Voormalig advocaat gooit leven om: ‘Pas als je je kinderlijke fantasie niet doodt, leef je écht’

© FILIP NAUDTS

Peter Labens (55) was tot voor kort een advocaat met een bloeiende praktijk en riante villa in Waardamme. Van de ene op de andere dag liet hij dat achter om in Zuid-Frankrijk alle ruimte te geven aan zijn kostbaarste bezit: zijn fantasie. Dit is zijn gouden raad.

‘Onlangs drong een vriend erop aan dat ik bij de Hells Angels zou komen. Hij weet hoe mateloos plezant ik het vind om van dat off-grid leven te proeven. Het is zoveel exotischer dan de grijze mainstream. Op school waren mijn vrienden ook al de gasten die gingen gekscheren. Maar ik deed pas mee als ik mijn lessen had ingestudeerd. Er zat toen al een realist in mij die iets wilde opbouwen. Toen ik advocaat was geworden, belden diezelfde vrienden mij vanuit de gevangenis. Ze hadden een hold-up gepleegd en vroegen mij om hen te verdedigen.

Tijdens mijn pleidooien gebruikte ik graag mensentaal en kwinkslagen. Mijn collega’s aanvaardden dat, behalve de echte dinosaurussen onder hen. Velen hadden al genoeg verdiend voor zes mensenlevens, maar zwoegden toch voort, zonder er gelukkig van te worden. Daar pas ik voor. Rond mijn vijftigste stond ik voor een periode waarin ik financieel alleen maar meer zou oogsten, maar ik besliste om ermee te stoppen. Ik wilde een schok in mijn bestaan teweegbrengen, weer vanuit die angst om te grijs te worden.

Maar ook nu nam ik een berekend risico. Mijn vrouw en ik gingen geen geiten kweken in Swaziland, maar maakten een plan om in een gehucht in de Gard een gastenverblijf te openen. Ondertussen leven we daar al twee jaar zonder loon, maar ik voel me goed met weinig. Je kunt zeggen dat ik gemakkelijk praten heb omdat ik veel middelen heb, gênant veel in vergelijking met anderen, dat is waar, maar ik bouwde wel alles van nul op.

All children, except one, grow up.

Ik kom uit een zeer bescheiden gezin. Door omstandigheden groeide ik op bij mijn grootouders, in een arbeidershuisje waar ik gewassen werd in een tinnen kuip op de koer. Er was geen geld voor speelgoedsoldaatjes, dus bracht mijn grootvader, een stukadoor, een kaartspel mee van op café. De koning werd mijn generaal, de cijferkaarten het voetvolk.

Boeken kopen kon ook niet, maar er was de bibliotheek. Daar vond ik Alice in Wonderland en Peter Pan, die perfect aansloten bij mijn sterk ontwikkelde fantasie. Als mijn grootmoeder in de kerk ging schoonmaken, maakte ik van de cimbalen van de priester een heus drumstel. Die verbeelding zit in elk kind, maar wordt door de huidige opvoedings- en verwachtingspatronen dikwijls gefnuikt, vind ik. Kinderen moeten direct kleine volwassenen worden. Ik niet, ik mocht mijn fantasie de vrije loop laten.

Toen ik zelf vader werd en daarin mijn verantwoordelijkheid opnam, vergat ik toch nooit dat kind in mij. Uit mijn verbeelding en verwondering ontstonden ideeën, bijvoorbeeld voor de regionale en digitale tv-zenders die ik mee oprichtte en die mij geen windeieren legden.

De kracht van fantasie is precies wat ik onze bezoekers in de Gard wil tonen. Ons domein is ingericht als het eiland van Peter Pan. Ik heb de kernzin uit zijn verhaal – All children, except one, grow up – in het groot op hout geschilderd. De oude waterput ernaast toverde ik om tot Alices rabbit hole, als reminder aan wat we met z’n allen verleerd zijn: in het gat springen.

Velen verklaren me gek dat ik alles, ook de luxe, heb achtergelaten, maar voor mij is deze stap logisch. Pas als je zevenmijlslaarzen aantrekt, maak je progressie in wie je bent. Pas als je je kinderlijke fantasie niet doodt, leef je écht, en kun je je eender waar God in Frankrijk wanen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content