Van hetzelfde laken een stoel: steeds meer modemerken maken ook design

De Italiaanse meubelmakersfamilie Minotti (hier) waagt zich vooralsnog niet aan de cross-over met de modewereld, Molteni & C doet het wel. © GF
Amélie Rombauts
Amélie Rombauts Journalist Knack Weekend

Ontwerpers, influencers en verkoopplatformen die zich normaal op mode richten, hebben een (ver)nieuwde interesse in interieurdesign gevonden. Wordt de it-stoel relevanter dan de it-bag?

Milaan vormt al sinds 1961 het Europese mekka voor de interieurwereld. Buiten het pandemiejaar, waarin het Salone del Mobile in het water viel, trekken elk jaar in april een paar honderdduizenden distributeurs, producenten, ontwerpers, journalisten, aan- en verkopers naar de stad. Behalve de meubelbeurs worden op het Fuorisalone, het stadsfestival dat gelijktijdig loopt, immersieve pop-upinstallaties en tentoonstellingen in musea, pleinen en verborgen binnentuinen georganiseerd. Alles staat er in het teken van het decor dat we thuis creëren. Je ontdekt er meubelen, interieuraccessoires, verlichting, textiel en behang van interieurproducenten uit de hele wereld. Sinds een paar jaar valt ook steeds vaker de aanwezigheid van modemerken op tussen de vele uitnodigingen.

De blikvanger bij B&B Italia op Milan Design Week ’22: Mario Bellini’s Le Bambola in een Stella McCartney-jasje.
De blikvanger bij B&B Italia op Milan Design Week ’22: Mario Bellini’s Le Bambola in een Stella McCartney-jasje. © National

In 2012 was COS een van de eerste die groots uitpakten met een installatie in de stad. Dat deed het Zweedse merk initieel om de aandacht te vestigen op hun intrede op de Italiaanse markt. Jaar na jaar werden de installaties van de hand van Nendo, Snarkitecture en ander hippe namen uit het designwereldje een van de highlights van het festival genoemd, zeker op sociale media. Ook al heeft COS geen aanbod in decoartikelen, ze werden zo wel een love brand bij designliefhebbers.

Dit jaar was het Zweedse highstreet label afwezig. Er werd dan weer gretig aangeschoven bij andere, nieuwe en inhoudelijke bezoekwaardigheden. Prada organiseerde een symposium met onderwerpen en sprekers gecureerd door de toonaangevende Nederlandse designstudio Formafantasma, Dolce & Gabbana opende een eerste CASA store – inclusief ton sur ton zebra- en tijgerprints – pal in het hart van de Milanese designstraat, op de Via Durini. En ook al bestaan hun huiscollecties al een paar decennia, Ralph Lauren en Fendi pakten pas dit jaar voor het eerst groots uit tijdens de designweek.

Hermès maakt al sinds 1920 interieurobjecten waarbij vakmanschap centraal staat. Het laatste in de rij is deze Oria d’Hermès Low Armchair ontworpen door Rafael Moneo.
Hermès maakt al sinds 1920 interieurobjecten waarbij vakmanschap centraal staat. Het laatste in de rij is deze Oria d’Hermès Low Armchair ontworpen door Rafael Moneo. © Hugo Mapelli

En dan waren er ook de talloze kruisbestuivingen. Carhartt WIP deed het met de studio van Faye Toogood, wier plompe Roly Poly Chair je wellicht al ergens is opgevallen. B&B Italia presenteerde naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van Le Bambole van Mario Bellini de zetel in een Stella McCartney-uitvoering, de eerste samenwerking met een modenaam. Verderop stelde Cassina hun Modular Imagination-project voor met Virgil Abloh, de ontwerper van Off-White die eind vorig jaar aan kanker overleed. Samen ontwikkelden ze bouwstenen waarmee je zelf je tafel, bank of sofa kunt samenstellen. En dat is nog maar een beknopte oplijsting.

Dolce & Gabbana zet zijn eerste stappen in deco en design. In hun Casa store vind je alles van sofa’s tot kussens en tafelservies, waaronder deze borden uit hun Carretto-collectie. © National
Eén pot nat

Samenwerkingen tussen creatieve sectoren, en zéker tussen mode en design, zijn niet nieuw. Louis Vuitton produceerde in 1874 al zijn iconische Bed Trunk – een reiskoffer waaruit een bed klapt – voor de Franse ontdekkingsreiziger Pierre Savorgnan de Brazza. Een zogenaamde ‘commande spéciale’ voor de edelman. De Objets Nomades-collectie, die Vuitton sinds 2012 presenteert en jaarlijks aanvult met nieuwe ontwerpen van toonaangevende meubelontwerpers uit de hele wereld, is daar een eerbetoon aan. Ook Hermès maakt al sinds 1920 interieurobjecten. In 1984 richtten ze hun departement Arts de la Table op, vier jaar later was de meubellijn een feit, rond de eeuwwisseling volgde huislinnen. Sinds 2011 presenteert Hermès Maison jaarlijks z’n nieuwigheden tijdens Design Week.

De online luxemodeboetiek MyTheresa.com is met Life nu ook curator van Italiaanse high-end interieurlabels en nichemerken.
De online luxemodeboetiek MyTheresa.com is met Life nu ook curator van Italiaanse high-end interieurlabels en nichemerken. © GF

De Italiaanse modehuizen volgden het voorbeeld van de Franse zonder enige competitie of zelfs een greintje ellebogenwerk. Pucci en Missoni beten de spits af in de jaren 70, Fendi Casa in 1988, gevolgd door Versace Home een vijftal jaar later. Armani Casa (2000) en Gucci Décor (2017) wachtten de 21ste eeuw af om zich te wagen aan hun eigen deco- en meubellijnen. Dolce & Gabbana komt er nu pas mee aanzetten. Met het nodige spektakel uiteraard. Op de preview tijdens hun Alta Moda-show in Venetië vorig jaar werden onder anderen Jennifer Lopez, Doja Cat en Christian Bale tussen de meubelen, het servies, textiel en andere interieurobjecten gespot.

“Door naar sectoren buiten de mode uit te breiden ben ik erin geslaagd mijn allesomvattende filosofie en lifestyle aan te bieden”, zei Giorgio Armani naar aanleiding van de twintigste verjaardag van zijn interieurlijn in het designmagazine Wallpaper. En dat is het punt, niet alleen voor ontwerpers, maar ook voor consumenten. Als we ons in de filosofie van een modemerk vinden, is het logisch dat we ook op andere gebieden openstaan voor hun smaak. Sommige huizen houden het eenvoudig door hun stoffen in licentie aan meubelfabrikanten te geven. Andere zijn ambitieuzer en maken hun collecties zelf. Beide met wisselend succes, maar wel met één wetenschap: als de consument van de kleren houdt, zal hij waarschijnlijk ook van de interieursignatuur houden.

Begin jaren 80 zag Ralph Lauren al het licht. Hij vertaalde toen al zijn American lifestyle in een interieurcollectie.
Begin jaren 80 zag Ralph Lauren al het licht. Hij vertaalde toen al zijn American lifestyle in een interieurcollectie. © GF

En omgekeerd, want ook architecten wagen zich intussen aan modecollecties. “Als we het over het ontwerpproces hebben, zijn er ook veel gemeenschappelijke elementen”, vindt Patricia Urquiola. De Spaanse architecte en meubelontwerpster staat sinds 2015 bekend als de artdirector van Cassina en heeft in het verleden mogen samenwerken met Italiaanse grootmeesters als Achille Castiglioni, Vico Magistretti en Piero Lissoni. Ze mocht voor het tiende Weekend Max Mara Signature project, dat in september in de winkels zal liggen, een capsulecollectie tekenen. “Net zoals in een architectuurproject, ontwerp je voor een modecollectie volumes, evalueer je de verschillende gezichtspunten, de studie van kleur, de relatie met licht. Mijn werk is een alledaags onderzoek naar hoe we een ruimte of een levenservaring op verschillende dimensies kunnen bewonen. Waarom dan ook geen kledingstukken ontwerpen? Ze maken evengoed deel uit van je thuis. Je neemt ze als omhulsel mee onderweg en ze geven je een thuisgevoel. Ze vormen een emotionele habitat. Het gaat om bewegende architectuur.” Ann Demeulemeester, die van mode- op meubelontwerp is overgestapt, verwoordde het als volgt: “De afstand tussen een stoel en een broek maken, die is niet eens zo groot. Beide gaan om proporties opzoeken. Lijnen uitzetten, schoonheid creëren.”

Met deze Modular Imagination bouwblokken, die wijlen Virgil Abloh samen met Cassina ontwikkelde, kun je zelf aan de slag om een sofa, bank of tafel te creëren.
Met deze Modular Imagination bouwblokken, die wijlen Virgil Abloh samen met Cassina ontwikkelde, kun je zelf aan de slag om een sofa, bank of tafel te creëren. © Luca Merli
Explosieve markt

Waarom lijkt het alsof iedereen in modeland nu wél op een stukje van onze leefruimte loert? Ver hoef je het antwoord niet te gaan zoeken: het bedrag dat aan interieurs wordt besteed, is de laatste jaren aanzienlijk gestegen. Volgens onderzoeksbureau Statista wordt verwacht dat de wereldwijde meubelmarkt in 2027 een waarde van 650 miljard dollar zal bereiken, tegenover iets meer dan 500 miljard dollar in 2020, wat neerkomt op een groei van 28 procent. De pandemie gaf ons huisarrest en met z’n allen investeerden we in het creëren van een leefruimte die onze identiteit beter weerspiegelt. De it-bag of it-schoenen zijn plots minder relevant dan de it-stoel.

Dit jaar alleen al gaf de Belg per capita gemiddeld al 481 euro uit aan zijn interieur, zowat het dubbele van de gemiddelde Europeaan, weet Statista. En we waren niet de enigen die investeerden. Omdat ze net als wij vastzaten in hun huis, werd interieurdesign een nieuwe interesse voor ontwerpers, influencers en verkoopplatformen die zich normaal gesproken op mode richten. Ze hebben ingezien dat het lonend kan zijn hun zorgvuldig opgebouwde reputatie in deze sector te introduceren. E-tailer Net-a-Porter.com biedt sinds kort een kleine afdeling homeware aan, en eind mei lanceerde de online luxemodeboetiek MyTheresa.com Life. Naast klassiekers van Artek tot Vitra, shop je er de interieurcollecties van de Italiaanse modehuizen en een paar kleine nichemerken waaronder Michaël Verheyden of Valerie Objects. “Cureren is een te vaak gebruikt woord in onze wereld, maar het is echt de essentie van wat we doen”, legt Richard Johnson, chief commercial officer van MyTheresa, uit. “Deco is een heel natuurlijke aanvulling omdat het een designbewust publiek aanspreekt dat veel belang hecht aan esthetiek en kwaliteit. In die zin lopen al onze collecties, of het nu mode, interieur of iets anders is, als een rode draad door elkaar. We presenteren de meest gewenste producten van de grootste ontwerptalenten en dat weten onze klanten te waarderen.” Dankzij de sociale media kent het publiek vandaag de talenten die hun interieursmaak vormgeven. Als mensen voor de pandemie geen idee hadden wat een Togo of Camaleonda was, of wie India Mahdavi of Vincent Van Duysen was, weten ze dat vandaag wel.

Vanaf deze maand zit je niet meer alleen in of op creaties van Patricia Urquiola, maar draag je ze ook. Dit silhouet maakt deel uit van de tiende Weekend Max Mara Signature-collectie.
Vanaf deze maand zit je niet meer alleen in of op creaties van Patricia Urquiola, maar draag je ze ook. Dit silhouet maakt deel uit van de tiende Weekend Max Mara Signature-collectie. © GF

Grote winkelketens smeden intussen het luxe-ijzer als het heet is. De collectie van Mahdavi voor H&M Home was meteen uitverkocht, van Van Duysen voor Zara Home wordt een tweede drop verwacht in het najaar. Ze maken de designmarkt toegankelijker en populairder voor mensen die zich het dure werk niet kunnen veroorloven en daardoor ook niet kennen.

Talent meets talent

Terug in Milaan presenteerden natuurlijk ook iconische familiebedrijven die al generaties in het meubelvak zitten hun collecties. Ze houden het op hun eigen sector en werken samen met architecten, interieurarchitecten en productontwerpers. Hoe kijken zij naar die very fashionable vermenging? “Mode en design zijn twee verschillende concepten, vooral als het gaat om projectaanpak, onderzoek, ontwikkeling en innovatie”, vindt Giulia Molteni, die chief marketing officer is van de Molteni Group. Zestig jaar geleden stonden de Molteni’s aan de wieg van het Salone del Mobile. “Maar dat neemt niet weg dat ook wij ons aan de cross-over wagen. De Milanese modeontwerpster Marta Ferri is verantwoordelijk voor ons textielimago. Haar researchwerk in de archieven van de grootste Italiaanse textielfabrikanten sluit perfect aan bij onze obsessie voor kwaliteit. En in het verleden werkten we met Vivienne Westwood.” Voor Roberto Minotti staat mode voor originaliteit. Samen met zijn broer Renato staat hij aan het hoofd van het luxueuze meubelmerk Minotti, dat hun vader in 1948 uit de grond van een klein atelier stampte. “Als een bepaald niveau van goede smaak, elegantie en verfijning wordt gehandhaafd, kan dit leiden tot een groeiend bewustzijn bij de high-end consument. Dat kan alleen maar gunstig zijn voor de merken die een rijke geschiedenis hebben in meubelontwerp.”

Michaël Verheyden via MyTheresa.com Life
Michaël Verheyden via MyTheresa.com Life © GF

Dat vindt ook Els Van Hoorebeeck, head of design bij het Deense &Tradition. Haar job bestaat er onder andere uit samenwerkingen aan te gaan met externe designers. “Het publiek van de luxe modemerken en van grote winkelketens is groter en anders dan het onze. De modehuizen valideren designtalent, de ketens brengen ze naar de interieurs van Jan en alleman. De naamsbekendheid die ze genereren komt de designers en hun andere projecten ten goede.”

Blijft de vraag of er nood is aan nog meer zetels, tafels en stoelen dan er al door de meubelsector worden geproduceerd. Elk jaar gooien we in Europa alleen al tien miljoen ton aan meubelstukken en interieurobjecten weg, nauwelijks twee procent daarvan wordt gerecycleerd. “Als je twee werelden samenbrengt die door samen te creëren elk hun vakmanschap, kennis en onderzoek verder uitdiepen, krijg je automatisch een goed product. De kleurinzichten van Raf Simons bij Kvadrat, het vakmanschap van Hermès met het ontwerptalent van Jasper Morrison. Ja, dán heeft het zin.”

De Italiaanse meubelmakersfamilie Minott waagt zich vooralsnog niet aan de cross-over met de modewereld, Molteni & C doet het wel. Dit tapijt (hier) vloeit voort uit de research van modeontwerpster Marta Ferri.
De Italiaanse meubelmakersfamilie Minott waagt zich vooralsnog niet aan de cross-over met de modewereld, Molteni & C doet het wel. Dit tapijt (hier) vloeit voort uit de research van modeontwerpster Marta Ferri. © GF

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content