De vraagstukken waar katten ons voor plaatsen

© Getty

Een kat brengt leven in huis, maar ook enkele moeilijkheden waar je misschien amper bij stilstond voordat je er een in huis haalde. In ‘De toekomst van de kat’ ontrafelt moraalfilosoof Rutger Lazou enkele dillemma’s. Wij mogen er dit fragment uit publiceren.

Katten zijn enorm populaire huisdieren. Mensen houden meer katten dan honden, al zijn kleinere huisdieren als vissen, vogels, reptielen, konijnen en andere knaagdieren in de meerderheid (allen samengeteld). Wereldwijd zijn er ongeveer 200 miljoen katten. Je kunt ze immers makkelijk in huis nemen, ze zijn klein genoeg om ook in minder ruime woningen te leven en ze kunnen relatief lang zonder hun baasjes – of dit is toch wat veel mensen denken.

De perceptie dat katten gemakkelijk te houden zijn, leidt er echter toe dat sommige baasjes zonder veel nadenken een kat in huis halen waar ze eigenlijk niet de nodige zorg en moeite voor kunnen opbrengen. Bovendien is dit idee steeds meer achterhaald. Om een kat gelukkig te maken, moeten baasjes de nodige inspanningen leveren: het huis katvriendelijk inrichten, spelgedrag stimuleren, voldoende kattenbakken plaatsen, enzovoort. Voor de leesbaarheid gebruik ik hier de term ‘baasje’, omdat dit het meest gebruikelijk is. Ik beschouw de kat daarom niet als ondergeschikt aan de mens of als zijn eigendom. In het Engels is ‘caretaker’ een geschikte term. In het Nederlands is ‘voogd’ een goed alternatief, maar dit leest wat minder vlot, daarom hou ik het bij ‘baasje’. Wat maakt de kattenkwestie nu zo interessant?

Beschermen tegen de mens

Heeft haar geheimzinnigheid, elegantie en sierlijkheid er iets mee te maken? Dat alleen maakt haar immers al tot een fascinerend studieobject. Maar er is meer. Als snelle voortplanter, fervent jager, verplicht carnivoor en geliefkoosd huisdier stelt de kat ons voor uitdagingen en roept ze vragen op die ons geweldig veel kunnen leren over de natuur en onze relatie ermee. De moeilijkheid om het aantal katten onder controle te houden, leidt tot overvolle asielen en zwerfkatten in nood. Het jaaggedrag van katten heeft een impact op het milieu en de rechten van de prooien zelf. De petfood- of dierenvoederindustrie, die vlees produceert voor huisdieren, vertegenwoordigt een groot deel van de globale vleesconsumptie. Ook de mens is belanghebbende partij, hij ondervindt overlast door geurhinder, nachtlawaai of opengescheurde vuilniszakken en kan zelfs slachtoffer worden van ziektes die overdraagbaar zijn van kat op mens. Daartegenover staat de bijzondere relatie tussen mens en kat, een voor beide partijen unieke en waardevolle bron van geluk.

Bij de uiteenlopende en complexe vraagstukken waar katten ons voor plaatsen kunnen we niet zomaar voortgaan op wat ons buikgevoel ons vertelt

Zo duiken haast alle factoren die een rol spelen in vraagstukken in de dierenethiek – biodiversiteitsverlies, overpopulatie, overlast, predatie, vleesconsumptie – op in onze zoektocht naar een wenselijke toekomst van de kat. Het resultaat van deze zoektocht is daarom niet alleen belangrijk voor alle partijen die betrokken zijn bij de kattenproblematiek, maar ook voor de vele andere dieren van wie het lot in mensenhanden ligt. De meeste dierenrechtenactivisten en -theoretici focussen sterk op de scheiding tussen dierenpopulaties en menselijke omgevingen. Ze willen dieren niet beschermen in een menselijke omgeving, maar tegen de menselijke omgeving. Volgens deze visie worden er beter geen dieren geboren die afhankelijk zijn van de mens. Een wenselijke toekomst is in dat geval een toekomst zonder katten.

De aanwezigheid van de kat in menselijke omgevingen komt onder druk te staan
De aanwezigheid van de kat in menselijke omgevingen komt onder druk te staan© Getty

Mens en dier scheiden van elkaar is echter een onrealistisch idee. We houden dieren niet weg uit onze menselijke omgeving door huisdieren en vee te laten verdwijnen. Dieren zijn namelijk overal aanwezig: in onze huizen, pleinen, luchthavens, rivieren… Met het oog op de uitbreiding van de groep dierenvrienden op deze wereld is het ook niet erg strategisch om te streven naar mensen- en dierenpopulaties die naast in plaats van met elkaar leven. Dit getuigt van een pessimistische en onaantrekkelijke kijk op mens-dierinteracties, alsof het onmogelijk is om in harmonie te leven met dieren. Mens en dier kunnen wel degelijk een positieve relatie met elkaar ontwikkelen, een band die voor beide partijen bevorderlijk is. De mens-katrelatie is een prachtig voorbeeld daarvan. Het is dus niet alleen onrealistisch en ondoordacht, maar simpelweg ook geen goede zaak om dieren en mensen van elkaar te scheiden. Al komt de aanwezigheid van de kat in menselijke omgevingen wel onder druk te staan.

Voortbestaan van de kat in gevaar?

Sterilisatiewetten worden steeds strenger, om welke reden dan ook. In België ging in 2011 het ‘Kattenplan’ van start, een meerjarenplan om het aantal zwerf- en asielkatten te verminderen. De wetgeving voor de sterilisatie van asielkatten werd later gevolgd door de verplichting om alle verkochte of weggegeven katten te steriliseren. Sinds 2018 is het zowel in het Brusselse, Waalse als Vlaamse Gewest verplicht om alle huiskatten, geboren na 2014, te laten steriliseren. In de toekomst kan de wet terug worden versoepeld.

Je eigen kat niet steriliseren om de toekomst van de huiskat veilig te stellen, is allesbehalve nodig

Deze verplichte sterilisatie wakkert bij sommige mensen de angst aan dat de gewone huiskat met uitsterven bedreigd is. Zo’n vaart zal het niet lopen, gezien vele baasjes de regelgeving aan hun laars lappen. Oorzaken hiervan zijn onder andere de gratis weggeefcultuur van katten (waardoor ze niet naar waarde worden geschat en dus niet worden gesteriliseerd), de hoge sterilisatiekosten, het politieke veld dat pas recent een Ministerie van Dierenwelzijn heeft opgericht en weinig sensibilisering.

Daarom is voor de volle honderd procent inzetten op sterilisatie op dit moment noodzakelijk. Je eigen kat niet steriliseren om de toekomst van de huiskat veilig te stellen, is allesbehalve nodig. Toch moeten beleidsmakers de bedenking serieus nemen dat de toekomst van de gewone huiskat in gevaar komt. Er is een visie nodig over de kattenpopulaties van de toekomst en een plan hoe dit te realiseren – genuanceerder dan ‘alles inzetten op sterilisatie en later eventueel terugschroeven of versoepelen’. We mogen de toekomst van de kat niet aan het toeval overlaten, we moeten deze zelf uitstippelen. Een duidelijke langetermijnvisie leidt bovendien tot een beter begrip van de problematiek. Dit kan sensibiliserend werken en een positieve impact hebben op het beleid.

De Italiaanse gedragsbiologe Eugenia Natoli wees in 1994 al op het gebrek aan een duidelijke toekomstvisie. In 2007 waarschuwt ze ervoor het concept ‘welzijn’ niet alleen gelijk te stellen aan ‘steriliseren’.

Designerkat staat klaar

Intussen missen we nog steeds een duidelijke langetermijnvisie. Nochtans is er een positieve evolutie naar een meer gecontroleerd systeem, wat het nastreven van een gericht streefdoel mogelijk maakt. Sinds 2017 moeten katten in België verplicht worden geïdentificeerd met een microchip en worden ze geregistreerd in een centrale databank. Deze chip herenigt niet alleen verdwaalde katten met hun baasje, de databank biedt ook een beter zicht op de kattenpopulaties. Ook de sterilisaties zijn zo beter controleerbaar.

Een andere waardevol initiatief is de recente lancering van de website adopteereendier.be, die een overzicht biedt van alle asieldieren in Vlaanderen, die op zoek zijn naar een thuis. Het veiligstellen van de toekomst van de gewone huiskat is extra belangrijk, omdat een andere soort, de raskat, klaarstaat om haar te vervangen. Als het te moeilijk wordt om een gewone huiskat te adopteren, is – voor wie er voldoende geld voor overheeft – het alternatief eenvoudig: een raskat. Kwekers fokken deze katten op specifieke uiterlijke en innerlijke kenmerken, om zo ‘mooiere’ en tammere katten te creëren. Ze streven naar een bijzondere anatomische bouw van de kat, een unieke haarlengte, haarkleur, enzovoort. Elk kattenras heeft specifieke uiterlijke kenmerken als resultaat van een jarenlang fokproces. Vaak zijn ze ook tammer dan gewone huiskatten. De prijs voor zo’n ‘designerkat’ kan oplopen tot duizend euro of meer. Ze worden verkocht in een afgescheiden, gecontroleerd systeem.

De verkoop van dieren draagt bij tot het idee dat zij als product ten dienste staan van de mens

Met het ontwikkelen van tammere katten in een gecontroleerd systeem is op zich niets fout. Ook voor gewone huiskatten is het echter mogelijk om zich te ontwikkelen tot (nog) tammere en socialere dieren, die misschien zelfs minder gaan jagen. Een evolutie naar een toekomst met raskatten is dus niet nodig. Als we rekening houden met de nadelen ervan, is zo’n evolutie zelfs absoluut te vermijden. Voor veel kattenfokkers is het kweken van raskatten een hobby. De stijgende vraag trekt echter steeds meer commerciële fokkers aan, die in de eerste plaats winst willen maken. Dit kan ernstige gevolgen hebben voor het welzijn van de kat. Hoe platter bijvoorbeeld de snuit van de pers, hoe zuiverder het ras en hoe groter de opbrengst. Dat deze kat hierdoor met ademhalingsproblemen te kampen krijgt, is voor de commerciële fokker slechts bijzaak. Bovendien wordt raszuiverheid bereikt door nauw verwante katten – die sterk op elkaar lijken – te laten paren. Dit leidt tot minder genetische variatie. Raskatten hebben daardoor een zwakker afweersysteem, minder energie en meer kans op een vroegtijdige dood.

Hoort de kat bij onze toekomst?
Hoort de kat bij onze toekomst?© Getty

Ook de koper dreigt het welzijn van de kat uit het oog te verliezen. De verkoop van dieren draagt bij tot het idee dat zij als product ten dienste staan van de mens. Op lange termijn vergroot het gevaar dat de kat als luxeproduct wordt gezien en de liefde tussen mens en kat aan belang inboet, omdat de nadruk valt op uiterlijke kenmerken en de kostprijs. Bovendien zijn mensen die veel betaalden voor hun kat, sneller geneigd het dier minder vrijheid te geven en het binnen te houden. Andere kattenliefhebbers zullen dan weer onvoldoende geld kunnen neertellen voor een katje. Een systeem van raskatten is daarom, althans in zijn huidige vorm, geen onderdeel van een wenselijke toekomst van de kat.

Dit betekent niet dat de verplichte sterilisatie op dit moment geen noodzakelijke maatregel is. Wel moeten beleidsmakers perverse effecten met betrekking tot raskatten tegengaan. Dit kan door strenge regels op te leggen aan fokkers, zodat de gezondheid en het welzijn van de katten blijft vooropstaan. Daarnaast moet het adopteren van een kat voor iedereen betaalbaar blijven.

Een eenvoudigere oplossing is het voortbestaan van de huiskat over te laten aan de gewone kattenbaasjes, door (op termijn) een beperkt aantal uitzonderingen op de regel van de verplichte sterilisatie toe te laten. Tenzij de kat geen deel uitmaakt van de toekomst die we voor ogen hebben, uiteraard.

Het gevaar van intuïtie

Hoe de toekomst van de gewone huiskat eruitziet, valt op dit moment moeilijk te voorspellen. We moeten die toekomst wel zelf in handen nemen. De meest dringende uitdaging is het ontwikkelen van een langetermijnvisie. We moeten streven naar een toekomst die rekening houdt met de belangen van alle betrokken partijen. Hoe ziet die toekomst eruit? Welke veranderingen moeten gebeuren, welke oplossingen moeten we inzetten? Om hier een antwoord op te geven, schieten onze intuïties of ingevingen tekort. Bij de uiteenlopende en complexe vraagstukken waar katten ons voor plaatsen kunnen we niet zomaar voortgaan op wat ons buikgevoel ons vertelt. Net zoals onze zintuigen zijn ook onze intuïties immers niet altijd te vertrouwen. Ze kunnen ons misleiden en zelfs gevaarlijk zijn.

Bestaat er zoiets als een ‘kittenwens’?

Zo hebben sommige mensen de intuïtie dat homoseksualiteit verkeerd is, dat mannen superieur zijn aan vrouwen of dat abortus niet kan. We moeten kritisch zijn ten aanzien van dergelijke ingevingen. Een intuïtie die kattenbaasjes soms hebben en mee de oorzaak is van de overpopulatie, is dat een kattin minstens een nestje moet gehad hebben in haar leven. Maar waarom zou dit zo zijn? Omwille van haar welzijn? Wat dan met het welzijn van de vele kittens die geen thuis vinden? Of heeft een kattin het ‘recht’ zich voor te planten? Waar komt dit dan vandaan? Beseft ze wel dat ze zich kan voortplanten? Bestaat er zoiets als een ‘kittenwens’?

Om te bepalen wat een wenselijke toekomst is van de kat, moeten we vertrekken van onze morele waarden: wat vinden we waardevol? Als je een auto wil kopen, denk je ook eerst na wat je belangrijk vindt: veiligheid, comfort, schoonheid… Deze waarden bepalen, samen met de beschikbare informatie, welke auto je zal kopen. Ook bij het maken van keuzes rond de toekomst van de kat moeten we ons baseren op de morele waarden die we belangrijk vinden en op de beschikbare wetenschappelijke kennis. De belangrijkste waarden in de dierenethiek of de milieufilosofie zullen in dit boek aan bod komen: welzijn, biodiversiteit en basisrechten.

Meer lezen?De toekomst van de kat, Rutger Lazou (Houtekiet, 21,99 euro)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content