. Alhoewel : minder dan één op de drie vermeldt het belang van bekwaam management, en minder dan één op de tien acht de solvabiliteit van de onderneming belangrijk bij de keuze voor een werkgever.

4. (Niet) van God los

Dat komt ervan als de paus condooms niet serieus neemt : bijna de helft van alle twintigers koestert absoluut geen vertrouwen in de Kerk, en nog eens dertig procent staat er eerder wantrouwig tegenover. Ook de media, de vakbonden, de banken en de politiek hoeven niet op veel sympathie te rekenen : ‘slechts’ ongeveer de helft van alle twintigers vertrouwt die instellingen nog. Daarmee vormt de jongste generatie nochtans geen uitzondering, want onder de bevraagde dertigers en vooral veertigers en vijftigers is het wantrouwen duidelijk groter.

Het onderwijs (81 procent), de Europese Unie (78 procent), het huwelijk (71 procent), de politie (69 procent) en het gerecht (66 procent) boezemen een ruime meerderheid wel vertrouwen in. Net als mensen in het algemeen trouwens : driekwart van de twintigers vertrouwt zijn medeburgers.

5. De hoogtechnologische samenleving

Zeven op de tien twintigers zouden een eenvoudiger en natuurlijker levensstijl een prima idee vinden. Daarmee verschillen ze nauwelijks van oudere leeftijdsgroepen. Anderzijds vraagt zestig procent van hen ook om meer aandacht voor technologische ontwikkelingen. Dat lijkt veel, maar het thema baart oudere leeftijdsgroepen duidelijk meer zorgen. Twintigers daarentegen lijken zich allerminst ongemakkelijk te voelen bij de technologische vooruitgang. Zo wijst ‘slechts’ een op de drie genetisch gemanipuleerde voeding af. De weerstand tegen ggo’s is in geen enkele generatie zo laag.

6. Biokoffie, met veel melk

Vertel een twintiger niet dat het broeikaseffect overroepen is : volgens negen op de tien is er wel degelijk iets aan de hand, en zes op de tien vrezen dat het op lange termijn nefast zal zijn voor het leven op aarde. Ruim een derde vreest ook de gevolgen op korte termijn. Nochtans is er ook goed nieuws : 84 procent noemt zich immers milieubewust, en voor de helft is het milieu zelfs belangrijker dan economische groei.

Daarmee tonen twintigers zich een pak ongeruster over het milieu dan de ondervraagde dertigers, veertigers en vijftigplussers. Dat betekent echter niet noodzakelijk dat de twintigers het goede voorbeeld geven. Minder dan de helft is immers bereid om meer te betalen voor groene stroom, autorijden en biobrandstof, en in de praktijk presteren de oudere generaties vaak beter inzake milieuvriendelijk gedrag. Voor de helft van de twintigers die wel hun afval beperken, zuinig omspringen met water en milieuvriendelijke apparatuur kopen, is er dus nog werk aan de winkel.

In het voedingsvak zijn twintigers wel de groenste jongens : de helft is van mening dat biologische producten gezonder zijn, duidelijk meer dan onder oudere respondenten, en bijna een kwart koopt ze ook.

7. De kwaadste niet

Drie op de tien twintigers zouden meer respect voor autoriteit en gezag een goede zaak vinden. Dat lijkt ons nog behoorlijk veel. Een meerderheid veroordeelt dan ook strafbare feiten als door het rood rijden, te snel rijden in woonzones, zwartrijden, seks met minderjarigen of roken in openbare ruimtes. Wie er met een excuus van af wil komen, maakt bij twintigers wel meer kans dan bij de oudere generaties : nergens is de bereidheid zo groot om een en ander door de vingers te zien. Dat geldt trouwens ook voor drugsgebruik : dat kan voor twee op de drie twintigers, terwijl onze veertigers en vijftigers dat massaal afwijzen.

De sterke afkeer van de doodstraf – zeven op de tien twintigers is ertegen, tegenover slechts een minderheid van de oudere generaties – bevestigt het beeld van een gematigd tolerante generatie. Op die gematigde tolerantie zijn er evenwel uitzonderingen. Zo vinden negen op de tien dronkenschap achter het stuur altijd onaanvaardbaar, en twintigers staan vaker negatief tegenover buitenechtelijke relaties dan dertigers of veertigers : voor ruim de helft is seks buiten de relatie taboe.

8. Hoezo, waarom stemmen ?

Negen op de tien twintigers hebben interesse voor maatschappelijke problemen, ruim veertig procent is zelfs sterk geïnteresseerd. Daarmee steken alleen de bevraagde vijftigplussers hen voorbij wat maatschappelijke belangstelling betreft. Ook de politiek op zich boeit nog steeds een ruime meerderheid van de twintigers. Net als in de oudere leeftijdsgroepen, zegt minder dan een op de tien totaal geen interesse te tonen voor politiek. Bijna een kwart zou ook een actievere rol willen spelen in de politiek, waarmee twintigers niet onderdoen voor oudere leeftijdsgroepen.

Ook zonder stemplicht zou zestig procent dan ook zeker gaan stemmen. Nog eens dertig procent zou ‘wellicht’ zijn stem uitbrengen. Onder veertigers en vijftigers is het aantal thuisblijvers niet alleen groter – één op de vijf – ook antipolitieke me-ningen lijken vooral in de oudere generaties te gedijen. Zowel onder dertigers, veertigers als vijftigers vreest telkens een ruime meerderheid dat politici zich niet om gewone mensen bekommeren en alleen in stemmen geïnteresseerd zijn. Onder twintigers daarentegen haalt het vertrouwen in de goede bedoelingen van politici duidelijk de overhand.

Door Wim Denolf Illustraties Ward Zwart

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content