‘Ik moet, als oude witte hetero, uit mijn doppen kijken in tijden die fluïde en verneveld zijn’

© iStock

Jean-Paul Mulders mijmert in zijn column over de dingen des levens.

De krant bericht over de wolf die een koe heeft gedood en enkele shetlandpony’s. Mijn dochters staan voor een dilemma, want zij dragen zowel de wolf als de pony een warm hart toe. We eten ontbijtgranen die vezels beloven, maar vooral suikers bevatten.

Het gesprek komt op mensen die zijn opgevoed door wolven. Ik begin over de stichters van Rome. In mijn herinnering heetten die knakkers Romus en Remulus.

Oudste dochter (14) rolt met haar ogen, een vaardigheid waarin zij erg bekwaam is geworden. ‘Het is Remus, papa: Romulus en Remus.’

Steeds vaker moet ik uit mijn doppen kijken, als oude witte hetero die is verdwaald in tijden die fluïde en verneveld zijn.

‘Boeit niet’, doe ik een poging om hip te zijn. ‘Sowieso heeft de ene de andere vermoord, na een ruzie die uit de klauwen liep. Je ziet dat vaker in oude verhalen. In de Bijbel slaat Kaïn de schedel van zijn broer in met een ezelskaak.’

‘Met een ezelskaak?’, echoot jongste dochter (9) ongelovig. In onze keukenkast liggen alleen een knoflookpers en een pizzasnijder.

Oudste dochter begint over Lil Nas X, de rapper die aan het scheppingsverhaal een eigen draai gaf. Eerder zette hij kwaad bloed met satansneakers.

Ik moet, als oude witte hetero, uit mijn doppen kijken in tijden die fluïde en verneveld zijn.

Zij zegt dat ze graag de Bijbel wil lezen. ‘En de Koran. Ik wil weten wat daar precies staat over homo’s en hoofddoeken.’

Ik antwoord dat zij van een kale kermis thuis kan komen, want veel van die verzen zijn in omzwachtelde taal opgesteld.

Op internet is alles slechts een muisklik van je verwijderd, het ranzige zowel als het heilige. ‘Zeg tot de gelovige mannen dat zij hun ogen neerslaan en hun kuisheid bewaken’, citeer ik gewichtig. ‘En zeg tot de gelovige vrouwen dat zij hun ogen neerslaan, hun kuisheid bewaken en hun sieraad niet tonen.’

‘Wat is een sieraad?’ vraagt jongste dochter. Ik mompel iets over oorbellen en navelpiercings.

‘Dus de mannen moeten ook hun ogen neerslaan’, mijmert de oudste. ‘Daar merk je in de praktijk niet veel van. Gisteren nog hoorde ik een stel jongens ‘hoer!’ roepen naar een meisje met een kort rokje.’

Jongste dochter kletst op haar billen. ‘Ben ik ook een boer?’ wil ze weten.

‘Ja, jij bent een boer’, lachen haar zus en ik, blij er gemakkelijk vanaf te zijn.

Mijn jongste stapt wijdbeens door de kamer en zaait denkbeeldige gewassen. Ik lees voort over de voorschriften voor vrouwen: ‘En laten zij een bedekking over hun boezem dragen en hun sieraad niet openlijk tonen, behalve aan hun echtgenoten, of hun vaders enz…’

‘Aan hun váders?’ vraagt de oudste vol afgrijzen.

‘En zij moeten niet met hun voeten stampen’, vervolg ik onverstoorbaar. ‘Zodat men weet wat zij voor verborgen sieraad hebben.’

‘Wat betekent met hun voeten stampen?’

‘Zoals jij doet als je je zin niet krijgt.’

Het stampen met de voeten houdt echter een verbod in op dansen, volgens de courante interpretatie.

‘Ik word er een beetje moe van’, zegt oudste dochter. Haar lust om zich te verdiepen in heilige teksten lijkt acuut verminderd. Ze vertrekt naar school, de blonde haren vanonder haar fietshelm wapperend. Het ruikt naar herfst in de verte.

Kaïn gebruikte een steen, valt mij te laat in. Het was Samson die met een ezelskaak de Filistijnen afranselde.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content