Festivalslapen voor watjes: Glamping op Glastonbury

© Nina Moerdijk

Omdat niet iedereen het gebral en braakliggen van een overbevolkt kampeerterrein even charmant vindt, test Knack Weekend deze festivalzomer alternatieve slaapmanieren, speciaal voor pussies en luxepoezen. Getest: Glamping op Glastonbury

Glasto’ is het uitgelezen festival om celebs en streetstylefotografen te spotten, dus een goede nachtrust en misschien ook toegang tot douches zijn aangewezen. Aangezien ik geen huis bezit in Somerset en ik de tocht met sleurhut langs smalle Engelse landweggetjes niet zag zitten leek ik bijna gedoemd om tussen de dronken Britten op een stuk karton te slapen en dat met de nodige dédain ‘hobo chic’ te noemen. Dat was buiten Teva gerekend. Deze sportsandaal gaat immers prat op zijn rijke geschiedenis op muziekfestivals.

Burt Bacharach is de shit

In de voorbereiding van het Lollapalooza festival van 1993 werd Teva namelijk genoemd als dé coolste schoen van het moment, en een advertentie in Rolling Stone Magazine verhief de sandaal meteen tot een cultstatus. “Do you live in a shoe, or do you exist in a Teva?” Teva was op dat moment meer dan iets om aan je voeten te dragen, het was een manier van leven. Het was de schoen voor zij die zich wilden afzetten tegen het “geleefd worden door de maatschappij”, voor zij die niet binnen het verwachtingspatroon wilden passen, aldus Rolling Stone. De navraag bij mijn ouders bevestigde: wie in de nineties geen zwarte Teva’s had, kon evengoed het hek rond zijn voortuin wit beginnen kalken, een chino aantrekken en toegeven dat Burt Bacharach de shit was.

'onze' tent
‘onze’ tent© KS

Het is dus niet verwonderlijk dat Teva terug inpikt op deze decennialange reputatie en de sandaal was dan ook heel zichtbaar aanwezig op de grootste festivals ter wereld. Coachella, Bonnaroo, en nu dus ook Glastonbury, waar ze enkele gezellige tipi’s en tenten hadden gehuurd in het Pop-Up Hotel.

Tussen camping en boetiekhotel

Zo onder de indruk dat ik een foto van het verkeerde bord nam
Zo onder de indruk dat ik een foto van het verkeerde bord nam© KS

Het Pop-Up Hotel (what’s in a name) is een hypbride tussen een camping en een boetiekhotel met verschillende soorten luxe-tenten (van bijna-huisjes met een aparte badkamer tot knusse tipi’s) waarin je kan genieten van alle comfort van een hotel. Er is een zwembad, een grote lobby/zitruimte/eetzaal waar obers je bestelling komen opnemen en die op de rekening van je “kamer” zetten – want iedere tent heeft zijn eigen nummer.

Festivalslapen voor watjes: Glamping op Glastonbury
© KS
Festivalslapen voor watjes: Glamping op Glastonbury
© KS

Daarnaast kunnen gasten van het Pop-Up Hotel gebruik maken van normale toiletten, semi-normale douches en is er zelfs een salon voorzien waar haardrogers, stijl- en krultangen en schattige kaptafels vrij te gebruiken zijn. Zij die écht all the way willen gaan kunnen ook een afspraak boeken in de Pop-Up Spa, waar je terecht kan voor massages, een kappersbeurt, make-up of zelfs face paint.

Klinkt indrukwekkend allemaal, maar hoe zou het bevallen, zo’n non-festivaleske ervaring op het grootste festival van Europa?

Hoedendozen en een klein hondje

Toekomen in het Pop-Up Hotel is meteen weten waar je aan toe bent. Portiers brengen mijn bagage met een terreinwagen naar m’n bedstee. Véry Paris Hilton/Nicole Richie, al leek het voor buitenstaanders misschien wel véry lullig omdat mijn tent zich op een minuut wandelen van de inkom bevond. Bovendien zou het leuker staan als ik Louis Vuitton koffers met monogram mee had genomen. En een hoedendoos. En een klein hondje.

Festivalslapen voor watjes: Glamping op Glastonbury
© Nina Moerdijk

De tent die ik krijg toegewezen is leuk: niet super luxueus zoals die van mijn overburen (werkelijk, wie heeft er nu een kledingrek nodig wanneer je een week plant rond te lopen in dezelfde modderige outfit?) maar gezellig met de nodige ruimte en enkele comfortabele details, zoals een goed gerezen luchtmatras, een donsdeken en een kussen. De vrolijke lampjes rond de tentpaal maken het geheel echt af en zorgen er ’s avonds ook voor dat je niet met de zaklampfunctie van je gsm moet staan schijnen. Zaklampschijnsel heeft trouwens altijd iets crimineels en laat dat nu net absoluut niet “Glam” zijn.

Het beste aan mijn tipi? De stroom! Jawel, er staat een klein bakje in met twee stopcontacten waar je ’s nachts je toestellen in kan opladen zodat je overdag niet gehinderd wordt door een platte batterij bij het “Where R u??!?”-over-en-weer berichten.

Luxeproblemen in een luxe-omgeving

Festivalslapen voor watjes: Glamping op Glastonbury
© KS

De obers in de publieke ruimte waren misschien wel een beetje té hands-on. Tijdens het tikken om de vijf minuten op de schouder getikt worden met de vraag of ik nog wat wil bikken, daar wordt een mens echt… gestoord van. Luxeprobleem in een luxe-omgeving, is het niet heerlijk wanneer alles bij elkaar past? Persoonlijk wandelde ik liever vijf meter verder naar het veldje dat het Pop-Up Hotel en het Pop-Up Motel (een gewone camping, maar met douches en toiletten)met elkaar deelden.

Festivalslapen voor watjes: Glamping op Glastonbury
© KS

Een toffe, grassige patio vol food trucks, een dranktent met zitzakken, altijd wel een performance van een getormenteerde singer-songwriter en een bruisende sfeer. Deze plek (en het voedsel dat ze er serveerden) alleen al maakte de ervaring voor mij meer dan de moeite, maar op een kampeerplaats doe je natuurlijk meer dan eten en drinken.

Slàpen, dat heb ik er gedaan, beter dan op eender welk ander festival waar ik normaal om het kwartier wakker schrik omdat één of andere lullo het nodig vond om de omgeving kennis te laten maken met Seven Nations Army of luidruchtig om prostituees vraagt. Wanneer mensen zoveel geld betalen voor een overnachting in een tent, dan mag je er bijna zeker van zijn dat iedereen zich koest houdt en uitkijkt naar een nacht in Dromenland na een dag in Green Fields. Toegegeven: naast de luchtmatras en het donsdeken heb ik ook wel een duwtje richting narcolepsie gekregen van een fijn blauw pilletje, maar laat dat vooral deze review niet bederven.

Festivalslapen voor watjes: Glamping op Glastonbury
© KS

Mijn verdict: Glamping is perfect voor mensen die altijd al genoten van het kamperen of dat inherent vinden aan de festivalervaring, maar zich daar nu gewoon een tikkel te oud/te moe/ te (komt-ie) glamoureus voor voelen. Het blijft natuurlijk overnachten in openlucht, iets dat afhankelijk van je persoonlijkheid charmant dan wel shabby overkomt.

Je persoonlijke spulletjes zijn nog altijd maar slechts met een ritssluiting van de buitenwereld beschermd (tenzij je een locker huurt), je moet nog altijd douches en toiletten delen met mensen, douches waar soms niet echt genoeg druk op staat of water uit komt (logisch, je staat in het midden van een veld met honderden aan een pomp te sleuren). Je kan nog steeds niet helemaal rechtop staan wanneer je je wil aan- of uitkleden en motten en muggen vinden zelfs in een luxe-tent dat ene gaatje onder het tentzeil wel.

Persoonlijk zou ik Glamping zeker nog eens in overweging nemen, maar dan voor een nachtje of twee. Na vijf nachten kan je immers geen ritssluiting meer horen, toch wel een tikkel problematisch voor iemand in de modesector.

(KS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content