‘Grootouders en kleinkinderen spelen belangrijke rol in elkaars leven’

© Getty Images/iStockphoto

Grootouders en kleinkinderen vervullen een heel belangrijke rol in elkaars leven. Niet alleen om hun kinderen te ondersteunen in opvangnoden, maar in eerste instantie zijn grootouders erg graag betrokken en oprecht geïnteresseerd, zo blijkt uit onderzoek van de Gezinsbond. Ook de kleinkinderen zelf genieten van de zorg van oma en opa.

Omdat er de afgelopen jaren bij grootouders relatief weinig onderzoek gevoerd werd over hun tijdsbesteding met kleinkinderen en jonge kinderen niet eerder bevraagd werden naar hun relatie met grootouders, liet de Gezinsbond een bevraging uitvoeren. Er namen 1.700 grootouders deel, iets meer oma’s dan opa’s. Daarnaast waren er ook gesprekken met een dertigtal kleuters uit scholen in Gent, Mechelen, Molenbeek, Nazareth en Zele.

“Grootouders zijn in meerdere of mindere mate betrokken bij opgroeiende kleinkinderen”, zegt Christel Verhas, directeur sociaal-cultureel-werk en gezinspolitiek. “Af en toe zit er een dissonante noot tussen, maar de overduidelijke conclusie is dat grootouders en kleinkinderen een heel belangrijke rol vervullen in elkaars leven.”

Kleinkinderen houden grootouders jong

Bijna 80 % van de grootouders helpt hun kinderen met de combinatie werk en gezin en 91 % vangt hun kleinkinderen op als ze ziek zijn. “Het lijkt er dus op dat veel grootouders uit noodzaak ingezet worden, maar de waarheid ligt ergens in het midden: ze zijn in eerste instantie erg graag betrokken en zijn oprecht geïnteresseerd in de activiteiten waar de jongeren aan deelnemen. Ze doen het met heel hun hart, want het jong geweld houdt hen alert en ze blijven dicht bij de leefwereld van de jongeren. Bovendien – of het nu bewust of onbewust gebeurt – geven grootouders familietradities door die in het geheugen van de kleinkinderen nog vele jaren nazinderen.”

Het contact tussen grootouders en kleinkinderen staat wel onder druk door het verlengen van de werktijd, waardoor gootouders die nog aan het werk zijn niet kunnen inspringen wanneer ze dat willen. Ook afstand, minder goede gezondheid van de grootouders of de echtelijke situatie bij de ouders zorgen voor minder contact. (Belga/EK)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content