Moet je uitblinken om gelukkig te zijn?

. © Getty Images

Alles wat het doen waard is, is het waard goed te doen, wil het spreekwoord. Maar wat is goed? Blijf je schrijven, voetballen, schilderen, zingen, fotograferen of fietsen als je niet uitblinkt? Ja, zo blijkt, want veel van onze activiteiten zijn goed voor lichaam en geest, gewoon omdat we ze graag doen en ze ons uitdagen, ook als we geen primussen en mediallewinnaars zijn.

Het in ons land bekendste eerbetoon aan Angela Merkel toen ze haar Bondskanselierkap over de haag gooide, was het portret dat Wouter Beke van haar schilderde. Het was niet geweldig, maar dat leek Beke niet te deren. Hij vertelde in het Journaal dat hij schilderspullen van zijn moeder en schoonvader mee naar huis nam na wat verhuizingen, en tijdens de coronacrisis begon te schilderen als ontspanning. Dat hij geen Luc Tuymans is, is duidelijk. De Vlaamse minister werd her en der uitgelachen om zijn schilderwerk. Zelf lijkt hij daar niet van wakker te liggen, hij bood zelfs aan om het werk te verkopen voor de Warmste Week. Schilderen is ontspannend, zo vertelde hij, en meer moet dat niet zijn. Uitblinken, who cares?

‘Wij zijn homo ludens, de spelende mens’, stelt professor psychologie Wim Van den Broeck van de VUB. ‘We zijn nieuwsgierig, willen weten hoe dingen werken en gaan spontaan exploreren, ook omdat we door kennis en kunde voor een deel onze omgeving willen controleren. Dat is aangeboren, we zien het al bij baby’s. Die nieuwsgierigheid is een van onze primaire behoeftes, en zoals Gerard Bodifée al wist, elke mens kan in bijna alles geïnteresseerd raken. Wat het bij jou wordt, hangt meestal af van je talenten, maar ook van je omgeving en van wat je tegenkomt tijdens je ontwikkeling. Maar au fond gaat het om een vrij eenvoudig mechanisme: we doen iets, dat heeft op een of andere manier effect, en dat vinden we bevredigend. Wat het resultaat is van ons spel of onze activiteit is meestal niet wat telt, het gaat hem om het spel of de activiteit zelf.

Natuurlijk begin ik elke partij met het idee dat ik wil willen

Wie op het strand zit, kan al blij worden van het zand door de handen te laten lopen. Hij of zij moet niet per se een immens zandkasteel bouwen. Natuurlijk spelen ook andere aspecten een rol als we iets gaan doen. Neem muziek. Gewoon luisteren is al aangenaam, het zelf spelen geeft een ander soort voldoening, zeker als er mensen luisteren en je muziek applaus, erkenning of zelfs geld oplevert. Maar aan de basis van heel veel dingen die we doen, ligt niet zozeer de drang naar succes, naar de eerste of de beste zijn, maar wel de activiteit op zich. Zo’n intrinsieke motivatie levert meer en langere voldoening op. Als het wegvalt, dan missen we het echt.’

Van den Broeck weet waar hij het over heeft, want ook al is hij een enthousiast schaker, hij noemt zichzelf geen uitblinker. ‘Ik doe het echt graag, het fascineert me en natuurlijk begin ik aan elke partij met het idee dat ik wil winnen. Als dat niet zo is, ben ik soms gefrustreerd, zeker als ik merk dat ik zelf een domme fout gemaakt heb. Maar meestal kan ik gewoon blij zijn dat het een boeiende partij was. Dat is mijn eigenlijke doel: een goede partij spelen.’

.
.© Getty Images

Vakantie van je leven

Er zijn honderd redenen waarom we de dingen doen die we doen. Een korte, onwetenschappelijke rondvraag levert een luid ‘natuurlijk niet’ op als antwoord op de vraag of je moet uitblinken in wat je doet om gelukkig te zijn. De meeste respondenten blijken op professioneel vlak al blij als ze zichzelf als ‘oke’ kunnen omschrijven, en als het over hun hobby’s gaat zijn ze nog milder. Uitblinken kwam geen enkele keer als topantwoord uit de bus. Karl (54) geeft toe dat hij een van de slechtste tennissers van zijn club is, maar dat hij zich met drie andere slechte clubleden prima amuseert tijdens zijn wekelijkse match. Kaatje (38) speelt niet erg goed piano, maar de concentratie die het haar vraagt, is de beste ontspanning die ze kent, dus doet ze het een paar keer per week. ‘Wel op een elektronisch keyboard met een koptelefoon, zodat niemand er last van heeft. En weet je wat ik ook fijn vindt? Dat ik na al die jaren nog dingen bijleer. Nieuwe muziek is elke keer een beetje opnieuw beginnen, en dat houdt het boeiend.’

Marie (24) is volgens haar lerares de beste in haar fotografieklas en is daar ook trots op. ‘Het doet elke keer veel deugd als ik de beste punten scoor, of complimenten krijg, maar in vergelijking met iemand als Vanfleteren stelt dat natuurlijk niets voor.’ Hein (42) loopt regelmatig halve en zelfs hele marathons en doet dat in zeer aanvaardbare tijden. ‘Maar ik loop niet om sneller te zijn dan anderen. Ik wil vooruitgang maken en dus vooral sneller zijn dan de vorige keer.’ Steven (53) loopt ook, maar nooit wedstrijden. Hij verkiest de natuur, omdat het doodgewoon mooi is. ‘Ik loop vaak ’s ochtends, soms in het donker, en doe dat voor iemand van mijn leeftijd eigenlijk nogal traag. Maar waar het mij om gaat, is genieten. Ik hou van het mooie licht boven de Schelde, de vogels in de bomen, van de bottende bomen en de kikkers op het pad.’

Zijn vrouw Kathleen (50) leest alles wat er te lezen valt over Jane Austen. ‘We zijn zelfs al op reis geweest naar plekken waar ze gewoond heeft. Die kennis is nutteloos in mijn job als boekhoudster, maar ik hou van het idee dat er een onderwerp is waar ik echt ongelofelijk veel over weet. En Jane is ook gewoon grappig.’ Nathalie (52) naait. Niet omdat ze een carrière als couturière ambieert, maar omdat de complexiteit van het in elkaar zetten van pakweg een winterjas, zo veel concentratie vraagt dat het ontspannend werkt. ‘Die paar uur aan mijn naaimachine lijken daardoor op een vakantie van de rest van mijn leven. Dat er op het einde van de dag een jas aan de kapstok hangt, is een aangename bijwerking.’

En ook twee mensen die dezelfde sport doen, doen dat vaak met andere motivatie, zo blijkt. ‘Ik hou van spanning en snelheid’, vertelt Eline (41) ‘dus als we gaan skiën ben ik altijd de snelste weer beneden. Het ziet er niet uit, maar ik ga snel en dat vind ik fijn. Mijn man doet er veel langer over, die geniet van oefenen op zijn techniek en van het maken van perfecte bochten. Het grappige is dat twee van onze kinderen op hem lijken, maar mijn oudste dochter is net als ik. Handig, zo heb ik ook iemand om samen mee te skiën.’

Sommige mensen houden van sociale hobby’s, sommige mensen zijn graag in hun eentje bezig, en of het nu pottenbakken, skiën, lezen, een taal leren, koken of fietsen is, we doen graag dingen die ietwat complex zijn, of onvoorspelbaar, dingen die blijven boeien ook al heb je ze al honderd keer gedaan. En ook al is iets vermoeiend, of moet je geweldig geconcentreerd zijn en dus een stevige inspanning leveren, dan nog zijn ze ontspannend, omdat het dingen zijn die je in je ‘gewone’ of professionele leven niet doet.

.
.© Getty Images

Competitief of perfectionist?

Onze motivatie verschilt sterk naargelang onze persoonlijkheid, vertelt Van den Broeck. ‘Wie competitief van aard is, zal uiteraard graag uitblinken. We meten ons allemaal wel eens graag met anderen, en dat zit ook ingebakken in heel wat activiteiten. Bij heel wat sporten zie je bijvoorbeeld een indeling in verschillende categorieën, zodat iedereen tegen mensen van hetzelfde niveau speelt. Dat maakt alles wat eerlijker. Sommige mensen hebben een duidelijk einddoel voor ogen, en laten zich daardoor motiveren. Bij perfectionisme ben je niet met anderen in competitie, maar met jezelf. Kinderen vinden het soms moeilijk dat ze iets niet meteen goed kunnen, maar leren tijdens het opgroeien met die frustratie omgaan. Al speelt ook hier je persoonlijkheid een rol, en blijven sommige mensen het moeilijk hebben met dingen waar ze niet goed in zijn.’

‘Perfectionisme kan twee effecten hebben. Ofwel wil je alles zo goed doen dat je ontzettend je best doet, hard werkt en daardoor ver geraakt. Ofwel vind je het zo onaangenaam dat iets niet zo goed lukt als je zou willen, en geef je op. Wie vooral door intrinsieke motivatie gestuurd wordt, heeft vaak minder last van die dingen. Wie iets graag doet, gewoon voor het proces, en niet voor het succes of het einddoel, is meestal gewoon blij dat het even goed of iets beter gaat dan de vorige keer, of dat hij of zij iets heeft bijgeleerd. Ook pedagogisch is dat een belangrijk principe, elk beetje winst is zo een succes. Daarom werkt intrinsieke motivatie het beste. Daardoor doe je iets omwille van het proces zelf, niet omwille van anderen, of om productief te zijn of een doel te bereiken.’

Dat intrinsieke motivatie niet meer als succes wordt gezien, maar wel die publicaties, levert vaak slechte wetenschap op

Kijk naar de academische wereld, zegt Van den Broeck, waar het volgens hem misgaat qua motivatie. ‘Daar wordt succes vandaag gedefinieerd als veel publiceren, veel geld binnenhalen, competitie en veel aanzien verwerven, terwijl het eigenlijk moet gaan om het plezier de werkelijkheid te ontrafelen, lesgeven, en om wat echt boeiend is aan verschillende vakgebieden. Dat die intrinsieke motivatie niet meer als succes wordt gezien, maar wel die publicaties, levert vaak slechte wetenschap op. Om maar te zeggen dat de definitie van uitblinken niet alleen bij hobby’s maar ook in de bedrijfswereld, in pedagogie en in opvoeding cruciaal is.’

Een voorbeeld aan de andere kant van het spectrum zijn skateboarders. Professor psychologie Andrie Buckareff vergelijkt hen in een artikel voor Psyche met Sysiphus, die eindeloos een steen omhoog moest duwen om elke dag weer te falen. Skateboarders doen sommige trucjes honderd, tweehonderd, driehonderd keer, waarvan slechts een paar keer met succes. Toch houden ze vol, eindeloos oefenend. ‘Je kunt je afvragen of die oefening nutteloos is’, schrijft Buckareff, ‘maar dat is het niet. Al oefenend leert een skater volharding en omgaan met frustraties, hoe een ruimte werkt en zelfs creativiteit.’ Het is ook een sociale bezigheid, uitgeoefend binnen een gemeenschap, stelt de psycholoog, wat ook een motivatie kan zijn om eindeloos dezelfde trucjes te oefenen. Je doet het samen.

Moet je dus uitblinken om gelukkig te zijn? Alles hangt uiteindelijk af van hoe jij uitblinken of succes definieert, stelt Van den Broeck. Voldoening in wat we doen is belangrijk voor ons mentaal welzijn, net als onze nieuwsgierigheid bevredigen. En dan is intrinsieke motivatie zoals Wouter Beke met zijn Merkel-schilderij perfect. Goed gedaan dus, minister Beke. Dikke pluim.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content