Telkens als een modehuis op zoek moet naar een nieuwe ontwerper, reageert het modevolk alsof het wacht op een nieuwe paus. In het geval van Dior duurde de spanning lang. Dat Raf Simons voor de witte rook zorgde, was vrij onverwacht. Gesprek met de nummer één van onze enquête.

Wat vooraf ging. De modewereld ziet Raf Simons voor het laatst in februari 2012, wanneer hij in Milaan geëmotioneerd komt groeten na zijn laatste defilé voor Jil Sander, het Duitse label waar hij zeven jaar creatief directeur is. In Parijs is het Franse couturehuis Dior op dat moment al een jaar op zoek naar een opvolger voor John Galliano, die na vijftien jaar uit het bedrijf is gezet na antisemitische uitspraken op café. Wanneer Simons opstapt bij Jil Sander, komen de gesprekken tussen hem en Dior in een stroomversnelling. In april 2012 maakt het huis de naam van de Belg bekend als nieuwe creatief directeur, een van de grootste jobs in de modewereld.

Het is halverwege augustus en Raf Simons (44) ligt ergens aan een zwembad in het Italiaanse Puglia, onbereikbaar te wezen. “Niet dat ik onbereikbaar wíl zijn, ik heb gewoon enkel telefoonontvangst in die ene hoek van het huis. Als ik wegval, bel dan op de vaste lijn. Ik zit hier in het huis van… (tuut tuut tuut).

Het is moeilijk te geloven dat de meest gevraagde modemens van het moment toch benaderbaar en ontspannen klinkt. De mailbox van de persafdeling van Dior bulkt namelijk van de internationale interviewaanvragen. Iedereen wil een stukje van Raf, nu hij, samen met Karl Lagerfeld bij Chanel, opereert aan de top van de modepiramide. Maar alle interviewaanvragen zijn bevroren tot na het defilé van 28 september, dan toont de Limburger in Parijs zijn eerste ready-to-wear collectie voor het huis.

In juni was er al zijn eerste couturedefilé, Simons was toen amper zes weken in dienst. Zijn 54 couturelooks – sculpturale lijnen, kleur, kruising tussen modern comfort en vrouwelijkheid – waren meteen het best mogelijke debuut : eentje met grote belofte naar de toekomst. “Is dit niet geweldig ?” zei Anna Wintour, hoofdredacteur van de Amerikaanse Vogue, tegen haar hoofdstyliste Grace Coddington.

Als de lovende recensies het over één ding eens waren, dan wel dat Simons een kantelmoment had ingeluid voor de couturewereld. Hij showde niet enkel prinsessenmode voor de rode loper, maar ook meer draagbare stuks voor elke dag : handgeborduurde tops die op een broek gedragen kunnen worden, zwarte blazers, mantels van tweed.

“In de couturewereld hangt nog steeds een beeld van vrouwen die een hele dag rondlopen in soireejurken”, zegt Simons. “Dat beeld strookt niet meer met de dagelijkse dynamiek van een vrouw. Ik vind het een probleem als couture alleen maar bestaat voor de foto en pr-stunts. Couture blijft op maat gemaakte, exclusieve mode. Maar ze moet ook draagbaar zijn, van nu zijn. Actrices op de rode loper zetten een fantasiewereld neer, maar vaak is hun outfit zo uit de realiteit getrokken, dat het resultaat een grap is.”

“Dit was maar mijn eerste suggestie rond couture”, zegt hij. “Ik had niet verwacht dat het klanten meteen zou interesseren. Maar de reacties waren subliem. Sommige ontwerpen zijn al uitverkocht.”

Simons’ geheim is meteen wat hem een van de meest interessante ontwerpers van zijn generatie maakt : hij weet hoe mode te maken voor morgen. De roots van Dior vertaalt hij naar nu, zonder letterlijke verwijzingen naar vroegere stijlperiodes – een oefening waar een pak ontwerpers het veel moeilijker heeft. “Ik vind het gewoon veel romantischer om te bedenken wat morgen zou kunnen”, zegt hij. “Die letterlijke retromanie in de mode stoort me. In een huis als Dior krijg je uiteraard te maken met historie. Natuurlijk kijk ik ook om, snuffel ik in de archieven, maar ik probeer wat ik zie altijd naar nu te vertalen.”

“Wat gaat Raf Simons doen met Dior ?” Dat was maandenlang de grote vraag. Met het eerste couturedefilé kwam al een deel van het antwoord. Wat bent u van plan met de ‘ready-to- wear’-collecties ?

Raf Simons : Mode hangt samen met de tijdgeest en die is heel complex geworden. Enerzijds laten vrouwen zich niet meer dicteren wat ze moeten dragen, en dat is heel mooi. Anderzijds worden grote omzetten gedraaid op handtassen, schoenen en lipstick, dingen die niets meer met de kleren van een huis te maken hebben. Maar het kan toch niet de bedoeling zijn van een ontwerper om geen omzet te draaien op de kleren ? Mode is ver afgedreven van zijn oorsprong. Ook bij Dior heb ik gedeeltelijk het gevoel dat er iets hersteld moet worden. Ondanks mijn respect voor John Galliano, hij is een ongelooflijk sterke ontwerper, heeft hij bij Dior een mentaliteit en esthetiek ontwikkeld die volgens mij sterk indruist tegen de originele esthetiek van oprichter Christian Dior. Christian Dior, die maar zeer kort gewerkt heeft van 1947 tot ’57, was nooit theatraal. Hij was bezig met de intimiteit van de vrouw en wilde heel graag dat zijn kleren gedragen werden. Volgens mij zijn een aantal van die zaken verlorengegaan. De couture van Dior zal voor mij altijd vrij klassiek zijn, met borduursels en bloemen. In de ready-to-wear ga ik radicaler zijn met kleuren en vormen. Maar veel durf ik nog niet zeggen, oordeel in september maar (lacht).

De shows van Galliano voor Dior waren altijd spektakel : na het deel waarin de meisjes kleren showden, steeg Galliano op uit het decor. Er zijn ontwerpers die amper durven groeten na een defilé.

Opnieuw, mode gaat in golven en hangt erg samen met de zeitgeist. Toen John voor Dior begon in 1997 hing er veel realisme en minimalisme in de mode. Hij kwam meteen met een heel andere mentaliteit, sterk gelinkt aan de jaren tachtig van Vivienne Westwood en Jean-Paul Gaultier. Zijn eerste show hadden nog iets intiems, op kleine locaties. Maar alles is snel geëscaleerd naar excessen die geen limieten meer kenden. John ging erover op elk vlak, niet alleen in de kleren en shows, maar ook als persoon en het hele theater rond hem.

Nogmaals, ik geef daar geen kritiek op, maar het moet toch daar ergens zijn dat het is misgegaan. Ik denk dat hij in een isolement is terechtgekomen. Dat is heel gevaarlijk voor een designer. Ik omring mij met mensen die neen durven te zeggen. Mijn rechterhand is al meer dan tien jaar Pieter Mulier. Hij is mogen volgen naar Dior, daar ben ik blij om. Verder wil ik met de mensen rond mij een werkrelatie hebben waar iedereen op gelijke hoogte staat en de vrijheid heeft een eigen opinie te hebben. Ik ben heel communicatief. De eerste weken bij Dior waren mensen in shock omdat ik tegen hen sprak. Die mentaliteit wilde ik direct veranderen. Het heeft meteen impact op alles : de kleren, de psychologie en het bedrijf. Mode is niet iets wat je alleen kunt doen.

Wat spreekt u zo aan in de oorspronkelijke visie van oprichter Christian Dior ?

Zijn attitude en psyche, zijn visie op schoonheid en de vrouw. Toen meneer Christian Dior zijn label oprichtte, vlak na de Tweede Wereldoorlog, was de shock voor het publiek niet zozeer zijn nieuwe vormentaal, maar wel dat hij vrouwen weer pure schoonheid kon geven. De periode voordien was erg strikt. Mode mocht niet exuberant zijn, niet te opzichtig. Er mocht weinig materiaal gebruikt worden, want kleren mocht niet veel kosten. Dior maakte daar komaf mee. “Vrouwen dromen altijd over schoonheid,” zei hij, “over kleren en vormen en het lichaam.” Zijn legendarische new look, met smalle taille en uitlopende rokken, was bijna een concept zonder een concept te zijn. Het idee was zo simpel en universeel. Dat heeft mij het meest aangetrokken om naar Dior te gaan.

Mijn eigen mannenlabel is altijd vrij conceptueel geweest. En binnen het minimalisme van Jil Sander waren ook veel beperkingen. Ik hou van minimal, ik vond haar esthetiek in het begin dan ook subliem. Tot je de belemmeringen begint te voelen. Mode is het creëren van schoonheid. Hoewel ik dat vroeger nooit volledig zo aanvoelde, ben ik daar nu wel mee bezig. Tegenover alles wat er in de wereld gebeurt, ben je als ontwerper wel bezig met iets waar mensen naar uitkijken. Bij Jil Sander werd die verantwoordelijkheid om minimal te blijven een serieuze belemmering. Ik heb me daar op het einde ook uitgemurmeld (lacht).

Dior zag de vrouw als een bloem. Dingen als de natuur, een borst, een taille of een heup zijn zo primair en voor de hand liggend dat ze net geen enkele restrictie meer geven. Zo universeel ook, vrouwen zullen altijd aangetrokken zijn door pure schoonheid. De vormentaal van Dior is makkelijk leesbaar, maar wanneer je echt naar de kleren kijkt, zie je ook dat ze architecturaler en technischer is dan het oog kan opnemen.

En zeggen dat u niet eens een modediploma hebt. U studeerde industrieel design en kunst is een andere passie. Is het een voordeel als ontwerper dat uw oog anders getraind werd ?

Ik ben inderdaad pas in een later stadium de modegeschiedenis beginnen bekijken en verteren. Een stage bij Walter Van Beirendonck en de steun van Linda Loppa heeft me zonder modeopleiding in het vak gebracht. Mijn parcours loopt bijna in omgekeerde richting (lacht). Nu pas ben ik geboeid door patronen, vormentaal, modegeschiedenis. Maar weet je, Christian Dior had zelf ook eerst een kunstgalerie voor hij in de mode rolde. Ik ben nu een biografie van hem aan het lezen , Christian Dior et moi. Hij schreef dat boek net voor zijn hartaanval. Het gaat onder meer over zijn interesse in astrologie en het feit dat hij zijn jurken namen gaf als Verstoppertje of Kruiswoordraadsel. De Christian Doir van de glamourwereld was niet dezelfde als de verlegen man die liever thuis zat. Ik heb het boek al meermaals proberen te lezen, maar moet het telkens wegleggen. Te confronterend. Ik herken zoveel trekjes.

Hij was ook iemand die niet zo in de modescene zat, door gewoon zijn ding te doen is alles heel snel gegaan. Zijn eerste collectie was meteen een commercieel succes. Dan word je zo’n publiek figuur, terwijl je dat van nature niet bent. Ik herken die schroom. Komen groeten na een defilé : ik haat het. Ik heb daar serieus moeten bij stilstaan toen ik mijn contract tekende. Deze job brengt een bepaalde sterrenstatus met zich mee. Maar hoewel ik liever een leven zou leiden uit de spotlights, wilde ik de mogelijkheden en vrijheid die de job met zich meebrengt ook niet laten gaan. Ik kan nog altijd niet wennen aan het feit dat ik een privéchauffeur heb, maar het brengt wel voordelen mee. Je wint tijd, kunt andere dingen doen. Dior is echt zo’n grote machine, aan alles is gedacht om je job zo efficiënt mogelijk te maken. Daarom kan ik nu ook een maand op vakantie, alles loopt. Aan Bernard Arnault merk je dat Dior zijn grote lieveling is (Arnault is de rijkste man van Europa en grote baas van de LVMH-groep waaronder Dior zit). Toch laat hij me mijn ding doen. Zijn inzicht en passie voor de modewereld is groot.

De wereld lonkt, maar we horen nog altijd een Limburgse tongval. Limburgers zijn doorgaans nogal honkvast, met ‘doe maar normaal’ als motto. Uw leven speelt zich allesbehalve onder de kerktoren af.

Ik kan nog altijd niet geloven waar ik nu sta. Het is natuurlijk niet in één jaar tijd gebeurd, toch is het ook nog maar het begin. Aan de reacties van de buitenwereld voel ik wel dat mijn job bij Dior een big thing is. Maar ik moet het eerst nog wel goed doen, hé.

Ik kom eigenlijk recht uit de natuur. God, dat klinkt zo pathetisch. Maar ik kom uit Neerpelt, uit een huis in het groen. Dan vlucht je weg, naar Antwerpen, Parijs, New York. En later keer je weer terug naar de natuur. Hier in Puglia zit ik elk jaar een maand. Met alleen maar natuur en groen rond mij. En toch is dat eindeloos inspirerend.

En dan keert Raf Simons nog even terug naar het zwembad. Straks toont de nieuwe paus van de modewereld zich weer in publiek. Eerst nog een paar bladzijden lezen in de memoires van meneer Dior.

DOOR ELKE LAHOUSSE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content