Michael De Cock: Het voorbije seizoen van de KVS was pas de openingsdans, het feest moet nog beginnen’

Michael De Cock © Jef Boes

Of hij nu acteert, schrijft of regisseert, Michael De Cock (44) wil verhalen vertellen. Zijn kinderboek ‘Rosie en Moussa’ wordt momenteel verfilmd door Dorothée Van Den Berghe. In september trapt de KVS het tweede theaterseizoen onder zijn leiding af.

Ik ben erg gefascineerd door wat buiten mijn zone ligt. Vandaar dat ik met plezier in zee ga met een jazzmuzikant als Frank Vaganée of illustratrice Gerda Dendooven, dat ik bij wijze van research stage liep op een palliatieve afdeling, of vaak de dialoog aanga met nieuwkomers. Dat Brussel ongrijpbaar is en zoveel verrassende kanten heeft, houdt me er dus niet van weg, maar trekt me net aan. Het voorbije seizoen van de KVS was pas de openingsdans, het feest moet nog beginnen. Ik ben me heel bewust van het privilege dat ik zo’n huis mag runnen en van de belangrijke hefboom die zo’n stadstheater kan zijn.

Lof maakt me een beetje wantrouwig. Omdat ik weet dat de waan van de dag heel erg speelt in onze sector. Een hele meute mensen laat zich daar gemakkelijk in meedrijven. Eind 2015 tilde men Johan Simons als grote held bij NTGent op het schild, een jaar later werd hij gedefenestreerd. Zo snel kan het verkeren. Positieve recensies zijn fijn, maar belangrijker is dat we met de KVS geen millimeter afwijken van onze lijn: een nieuw soort ensemble worden dat de boel opengooit. Ik wil, zoals in de gevierde voorstelling Malcolm X, jonge talenten die onze veelkleurige wereld belichamen kansen geven om onze grote scène te bespelen.

Kunst moet de tijd waarin we leven reflecteren. Als stadstheater verzeil je in een democratisch deficit als je de gemeenschapsmiddelen die je ontvangt, niet inzet voor artistieke kwaliteit en een streven naar participatie en gelijkheid. Als ik producties zie met vijftien blanke mensen op het podium, dan klopt het perspectief niet meer. Gelijkheid in onderwijs en cultuureducatie is een topprioriteit. Dat sommige mensen theater belachelijk vinden, is perfect te tolereren. Maar het is absoluut ontoelaatbaar dat mensen die er vatbaar voor kunnen zijn, niet hun weg naar het theater vinden. Dat is een schending van de mensenrechten. Vandaar dat we in het najaar een traject met Brusselse scholen starten.

Ik geloof niet zo in het concept opvoeding. Je kunt kinderen wel zeggen dat ze respect moeten hebben voor vrouwen, maar zelf het goede voorbeeld geven is nog het effectiefst. Act what you preach. Toen ik klein was, kwamen tijdens de kerstvakantie jongeren uit de banlieue van Parijs bij ons logeren, iets wat een diepe indruk op mij naliet. Het sociale bewustzijn van mijn ouders kreeg ik automatisch mee. Het waren geen militante hippies of zo, ze preekten ook nooit over hun ideeën. Ze schonken ons vertrouwen. Gaven aan dat er veel mogelijk was. Vandaag leven we in een angstcultuur. Angst is een vreemdere motor dan vertrouwen: hij verdeelt en splijt.

Ik wil jonge talenten die onze veelkleurige wereld belichamen kansen geven om onze grote scène te bespelen

We hebben allemaal trauma’s. Als kind had ik het gevoel een soort buitenstaander te zijn. Iemand die van een afstand keek naar de dingen. Heel kwetsbaar ook. Geen enkele ouder kan je beschermen tegen die trauma’s. Het enige wat je kunt doen, is kinderen met vertrouwen de wereld insturen, in de wetenschap dat ze eigenlijk weinig onder controle hebben. Je wordt tot pakweg je twintigste opgevoed en dan is het plots aan jou. Iedereen worstelt daarmee.

Problemen lossen doorgaans zichzelf op. Diep vanbinnen ben ik een enorme piekeraar. Als kind was ik al ernstig. Ik drijf mijn medewerkers tot wanhoop door tot de laatste seconde te blijven twijfelen. Op het conservatorium werd die twijfel gevoed, maar op de set van Thuis leerde ik snelle keuzes te maken. Alles durven loslaten en gewoon doen! Josse De Pauw heeft me daar later, bij het schrijven, ook in geholpen. “Laat het verhaal toch het verhaal zijn”, zei hij.

De mooiste dingen overkomen je. Als je te hard wilt, gebeurt er niets. ‘Rosie en Moussa’ was een cadeau. Oorspronkelijk een schrijfopdracht voor Brussel Deze Week, werd het verhaal vertaald, een boek – geïllustreerd door Judith Vanistendael, een muziektheatervoorstelling en nu een film. Een verhaal over een wit en een bruin kindje in Brussel dat tot in Turkije en Japan herkend wordt: dat is wonderlijk. En het voelt niet eens als mijn verdienste. Dat bewijst hoe krachtig verhalen kunnen zijn.

Tekst Peter Van Dyck & Foto Jef Boes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content