Is thuisblijven bij je kinderen echt een meerwaarde? Journalist Margot C. Pol testte het een jaar uit

'Ik moest en zou mijn kinderen op elk moment educatief bezighouden. Uitputtend, onnodig en behoorlijk saai. Dat heb ik pas al doende beseft.' © Getty Images
Mare Hotterbeekx
Mare Hotterbeekx Journalist & Chef Online

Margot C. Pol had niets met kinderen. Toch kreeg ze er twee en besliste ze op de koop toe om een jaar thuisblijfmoeder te worden. Geen onverdeeld succes, zo blijkt uit Is het al zeven uur?, het hilarische boek dat ze schreef over dit experiment. ‘Ik heb heel erg moeten wennen aan de eentonigheid.’

‘Ik ging iets revolutionairs doen. Iets wat niemand tegenwoordig meer doet. Het was misschien raar, eenzaam of gekmakend, maar het zou in ieder geval baanbrekend worden. Sterker nog: het was zó anders en vreemd dat mijn collega’s op de redacties waar ik vier dagen per week als freelancejournalist werkte verbijsterd reageerden als ik ze erover vertelde. ‘Wat ga je dan doen,’ vroegen ze, ‘de hele dag koekjes bakken?’.

Met die woorden begint de Nederlandse Margot C. Pol haar boek Is het al zeven uur?, een openhartig verslag van haar jaar als thuisblijfmoeder. ‘Ik legde mezelf als moeder onmogelijke eisen op. Bananenbrood bakken, verantwoorde uitstapjes, voorleesmarathons: ik moest en zou mijn kinderen op elk moment educatief bezighouden. Uitputtend, onnodig en behoorlijk saai. Dat heb ik pas al doende beseft.’

Waarom heb je beslist om het gedurende een jaar over een andere boeg te gooien?

Margot C. Pol: ‘In het begin leek het vanzelfsprekend om mijn kind naar de crèche te brengen. De begeleiders zijn geweldig en we kregen dagelijks foto’s waarop ze breed lachend naar ons zwaaiden. Na verloop van tijd volgden er ochtendlijke huilbuien aan de crèchedeur. Ik begon mezelf vragen te stellen: hoe leuk vinden ze het hier echt? Is dit niet gewoon een plek met een hekje eromheen om kinderen ’te bewaken’? Mijn kinderen waren te klein om die vragen te beantwoorden. Dus besloot ik om een jaar lang de proef op de som te nemen. Ik zou thuisblijven om zelf voor hen te zorgen.’

Vaders en moeders zijn niet gemaakt om voortdurend met kinderen bezig te zijn

Hoe is die omschakeling van een drukke job naar het ietwat rustigere bestaan als huismoeder meegevallen?

‘In het begin was het heel prettig. Ik was bevrijd van stress, haast en kantoorpolitiek. Ik had ook oprecht het gevoel dat ik thuis nodig was: zonder mij zouden de kinderen niet overleven. Maar na een week of twee begon ik me te vervelen. Ik had geen projecten mee. Er is niemand die ziet dat je alle moeite van de wereld doet om het aanrecht proper te houden. Ook voor jezelf brengt zo’n leven weinig verrassingen. Ik heb heel erg moeten wennen aan de saaiheid. Soms verveelde ik me, waarop ik me instant schuldig voelde. Waarom ben ik niet gelukkig nu ik thuis ben met de kinderen, de wezens waar ik het meest op hou van de hele aarde?, vroeg ik me dan af. Ik vond heil in een van de boeken van Tom Hodgkinson. Hij schrijft dat vaders en moeders niet gemaakt zijn om voortdurend met kinderen bezig te zijn. Je moet daarnaast nog creatieve bezigheden hebben, volwassenen zien, een extra project hebben. Voor je kinderen zorgen alleen is gewoon niet zaligmakend.’

‘Vroeger hadden thuismoeders veel bezigheden. Nu is er ontzettend veel geautomatiseerd. Ik kan een poetsvrouw laten komen en mijn boodschappen thuis laten leveren. En ook mijn vroegere inkomen was evenmin noodzakelijk om het huishouden draaiende te houden, want ik kon probleemloos een jaar niet werken. Ik begon me dus existentiële vragen te stellen over mijn meerwaarde in huis. Toen brak corona uitbrak en elke vorm van afleiding wegviel, kon ik het ook gewoon niet meer ontkennen dat het allemaal behoorlijk benauwend werd. Ik werd er zelf ook niet bepaald een interessanter mens van. Hoe kleiner je wereld wordt, hoe meer je interesse in de buitenwereld krimpt. Ik kon me bijvoorbeeld tien minuten lang zorgen maken over de vraag of ik nu een volledig bruin brood of een half bruin brood moest kopen. Tegelijk voelde ik de neiging om over mijn micro-avonturen in huis te vertellen tegen mijn man. Die reageerde gelukkig heel geduldig. Hij heeft nooit gezegd dat ik moest zwijgen over de kinderen of de keukenkastjes, gelukkig. (lacht)’

.
.© Getty Images

In je boek haal je een paar keer aan dat er een gebrek aan erkenning is voor het thuismoeders en de grote hoeveelheid onzichtbaar werk dat ze verrichten. Is dat iets wat je vooraf onderschatte?

‘Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat thuisblijfmoeders vaker somber en angstiger zijn dan werkende moeders. Maar waardering zou kunnen helpen. Het is alleen moeilijk om te begrijpen hoe intens het leven als thuisblijfmoeder is als je het zelf niet geweest bent. Toen ik nog geen kinderen had, kon ik me onmogelijk inbeelden dat ik ooit zelf zo’n keuze zou maken. De tijd die in je kinderen steekt, is een langetermijninspanning die hopelijk resulteert in ontspannen en zelfzekere volwassenen. Of dat effectief zo is, weet je natuurlijk pas later. Zelf leerde ik na verloop van tijd om kleine lichtpuntjes te zien. Een kind dat iets nieuws leert. Of dat niet meer in woede uitbarst wanneer een Lego-bouwwerk omvalt. Op een gegeven moment zei mijn jongste zoontje uit het niets: “Jij bent mijn beste vriend”. Dat vond ik geweldig. Tot ik even later weer overvallen werd door twijfels. Is het wel oké dat jij de beste vriend bent van je peuter? Moet hij geen andere peuter-vrienden hebben?” Dat soort twijfel stopt nooit.’

Ik heb me vaak afgevraagd of ik een slechte ouder was omdat ik niet voortdurend gelukkig was

Je haalt ook aan dat je jezelf niet herkende in de verhalen die in de media en in films over het moederschap. Wat miste je precies?

‘Ik had heel erg het gevoel dat nuance ontbrak. Er zijn de verhalen over hoe geweldig het moederschap wel niet is, met de bijbehorende hashtags, Instagram-foto’s en roze-wolk-verhalen. En er is de slapstick-tegenhanger. Het moederschap is afschuwelijk, je hebt wallen tot aan je knieën, je drinkt witte wijn met een rietje en je wil je kinderen achter het behang plakken. Ook dat is natuurlijk niet hoe het echt is. Ik heb me vaak afgevraagd of ik een slechte ouder was omdat ik niet voortdurend gelukkig was, zoals de andere ouders. Over de meeste grote dingen des levens, zoals geld, werk, en de liefde weten we donders goed dat het niet altijd rozengeur en maneschijn is en kunnen we daar ook open over zijn. Toegeven dat je niet alle aspecten van het ouderschap even leuk vindt, is veel moeilijker. Daarom vond ik het waardevol om dat eerlijk op te schrijven. Ik ben er zeker van dat ik niet de enige ben die teleurgesteld is wanneer mijn kind wat eerder wakker wordt van z’n middagdutje, of die niets heeft met kinderspelletjes.’

.
.© Getty Images

Je geeft in je boek ook toe dat je je oudste zoontje af en toe een tik verkocht. Had je schroom om daarover te schrijven?

‘Ik heb heel lang getwijfeld of ik het wel zou doen. Straks krijg ik de kinderbescherming over de vloer, dacht ik. Voor alle duidelijkheid: ik heb hem niet vaak geslagen en ik keur het ook absoluut af, maar ik vond het wel belangrijk om daarover te schrijven. Er rust een enorm taboe op. Toegeven dat je je kind, een weerloos wezen, geslagen hebt omdat je jezelf niet in de hand hebt, is heel moeilijker. Ik voelde me elke keer afschuwelijk. Maar als je het opzoekt op Google besef je dat het veel vaker voorkomt dan je zou verwachten. Ouders durven het gewoon niet toe te geven. Vaak vermindert het als kinderen ouder worden en je problemen kan oplossen met woorden. Mijn jaar als thuisblijfmoeder heeft me geholpen om te voorkomen dat ik m’n zelfbeheersing verlies tegenover mijn kind. Op een zeker punt heb de hulp van het CJG (de Nederlandse versie van Kind en Gezin, mh) ingeroepen, dat leek me laagdrempelig. Als je een maatschappelijk werker erbij roept, dan voelt het meteen alsof je een probleemgezin bent. Ik had gedacht dat die vrouw van het CJG me zou vertellen hoe ik mezelf beter in de hand zou kunnen houden. In plaats daarvan hebben we gefocust op het kind. We hebben samen bekeken hoe we hem konden leren om zijn emoties beter uit te drukken, zodra de frustraties niet meer zo hoog zouden oplopen. Dat heeft geholpen.’

Mijn ‘mamadag’ moest de meest verantwoorde dag van de week worden

In het boek heb je het over het schuldgevoel dat bij moeders permanent sluimert, terwijl vaders er amper last van lijken te hebben. Hoe komt dat denk je?

‘Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat vrouwen zich verantwoordelijker voelen dan mannen. In mijn eerste jaar als moeder werkte zowel ikzelf als mijn partner vier vijfde. Op mijn ‘mamadag’ – een vreselijk wollig woord – was ik razend ambitieus. Het moest gezellig zijn, maar ook leerrijk. Er moest ruimte zijn voor spontaniteit, maar ze moesten ook wel hun twee stukken fruit op een dag eten en zeker educatief genoeg spelen. Mijn mamadag moest de meest verantwoorde dag van de week zijn. Na verloop van tijd ben je meer bezig met het afwerken van een lijstje van met gezellig samenzijn. Mijn man pakte het helemaal anders aan. Zijn premisse was: we zien wel hoe we de dag doorkomen. De kinderen mochten ijs eten, filmpje kijken, hij vergat fruit te geven. Dat zorgde ervoor dat ik na mijn mamadag kapot was, terwijl hij op het einde van zijn papadag wel nog energie over had.’

‘Ik vrees een beetje dat het ouderschap, net als veel andere dingen in onze maatschappij, voor veel mensen maakbaar geworden is. Er is zoveel kennis over hoe je je kind moet opvoeden dat je al snel het gevoel hebt dat je faalt wanneer je die kennis niet optimaal in de praktijk omzet. Terwijl het voor de kinderen zelf niet zo bijzonder veel uitmaakt. Ze vinden het prima als je bij elkaar bent en het gewoon gezellig is zonder dat er een hoop dingen moeten gebeuren.’

Journalist Margot C. Pol en een van haar zoontjes
Journalist Margot C. Pol en een van haar zoontjes© GF

Intussen ben je weer parttime aan de slag. Hoe kijk je terug op dit experiment?

‘Het was een heel zwaar jaar, maar ik ben blij dat ik het geprobeerd heb. Ik heb het idee dat ik zowel mezelf als mijn kinderen beter heb leren kennen. Ik snap beter waar hun emoties vandaan komen en hoe ik hen het best kan helpen als ze verdrietig zijn. Ik heb wel beseft dat mijn werk voor mij cruciaal is. Ik waardeer mijn werk nu veel meer dan voor het experiment. Uit een onderzoek van Bart Soenens blijkt trouwens ook dat wanneer je als ouder gelukkig bent, dat je ook een betere opvoeder bent. En dan maakt het niet per se uit wat je precies doet, maar voor mij was dat werken. Omdat ik mijn kinderen een heel jaar thuisgehouden heb, wilde ik ze niet naar de naschoolse opvang brengen. Dus heb ik beslist om mijn werk rond mijn kinderen te organiseren. Ik werk in de voormiddag, terwijl de jongste in de peuterspeelzaal is. In de namiddag ben ik met hem in de weer. Dat is soms hectisch, maar kinderen brengen ook veel relativering. Ze doen me inzien dat sommige dingen écht wel kunnen wachten. Dit is de perfecte combinatie.’

Is het al zeven uur? van Margot C. Pol is uit bij Uitgeverij Pluim.

Cover van Is het al zeven uur?
Cover van Is het al zeven uur?© GF

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content