Wim Denolf
Het halve werk van George Michael: ‘Van alle artiesten die ik als kind aan de muur spijkerde, was hij de lastigste’
Het had gerust meer mogen zijn, schrijft Wim Denolf over een van zijn jeugdidolen.
“Ik heb mijn werk gedaan”, zei George Michael enkele jaren geleden in een documentaire over zijn carrière. “Mijn body of work staat er, die nummers neemt niemand me meer af”. Het waren woorden van een man die zich voelde alsof hij niets meer te bewijzen had, en voor de fans was het weinig geruststellend. Op muzikaal vlak teerde mijn jeugdidool toen al een tijdje op het verleden. De 25 Live Tour, de re-edition van het Faith-album in 2011, de met een symfonisch orkest heropgenomen hits en standards op Symphonica in 2014, de voor maart 2017 geplande heruitgave van Listen Without Prejudice Vol. I en de bijbehorende Freedom-documentaire: aan tijdloos nostalgievoer was er geen gebrek, maar de kansen op een echte comeback slonken met de dag.
Het halve werk van George Michael: ‘Van alle artiesten die ik als kind aan de muur spijkerde, was hij de lastigste’
Dat hield me niet tegen om af en toe de meest recente headlines omtrent de man op te zoeken. Veel leverde dat meestal niet op: George Michael kwam de laatste jaren vooral in het nieuws met arrestaties voor drugsbezit en roekeloos rijgedrag, hospitalisaties, een langdurig verblijf in een Zwitserse ontwenningskliniek, en zeldzame paparazzifoto’s van een nauwelijks herkenbare kluizenaar. Tot die mededeling van producer Naughty Boy op de BBC Music Awards, nauwelijks twaalf dagen geleden: George Michael werkte aan een volledig nieuw album. Misschien die dansplaat die al zo vaak beloofd was? Wellicht zullen we het nooit weten, de superster waakte zorgvuldig over onafgewerkte songs en materiaal waarvan hij niet helemaal tevreden was.
Van alle artiesten die ik als kind aan de muur spijkerde – Madonna en Prince waren de andere twee – was George Michael de lastigste, ook toen nog niemand aan een goede afloop twijfelde. Voor de artiest had ik al in de hoogdagen van Wham! een mateloze bewondering. Het hielp dat “Yog” naar eigen zeggen een lelijke eend en veel gepeste Griekse arbeiderszoon was geweest – gelijkenissen met mijn onzekerheden en schoolleven waren snel gevonden – maar centraal stond altijd de muziek. Onder het geföhnde kapsel, de fluo shorts en foute leren jekkers was George Michael een geweldige vocalist – de grootste van zijn generatie, beweerden velen – en een begenadigd songschrijver die grotendeels zelf de arrangementen en productie verzorgde. Een uitstervend ras, bleek toen het Britse popduo in 1986 uit elkaar ging en prefab-groepen als de New Kids on the Block en de Backstreet Boys het roer overnamen. Vroeger was alles dan niet beter, wel de boybands.
Onder het gefu0026#xF6;hnde kapsel, de fluo shorts en foute leren jekkers was George Michael een geweldige vocalist en een begenadigd songschrijver die grotendeels zelf de arrangementen en productie verzorgde.
Toen “de getalenteerde helft van Wham!” definitief solo ging, werd ik een fan voor het leven. I Want Your Sex was in 1987 en dus in volle aidscrisis een statement van formaat, en met zijn debuutalbum Faith bewees George Michael meer in de vingers en muzikale bagage te hebben dan zorgeloze feel good-pop en zwijmelballads. Een vakman die zijn kunst later perfectioneerde op de albums Older en Patience. Ze klinken als toegankelijke radiopop, maar je hoort wel een artiest met een heel leven achter zich, geen formats of naar relevantie hengelende ingrepen. Michael drapeerde zijn songs mettertijd steeds meer rond zijn stem, en die verkeerde nagenoeg zijn ganse carrière in topvorm. Ook tijdens zijn doortocht in Vorst-Nationaal in 2012, ondanks een jarenlange wietverslaving en na een longsteking en een tracheotomie in 2011.
Maar zo groot mijn bewondering voor de artiest was, zo moeilijk had ik het soms met de mens George Michael. Ik was helemaal mee toen hij Listen Without Prejudice Vol. I maakte, het tegelijk introspectieve en geëngageerde album waarmee hij in 1990 uit het keurslijf van tieneridool brak en zichzelf, net zoals Madonna en Prince dat op hun manier deden, emancipeerde. Als tiener hoefde ik dat woord niet per se te begrijpen om het verlangen ernaar te herkennen.
Het verdriet om George Michael is ook verdriet om een lelijk eendje dat een zwaan werd, maar vervolgens niet kon wennen aan zijn populariteit en veel te lang ook een beetje slachtoffer bleef.
Op andere vlakken was Michael echter heel wat minder geëmancipeerd. In zijn latere leven sprak en zong hij openlijk over de dood van zijn partner Anselmo Feleppa in 1993 en de breuk met Kenny Goss in 2009, maar daar gingen wel jaren van stilzwijgen en mist aan vooraf. Zozeer hij zich inspande voor condoomgebruik en aidsonderzoek, zo stilzwijgend of ontwijkend reageerde hij op vragen over zijn eigen seksualiteit. Niet alleen tegenover het grote publiek, maar lange tijd ook tegenover zijn familie. En dus stond de wereld even stil toen Michael in april 1998 gearresteerd werd voor openbare zedenschennis op een mannentoilet in Beverly Hills, na uitlokking door de betrokken politieagent.
De zanger overleefde het schandaal. Niet door zichzelf te verontschuldigen, maar door het incident, de politie en ook zichzelf op de korrel te nemen. Hij hoefde geen excuses aan te bieden, zei Michael terecht: met zijn privéleven en tijdsbesteding had de wereld geen zaken. Het is ook een understatement dat een publieke coming out toen veel meer ophef veroorzaakte en commerciële repercussies had dan die van pakweg Sam Smith of Olly Alexander van Years & Years nu. LGBT’s – bekend of niet – zaten in de jaren negentig nog in het defensief. Maar als puberende fan vond ik het stilzwijgen van mijn jeugdidool net daarom een gemiste kans, en weinig voorbeeldig. En de manier waarop het mysterie-dat-er-niet-echt-een-was doorbroken werd, was op zijn minst tragisch. Als Michael al een LGBT-icoon geworden is, dan toch tegen wil en dank.
Zijn plotse overlijden raakt me niet alleen omdat ik, zoals velen toen ze het nieuws vernamen, mijn halve leven voorbij zag flashen. Het is ook verdriet om een lelijk eendje dat een zwaan werd, maar vervolgens niet kon wennen aan zijn populariteit en veel te lang ook een beetje slachtoffer bleef. Van de omstandigheden, en van zijn eigen angsten. Om een artiest die – door het leven, de pers en soms eigen stommiteit – zoveel shit over zich heen kreeg dat zijn muzikale output er onder leed. Naast tijdloze popklassiekers en ongeëvenaard schuifwerk – die sax en kopstem in Careless Whisper! – laat George Michael voor mij ook nummers achter die als geen ander (en soms ongegeneerd hartstochtelijk) alle mogelijke gevoelens van een man voor een andere man beschrijven. Dat ook die songs universeel bleken te zijn, onderstreept zijn unieke talent. Maar het hadden er gerust meer mogen zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier