Allemaal triviaal: waar komt onze honger naar nutteloze weetjes vandaan?

© Illustratie Valérie Machtelinckx
Jorik Leemans
Jorik Leemans Journalist

In welk land moet je een zwarte kat nemen om meer aanbidders te krijgen? Als je dit wist, ben jij vast te porren voor een rondje Trivial Pursuit. Met een speciale verjaardagseditie weet het bekende gezelschapsspel nog steeds menig huishouden te boeien. Vanwaar komt die fascinatie voor trivia en de verheerlijking van het hebben van een ruime algemene kennis?

In 1885 ontwerpt ene John Kemp Starley uit Coventry de allereerste moderne fiets. Twee gelijke wielen, een ruitvormig kader en een ketting die het achterwiel aandrijft, moeten ervoor zorgen dat mensen veilig kunnen fietsen zonder steeds om te vallen, zoals bij oudere modellen weleens durfde te gebeuren. Hij doopt de fiets de Rover Safety, de zwerver.

Hoewel wij deze oerversie van de fiets al lang vergeten zijn, is dat bij de Polen niet het geval. Het Poolse woord voor fiets is namelijk nog steeds rower.

‘Een goed weetje heeft altijd een verrassende pointe’, glimlacht Karel Vereertbrugghen wanneer hij zijn anekdote afrondt. De 68-jarige ex-televisiemaker en professionele cryptofiel voor De Standaard verslond als tiener de complete Encyclopedia Britannica en wist uiteindelijk van zijn voorliefde voor weetjes zijn beroep te maken. Uit zijn hersenpan perste hij samen met Herman Van Molle aan het begin van dit millennium de quizprogramma’s 1 jaar gratis en De Canvascrack. Voor die laatste puurde Vereertbrugghen zo’n 3600 vragen uit alle registers van de algemene kennis, waarbij hij steeds probeerde een intellectueel extraatje mee te geven. Thuis heeft de man naar eigen zeggen vier planken vol gespecialiseerde boeken, van politieke anekdotes tot de betere werken over fauna en flora.

Ik leerde ooit dat een koe een trap kan oplopen, maar er niet af kan. Ook al is dat weetje irrelevant, toch zorgt de humor erin dat ik het onthoud.

‘Ik ben altijd al nieuwsgierig geweest’, verduidelijkt hij. ‘Als ik achter mijn computer zit, kan ik uren verliezen met doorklikken van pagina naar pagina. Dan ben ik plots twee uur kwijt. Nu ja, kwijt: ik vind dat een heel zinvolle bezigheid.’

Sparen voor kennis

Jezelf verliezen in een draaikolk van internetpagina’s: ook ondergetekende mispakte zich al meermaals aan het bodemloze vat vol feiten genaamd Wikipedia. Het internet bulkt van de nuttige en nutteloze kennis, verpakt in triviale lijstjes of hypergespecialiseerde websites, waardoor we onze intellectuele honger zelfs met enkele reservelevens nog steeds niet helemaal gestild zouden hebben. Vanwaar komt die fascinatie voor trivia en de verheerlijking van het hebben van een ruime algemene kennis?

‘Doorheen de geschiedenis kreeg het begrip intelligentie vaak verschillende definities’, duidt Arnaud Szmalec, hoogleraar cognitieve psychologie aan de UCLouvain en UGent. ‘Terwijl we intelligentie vandaag linken aan problem solving en analytisch denken, werd er in de jaren vijftig en zestig ook gekeken naar het beheersen van algemene kennis en trivia. Men is gaan spreken over vloeiende en gekristalliseerde intelligentie: vloeiende intelligentie gaat over logisch redeneren, gekristalliseerde intelligentie focust op je onveranderlijke feitenkennis. Mensen met een ruime algemene kennis werden beschouwd als intelligent. Vloeiende kennis neemt immers af naarmate je ouder wordt, terwijl gekristalliseerde kennis blijft stijgen tijdens je leven.’

Vanuit commercieel oogpunt zorgde het groeiend verlangen naar een ruime algemene kennis voor de nodige mogelijkheden. In de jaren vijftig werd deze vraag beantwoord met de opmars van deur-aan-deurverkoop van encyclopedieën. Later, in de jaren zeventig, zouden er dan weer angstvallig spaarpunten verzameld worden voor de educatieve boeken van Artis-Historia. In de jaren tachtig zie je die vergaarde kennis uiteindelijk geformaliseerd worden in gezelschapsspelen. In 1981 brengen de Canadese journalisten Scott Abbott en Chris Haney een triviaal familiespel op de markt waarbij de deelnemers getest worden, van hun geografisch benul tot hun culturele bagage. Veertig jaar later blijkt Trivial Pursuit nog steeds een speciale verjaardagseditie waard. ‘De algemene feitenkennis werd in een spelvorm gegoten zodat mensen zich ermee konden amuseren’, kadert Szmalec. ‘Op die manier konden ze ontdekken wie van hen meer wist dan de rest. Datzelfde concept zie je vandaag vertaald naar de televisie met allerlei quizzen en spelprogramma’s.’

Onbewust geheugen

Hoewel we Darwin er niet persoonlijk op kunnen aanspreken, lijkt het kennen van trivia op het eerste gezicht weinig bij te dragen tot onze evolutie als mens, of niet even levensnoodzakelijk als pakweg gezond eten en genoeg slapen. Hoe komt het dan dat onze hersenpan gemakkelijker onthoudt dat otters hand in hand slapen omdat ze anders uit elkaar drijven, dan welke wilde bessen oneetbaar zijn?

De kracht van het weetje is dat het het groepsgevoel bevordert, want het is in wezen neutraal.

‘Onlangs las ik een interview uit de jaren zeventig met acteur Michael Caine, een ongelooflijke weetjesman’, knikt Karel Vereertbrugghen. ‘Hij vertelde dat hij de meest essentiële dingen vergeet, maar onbelangrijke weetjes net wel onthield. Hij staafde de uitspraak met het mooie voorbeeld dat de eerste vlucht van de gebroeders Wright een kortere afstand aflegde dan de vleugelwijdte van de gemiddelde jumbojet. Net als Caine ben ik zeer vergeetachtig, maar zijn er allerlei weetjes die ik om een mij onbekende reden toch opsla in mijn hersenen. En die breng ik te pas, en dikwijls ook te onpas, ten berde.’

Waarom mensen vaak voor hen nutteloze informatie opslaan, valt te verklaren vanuit de werking van ons impliciet langetermijngeheugen, verklaart cognitief psycholoog Szmalec. ‘Ons brein is een computer die constant input krijgt. Als bepaalde informatie zich gaat herhalen, ga je telkens dezelfde constellatie van neuronen activeren waardoor je geheugen dit verwerkt. De frequentie van de aanbieding speelt hier een grote rol: als je bijvoorbeeld een weetje op een scheurkalender ook nog eens vertelt aan je kind of partner, versterkt dit de opslag in het geheugen. Als iets een bepaalde waarde heeft omdat het je interesse wekt of voor een zekere opwinding zorgt, zal deze informatie ook sneller opgeslagen worden. Zo leerde ik ooit dat een koe een trap kan oplopen, maar er niet af kan. Ook al is dat weetje nog zo irrelevant, de humor erin zorgt ervoor dat ik het beter onthoud.’

Ons impliciet geheugen maakt geen keuze tussen wat het opslaat en wat niet, gaat de cognitief psycholoog verder. ‘Ons geheugen verwerkt in feite alles, maar bij de een zal dat meer zijn dan bij de ander. Achteraf blijkt dat sommige dingen nuttig zijn en andere niet, maar dat zijn culturele factoren. Mocht Trivial Pursuit of quizzen niet bestaan, dan zou het misschien minder nuttig zijn om sommige dingen te onthouden. ‘Nuttig’ is zeer relatief. Het is wel zo dat doorheen de evolutie is gebleken dat organismen die veel info opslaan, zich ook het beste kunnen aanpassen aan moeilijke of nieuwe situaties. Bij het verschijnen van de homo sapiens zie je daarom een cognitieve revolutie: hij kon complexere leervormen aan en zijn geheugen functioneerde beter, wat natuurlijk de overlevingskans verhoogde.’

De Slimste Mens

Vandaag hebben wandelende bibliotheken nog steeds een voetje voor, meent Szmalec. ‘Onze maatschappij blijft nutteloze weetjes cultiveren. Als je veel feiten kent, kun je metaforisch gezien zelfs gekroond worden tot De Slimste Mens ter Wereld. Mensen die veel ‘nutteloze’ dingen weten hebben een hoger sociaal aanzien omdat men er meer vertrouwen in heeft. Het is toch ook een grote meerwaarde om een citytrip te doen of simpelweg aan tafel te zitten met iemand die veel weet? Je merkt dat mensen een natuurlijke honger naar kennis hebben. Waarom zouden we anders liever met een gids een museum bezoeken? We willen alsmaar meer weten, meer context en liefst ook la petite histoire erbij. De grootste sociale appreciatie is voor zij die hun educatieve feiten kunnen doorspekken met entertainende weetjes die a priori nutteloos zijn, maar zodanig frappant dat ze weer interessant worden.’

Mensen die veel ‘nutteloze’ dingen weten hebben een hoger sociaal aanzien omdat men er meer vertrouwen in heeft.

Ook Karel Vereertbrugghen is er heilig van overtuigd dat het overdragen van trivia zijn waarde kent in onze sociale cirkels. ‘De mens is altijd een verteller geweest. De kracht van het weetje is dat het het groepsgevoel bevordert, want het is in wezen neutraal. Wanneer je over de politiek praat of zelfs over je favoriete wielrenner, zal dat altijd verdelend werken, terwijl je met een goed weetje controverse vermijdt omdat het geen waardeoordeel bevat.’

Naast een bepaald maatschappelijk aanzien, zou het kennen van gekke trivia ook andere sociale voordelen bieden. ‘Het is de ideale gespreksstarter’, beweert auteur Liz Luyben. In het boek Smalltalk Survival strooit de Nederlandse met tips om van de gevreesde smalltalk aan het koffieapparaat alsnog een fijne ervaring te maken. Een van haar succesvolle tactieken is om gewapend met een paar weetjes de dag te starten. ‘Bij het aanvangen van gesprekken verzanden we nogal snel in dezelfde onderwerpen. Hoe gaat het met je? Hoe was je week? Hoe beleef jij de coronacrisis? Voor je het weet zit je in een moeizaam gesprek over samenzweringen en kom je daar maar moeilijk uit. Om de regie van het gesprek in handen te houden, kan een weetje je helpen om van onderwerp te wisselen. (speelt) ‘Wat vervelend! Trouwens, wist je dat de verkoop van joggingbroeken de laatste maanden ontzettend gestegen is? Op die manier kun je gezellig een praatje beginnen over iets anders, terwijl we de ander nog steeds op zijn gemak stellen.

Wat speelt er in het nieuws en hoe kun je daarmee een leuke draai geven aan je gesprek? Je kunt ’s ochtends even kijken of het een speciale dag is, zoals de Dag van de Peulvrucht of Zwarte Kat Waarderingsdag’, lacht Luyben. ‘Wist je dat zwarte katten in sommige landen, zoals Duitsland en Japan, juist geluk brengen? Singles in Japan moeten een zwarte kat nemen om meer aanbidders te krijgen. Zo zie je: weetjes kunnen de ideale opzet zijn om het over iets heel luchtigs of grappigs te hebben. Corona of je werk zijn natuurlijk heel valide onderwerpen, maar soms voelen we gewoon de nood om het over iets anders te hebben, zeker bij korte gesprekken.’

Quizzen op oestrogeen

Hoewel de meeste encyclopedieën en restanten van Artis-Historiaboeken nu wellicht stof liggen te vergaren in boekenkasten of zolderruimtes, viert de algemene kennis nog steeds hoogtij in tal van Vlaamse parochiezalen en cafés tijdens fanatieke quizavonden. Opvallend is dat hier meestal vooral leden van het mannelijk geslacht hun triviakennis komen etaleren. Zijn mannen beter in het opslaan van feitjes dan vrouwen?

‘Er zijn wel degelijk verschillen in het functioneren van het geheugen bij mannen en vrouwen,’ beaamt Szmalec, ‘maar de meeste studies wijzen net in het voordeel van de vrouw. Een deel van het langetermijngeheugen is gevoelig voor oestrogeen. Dit betekent dat vrouwen tijdens hun maandstonden soms meer onthouden dan wanneer ze minder oestrogeen hebben. Het is belangrijk om te kaderen dat dit effect zo klein meetbaar is, dat het niet tot uiting zal komen wanneer je mannen en vrouwen vergelijkt in dagelijkse activiteiten.’

Het aantal mannelijke quizzers wijst de psycholoog eerder toe aan het feit dat mannen vaak competitiever zijn en liever met hun kennis pochen. ‘De gemiddelde quiz speelt daar ook op in door vaker kennis af te toetsen over traditioneel mannelijke thema’s zoals sport, en minder over vrouwelijke interessegebieden.’ De reden waarom de markt meer op mannen is gericht, is louter een cultureel gegeven, gaat hij verder. ‘Want als het puur van het functioneren van de hersenen zou afhangen, zou het net goed zijn om enkele vrouwen aan je ploeg toe te voegen.’

‘Je merkt op tv ook dat het veel gemakkelijker is om mannelijke dan vrouwelijke kandidaten te vinden’, springt Vereertbrugghen hem bij. ‘Er is inderdaad een zeker machogedrag aan gekoppeld. Bij de meeste topquizploegen zie je veel haantjes die niet willen onderdoen voor elkaar.’

‘Soms doe ik mee aan de pubquiz van mijn broer en ook daar zijn het vooral mannelijke vijftigplussers die slim komen wezen’, knikt Liz Luyben, in een ver verleden nog Trivial Pursuit-kampioen van haar universiteit. ‘Op die momenten vind ik het leuk om te tonen dat ik ook alle onderzeeërs uit de Tweede Wereldoorlog kan opsommen of weet hoe de V-ier Heemskinderen heten. Ik studeerde middeleeuwse letterkunde: daar heb je zelden iets aan, behalve op dat soort momenten. (lacht) Het is gewoon leuk als jij iets weet wat anderen niet weten. Het klopt misschien dat mannen dat meer doen, maar eerlijk is eerlijk: ik kan er ook best wat van.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content