Theatermaker Mokhallad Rasem: ‘Het eerste wat ik deed in het asielcentrum, was mijn haar afscheren’

© Foto Joris Casaer

Mokhallad Rasem (1981) studeerde theater in Bagdad. Toen het geweld in zijn geboorteland fel oplaaide in 2005, vroeg hij asiel aan in België. Hij is sinds 2013 verbonden aan het Toneelhuis en tourt dit najaar met de producties Dagboek van een leeg bed en De verse tijd.

Asielcentra zouden eigenlijk rouwcentra moeten zijn. Vluchtelingen dragen behoorlijk wat met zich mee, ze hebben veel meegemaakt. Zolang ze met hun asielaanvraag en hun papieren bezig zijn, lukt het niet om naar zichzelf te kijken. Ze hebben tijd nodig om hun gevoelens weg te wassen. In het asielcentrum waar ik van droom, zouden mensen kunnen samenkomen en wordt er naar hen geluisterd. Vluchtelingen moeten de ruimte krijgen om te reflecteren over wat hun overkomen is. Als je de gebeurtenissen niet goed kunt analyseren, blijven de herinneringen eraan knagen, tot ze uiteindelijk ondraaglijk worden.

De hoge zelfdodingscijfers in het Westen choqueerden me. Ik wou die wanhopige mensen influisteren dat het leven mooi is.

Het eerste wat ik deed in het asielcentrum, was mijn haar afscheren. Omdat ik snakte naar een nieuw begin. Ik wou weer zo glad zijn als een pasgeboren baby. Ik keek in de spiegel en zei tegen mezelf: ‘Welkom in deze nieuwe wereld.’

Chaos hoort bij Irak. Als ik dagboeknotities van vroeger opnieuw lees, merk ik dat er zoveel geëvolueerd is: mijn taal, mijn gedachten. In Irak regende het kogels, hier regent het druppels. Hier volgt mijn leven steeds hetzelfde regelmatige ritme. In Irak heb je geen duidelijke logica: je springt van de ene situatie in de andere. Op een rustige manier ademhalen is er niet bij. Het lijkt alsof het leven er nooit even halt houdt, maar dat geeft je ook een zekere kracht. Uiteraard hebben we in Irak met verlies en verdriet te maken, maar je raakt er in zekere zin aan gewend. De ene dag is er op straat een rouwplechtigheid, de volgende spelen er kinderen. Die achtergrond heeft een impact op hoe ik scènes opbouw: in mijn voorstellingen tuimel je van de ene wereld in de andere.

De hoge zelfdodingscijfers in het Westen choqueerden me. Ik kende dat niet, begreep het niet. Ik wou op die wanhopige mensen toestappen om hun in te fluisteren dat het leven mooi is. Ik vind het jammer dat mensen zo teleurgesteld raken in het leven. Houd vol, want er kan je op elk moment iets moois overkomen. Als je je ergens niet goed voelt, omhels dan een nieuwe omgeving. Net door mijn kwetsbare verleden ben ik nog meer kracht gaan zien in het leven. Ik verwelkom elke frisse wind.

Ik merk dat ik alsmaar dingen wil herstellen. Als iets kapotgaat, probeer ik het tot iets positiefs te transformeren. Dat is de reflex van de kunstenaar in mij. Als bijvoorbeeld een tapijt scheurt, wil ik dat repareren. Je zult uiteraard een litteken zien, maar daardoor wordt dat tapijt voor mij nog mooier. Ik hou ook van schilderijen die onaf zijn. Die voeden je verbeelding eens zozeer.

Net door mijn kwetsbare verleden ben ik nog meer kracht gaan zien in het leven.

Cultuur is voor mij even levensnoodzakelijk als eten en drinken. Kunst kan iets in je wakker maken. Een goede theatertekst geeft mij vleugels, en ook muziek en beelden kunnen je doen zweven.

Ik kijk naar het leven als naar een droom. Deze ochtend zag ik de regendruppels hangen op de bladeren van mijn planten. Daar kan ik met verwondering naar kijken. Ik heb er een foto van gemaakt, omdat ik het een uniek moment vond. Het observeren van zulke onverwachte dingen houdt me aan de gang als theatermaker. Vroeger plande ik niets, alles kwam vanzelf. Sinds ik in de westerse wereld leef, zijn er altijd plannen. Maar ook al puilt je agenda uit met afspraken, dan nog kun je niet voorspellen wat je allemaal te beurt zal vallen.

In het multiculturele Antwerpen heb ik codes leren breken. Het omgaan met andere culturen zorgde voor een mentale verrijking. Als ik door het raam kijk en al die mensen van verschillende kleuren zie passeren, dan raakt mij dat. Ik ben echt verliefd op Antwerpen. Als ik aan de oever van de Schelde sta en mijn ogen dichtdoe, dan voelt het alsof ik tegelijk bij de Tigris ben. Antwerpen is mijn thuis nu.

De nieuwe voorstelling Dagboek van een leeg bed tourt nog tot 3 april 2020. De verse tijd wordt hernomen vanaf 3 december. toneelhuis.be/nl/programma

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content