‘Kerstmis is onverbiddelijk als je anders bent dan de anderen of liefde tekortkomt’

Het meisje aan de kassa knijpt haar ogen vriendelijk dicht boven haar mondmasker, als een kat die wil zeggen dat ze geen kwaad in de zin heeft. Zij lacht: “Ook voor u nog een warme avond.”

Het virus maakt de wereld saaier en harder, maar tegelijk ook zachter en spannender. Een vrouw die ik vrees om haar bijtende spot, zegt tijdens een boswandeling dat ze nog weinig voelt voor sarcasme. Zij heeft nu meer aandacht voor het tedere en het warme. Zij noemt haar seksbuddy zelfs knuffelcontact nu.

Er wordt meer geflirt, er zijn steelse blikken van achter mondmaskers. Contact heeft iets clandestiens gekregen, wat het aanlokkelijk als de verboden vrucht maakt. Ik krijg een bericht van een vrouw die schrijft over nylonkousen en naaldhakken. Zij besluit haar mail met de vraag: ‘Kom je meespelen?’

Ik antwoord dat ik zelden speel met wildvreemden, maar wel een kerstboom in huis ga halen. Opeens lijkt kerst het belangrijkste ding in de wereld. Mijn moeder zegt: “Mocht je het huwelijk verbieden, iedereen zou weer voor de kerk willen trouwen. Het is jammer dat de kerken ontwijd zijn. Straks gaan de mensen weer geloven dat Jezus kon toveren.”

Ik denk: mensen zijn als katten. Ze krabben het liefst aan deuren waar ze niet naar binnen mogen.

Zelf heb ik met kerst een haat-liefdeverhouding. Als kind was ik er dol op, later werd het confronterend toen ik uit de boot viel. Onder de feesten is Kerstmis de pester op de speelplaats. Hij is onverbiddelijk als je anders bent dan de anderen of liefde tekortkomt. Dan voel je je zoals het meisje met de zwavelstokjes: ‘Ze keek zo de kamer in, waar de tafel gedekt was met een spierwit tafelkleed, met het fijnste porselein. De gebraden gans, gevuld met pruimen en appeltjes, stond heerlijk te dampen. En wat het allerheerlijkst was, de gans sprong van de schaal en waggelde met een vork en mes in zijn rug over de grond. Hij kwam recht op het arme meisje af; toen ging het zwavelstokje uit en was alleen de dichte, koude muur er nog.’

Onder de feesten is Kerstmis de pester op de speelplaats. Hij is onverbiddelijk als je anders bent dan de anderen of liefde tekortkomt

Liever dan te vertrouwen op rondwaggelende ganzen, begin ik alvast zelf met de voorbereidingen van het feestmaal. Ik ben een beginneling in het koken, maar ik voel hoe mijn belangstelling voor binden en blussen stilaan de pan uit swingt. Als ik maar geen tweede Yves Desmet word. Die was het Geweten van Vlaanderen, tot de perfecte cuisson hem te pakken kreeg.

Hoeveel gerechten zijn er in de wereld? Hoeveel aandoeningen waaraan een lichaam kan lijden? Een kok moest mij het antwoord op de eerste vraag schuldig blijven, een arts op de tweede. Zowel ziektes als lekker eten komen voor in talloos veel variaties. Je krijgt de indruk dat de goede God en de duivel samen aan tafel hebben gezeten, bij het ontwerpen van het bestaan hier.

Ergens op straat, halfweg tussen licht en duister, hoorde ik een meisje enthousiast zeggen dat ze keigoed was in het maken van pakjes. Het heeft te maken met de donkerte van de dagen, en met de glans in haar ogen, dat die opmerking mijn hart verwarmde.

Ik plaats mij wel buiten de wereld als ik toegeef dat ik Stan Van Samang tot voor kort verwarde met Niels Destadsbader.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content