Gouden raad van iemand die leeft zonder spijt: ‘Eenden vliegen in groep, arenden alleen’

© FILIP NAUDTS

Sommige wijze woorden vergeet je nooit. Deze week: Anne Marie Lampens (65), een Brugse modeliefhebber die in haar leven al vervelde van hippie tot punker en motard. Vandaag noemt ze zichzelf een jagger die blijft floreren dankzij schoonheid en alleentijd.

‘Ik heb altijd graag in de spotlights gestaan. Mijn brave ouders hebben me nooit een strobreed in de weg gelegd, maar echt begrepen hebben ze me ook nooit. Ik vond dat niet zo erg, maar ik rebelleerde wel. Zo kleedde ik me niet met wat ik vond in Brugge of zelfs Gent, nee, ik tekende iets na uit een avant-gardetijdschrift en liet dat maken. Niet iedereen kan of moet een trendsetter zijn, maar ik voelde me daar goed bij.

Op mijn 25ste stelde ik mijn eerste écht buitensporige daad: ik ging in op de uitnodiging van fotografe Greta Buysse om naakt te poseren. Ik vond het een uitdaging en voelde me er direct goed bij. Op de eerste afdruk schreef Greta: ‘Eenden vliegen in groep, arenden alleen.’ Ik ben haar nog altijd dankbaar voor die richtlijn in mijn leven.

De uitspraak drong eerst niet tot mij door, want ik wist nog niet wat ik voor mezelf wilde. In mijn hippieachtige onnozelheid was ik getrouwd, achteraf bekeken met de foute echtgenoot. Pas jaren nadat Greta dat citaat aan mij had gegeven, besefte ik dat ik inderdaad een arend moest zijn: een beest dat opvalt en niet meevliegt met de kudde. Als ik echt iets wilde betekenen, dacht ik, moet ik mijn weg alleen gaan.

Ik ben mijn eigen beste gezelschap.

Dat wil niet zeggen dat ik geen vrienden heb of geen partner wil. Na dat huwelijk ben ik eens elf en daarna twintig jaar met een leuke man geweest. Ik brak ermee omdat het op was, niet omdat ik per se alleen door het leven wilde. Nu heb ik sinds een paar maanden een latrelatie. Daarin kun je elkaar én jezelf koesteren. Onze generatie is zo niet opgevoed, maar het is cruciaal om jezelf op de eerste plaats te zetten. Dat betekent niet dat je geen interesse hebt in anderen of niet weet wat er in hen omgaat. Integendeel, ik voel dat juist té goed.

Toen ik een paar jaar geleden in Leven zonder filter van Fleur van Groningen voor het eerst de term ‘hypersensitief’ vond, herkende ik me daar zo in dat ik moest wenen. Eindelijk begreep ik waarom ik kregelig word als ik te lang bij mensen ben, hoe tof die ook zijn, of waarom ik soms hautain overkom. ‘Ge ziet er nogal gevaarlijk uit’, hoorde ik weleens, maar ik trok gewoon een schild op, ter bescherming van de me-time die ik zo nodig had, bijvoorbeeld nadat ik me heel de dag had gegeven in L’Héroïne, de boetiek waar ik jarenlang de collecties van Belgische topontwerpers verkocht. Ik mix hun stukken graag met tweedehandse kleren of rommelmarktvondsten – da’s weer dat uniek willen zijn.

Vroeger kreeg ik wel vaker sneren als ‘Waarom kleed je je zo agressief?’ – ik zat een tijdje in het punk-, motard- en heavy-metalmilieu – of ‘Zo ga je nooit een vent vinden’. Maar ik kleed me niet om mannen te behagen, wel om mijn stijl uit te drukken.

Na zo’n opmerking reageerde ik weleens als door een wesp gestoken, maar eenzaam was ik nooit. Ik ben mijn eigen beste gezelschap. Anders ben je toch een sukkelaar? Plus: ik wil oprecht die arend zijn, ik wil iets van mezelf maken, grensjes blijven verleggen, ook op mijn leeftijd.

Tot mijn 55ste ging ik zwaar uit en op weg naar huis babbelde ik soms tot vijf uur ’s morgens met clochards. Zij hadden dikwijls interessante dingen te vertellen. De gemiddelde mens vindt het al even raar of ongepast dat ik nog altijd naakt poseer. Ja, dit lijf heeft geleefd en is minder strak dan vroeger. En ja, mijn stijl blijft eigenzinnig. So what? Ik leef gewoon, zonder twijfel, zonder spijt.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content