Clara is bipolair: ‘Stop met mijn psychische stoornis te romantiseren’

© iStock

Het is belangrijk dat er meer openheid kan bestaan over psychische aandoeningen, niet alleen omdat het stigma zo hopelijk verdwijnt, maar ook om mensen een correct beeld te geven van de ziekte. Een beeld dat niet altijd strookt met wat we in populaire cultuur te zien krijgen.

De discussie rond mentale gezondheid is tweeledig. Enerzijds is het belangrijk dat erover gesproken wordt. Dat mensen open kunnen praten over hun demonen, dat hun lijden erkend wordt – soms zelfs als ondragelijk. Langs de andere kant klinkt steeds luider de vraag om psychische problemen niet te romantiseren. Het beeld van de gekwelde, maar uitzonderlijk creatieve kunstenaar, de mysterieuze protagoniste, de getormenteerde crush: voorbeelden zijn legio in populaire cultuur, en wie een rondje Tumblr doet vindt al snel teksten of slogans die psychisch lijden verheerlijken. Kunnen we niet gewoon gaan voor de gulden middenweg, vraagt ook Clara* zich af? Ze schreef een open brief waarin ze verduidelijkt dat leven met haar ziekte zwaar is, maar dat die ziekte niet datgene is wat haar bijzonder maakt.

“Ik ben 29 en kamp al 5 jaar met enorme humeurschommelingen die een grote impact hebben op mezelf en mijn omgeving. Een hele reeks psychiaters, mislukte relaties en veel angsten later werd er eindelijk een diagnose gesteld: bipolaire stoornis type II. Ik liet me opnemen, kreeg de juiste medicatie en begon met psychotherapie. Opluchting. Ik voelde me niet langer gek.”

“Wanneer mensen horen dat ik bipolair ben stellen ze zich een heel wild en passioneel leven voor, met hoge pieken en diepe dalen waarin vooral heel wat drama centraal staat. Ze denken aan Grote Kunstenaars als Virginia Woolf, Ernest Hemingway en Vincent Van Gogh, hun hyperactieve brein de katalysator van hun grootste succes, maar ook hun diepste verdriet. Wanneer ik die opmerkingen hoor en die verheerlijkingen lees ga ik me haast schuldig voelen omdat ik mijn moodswings probeer te temperen.

Het overgeromantiseerde beeld dat men zich voorstelt bij een bipolaire stoornis zorgt er ook voor dat je lijden niet serieus genomen wordt. Want je mag blij zijn dat je impulsiviteit zorgt voor een spannend leven, dat je iets hebt wat je bijzonder en uniek maakt.

Wil iedereen dan niet immers een vleugje ‘passie’ in zijn leven? Vriendinnen zijn jaloers omdat ik mij zo volledig kan smijten in de liefde, op mijn werk en in het leven algemeen. Dat ik zoveel meer kan genieten van geuren, smaken en geluiden. Maar de keerzijde van de medaille is zwaar. Het is enorm uitputtend wanneer je in een manie zit en de angst om weer in dat diepe dal te belanden maakt je eenzaam en hulpeloos. Het overgeromantiseerde beeld dat men zich voorstelt bij een bipolaire stoornis zorgt er ook voor dat je lijden niet serieus genomen wordt. Want je mag blij zijn dat je impulsiviteit zorgt voor een spannend leven, dat je iets hebt wat je bijzonder en uniek maakt. Dat is toch uiteindelijk wat iedereen wil zijn? Speciaal.”

“Hoewel steeds meer mensen openlijk spreken over hun bipolariteit blijven heel wat clichés over het ziektebeeld overeind. Oké, ik doe soms impulsaankopen die een ander niet zou doen, kan soms dagen niet slapen terwijl ik bergen werk verzet en kan me verliezen in de liefde die zogezegd niet voor mij is weggelegd. Maar er zijn ook veel stabiele momenten. Zoals nu. Ik slaag erin mijn job goed te doen, heb een rijkelijk gevuld sociaal leven en de chaos in mijn hoofd is verdwenen. Ik heb via psychotherapie de triggers die een manie of depressie kunnen uitlokken leren herkennen. Structuur, medicatie op vaste tijdstippen, voldoende nachtrust en veel sport brengen mij weer in evenwicht. Toch weet ik dat ik op mijn hoede moet zijn. Dat ik ieder moment weer van emotie kan switchen en snel kan verglijden naar een donkere wazige schim, naar een verdriet dat mij helemaal verslindt.”

Wij zijn geen rariteiten of aandachtzoekers, mensen met te veel tijd of getormenteerde creatieve zielen.

“Vroeger gebruikte men de term manisch-depressief, een term die de lading niet dekte en vooroordelen nog meer in de hand werkte. Wij zijn geen rariteiten of aandachtzoekers, mensen met te veel tijd of getormenteerde creatieve zielen. Ik ben inderdaad creatief, maar ik lijd niet het eenzame, wilde leven dat mensen voor ogen hebben, heb geen alcoholprobleem of koop geen drie Mercedessen in een manie. Mijn leven is een achtbaan die soms hapert en waarvan de gordels niet strak genoeg zitten. Ik ben niet mijn bipolaire stoornis, maar ik héb ze wel. Je hoeft me niet te begrijpen, mijn hoofd binnen te dringen of te voelen wat ik ervaar. Ik vraag enkel dat je begripvol bent voor jezelf en je medemens, en tegelijk ook inziet dat er met mentale ziektes vaak wel te leven valt. Dat er met ménsen met mentale ziektes vaak wel te leven valt. Ik moet mezelf daar nog vaak aan herinneren, al denk ik soms dat het gek is hoe ik van anderen verwacht dat ze niet bang van me zijn – terwijl ik zelf zo lang heb moeten zoeken naar wat me zoveel angst aanjaagt. De liefde blijft dus moeilijk. Maar ach, is ze dat niet voor iedereen?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content