Van moesson tot mistral: waarom wind ons wonderen doet

© UNSPLASH / JULI kosolapova

Zeilers en zweefvliegers houden de wind dagelijks in het oog, maar de meesten van ons merken hem pas op als hij zo hard blaast dat bossen en parken gesloten worden of de redders op het strand de rode vlag hijsen. Toch hebben we allemaal nood aan een fris windje op tijd en stond.

Uitwaaien. Bij dat werkwoord denk je meteen aan de zee. Nergens waai je zo goed uit als aan zee. Een kap op om te voorkomen dat je haren een ragebol worden, wapperende jasjes en zand en zout dat aan je huid gaat plakken. Of zelfs gewoon een frisse zeebries op een hete zomerdag. We waren ze bijna vergeten, die sensuele streling van de wind op je gezicht. Na maanden van verplichte mondmaskers is het een opluchting om dat gevoel te herontdekken, en misschien is het wel de ultieme remedie tegen het opgesloten gevoel dat we tijdens de lockdowns ervoeren. Maar we staan er maar zelden bij stil, bij die wind. Misschien omdat we zo veel van onze tijd binnenshuis doorbrengen. Pas op vakantie, of het nu aan de Côte d’Azur dan wel in Knokke-Heist is, merken we hem op.

Lange tijd werden aan de wind bovennatuurlijke krachten toegeschreven. Hij werd ervaren als een bijna fysieke aanwezigheid, iets waar kunstenaars zoals Botticelli soms zelfs een gezicht aan gaven, denk aan de zefir. Maar meteorologen weten dat de wind gewoon het resultaat is van chemische, fysische en biologische processen die soms op gang gebracht worden heel ver van de plek waar hij blaast. De wind wordt vastgelegd in statistieken en records – de krachtigste windstoot in België tot nu toe bedroeg 168 km/u, gemeten in 1990 in Beauvechain – maar ook bestudeerd in historische analyses van de manier waarop mensen door de eeuwen heen hebben geprobeerd het fenomeen te begrijpen.

Een gevoel van vrijheid

Tocht was iets wat we vroeger zo vaak mogelijk vermeden, je kreeg er een stijve nek of zelfs een verkoudheid van, zo wilde het cliché. Maar vandaag veroorzaken we het noodzakelijkerwijs zelf, om alles te ventileren. Naast de wetenschappelijke kennis van de mechanismen van het fenomeen, doen wetenschappers vandaag experimenten op de top van bergen, in de kruin van grote bomen in de Yosemite Valley, midden in de Sahara en, sinds de opmars van zeilsporten, ook op stranden. We ondergaan de wind niet langer, hij wordt ook een bron van plezier. De Franse historicus Alain Corbin, die gespecialiseerd is in de studie van de zintuigen en gewaarwordingen, heeft zich verdiept in de ervaringen van de mens en de wind door de eeuwen heen en schreef er een boek over. “Iedereen kan de wind en zijn aanwezigheid, zijn kracht en zijn invloed voelen”, legt hij uit. “Sinds de oudheid heeft de mens hierover verteld en zich tegelijk vragen gesteld bij het mysterie van deze onzichtbare en ontembare stroom. Fantaseren, praten of dromen over de wind is ook altijd een inspiratiebron geweest voor de grote schrijvers”, weet Alain Corbin, ondertussen 85. Zelf doet hij, als het enigszins kan, niets liever dan struinen langs de stranden van Ouessant voor de kust van Bretagne. “Eind 18de eeuw zagen we, onder invloed van de werken van Rousseau, de opkomst van wat ik ‘het meteorologische ik’ noem: de neiging om een link te leggen, bijvoorbeeld in dagboeken, tussen je psychologische toestand en de weersomstandigheden. Zo bleek Chateaubriand enorm weergevoelig en identificeerde Victor Hugo zichzelf als een echte ‘windmens’. Hij zag in de wind een soort manifestatie van de oorspronkelijke chaos die aan de schepping van de wereld voorafging.” Maar ook al heeft de wetenschap de geheimen van de luchtstromen blootgelegd en wordt de westerse mens overstelpt met rationele weerberichten, het zijn nog altijd de elementen die de grillen van de wind bepalen. “Ik heb de indruk dat wij zeker in deze tijden behoefte hebben aan wind, aan een frisse adem die we associëren met een gevoel van vrijheid”, zegt Corbin. “De verplichte mondmaskers hebben onze gewaarwordingen ingeperkt. De wind, drager van het onmetelijke, is een prachtig middel tegen het gevoel van opsluiting dat wij de laatste maanden hebben ervaren.”

de wind van god

De zomer is het seizoen waarin we op zoek gaan naar een – hopelijk – verfrissende bries, op plekken waar de wind zijn stempel drukt en zelfs een naam kreeg. Zeilster Marie-Amélie Lenaerts, de eerste Belg die een solo-oversteek van de Atlantische Oceaan maakte, herinnert zich levendig haar frontale kennismaking met een van de beruchtste winden, de mistral. “Ik was net acht en nam in Hyères deel aan een van mijn eerste zeilwedstrijden toen mijn mast brak. Ik werd onverbiddelijk meegevoerd naar open zee. Ze zijn mij moeten komen redden met de Zodiac. De wind was heel snel opgekomen, zonder dat ik het in de gaten had.”

Regionale winden, zoals de aan de mistral verwante tramontana, de harmattan in Afrika, de pamparo in Argentinië, de föhn in Zwitserland of de moesson in India, zijn bepalende actoren in het lokale klimaat. Ze boetseren de landschappen en drukken hun stempel op de ziel en de cultuur van de inwoners. De richting en de snelheid van de wind worden wel hoofdzakelijk bepaald door anticyclonen en depressies, maar het zijn de specifieke lokale reliëfs die de luchtstromen kanaliseren en ze voelbaarder en sterker maken. “Lange tijd werden de elementen geassocieerd met God. Niet alleen de cyclus van de seizoenen, maar ook natuurrampen werden aan hem toegeschreven”, vertelt Pascal Mormal, meteoroloog aan het KMI. “Dat bracht een soort fatalisme met zich mee mee. Ook al waren de mensen bij hevig onweer onder de indruk, het maakte voor hen deel uit van de orde der dingen. Maar de winden die zij waarnamen en een naam gaven, zijn wel degelijk natuurlijk en het gevolg van meteorologische factoren, al had men daar destijds geen verklaring voor.”

haat-liefde

Deze ‘eolische’ of door de wind gevormde cultuur, zoals Alain Corbin dit noemt, gaf aanleiding tot instinctieve meteorologische voorspellingen, gebaseerd op de waarneming van de elementen op de huid en de observatie van de lucht. “Wind laat reële sporen na”, zegt Pascal Mormal. “Hij verplicht ons ook om onze woningen zo te bouwen dat ze windresistent zijn. Hij maakt bomen krom, erodeert het land en verhindert soms vegetatie. De Mont Ventoux is daarom een zeer toepasselijke naam.” De weersomstandigheden op de winderige top van deze eenzame berg zijn zo moeilijk dat er amper iets groeit.

De huidige rationele kennis neemt niet weg dat wind emoties en gewaarwordingen teweegbrengt, weet Marie-Amélie Lenaerts: “Als je begint met zeilen, moet je allerlei dingen leren over de wind, de zee, de golven, de natuur die je omringt. Ik bekijk de wind op een rationele manier, als de resultante van wisselende temperaturen en luchtdruk. Ik zal niet zeggen dat ik er een haat-liefdeverhouding mee heb, maar als je alleen vaart, wordt de wind toch een beetje een aanwezigheid waarin de natuur zich probeert te manifesteren. Als hij er niet is en ik hem nodig heb om vooruit te komen, word ik nerveus. Het overkwam mij op het einde van de Atlantische oversteek, toen ik drie dagen moest wachten op de terugkeer van de passaatwinden. De wind kunnen we niet beheersen, net zomin als de golven. Je moet niet proberen de elementen te domineren als je in harmonie wilt varen. Zo leerde ik op zee, en dat geldt ook voor elders, dat je soms moet kunnen loslaten.”

Ook België heeft zijn legendarische wind, de noordenwind die – om het met de woorden van Jacques Brel te zeggen – “ons vlakke land geselt”. Toch is het niet die wind die in ons land domineert, legt Pascal Mormal uit. “In ons Belgische klimaat is er eigenlijk geen typische wind. De meest voorkomende is de zuidwester die gelinkt is aan een oceanische luchtmassa. Maar ook die maakt maar 12,3 procent uit van de winden die bij ons blazen. De noordenwind maakt zelfs nauwelijks 3,8 procent uit, ook in de strengste winteromstandigheden. Hij komt trouwens minder en minder voor.” Een sinds de jaren 80 duidelijk meetbaar gevolg van de klimaatopwarming.

Veilige ventilatie

Wind die rond een huis raast, strandstoelen of zeilen die gaan vliegen, zand dat zo hard op je huid waait dat het pijn gaat doen, de wind kan angstaanjagend zijn als hij krachtig waait, vindt Mormal, maar tegelijk speelt hij een zuiverende rol in de atmosfeer en in de lucht. “In 1930 bleven, door de afwezigheid van wind bij mistig weer in de Maasvallei, vervuilende partikels hangen in de lucht en dat leidde tot longziekten en zelfs overlijdens.” En sinds maart vorig jaar zijn we allemaal met iets meer enthousiasme ramen en deuren gaan openzetten. De huidige obsessie met ventilatie van onze gezondheidsinstanties doet, vreemd genoeg, wat denken aan de 18de-eeuwse angst voor gesloten ruimten. Toen al dacht men, onder invloed van een traktaat van Hippocrates uit de 4de eeuw voor Christus, dat luchtstagnatie gevaarlijk kon zijn. “Zonder kennis van het bestaan van microben en virussen ‘wist’ men toen al, op empirische basis, dat verluchten belangrijk was. Ook al dacht men – verkeerdelijk – dat de lucht, waarvan men toen de samenstelling noch de structuur kende, de oorzaak was van ziektes”, zegt Alain Corbin. “Dat gaf de wind een soort heilige status. Zelfs de architectuur werd zo bedacht dat zij luchtstromen kon genereren.”

Pascal Mormal benadrukt: “De wind is een cruciaal element om gezonde lucht aan te voeren. Zeker in de winter hebben mensen de neiging zich op te sluiten om zich te beschermen tegen de natuurelementen, terwijl men de ramen wijd open zou moeten zetten om de buitenlucht te doen circuleren.” Dankzij de pandemie is die boodschap nu echt wel doorgedrongen, en soms lijkt het er zelfs op dat winderige plekken, waar men zich veiliger voelt, vandaag aantrekkelijker geworden zijn. Zeilsporten zijn al decennia populair, en nog altijd dagen meer en meer mensen winden uit, zodat oevers in gegeerde speelterreinen veranderen. “De opkomst van plankzeilen, surfen en kitesurfen heeft de geografie van de stranden grondig veranderd”, zegt Corbin met enige spijt. “De Rivièra, die zo populair was in de tijden van sea, sex & sun, moet het nu afleggen tegen Bretagne en zijn winderige kusten.” De wind is plots een geliefd element geworden voor toeristen die uit zijn op hevige sensaties.

Een sensuele bries

“Je ervaart de wind heel anders in Brussel dan aan zee”, bevestigt Marie-Amélie Lenaerts. “In de Finistère in Bretagne geeft de wind een gevoel van vrijheid, van avontuur, hij doet denken aan toekomstige zeilprojecten. Als je de zee nadert, worden die gevoelens nog versterkt doordat alle meteorologische elementen er zeer aanwezig zijn. Je ‘ziet’ het koudefront dat eraan komt, de verandering van wind die daarop volgt. In de stad worden die fronten beïnvloed door de frictie met de aarde, door de gebouwen… Je hebt sowieso minder horizon en automatisch ga je minder je neus in de lucht steken.” Versterkt door maanden van gedwongen binnenzitten, hebben we meer dan ooit behoefte om volop te ademen, om de lucht te voelen op ons gezicht en lichaam. “Wat we willen in de zomer is: blauwe lucht met enkele stapelwolkjes, zo’n 25°C en een licht briesje van 2 à 3 beaufort”, zegt Pascal Mormal. Dan voel je volgens de officiële beaufortschaal de lichte wind op je gezicht, dan bewegen de bladeren, draaien de windhaantjes op het strand en wapperen de vlaggen. “Die zomerwind, de zefir, heeft ook een niet te onderschatten erotische kracht die vaak bezongen is door dichters uit de oudheid en de renaissance”, voegt Alain Corbin toe. “Hij streelt de huid en het haar van een vrouw zoals geen man dat kan, tenzij hij haar minnaar is.” Een mooi beeld voor tijdens je volgende strandwandeling, misschien.

Tekst Isabelle Willot

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content