Schrijver en scenarist Leander Verdievel: ‘Dat kanker je sterker maakt is quatsch’

© JOKE COUVREUR

Tieltenaar Leander Verdievel (38) schreef in 2018 de internationaal bekroonde fictiereeks en het boek Gevoel voor tumor. Deze week verschijnt Het volgend-jaar-gezin, over de weg die hij met zijn echtgenote Karen aflegde om hun kinderwens te realiseren.

Onvruchtbaar: dat kwam minstens zo hard aan als de diagnose van lymfeklierkanker. De twee jaar daarvoor zat ik in overlevingsmodus: ik deed wat de dokters me vroegen, onderging de bestralingen en de chemo, en dan zou ik dat hoofdstuk afsluiten. Toen de carrousel van doktersbezoeken op mijn 25ste opnieuw begon, besefte ik hoe ver de tentakels van kanker reikten. Testosteroninspuitingen om weer een erectie te krijgen, horen dat je onvruchtbaar bent: dan gaat het niet alleen over je liefdesleven of je man-zijn, maar ook over je toekomstperspectief, iets waar ik op dat moment zo veel behoefte aan had.

Voor ons zijn het gewoon onze kinderen, geen kinderen met een handleiding.

De versie 1.0. van mezelf kende de waarde van verstilling en traagheid niet. Toen de dokters me na anderhalf jaar genezen verklaarden, kwam ik als een compleet ander mens uit het ziekenhuis: kwetsbaarder, met littekens vanbinnen en vanbuiten, en andere prioriteiten en zorgen. De druk om de draad van mijn leven en werk weer op te pakken was groot, maar voor mij draaide de wereld te snel, met te veel prikkels: ik moest eerst mijn nieuwe ik leren kennen en me met hem verzoenen.

Een kinderwens heeft niets met ratio te maken. Een kinderloos leven kan even rijk zijn, ik begrijp dat sommigen zich niet kunnen voorstellen dat iemand zoveel moeite doet om kinderen te krijgen. Talloze vruchtbaarheidsonderzoeken, 17 ivf-pogingen, een buitenbaarmoederlijke zwangerschap, de moeizame procedure om uiteindelijk twee Zuid-Afrikaanse kindjes te adopteren: alles samen waren Karen en ik daar tien jaar mee bezig. Bij momenten was het ook voor ons genoeg. Alleen: óns leven was niet compleet zonder kinderen, het gemis bleef.

In een rouwproces ben je altijd een beetje alleen. Vroeger vielen we na elke mislukte ivf-poging allebei in een inktzwart gat, maar terwijl ik mijn verdriet meteen wilde bespreken, kroop Karen dagenlang in haar schulp en moest ik haar vooral met rust laten. Toch zijn we mettertijd een hechter, stabieler koppel geworden. We hebben meer klappen, zware keuzes en crisissen te verwerken gekregen dan anderen in een heel leven, maar ondertussen kennen we elkaar door en door.

Wat ik tijdens de adoptieprocedure het meest miste, was een doodgewoon gezin als het onze nu. Met een huis dat overhoop ligt met speelgoed en kinderen die ups en downs hebben, maar verder gewoon normaal zijn. Adoptie is een delicate kwestie en de selectieprocedure moet streng zijn, maar positieve adoptieverhalen zijn zeldzaam: de nadruk ligt op alle mogelijke risico’s en problemen.

Het woord adoptiekind hebben we snel laten vallen. Angelica was vier toen we kennismaakten, haar broer Andrew vijf. Karen en ik zullen hun roots en achtergrond nooit uit het oog verliezen, maar voor ons zijn het gewoon onze kinderen, geen kinderen met een handleiding. Hen als porseleinen vazen behandelen, maakt hen, en ons, niet gelukkiger.

Óns leven was niet compleet zonder kinderen, het gemis bleef.

Dat kanker je sterker maakt is quatsch, maar ik ben wel zelfverzekerder geworden in mijn creativiteit. Ik heb kanker gehad en ben impotent geweest, ik heb ondanks mijn onvruchtbaarheid prachtige kinderen: dan zal een boek schrijven ook wel lukken.

Ik schrijf over wat ik ken. Een gouden regel voor elke scenarist, al wil ik thema’s als kanker en adoptie vooral van een andere kant belichten. Zakelijke boeken daarover zijn er al genoeg, weinig levensechte verhalen met een lach en een traan waar anderen echt iets aan hebben. Puur entertainment zegt me minder: dat passeert als een circus dat even halt houdt, maar niets achterlaat. Ik geef een stuk van mijn eigen leven prijs, maar de reacties tonen dat jezelf kwetsbaar opstellen soms de mooiste dingen voortbrengt.

De grens tussen humor en tragiek is vaak dun, maar niets is alleen maar kommer en kwel. Vrienden die je op je ziekenbed nietsvermoedend Six Feet Under en dus een serie over begrafenisondernemers cadeau doen, de fertiliteitsarts die mijn vrouw onderzoekt en me met zijn hoofd nog tussen haar benen vraagt wie de Tour de France gaat winnen, de zeemzoeterige babyfoto’s van Anne Geddes boven naar de vloer starende koppels in de wachtzaal: dan moet je toch een beetje lachen? Een andere keer zaten we op een informatiesessie voor kandidaat-adoptieouders op de eerste rij, waarna we urenlang bestookt werden met foto’s van schurft en schimmels. Als je het wilt zien, vind je dat soort humor in alles.

Het volgend-jaar-gezin (19,99 euro), Lannoo.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content