Stand-upcomedian Amelie Albrecht: ‘In positieve discriminatie voor vrouwen geloof ik niet’

© Kevin Faignaert
Wim Denolf
Wim Denolf Wim Denolf is journalist bij Knack Weekend. Liefst schrijft hij elke week over een ander thema.

Amelie Albrecht (25) won vorig jaar Humo’s Comedy Cup en was ook finalist van De Humorklas van Radio 2. Ze is nu redacteur bij De Ideale Wereld en tourt dit voorjaar met Steven Mahieu & the young ones en met Humo’s Comedy Cup on Tour.

Een doel hebben in het leven maakt alles gemakkelijker. Na mijn humaniora-opleiding had ik dat niet. Ik werkte in een chocoladefabriek, stond in de horeca en werd uiteindelijk postbode in Dendermonde, maar geen van die dingen was een passie. Laat staan dat ik het mijn hele leven wilde doen. Toen ik in 2017 met stand-upcomedy begon, zat er geen groot plan achter. Maar daar succes mee hebben, heeft wel veel veranderd. Ik heb nu iets waar ik helemaal voor wil gaan, en dat stelt me gerust.

Een typisch meisje ben ik nooit geweest. Op school was ik vooral een ambetant kind dat het behoorlijk kon uithangen en kwajongensstreken uithaalde. Mijn leerkrachten hebben misschien niet zulke fijne herinneringen aan me, maar ik hield gewoon van lachen en de onnozelaar uithangen. Om aandacht was het me niet te doen. Nog altijd niet trouwens – hoe sneller ik van een interview of een fotoshoot af ben, hoe liever ik het heb.

Voor mij is gelijkheid ook dat je als stand-upcomedian zogenaamde vrouwenthema’s volledig kunt negeren, zonder dat iemand dat vreemd vindt.

De eerste keer op het podium was ik doodsbenauwd. In 2017 begon ik grappen te noteren in een schriftje en volgde ik een comedyworkshop van Bas Birker, en toen volgde een toonmoment in café The Joker in Antwerpen. Vlak voor het mijn beurt was, sloeg de twijfel toe: was dit niet de domste beslissing van mijn leven, kon ik me nog uit de voeten maken? Dat gaan ze niet pikken, dacht ik, en dus ben ik toch maar op het podium gestapt. Door mijn onwennigheid voor een zaal maak ik een onverschillige, ongeïnteresseerde indruk en dat werkt in comedy, maar dat is niet gespeeld.

Ik heb geen voorbeelden. Ik volg zowat alle Nederlandstalige stand-upcomedy en bekijk ook alle shows op Netflix. Allemaal dingen die me ergens wel inspireren, maar uiteindelijk moet je het zelf doen. Wat niet betekent dat ik in het dagelijkse leven alleen maar cynisch ben of alles door een zwarte bril bekijk. Mijn act is voorlopig een uitvergroting van één bepaalde kant van mezelf, maar mettertijd zal de rest wel volgen.

Anoniem deelnemen aan een open mic kan ik vergeten. Ze zullen me altijd aankondigen als ‘de winnaar van’ en dan kan het twee kanten uit: ofwel zullen mensen extra kritisch zijn en me totaal overroepen vinden, ofwel hoef ik amper nog iets te doen. (lacht) Maar ik hoop wel dat ik tijd krijg om te groeien, ervaring op te doen en meer materiaal te schrijven. Sowieso ga ik mezelf niet opjagen. Zo’n avondvullende soloshow bijvoorbeeld, daar ben ik nog lang niet aan toe.

Mensen die met pijn in de buikstreek naar huis gaan – beter kan ik het niet hebben.

Noem me geen vrouwelijke stand-upcomedian. Ik weet dat er weinig voorbeelden zijn, maar op het podium zeg ik daar bewust niets over. Omdat ik geen moppen heb over vrouwen en comedy, maar ook omdat die rol niet bij me past. Ik doe dit omdat ik stand-upcomedy wil doen, niet om voor meer vrouwen in de sector te ijveren. Die keuze kunnen maken, is voor mij ook gelijkheid: dat je op een podium kunt gaan staan en zogenaamde vrouwenthema’s volledig kunt negeren, zonder dat iemand dat vreemd vindt.

In positieve discriminatie voor vrouwen geloof ik niet. Het is echt niet op die manier dat macho’s van gedachte zullen veranderen, want die schrijven alles wat je bereikt daar dan aan toe. Ook mijn overwinning in Humo’s Comedy Cup is trouwens positieve discriminatie genoemd. Ze doen maar, denk ik dan. Energie stoppen in dingen die je sowieso niet in de hand hebt, dat is alleen maar tijdverlies.

Voor mij is er geen hoge en lage comedy. Ik kan best van maatschappelijk geëngageerde humor of een gelaagde mop houden, maar dat is voor mij geen doel op zich. Ik sta niet op het podium om het publiek een of andere boodschap mee te geven, wel om je zoveel mogelijk te doen lachen, zonder taboes. Mensen die met pijn in de buikstreek naar huis gaan – beter kan ik het niet hebben. (lacht)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content