De appel valt niet ver van de boom: deze vier mannen traden in de voetsporen van hun vader

Etienne en Yannick HonnorĂ© © JEF BOES
Wim Denolf
Wim Denolf Wim Denolf is journalist bij Knack Weekend. Liefst schrijft hij elke week over een ander thema.

Een zoon die voor dezelfde job als zijn vader kiest: dan lijkt het algauw alsof het in de sterren geschreven stond. De zonen zien het soms heel anders, terwijl het voor hun papa’s een dunne lijn is tussen mentor- en vaderschap.

Kersvers lijnpiloot op rust Etienne Honnoré (65) was gezagvoerder op korte- en langeafstandsbestemmingen, Yannick (23) behaalde zijn licentie in april 2018 en is momenteel copiloot bij een vrachtluchtvaartmaatschappij.

Zelf een vliegtuig besturen: zoals veel jongens droomde Yannick er al van in de lagere school. ‘Niet omdat papa dat ook deed, maar omdat ik zot was van die toestellen. Een gevaarte van driehonderd ton of meer dat zich van de grond losrukt en je naar de andere kant van de wereld brengt: dat is toch machtig? Het grootste plezier dat mijn mama en grootmoeder me konden doen, was picknicken aan de voet van de start- en landingsbanen in Zaventem. Al zal het voor hen wel meegespeeld hebben dat ik dan stil was.’ ( lacht)

We keken samen naar programma’s over luchtvaartrampen.

‘Hij zag het verschil tussen een Boeing en een Airbus al op zijn zesde’, vertelt Etienne, die er zelf veertig jaar in de luchtvaart heeft op zitten. ‘Zonder dat soort passie houdt een lijnpiloot het niet vol, de job vergt veel van je concentratie en zelfdiscipline. De zware opleiding is ook maar het begin, nadien moet je je continu bijscholen en regelmatig proeven en examens afleggen. Als het je vooral om de lifestyle te doen is, raad ik het af. Je moet echt alles willen geven.’

De appel valt niet ver van de boom: deze vier mannen traden in de voetsporen van hun vader
© Jef Boes

Als zoon van een piloot wist hij waar hij aan begon, zegt Yannick. ‘Papa heeft me er altijd voor gewaarschuwd dat de job ook veeleisend is voor je omgeving, maar dat had ik al wel begrepen. Met kerst of op mijn verjaardag zat hij soms aan de andere kant van de wereld, maar er waren ook voordelen. Als hij weg was, was hij echt weg en stond mijn mama er thuis alleen voor, maar tussendoor was hij wel drie of vier dagen thuis en honderd procent beschikbaar. Op school was ik de enige die bij zijn vader kon lunchen in plaats van in de refter.’

Niet zijn instructeur

Tegenwoordig neemt Yannick zijn vader soms mee naar het vliegveld in Grimbergen voor een uitstap met een propellervliegtuig, maar vroeger waren de rollen omgekeerd, legt Etienne uit. ‘Yannick vroeg me al zo lang om samen te vliegen dat ik voor zijn tiende verjaardag mijn licentie voor eenmotorige toestellen vernieuwde.’ Later werd het voor vader en zoon een sport om samen naar programma’s over luchtvaartrampen te kijken. ‘( lacht) Zoek de fout, Yannick! Maar ik heb hem ook altijd gezegd dat ik niet zijn instructeur was. Vader zijn en weten hoe je moet lesgeven: dat zijn twee verschillende dingen.’

‘Je ervaring heeft me geholpen om gemotiveerd te blijven’, reageert Yannick. ‘Tijdens de opleiding wist ik altijd dat de bergen theorie ergens toe dienden. Als ik nu thuiskom van een vlucht, wil ik niet altijd horen hoe jij een bepaald voorval aangepakt zou hebben, dat is waar. Maar achteraf bedenk ik toch vaak dat je een punt hebt.’ ( lacht)

Maurice Vanderauwera (64), zelf zoon van dancinguitbaters, baatte van 1997 tot 2016 CafĂ© Sport uit op het Leuvense Martelarenplein. Kevin (38) opende in 2007 naast de deur brasserie L’Étoile d’Or.

‘Op mijn vijftiende gaf mijn vader me twee opties’, vertelt Kevin. ‘Ik kon thuis het gras maaien, of ik kon meewerken in het cafĂ©. Dan deed ik liever dat laatste. Het geld dat ik verdiende, stak ik in mijn spaarpot om zelf ooit een zaak te kunnen openen. Ik heb mijn ouders er altijd om bewonderd dat ze hun eigen baas waren, dat wilde ik ook.’ Hun zaak overnemen was voor Kevin echter geen optie: ‘Ik had hotelschool gedaan en een opleiding tot sommelier gevolgd, ik was gerant geweest van eetzaken – daar wilde ik op mijn 23ste iets mee doen. In CafĂ© Sport kon dat niet, de klanten zouden me bij elke verandering met mijn vader vergeleken hebben.’

Maurice en Kevin Vanderauwera
Maurice en Kevin Vanderauwera© JEF BOES

Toch ging Kevin niet ver, hij opende zijn brasserie om de hoek van het cafĂ©. ‘Door een muur weg te slaan, konden we de eerste jaren zelfs samen feesten organiseren en klanten uitwisselen, maar zo kon ik mijn vader ook al eens om zijn mening of om hulp vragen. Een lek repareren, controleren of een vat wel goed gestoken was, overleggen hoe ik een probleem met een medewerker moest aanpakken: daarvoor kon ik dan snel bij hem terecht. Anders had ik er echt alleen voor gestaan.’

Ondernemerslessen

Er kwamen bij momenten ook stevige discussies van, benadrukt Maurice: ‘Kevin wilde het op zijn manier doen en dat is zijn goed recht, maar ik zei toch ook graag mijn gedacht. Dat doe ik ook vandaag nog als ik in de brasserie dingen zie waarvan ik denk dat ze beter kunnen. Het is dan wel zijn zaak, hij is ook mijn zoon. Zwijgen en de boel dan misschien zien ontsporen, dat zou ik mezelf als vader kwalijk nemen. Maar begrijp me niet verkeerd, een brasserie openen zoals hij dat gedaan heeft, dat had ik nooit gekund.’

Er kwamen soms stevige discussies van.

Ondernemerslessen heeft zijn vader hem genoeg gegeven, zegt Kevin. ‘Dat je een zaak niet op afstand kunt leiden bijvoorbeeld. Er zelf in staan: dat is wat een cafĂ© of restaurant zijn ziel geeft en maakt dat je je klanten kent. Het grootste verschil tussen ons is dat ik om tien uur ’s avonds sluit en dan nog iets aan mijn avond heb, terwijl mijn ouders veel langere dagen klopten. Wat de combinatie van werk en privĂ©leven betreft, trek ik veel meer een lijn dan zij. Niet dat ik hen iets verwijt. Ik was als kind wel vaak alleen thuis, maar ondertussen leerde ik mijn plan trekken, waardoor ik nu toch een stuk sterker in het leven sta.’

Tom Van den Abeele (39) is wiskundeleraar in de tweede graad aan het Atheneum Brugge, Paul (66) was dat tot 2015 in Atheneum Eureka in Torhout.

‘Ik was er gerust in toen Tom voor de lerarenopleiding koos’, zegt Paul. ‘Boeiend lesgeven is een beetje als een toneelstuk opvoeren, je moet de leerlingen ook entertainen, en dat kon hij. Al in de kleuterschool was hij degene die de klas moest bezighouden als het even niet anders kon. Ik wist ook dat hij voor een geweldig mooie stiel koos en dat hij sterk genoeg in zijn schoenen stond, want elk schooljaar opnieuw zullen leerlingen je testen.’

Tom en Paul Van den Abeele
Tom en Paul Van den Abeele© JEF BOES

‘Mijn beide grootvaders stonden eveneens in het onderwijs, blijkbaar is dat een microbe bij ons’, lacht Tom. ‘De eerste jaren was het wel zalig om iemand te hebben die het vak kende en me kon helpen bij het voorbereiden van de lessen. Hoe breng je onderwerpen aan, hoe creĂ«er je een klimaat waarin alle leerlingen kunnen openbloeien. Op dat vlak heeft mijn vader me veel denkwerk bespaard. Zijn blaadje met tips voor 1 september heb ik nog altijd. Elke leraar moet zijn eigen persoonlijkheid ontwikkelen, maar die houvast hielp enorm. Als melkmuil van eenentwintig jaar voor vierdejaars gaan staan die soms slechts enkele jaren jonger zijn dan jijzelf – begin er maar aan.’

Geen routine

De toekomst van het onderwijs, de spanning tussen kennisoverdracht en leerlingenbegeleiding, de alsmaar kritischere houding van de ouders: geef vader en zoon Van den Abeele een voorzet en de decibels gaan vanzelf de hoogte in. ‘Meestal omdat we er precies hetzelfde over denken’, benadrukt Paul. ‘Zo gruwen we allebei van een routineuze aanpak met invulblaadjes die de hele les al vastleggen. Een goede leraar voelt zijn leerlingen aan en improviseert. Je weet waar je wilt geraken, maar de manier waarop is elke les anders.’

We gruwen allebei van invulblaadjes.

Waar ze het ook over eens zijn: leraar zijn is meer dan leerstof overdragen. ‘Zelfs toen ik aardrijkskunde gaf, sloop daar altijd een beetje wiskunde in,’ zegt Tom, ‘die passie is er hoe dan ook. Maar de drive is toch vooral dat je iets met jongeren wilt doen en dat je hen als opvoeder ook op andere vlakken wilt laten groeien.’ Waar vader Van den Abeele vroeger de Theems afvoer met zijn leerlingen in de paasvakantie, doet Tom dat nu ook in het kader van een projectweek. ‘De social skills die ze tijdens zo’n week opdoen, zijn niet te onderschatten, en ondertussen leren we elkaar op een heel andere manier kennen. Op school blijf je altijd de leraar, op die reis ontdekken ze ook de mens daarachter.’ Omwille van zijn ervaring met dergelijke reizen en zijn geschiedkundige knobbel is ook zijn vader dan van de partij als begeleider. ‘Ik zou dat niet willen missen’, zegt Paul. ‘Contact hebben met jongeren is de beste manier om jong te blijven.’

Gaby Mylle (76) ging op zijn veertiende op leercontract en was tot 2005 slager in Kortrijk. Zoon Bruno (50) viert volgend jaar de dertigste verjaardag van zijn beenhouwerij in Overijse.

‘Als jonge gast wilde ik vooral rijk worden’, lacht Bruno. ‘Het probleem was dat ik nogal een losbol was en me weinig inzette op school. Dan kon ik beter een stiel leren en zelfstandige worden, vond mijn vader, in plaats van ergens de zoveelste bediende te worden. ‘Wat je voor een ander kunt doen, kun je ook voor jezelf’, was zijn motto. Ik ging op mijn zestiende thuis in de leer, en de trein was vertrokken.’

Gaby en Bruno Mylle
Gaby en Bruno Mylle© JEF BOES

De slagerij van zijn ouders was toen al zijn biotoop, legt Bruno uit. ‘We woonden boven de beenhouwerij, een scheiding tussen werk en privĂ© bestond niet. Ik wist dus maar al te goed dat het hard werken is. Zoals mijn twee broers hielp ik voor mijn leercontract al mee in de zaak, al was dat vaak met tegenzin. Te laat uitgegaan om ’s ochtends om vijf uur op te staan? Mijn vader had geen medelijden. ( tegen Gaby) Weet je nog die keer dat je me achternazat met een borstelsteel?’ ( lacht)

‘Dankzij die klussen had je wel een jaar voorsprong op andere leerjongens’, reageert Gaby. ‘Het beenhouwersvak was je passie niet, maar dat wilde niet zeggen dat het er niet in zat. Bij mij is het ook zo gegaan: ik leerde eerst de stiel en daarna werd het een uitdaging om er steeds verder in te gaan. Na de sluiting van de winkel ’s avonds ging ik niet voor tv zitten, maar stond ik in mijn atelier om nieuwe dingen te proberen.’

Eigen gang

Bruno’s jongere broer Luc startte uiteindelijk een vleeswarenbedrijf, terwijl broer Mark de ouderlijke zaak overnam. ‘Ik zat in de luxesituatie dat ik drie kinderen had die de stiel kenden’, vertelt Gaby, die in 2005 met pensioen ging. ‘Bruno was verre van de braafste van de drie en hield van zijn sociaal leven, dat heeft mee de gang van zaken bepaald.’ Achteraf bekeken zou hij het niet anders gewild hebben, zegt Bruno. ‘Mijn vrouw en ik hebben ons leven en onze zaak volledig zelf vorm kunnen geven, dat is bij een overname minder evident. Onze beenhouwerij is ook bewust kleiner dan de familiezaak in Kortrijk. Tijd hebben voor de kinderen, reizen, van het leven genieten: dat is ook belangrijk voor ons.’

Zelfstandige zijn zit in ons karakter.

Een echte raadgever op professioneel vlak wil Bruno zijn vader niet noemen. ‘We hebben een hechte band en hij heeft er mee voor gezorgd dat ik als beenhouwer een vakman geworden ben, maar net als hij ben ik een zelfstandige die graag zijn eigen gang gaat. Zoals wij soms zeggen: ‘Iedere zot zijn kot.” ( lacht)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content