Verzamelen voor beginners: hoe start je een designcollectie?

De Kandissi van Alessandro Mendini werd in 1980 al als avant-garde beschouwd. Uitvoerder: Studio Alchimia. © GF / DESIGN MUEUM GENT

Koop je alleen die designstukken die je mooi vindt of ga je voor een investering? En hoe weet je of een stuk écht zijn prijs waard is? Knack Weekend sprokkelde zeven tips bij zeven experts.

1- Koop niet meteen

‘Mijn tip voor beginners: houd vooral je portefeuille dicht. Als startend designverzamelaar verandert je smaak zo snel dat je eigenlijk beter eerst relevante boeken en tijdschriften aanschaft’, zegt Boris Devis, de Antwerpse designhandelaar bij Goldwood en dealer in hedendaags avant-gardedesign bij Everyday Gallery. ‘Je moet je goed informeren vooraleer je toeslaat. Want de kans op een miskoop is te groot. Studeer eerst, lees veel, bekijk massa’s designobjecten, leer met je ogen.’

Plantenbakken in cementvezel van Willy Guhl.
Plantenbakken in cementvezel van Willy Guhl.© JIMMY BEYENS

2- Vorm je eigen smaak

‘Koop met je ogen, niet met je oren. Kopieer niet de smaak van iemand anders, zoek naar wat je zelf mooi of interessant vindt. Een verzameling moet vooral een zelfportret zijn, geen doorslagje van andermans collectie’, zegt Alexis Vanhove, een Brusselse designexpert, die voor een Franse klant meebouwt aan een belangrijke privécollectie meubilair uit de jaren 50 en 60. ‘Stijlperiodes worden stelselmatig herontdekt. Twintig jaar geleden waren de jaren 50 gezocht, inmiddels schoof de revival op tot de jaren 90. Als jonge verzamelaar zou ik daar nu vondsten in trachten te doen.’ Moet je dan tegendraads verzamelen: kopen wat niemand wil? ‘Dat kan een strategie zijn, maar voor de echte verzamelaars ligt dat moeilijk. Belangrijke stukken kopen die je eigenlijk niet graag ziet: dat kan alleen een speculant of een handelaar. Een goeie collectie is voor mij een aaneenschakeling van ontdekkingen en coups de foudre: momenten waarop je verliefd wordt op een object. Als je je hart volgt, heb je ook gegarandeerd een persoonlijke collectie. Al groeien de meeste verzamelingen dankzij de vertrouwensband die je opbouwt met gespecialiseerde handelaars.’

De ontwerpen van Willy Van Der Meeren zijn geliefd bij liefhebbers van fiftiesdesign. Stoel 'C1' uit de meubelreeks O.M., 1951, uitvoerder: Tubax.
De ontwerpen van Willy Van Der Meeren zijn geliefd bij liefhebbers van fiftiesdesign. Stoel ‘C1’ uit de meubelreeks O.M., 1951, uitvoerder: Tubax.© GF / DESIGN MUEUM GENT

3- Koop wat avant-garde was voor zijn tijd

‘Als je hedendaags design wilt kopen, bezoek dan zeker de afstudeershow van de Design Academy Eindhoven: sowieso de opleiding waar het meest radicale werk wordt gemaakt. Zoek naar iets wat je interessant vindt, niet alleen naar wat je mooi vindt. Je koopt best design dat voor zijn tijd maatschappelijk relevant en vernieuwend was of is. Stel dat je een hedendaagse designcollectie wilt beginnen, selecteer dan design dat innovatief is op het vlak van materialen, milieu-impact, sociale dimensie. Decoratief design of neovintage die te veel leunt op vormen of tradities van vroeger, zou ik niet kopen’, zegt Devis. Het criterium van de Berlijnse designdealer Ulrich Fiedler ligt in die lijn: ‘Ik zoek altijd naar stukken die hun tijd vooruit waren in de designgeschiedenis.’ Ook Marc Hotermans, een van de meest gerespecteerde designverzamelaars van Europa, koopt al vijftig jaar zo radicaal mogelijk. ‘De rode draad in mijn privécollectie is de zoektocht naar de roots van het modernisme. Nieuwe materialen leiden tot nieuwe vormen: dat is voor mij de motor van de designgeschiedenis. Thonets techniek om hout te buigen heeft een revolutie ontketend. En zonder polyester spraken we nu niet meer over Eames’, zegt hij. Als meubelrestaurateur bouwde Hotermans discreet mee aan de designcollecties van Centre Pompidou, Musée d’Orsay, Vitra Design Museum en het Gentse Designmuseum. ‘Als verzamelaar heb je veel kennis nodig, maar vooral een goed oog en een fotografisch geheugen. En boeken natuurlijk, maar die hoeven niet speciaal duur te zijn. 1000 Chairs van Taschen is een fantastisch werkinstrument.’

De Memphis-beweging met Ettore Sottsass op kop was zijn tijd vooruit, dat bewijst hij met deze Malabar uit 1982.
De Memphis-beweging met Ettore Sottsass op kop was zijn tijd vooruit, dat bewijst hij met deze Malabar uit 1982.© GF / DESIGN MUEUM GENT

4-Zoek naar originaliteit, volg geen hypes

‘Voor je iets koopt, kun je je beter afvragen: is dit al eens gemaakt? Lijkt het op iets wat veel ouder is? Is het een re-editie of een origineel model? Omring je met handelaars of verzamelaars die goed ingelicht zijn en die je kunnen helpen in je zoektocht’, zegt Dries Vanlandschoote, designhandelaar uit Brugge. ‘Voor je iets koopt, check je zeker ook de staat en de materiaaldetails: van welke houtsoort is het gemaakt? Welke vijzen zijn gebruikt? Aan dat soort zaken kun je soms vervalsingen herkennen. Eén tip: hoe complexer originele designobjecten zijn, hoe moeilijker na te maken. Koop ook beter geen design dat al helemaal ‘opgehypet’ is. Bij die zotte prijzen moet je alarmbel systematisch afgaan. Historische stukken van Pierre Jeanneret zijn een goed voorbeeld: zelfs voor courante meubelen zijn de prijzen nu gigantisch. En intussen is die opgeklopte markt ook helemaal overspoeld met neppers en re-edities. Als je 30.000 euro hebt, zijn er zoveel coolere dingen om te kopen dan een Jeanneret.’

Twee kandelaars van de Zweedse ontwerper Pierre Forssell.
Twee kandelaars van de Zweedse ontwerper Pierre Forssell.© JIMMY BEYENS

5-Financier je verzameling met je verzameling

Je hoeft niet rijk te zijn om een designcollectie te beginnen. Dat bewijst de Gentse interieurarchitect Pieterjan. ‘Ik begon design te kopen toen ik 14 was. Ik had maar weinig geld, dus schuimde ik rommelmarkten en kringloopwinkels af. Ik kocht vooral 70’s space age-spullen in oranje: die retrokleur was van ver herkenbaar’, vertelt hij. ‘Toen ik de plasticdesigncollectie van Philippe Decelle ontdekte, had ik meteen een doel: van elke pagina van zijn collectieboek minstens één stuk vinden. Twintig jaar geleden verkocht ik al mijn oranje spullen en begon ik me met de opbrengst meer te specialiseren in Italiaans 60’s en 70’s design. Ik werd steeds selectiever qua ontwerper, producent, merk en editie. Dat klinkt alsof ik een gigantisch budget heb, maar ik financier mijn verzameling met mijn verzameling. Ik verkoop stukken om weer betere te kunnen kopen. Door die constante upgrade vermeed ik ook dat mijn huis een museum werd. En zo hield ik uiteindelijk de beste stukken over. Mijn drijfveer voor mijn verzameling: ik wil niks lelijks in mijn huis. Als je een mottig aardappelmesje in de Blokker koopt, zit je er jaren mee opgescheept. Dan liever eentje dat iets duurder is, maar waar je elke dag blij van wordt.’

Een icoon van Belgisch fiftiesdesign, de dressoir van Alfred Hendrickx uit 1958. Producent: Willy Meysmans.
Een icoon van Belgisch fiftiesdesign, de dressoir van Alfred Hendrickx uit 1958. Producent: Willy Meysmans.© GF / DESIGN MUEUM GENT

6- Dubbelcheck online informatie

‘Gebruik internet niet als designencyclopedie. Er staat heel veel foute informatie op. Sommige stukken worden ten onrechte aan de foute designer toegeschreven. En ook veilinghuizen zijn niet altijd correct in hun catalogi. Dubbelcheck informatie altijd in relevante designboeken’, zegt Dries Vanlandschoote. Alexis Vanhove knikt: ‘Iedereen denkt dat hij designexpert is dankzij internet. Maar online lezen over design is even nefast als googelen naar medische informatie. Mijn tip: ga weg van je bureau, sluit je laptop en ontwikkel je oog door zoveel mogelijk design in het echt te zien en te voelen. En ga niet te veel af op prijzen die je op internet vindt. Sites als Pamono of 1stDibs rekenen zulke hoge commissies aan de verkoper aan, dat de prijzen kunstmatig de hoogte ingaan.’

Op-en-top nineties, deze Felt Chair van Marc Newson. Uitvoerder: Cappellini.
Op-en-top nineties, deze Felt Chair van Marc Newson. Uitvoerder: Cappellini.© GF / DESIGN MUEUM GENT

7-Baken je collectie af

Ben je een perfectionist? Doe dan zoals de Brusselse verzamelaar-handelaar Jimmy Beyens: kies een paar ontwerpers die je raken qua vormentaal, ideeën of stijl. Licht je goed in over wat ze zoal ontwierpen en produceerden, en begin dan pas hun werk te kopen. ‘Ik verzamel graag in de diepte. Op mijn twintigste begon ik bestek van Arne Jacobsen te kopen. Vijf jaar duurde het voor ik een 1000-tal stuks had: genoeg om het in grote bestekkensets door te verkopen. Sedert enkele jaren specialiseer ik me in het oeuvre van de Zweedse ontwerper Pierre Forssell. Ook dat is een obsessie geworden. En recent koop ik heel veel van de Zwitserse designer Willy Guhl, bekend om zijn meubilair en plantenbakken in cementvezel. Eenmaal ik een coherente collectie heb, kom ik ermee op de markt. Door je te specialiseren, krijg je diepgaande kennis en koop je beter. Toch raad ik mensen aan om hun designcollectiestukken dagelijks te gebruiken. Ze zijn ervoor ontworpen, dus waarom zou je een stoel kopen om enkel naar te kijken? Een designobject is geen kunstwerk dat je aan de muur hangt. Verslijt het alsjeblieft, uit respect voor de maker.’

Alcor van Ettore Sottsass, 1983, uitvoerder: Compagnia Vetraria Muranese.
Alcor van Ettore Sottsass, 1983, uitvoerder: Compagnia Vetraria Muranese.© GF / DESIGN MUEUM GENT

Leesvoer

The Hunt: Navigating the Worlds of Art and Design, Patrick Parrish, Powerhouse Books.

Meubles d’architectes et d’artistes, Marc Hotermans, Editions M.M.H.

Collecting Design, Adam Lindemann, Taschen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content