Blij met je lijf, omdat het moet: is bodypositivity wel zo positief?

© Vivian Dehning
Nathalie Le Blanc
Nathalie Le Blanc Journalist Knack Weekend

Hou van je lijf. Ongeacht alles. Dat is de oplossing die bodypositivity biedt voor de kreunende relatie die veel mensen vandaag met hun lichaam hebben. De vraag is of die liefdevolle boodschap helpt, en of een meer neutrale kijk op ons lijf eventueel een beter alternatief is.

‘Mijn zus is mooi zoals ze is, ze moet wat milder zijn voor zichzelf.’ De jonge vrouw knikt ernstig, de zus in kwestie kijkt bedenkelijk. ‘Ik wil toch tien kilo afvallen voor mijn bruiloft.’ Gok Wan, de heerlijke presentator van Say Yes to the Dress Lancashire, verzekert haar dat dat niet nodig is en geeft haar een geweldige jurk die haar oprecht blij in de spiegel doet kijken. Met een brede glimlach loopt de toekomstige bruid haar entourage tegemoet, waarop de daarnet nog zo milde zus de jurk afkeurt want ‘je lijkt er niet zo slank in als zou kunnen’. Het gezicht van de bruid betrekt, en haar net herwonnen zelfvertrouwen verdwijnt zo snel als het er gekomen is. Een perfecte illustratie van hoe de liefdevolle bodypositivityboodschap best complex is, en misschien toch niet de mirakeloplossing blijkt voor onze getroebleerde relatie met ons lichaam.

Ook binnen bodypositivity is er een schoonheidsideaal: je ziet vooral beelden van mooie jonge vrouwen, met een gave huid en een zandloperfiguur.

Professor mediastudies Sofie Van Bauwel

Strenge blik

Dat we een getroebleerde relatie met ons lichaam hebben, daarover bestaat geen twijfel. Natuurlijk haat niet iedereen zijn lijf, sommige mensen zijn tevreden of zelfs ronduit blij. Maar gemiddeld genomen zijn we ontzettend kritisch voor ons lichaam. De meeste vrouwen en ook heel wat mannen kunnen bliksemsnel opsommen wat ze graag aan zichzelf zouden veranderen. ‘Of probeer maar eens een vrouw te vinden die nog nooit op dieet is geweest’, vertelt journalist en radiomaker Layla El-Dekmak, die voor de VRT de podcast Lijf maakte. Dat is vooral jammer als blijkt dat onze zelfwaarde er zo sterk mee samenhangt dat we onszelf ongelukkig denken omwille van dikke billen, een schriele borstkas of het foute haar. De podcast Lijf was bij momenten hartverscheurend om te beluisteren. Huilbuien in pashokjes, diepe ellende over een paar kilo’s te veel en gemene opmerkingen van familie en ouders. De media worden terecht als schuldige aangewezen voor onze strenge blik op onszelf, maar uit die getuigenissen bleek dat ook onze directe omgeving adembenemend streng is. ‘Het schrijnende is dat uit onderzoek blijkt dat dat verstoorde zelfbeeld al begint bij lagereschoolkinderen’, vertelt El-Dekmak. ‘Het zit ook in kleine dingen. Ik draag niet vaak make-up, maar als ik het wel doe, krijg ik altijd complimenten. Omdat het dichter bij de norm ligt, vermoed ik.’

‘Ik ben jaren op dieet geweest’, vertelt Maaike (42). ‘Ik wilde absoluut in een maatje 38 passen. Toen ik na mijn scheiding van ellende afviel, kreeg ik de hele tijd complimentjes. Dat ik er zo goed uitzag. Terwijl mijn hart in duizend stukken lag. Het was toen dat ik me realiseerde hoe eindeloos veel energie, tijd en zelfs geld ik stak in hoe ik eruitzag, terwijl het me geen gelukkig huwelijk, blije kinderen of fijne job opleverde. Nu ik daar minder op focus is er zo veel plaats en energie vrijgekomen in mijn hoofd. Ik heb nog momenten dat ik frons om wat ik in de spiegel zie, maar meestal heb ik vrede met mijn maat 46. Mijn lichaam is gezond, ik kan ermee rennen, dansen en vrijen.’ Of ze van haar lichaam houdt? ‘Dat nu ook weer niet’, lacht ze. ‘Ik vind sommige dingen mooi en andere minder. Maar ik haat het niet meer.’

Fat activism

Jezelf aanvaarden en graag zien, hoe je er ook uitziet, dat is de simplistische definitie van bodypositivity. Dat idee was de basis van een sociale beweging die eind jaren zestig bij zwarte activisten begon. Ze richtten onder andere de National Association to Advance Fat Acceptance op en predikten niet alleen zelfliefde, maar streden ook tegen de discriminatie van wie niet in het klassieke schoonheidsideaal paste. Iedereen die niet dun, wit, jong of valide was, dus. Fat activism stelde daarom vragen over kapitalisme, white supremacy en het patriarchaat. ‘Net als bij feminisme zag je daarna verschillende golven’, legt bodypositivity-activist Marijne Van Boeckel uit. ‘Sociale media zorgden uiteindelijk voor een explosie en zo werd het idee echt helemaal mainstream. De hashtag duikt vandaag ook op bij slanke vrouwen die uitroepen hoeveel ze van zichzelf houden, en je ziet zelfs bedrijven binnen de dieetindustrie die het concept kapen. Elk lichaam is een goed lichaam, maar het is toch beter als het dunner is, zoiets. Het lijkt nu een beetje op een hype, en het blijft bovendien overwegend een online fenomeen. Op Instagram heb je hele gemeenschappen rond het concept, maar in de klassieke media duiken er nog altijd maar af en toe plussize, oudere, andersvalide, zwarte of bruine modellen op. Dat ook heel wat bedrijven mee op de kar gesprongen zijn, is op zich geen probleem, maar hoe hypocriet is het om slogans als ‘Love yourself’ op T-shirts te printen als je kledingmerk maar tot maat 44 gaat. Bovendien is het activisme tegen discriminatie en voor inclusiviteit jammer genoeg naar de achtergrond verdwenen. Online herken ik mezelf in heel wat beelden, wat goed is, maar op de bus zijn er nog altijd mensen die niet naast me willen zitten.’ De representatie in de media is wel degelijk diverser dan tien jaar geleden, stelt professor mediastudies aan de UGent Sofie Van Bauwel. ‘En uiteraard zijn ook bedrijven mee op die kar gesprongen. Met goede bedoelingen soms, en er uiteraard van uitgaande dat het hen geen windeieren zou leggen.’ Soms is het ook oprecht, denkt Martijne Van Boeckel. ‘De modeshow van Rihanna toonde echte inclusiviteit, met heel diverse lichamen.’

Twee kanten van de medaille

‘Je mag niet onderschatten wat een openbaring het is als mensen met ‘andere’ lichamen positief over zichzelf praten op sociale en andere media’, vertelt El-Dekmak. ‘Dat is vaak een troost, en ook een eerste stap naar zelfacceptatie. Het verplicht je om op een andere, positievere manier naar je lichaam te kijken.’ Iets wat Lara (27) herkent. ‘Ik ging voor het eerst naar een diëtist toen ik tien was, hopende dat die mevrouw me zou helpen om zoals andere meisjes te zijn. Maar haar grafieken en bodyshaming leidden tot een tienertijd vol diëten. Alles draaide lang om mijn gewicht en ik internaliseerde het idee dat ik meer waarde zou hebben als er minder van mij was. Ook omdat ik merkte dat mensen me anders behandelden als ik dunner was. Toen ik bodypositivity ontdekte, ging ik op Instagram op zoek naar meisjes en vrouwen die er net als ik uitzagen en dat oké vonden. Dat heeft me echt geholpen, het toonde me hoe gemeen ik eigenlijk voor mijn eigen lichaam was. Omdat ik zo niet verder wilde, ging ik ook in therapie. Toch blijft het idee om van mezelf te houden niet makkelijk. Ik ben minder streng, maar wil nog altijd afvallen en het wordt ook nog van mij verwacht. Dus ja, de bodypositivitybeweging heeft me absoluut geholpen, maar ik zie ook veel hypocrisie en zelfs toxisch gedrag. Meisjes die erop aangesproken worden dat ze te dun zijn om de hashtag te gebruiken of andere vormen van uitsluiting, dat is echt jammer. Sommige accounts heb ik daarom ontvolgd.’ Niets menselijks is de bodypositivitybeweging vreemd, zo blijkt, en fat, thin en alle andere soorten van shaming zijn ook onder die hashtag niet verdwenen.

Tijdschriften hebben het niet meer over afvaldiu0026#xEB;ten, maar wel over energie krijgen en gezond blijven. Dat komt eigenlijk op hetzelfde neer.

Journaliste Layla El-Dekmak

‘Adele is te dun’

Zoals Lara al aangaf, het idee van zelfliefde op zich is niet zo vanzelfsprekend. ‘Ik begrijp het idee wel,’ geeft Elke (34) toe, ‘maar het is niet alsof er een knopje in mijn hoofd zit dat ik kan omdraaien, waarna ik mijn lijf graag zie. Ik vind mijn borsten echt te groot en mijn buik te dik, maar nu voel ik me soms schuldig omdat ik er niet in slaag om me daarover te zetten. Soms voelt het alsof er boven op de altijd al aanwezige kritiek op mijn lichaam nog een laag ‘moeten’ is gekomen.’ Hoe openbarend veel jonge vrouwen bodypositivity ook vinden, het kan de zaak inderdaad ingewikkelder maken, vermoedt ook Van Bauwel. ‘Stel dat je niet helemaal lekker in je vel zit, dan kan een idee als bodypositivity extra druk geven. Dat je die zelfliefde als dwingend ervaart, is natuurlijk niet goed. Laat ons bovendien niet vergeten dat er ook binnen de bodypositivitybeweging een schoonheidsideaal is. Je ziet vooral beelden van mooie jonge vrouwen, met een gave huid, en meestal met een zandloperfiguur.’ Zeer ergerlijk vindt Elke dat. ‘Ik ben een appel. Dikke buik, dunne benen en geen achterwerk. Iedereen raadt me altijd aan om overslagjurken te dragen en mijn taille te accentueren ‘om slanker te lijken’. Maar ik ben niet slank en heb al helemaal geen taille. Zelfs op websites van fijne plussizemerken zie je vaak alleen pin-upachtige vrouwen, en nooit eentje met een bolrond bovenlijf zoals dat van mij. Wat me dan weer het gevoel geeft dat ik het foute plussize lijf heb. Als ik bovendien luidop zeg dat ik graag zou afvallen of een borstverkleining overweeg, krijg ik daar commentaar op. Het hoort blijkbaar niet dat ik mijn lijf anders zou willen.’ Zie ook de tonnen bagger die zangeres Adele, jarenlang een plussize icoon, over zich heen kreeg toen ze drastisch afviel. De heftigheid van die reacties is verbazingwekkend, beaamt professor Van Bauwel. ‘Er lijkt geen ontkomen aan. Als je kilo’s aankomt, wordt dat bekritiseerd, maar als je afvalt ook. Iedereen voelt zich geroepen om commentaar te geven op iemand als Adele, terwijl het uiteindelijk haar eigen zaak is wat ze met haar lichaam doet.’

Het idee dat je alles moet vieren, ook de kantjes waar je niet van houdt, is volgens Layla El-Dekmak vermoeiend. ‘Je bent de hele dag bezig met nee zeggen. Iedereen moet op dieet, want maar een kleine groep is van nature gezegend met een slank lichaam volgens de norm. Ik zag gisteren nog een groep jongeren op een terras: de jongens aten hamburgers en de meisjes een slaatje. De strijd is eindeloos en bovendien moeten ze zich nu ook schamen dat ze dat doen, want dan zijn ze ijdel en niet body positive. Tijdschriften hebben het misschien niet meer over afvaldiëten, maar wel over energie krijgen en gezond blijven. Dat komt eigenlijk op hetzelfde neer.’ Een verschuiving die ook Marijne Van Boeckel in haar inbox ziet aan de mails die haar ervan beschuldigen obesitas te promoten als ze zegt blij te zijn met hoe ze eruitziet. ‘Het blijft bovendien een moeilijk onderwerp om eerlijk over te praten’, stelt El-Dekmak. ‘Die gevoelens en ideeën dwalen rond in onze hoofden. Dat is niet alleen vermoeiend, maar ook ontzettend eenzaam.’

Eigen schuld

Een sleutel in dit hele debat is het feit dat bodypositivity ons aanspreekt op onze individuele verantwoordelijkheid, zegt Van Bauwel. ‘Het gaat wel over hoe de maatschappij ons een schoonheidsideaal aanpraat, maar tegelijk wordt er ook gezegd dat we zelf de hoeders zijn van ons lichaam en hoe we ernaar kijken. Alleen, we leven niet in een vacuüm, de droombeelden waar we naar streven zijn dan wel onrealistisch, maar ook overal om ons heen.’ Bodypositivity komt inderdaad voort uit dezelfde wereld als het idee dat het bestrijdt, stelt professor sociologie aan de KULeuven Giselinde Kuipers. ‘Die individualisering helpt niet. Bodypositivity erkent dat we een probleem hebben met ons zelfbeeld en dat we onrealistische idealen nastreven. Het geeft terecht kritiek op dat systeem, pleit voor meer diversiteit en rekt zeker online de grenzen al op. Ik zie daar veel nieuwe mogelijkheden in, want het stelt de juiste diagnose. Maar biedt het wel de juiste remedie? Want het beweert nog altijd dat je zelf controle hebt over hoe je naar je lichaam kijkt.’

Eén ding is duidelijk, schrijft ze in het essay Uiterlijk en uitsluiting: schoonheid is de laatste honderd jaar veel belangrijker geworden. ‘Honderd jaar geleden waren alleen welgestelde mensen, en dan nog vooral vrouwen, bezig met hun uiterlijk. In een eeuw tijd kwam er een cultuuromslag en veranderde de sociale status van schoonheid. Nu hechten we allemaal belang aan een mooi, verzorgd en fit uiterlijk. In 1900 was jezelf optutten moreel dubieus, vandaag is het een soort morele plicht, je móét er goed uitzien. Een gemiddeld Belgisch huishouden spendeert nu vijftien procent van zijn inkomen aan het uiterlijk. De media spelen daar een rol in, een eeuw geleden zagen we veel minder beelden van anderen en van onszelf. Vandaag zijn die alomtegenwoordig en kijken we met een geoefende blik naar anderen en naar onszelf. De opkomst van de consumptiemaatschappij, die alles esthetiseert wat ze produceert, zorgde voor het ontstaan van een schoonheidsindustrie die ons vertelt dat ons uiterlijk maakbaar is. Je hoeft er niet meer oud uit te zien, dus is schoonheid vandaag een levenslang permanent project. Maar dat kost geld, dus blijft schoonheid iets elitairs en vooral ook iets om na te streven. En dan is er de opkomst van de diensteneconomie. Wie op het veld of in een fabriek werkte, moest er niet mooi uitzien. Wie aan een balie of met klanten werkt wel. Werkgevers vragen dan ook dat mensen zich verzorgen. De recente opkomst van sociale media zorgde er ondertussen voor dat er niet één, maar veel schoonheidsidealen zijn. We zien dus een heel maatschappelijk systeem dat ons vertelt dat uiterlijk cruciaal is voor onze zelfwaarde en dat schoonheid maakbaar is. Daar past ook bodypositivity in, want het gaat nog altijd over je individuele uiterlijk. Het vraagt aan individuen om te vechten tegen het systeem zonder dat systeem zelf in vraag te stellen. Het leert ons dat ons ingewikkelde zelfbeeld onze eigen schuld is en ondertussen zien we de bestaande discriminatie op veel vlakken niet.’

Bodypositivity vraagt aan individuen om te vechten tegen het systeem zonder dat systeem zelf in vraag te stellen.

Professor sociologie Giselinde Kuipers

Graag neutraal

Wat als we kijken naar wat ons waardevol maakt, los van ons uiterlijk? Die vraag stelde de Britse actrice Jameela Jamil aan haar volgers op sociale media. I weigh, zo heet het Instagramaccount dat Jamil twee jaar geleden begon, en waarop je kunt delen wat jij weegt. Niet letterlijk, maar wel als mens. Slim, interessant, zorgend, moedig, getalenteerd… Een mooi idee, vindt El-Dekmak. ‘Je gaat stilstaan bij wat je allemaal bent. Grappig, een goede zus, een radiomaker die haar vak kent… Dat is een mooi voorbeeld van body neutrality, omdat het draait om het idee dat je uiterlijk niet allesbepalend is, en dat je lichaam er gewoon is om je leven mee te leiden. I weigh is een bijna radicaal idee, maar het is ook fundamenteel en belangrijk.’ Body neutrality is inderdaad een beter concept dan bodypositivity, stelt ook Kuipers, maar het blijft de verantwoordelijkheid leggen bij individuen. ‘Iemand met een sterker zelfbeeld zal het nog altijd moeilijk hebben om op te boksen tegen de alomtegenwoordige idealen en ideeën.’ Hoe we dat beter doen? ‘Eerlijk gezegd, ik heb geen idee. Maar we moeten om te beginnen het systeem al van op afstand durven te bekijken en bekritiseren.’

Body neutrality heeft ondanks dat individuele aspect toch iets verfrissends, vindt Van Bauwel. ‘Onszelf op dat vlak meer ruimte geven, creëert volgens mij veel potentieel. De dwingendheid van schoonheid en uiterlijk loslaten, en de invloed ervan op onze zelfwaarde en onze plaats in de maatschappij verminderen, is een positieve evolutie, al is het maar omdat het een discussie op gang brengt.’ Soms voelt het zelfs ronduit rebels, weet Jesse (50). ‘Ik ben dik, en als ik dat woord gebruik, zie je mensen verkrampen. Omdat het voor hen een oordeel is, terwijl ik het zie als een omschrijving, zoals ‘bruin haar’ of ‘grappig’. Als je bovendien zegt dat je niet wilt afvallen omdat het leven te kort is om daar tijd en energie in te steken als er honderd boeiender dingen zijn, gaan de wenkbrauwen echt omhoog. Mensen zijn oprecht verbaasd omdat dat idee zo ongewoon is. Een vriendin zei: ‘Dat klinkt ronduit revolutionair.’ Misschien is het dat ook.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content